Umicore is een wereldwijde groep gespecialiseerd in geavanceerde materialen en recyclage. We beperken schadelijke emissies, drijven de voertuigen en technologieën van vandaag en morgen aan en geven gebruikte metalen een tweede leven. Dankzij onze uitgebreide expertise in materiaalwetenschappen, chemie, metallurgie en metalenbeheer drijven we de auto’s van vandaag en morgen aan, beperken we schadelijke emissies en geven we gebruikte metalen een tweede leven. Umicore maakt materialen voor een beter leven, in lijn met onze missie ‘Materials for a better life’.
Wij zijn ervan overtuigd dat materialen cruciaal zijn voor de verdere vooruitgang van de mens, dat ze centraal staan in het leven vandaag en dat ze ook in de toekomst waarde zullen blijven creëren. Metaalhoudende materialen spelen een sleutelrol omdat ze efficiënt en oneindig vaak gerecycleerd kunnen worden. Daardoor vormen ze de basis voor duurzame producten en diensten. Umicore wil het voortouw nemen in het aanbieden en creëren van op materialen gebaseerde oplossingen die de kwaliteit van het leven fundamenteel helpen te verbeteren.
De Umicore Way is de hoeksteen van alles wat we doen bij Umicore. Het is de leidraad voor ons engagement voor ethische bedrijfsvoering, duurzaamheid en de waardecreatie op lange termijn via verantwoorde activiteiten. Het beschrijft onze waarden en ons algemeen engagement voor de principes van duurzame ontwikkeling. Wij geloven dat die waarden en ambities onder alle omstandigheden toepasbaar moeten zijn, in verschillende regio's, culturen en bedrijfssituaties. De Umicore Way geldt niet alleen voor Umicore-medewerkers, maar ook voor onze relaties met al onze stakeholders.
Umicore's gesloten kringloopmodel maakt ons uniek. Met onze uitgebreide expertise in materiaalwetenschappen, chemie en metallurgie ontwikkelen, produceren en recycleren we technologische materialen in lijn met onze missie ‘materials for a better life’.
Onze geïntegreerde aanpak beperkt de impact van onze industriële activiteiten zoveel mogelijk. Veiligheid en gezondheid, recycleerbaarheid, kostenefficiëntie, energie-efficiëntie en afvalbeperking staan bij ons voorop. Onze inzet voor een ethische en verantwoorde bevoorrading levert waarde op en onderscheidt ons van andere spelers op de markt.
Umicore wil een transformatiepartner zijn voor onze klanten op hun weg naar duurzaamheid en circulariteit in de wereldwijde mobiliteitsshift. Dat doen we door te voldoen aan hun toenemende behoefte aan geavanceerde materialen en door de kringloop van kritieke metalen te sluiten.
Lang voor circulaire economie een wereldwijd thema werd, gaf Umicore materialen al een tweede leven en hielden we ze al in de economie. Umicore recycleert meer dan 20 kritieke metalen. Zo beperken we onze milieu-impact zoveel mogelijk én creëren we maximale waarde voor onze klanten.
Umicore speelt een sleutelrol in de wereldwijde verschuiving naar duurzame mobiliteit. Met onze geavanceerde materialen en recyclagetechnologieën zijn we dan ook de ideale partner als het gaat om mobiliteit. We werken samen met onze klanten en partners om innovatieve oplossingen te ontwikkelen, van katalysatoren met lage emissie tot hoogperformante batterijmaterialen. Aan het einde van de levensduur van een product zorgen we ervoor dat kritieke materialen effectief worden gerecycleerd en hergebruikt.
Ruimtevaart, halfgeleiders, farmaceutica, batterijen ... Umicore biedt een antwoord op de grote uitdagingen wereldwijd. Met onze toonaangevende expertise in duurzame materialen ontwikkelt Umicore innovatieve producten en diensten die tegemoetkomen aan de behoeften van vandaag en morgen.
Umicore levert oplossingen voor enkele van de grootste uitdagingen wereldwijd. Op basis van belangrijke synergieën en van gemeenschappelijke kenmerken is onze organisatie opgedeeld in vier business groups: Battery Materials, Catalysis, Recycling en Specialty Materials. Die bedrijfsactiviteiten vullen elkaar aan in ons gesloten kringloopmodel en creëren waarde op lange termijn voor onze klanten en innovatiepartners.
Umicore Battery Materials maakt deel uit van de business group Battery Materials. Umicore's portfolio van innovatieve technologieën voor batterijmaterialen stimuleert de mobiliteitsshift en bouwt mee aan een schonere toekomst voor mens en planeet. We optimaliseren de veiligheid, het bereik en de duurzaamheid van batterijen en verminderen tegelijk de koolstofvoetafdruk. Umicore biedt geïntegreerde oplossingen voor verantwoorde, duurzame praktijken in de transitie naar schone mobiliteit.
De business group Catalysis omvat onze business units Automotive Catalysts, Fuel Cell & Stationary Catalysts en Precious Metals Chemistry. Zij richten zich op de ontwikkeling en productie van katalysatorformuleringen en -systemen die worden gebruikt om de schadelijke uitstoot van verbrandingsmotoren te verminderen, maar ook op brandstofcellen en chemische en biowetenschappelijke toepassingen. Die katalysatoren gebruiken hoofdzakelijk platinagroepmetalen (PGM), waarin Umicore meer dan 50 jaar ervaring heeft.
De business group Recycling wint een groot aantal edelmetalen en andere metalen terug uit een brede waaier van afvalstromen en industrieel afval. De activiteiten omvatten ook de productie en recyclage van juwelenmaterialen. De business group biedt daarnaast producten voor diverse toepassingen, waaronder chemische, elektrische, elektronische, automobiel- en speciale glastoepassingen. Recycling bestaat uit vier business units: Precious Metals Refining, Battery Recycling Solutions, Precious Metals Management en Jewelry & Industrial Metals. Het vlaggenschip is de Precious Metals Refining-fabriek in Hoboken (België), die uniek is in haar soort. De business group Recycling zet al 25 jaar circulariteit centraal, jaren voordat het concept populair werd.
De business group Specialty Materials omvat de business units Cobalt & Specialty Materials, Metal Deposition Solutions en Electro-Optic Materials. De business unit Cobalt & Specialty Materials kan bogen op een jarenlange ervaring in de aankoop, productie en distributie van kobalt- en nikkelproducten. De business group levert ook producten voor op edel- en niet-edelmetaal gebaseerde elektroplating en PVD-coating met de business unit Metal Deposition Solutions en op germanium gebaseerde materiaaloplossingen voor de ruimtevaart-, optica- en elektronicasectoren met de business unit Electro-Optic Materials.
2024 was voor Umicore, voor onze aandeelhouders en voor onze werknemers een intens en bewogen jaar. Evenzeer toonden we dit jaar onze veerkracht en wendbaarheid. We pasten ons aan de uitdagingen aan, wijzigden ons leiderschapsteam en lanceerden een strategische evaluatie van onze Battery Materials-activiteiten. Tegelijkertijd bewezen en herbevestigden we onze sterke basis inzake materiaaltechnologie en het werken met kritieke metalen. Dat blijft een grote troef.
De tegenwind in de zich ontwikkelende markt voor elektrische voertuigen, met name de sterke vertraging van de groei van de vraag naar elektrische auto’s en de toenemende geopolitieke en regelgevende complexiteit, had een weerslag op de hele waardeketen, waaronder ook onze Battery Materials-activiteiten.
De resultaten van de strategische evaluatie worden gedeeld op onze Capital Markets Day in maart 2025. Ondertussen namen we doortastende maatregelen. We voerden maatregelen voor efficiëntie en kostenbesparingen door en zetten in op discipline bij kapitaalallocaties.
We schroefden de investeringsuitgaven terug tot € 555 miljoen, een stuk lager dan de € 650 miljoen die oorspronkelijk was gepland. Operationele en financiële efficiëntieverbeteringen voegden meer dan € 100 miljoen toe aan onze EBITDA voor 2024, meer dan het streefdoel van € 70 miljoen. We namen ook enkele moeilijke beslissingen. Zo boekten we een waardevermindering van € 1,6 miljard bij Battery Materials en voerden we kostenbesparingen door die tot het verlies van 260 jobs leiden in de hele Groep, vooral in de Jiangmen-fabriek in China en bij onze corporate- en O&O-afdelingen in België. Eerder dan een verdere uitbreiding gaven we de prioriteit aan het maximaal inzetten van onze batterijmaterialenfabrieken in Polen en Korea om vanuit die flexibele voetafdruk onze sterke klantencontracten te bedienen. Naar aanleiding van die beslissing bevroren we ons Canadese project voor batterijmaterialen in Loyalist, Ontario.
Ondanks die uitdagingen bleven onze oorspronkelijke activiteiten – Recycling, Catalysis en Specialty Materials – opnieuw goede resultaten neerzetten, met sterke kasstromen en rendementen.
Met aanhoudende volatiele omstandigheden in het vooruitzicht blijven we focussen op het realiseren van rendement op onze investeringen en op het behoud van een sterke balans in een onzeker macro-economisch en geopolitiek klimaat. Dat houdt in dat we onze activiteiten blijven afstemmen op een optimale capaciteitsbenutting en verdere maatregelen voor kostenbeheersing en -besparing.
Voor 2025 verwachten we momenteel een aangepaste EBITDA tussen € 720 miljoen en € 780 miljoen, tegenover € 763 miljoen in 2024. Gezien de algemene omstandigheden stelde de raad van toezicht voor om het dividend voor 2024 te verlagen tot € 0,50 per aandeel.
2025 wordt cruciaal voor Umicore omdat we de basis leggen voor een solide toekomst. We willen opnieuw ons potentieel voor echte waardecreatie tonen door materiaaloplossingen te leveren die essentieel zijn in de evolutie naar een duurzamere wereld.
Hiervoor zullen we voluit inzetten op wat Umicore uniek maakt: onze sterke basis in materiaalwetenschappen en toepassingsexpertise in combinatie met ons circulair bedrijfsmodel.
Ons succes zal in de eerste plaats worden gevoed door het harde werk, de doorgedreven kennis en de toewijding van onze werknemers over de hele wereld. We bedanken hen voor al hun inspanningen en inzet het afgelopen jaar. Samen met een afgeslankte directieraad - het Executive Leadership Team - zullen we een omgeving stimuleren waarin we innoveren, samenwerken en uitvoeren, en waarbij het belang van de Groep steeds voorop staat. We zijn vastbesloten om samen sterker uit de huidige uitdagende omstandigheden te komen en nieuwe kansen te grijpen in 2025 en daarna.
Omzet exclusief metalen
€ 763mlnAangepaste EBITDA
22%Aangepaste EBITDA-marge
74%Omzet uit
schone mobiliteit en recycling
ROCE
€ 1,06Aangepaste winst per aandeel
11.581Totale personeelsbestand
24,7%Vrouwen in het personeelsbestand
52%Metaalhoudende secundaire materialen
in de inputmix
Scope 1+2 GHG marktgebaseerd
vs. baseline 2019
Wereldwijde elektriciteit uit hernieuwbare bronnen
-22,9%Koolstofintensiteit van gekochte materialen
vs. baseline 2019
In 2024 hadden verschillende tegenwinden gevolgen voor de algehele resultaten van Umicore en de uitvoering van haar strategie. In de context van de trager dan verwachte groei van de vraag naar elektrische voertuigen en dalende metaalprijzen nam Umicore maatregelen om haar groeiprognoses te herbeoordelen en haar investeringsuitgaven en kostenbasis verder aan te passen aan de nieuwe marktrealiteit. Hiertoe behoren de opstart van een strategische evaluatie en een herstructurering van het personeelsbestand in het kader van de algehele strategie van kostenbesparingen.
Umicore's kernactiviteiten bleven niettemin robuust, met algehele resultaten in lijn van de verwachtingen.
De inkomsten van Umicore voor 2024 bedroegen € 3,5 miljard tegenover € 3,9 miljard in 2023. De aangepaste EBIT voor de Groep bedroeg € 478 miljoen (-29% tegenover 2023) en de aangepaste EBITDA bedroeg € 763 miljoen (-22% tegenover 2023). In 2024 bedroeg de aangepaste EBITDAmarge voor de Groep 22%.
Battery Materials rapporteerde lagere inkomsten tegenover 2023. Dat is het gevolg van lagere CAM-verkoopvolumes en lagere raffinageopbrengsten, samen met het ontbreken van een eenmalig lithiumeffect in 2023 dat meespeelde in de vergelijking op jaarbasis. Lagere inkomsten, gecombineerd met kosten voor lopende uitbreidingsprojecten – die inmiddels zijn beperkt tot het strikte minimum – leidden tot een lagere aangepaste EBITDA dan vorig jaar. Verder werd de aangepaste EBITDA voor 2023 ondersteund door een substantieel eenmalig positief effect1. De aangepaste EBITDA voor de business group voor 2024 was bijna breakeven2, zoals verwacht3. ROCE voor de business group bedroeg -4,9%.
Catalysis zette eens te meer indrukwekkende resultaten neer in 2024. De inkomsten daalden ten opzichte van het voorgaande jaar, waarbij volumes in Automotive Catalysts werden aangetast door een minder gunstige klantenmix in het personenwagen-segment en een moeilijke marktomgeving in het segment van de zware dieselvoertuigen. De inkomsten van Fuel Cell & Stationary Catalysts bleven stabiel ten opzichte van het vorige jaar, terwijl de inkomsten voor Precious Metals Chemistry daalden. Tegen die achtergrond behaalde de business group uitstekende resultaten, met een winst in de lijn van het recordniveau van vorig jaar, dankzij structurele efficiëntie -en waardegerichte initiatieven. De ROCE voor de business group bedroeg 40,4%.
Recycling rapporteerde lagere inkomsten en winsten ten opzichte van het vorige jaar, voornamelijk door lagere volumes in Precious Metals Refining en een minder ondersteunende prijsomgeving voor edelmetalen in Precious Metals Management. De impact op de winsten werd deels goedgemaakt door efficiëntiemaatregelen. De ROCE bedroeg 78,3%.
De inkomsten van Specialty Materials daalden licht tegenover 2023. De ROCE bedroeg 9,1%. Zoals voorzien, daalde de aangepaste EBITDA tegenover het vorige jaar, waarbij voornamelijk de competitieve marktomgeving in Cobalt & Specialty Materials een weerslag had op de chemische raffinage- en distributieactiviteiten.
In 2024 bewees Umicore haar veerkracht en boekte gestaag verdere vooruitgang in duurzaamheid. De Groep zette zich onverminderd in voor duurzaamheid, innovatie en verantwoorde bedrijfspraktijken. Daarbij werden onmiddellijke prioriteiten afgewogen tegen de langetermijnvisie voor een maximale positieve impact op de samenleving.
Als onderdeel van haar klimaatinspanningen verhoogde Umicore haar gebruik van hernieuwbare elektriciteit verder: in 2024 werd 46,3% van haar wereldwijde elektriciteitsbehoeften gedekt door hernieuwbare energiebronnen tegenover 41% in 2023. De Europese activiteiten haalden 64,8% van hun elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen, dankzij de strategische inspanningen van de Groep om stroomafnameovereenkomsten (PPA – Power Purchase Agreements) voor hernieuwbare energie af te sluiten en maatregelen voor operationele efficiëntie. Umicore ondertekende een tweede PPA voor 10 jaar met Gasum om de site in Kokkola (Finland) te voorzien van hernieuwbare elektriciteit.
In november 2024 kondigde Umicore plannen aan om een antwoord te bieden op de uitdagende marktomstandigheden en zo haar veerkracht op lange termijn te versterken. Die plannen omvatten kostenbesparende maatregelen die resulteerden in een proportionele afname van het personeelsbestand in geselecteerde delen van de Groep. In België trad Umicore in overleg met de vakbonden en de vertegenwoordigers van de Belgische ondernemingsraden. Na de boekhoudkundige afsluiting bereikten de vertegenwoordigers van de vakbonden en Umicore een akkoord over begeleidende maatregelen en de informatie- en consultatiefase werd formeel afgesloten. Umicore is zich bewust van de uitdagingen die deze maatregelen met zich meebrengen en legt zich toe op het ondersteunen en begeleiden van haar teams wereldwijd tijdens deze overgang. Umicore blijft inzetten op het bevorderen van een inclusieve en innovatieve werkomgeving waar de diversiteit aan talenten en standpunten de drijvende kracht is achter haar evoluerende strategie. Op het einde van het jaar daalde het aantal werknemers in de volledig geconsolideerde ondernemingen tot 11.581, een daling ten opzichte van 11.948 in 2023. Dit weerspiegelt de eerder gecommuniceerde maatregelen voor operationele wendbaarheid bij Automotive Catalysts en de initiële effecten van de kostenbesparende initiatieven.
Umicore streeft op al haar sites naar het hoogste niveau van procesveiligheid en veiligheid op het werk, in lijn met haar Zero Harm-ambitie (geen schadelijke gevolgen) en de doelstelling van nul arbeidsongevallen. De verdere implementatie van het stappenplan voor veiligheid van de Groep – gericht op verantwoording, praktische betrokkenheid en veiligheidscoaching – leverde meetbare vooruitgang op. Aan het einde van het boekjaar bedroeg de frequentiegraad van rapporteerbare letsels (TRIR – Total Recordable Injury Rate) voor het personeelsbestand van de Groep 4,7 per miljoen uren blootstelling, een aanzienlijke verbetering tegenover 7,8 voor haar personeelsbestand aan het einde van 2023. Voor personeel en aannemers samen stond de TRIR in 2024 op 4,5, een daling ten opzichte van de 7,5 in 2023. Die inspanningen getuigen van Umicore’s engagement voor het bevorderen van een solide veiligheidscultuur en het voortdurend verbeteren van haar veiligheidsprogramma's.
Verantwoorde bevoorrading blijft een hoeksteen van Umicore’s duurzaamheidspraktijken, ook in 2024. De Groep dreef de samenwerking met leveranciers op ter bevordering van decarbonisering en de naleving van ethische normen in de hele waardeketen.
In het kader van haar engagement voor transparantie en verantwoording vorderde Umicore met de voorbereidingen om te voldoen aan de Europese richtlijn voor duurzaamheidsrapportage (CSRD – Corporate Sustainability Reporting Directive) en de evoluerende regelgevende vereisten. Het jaarverslag 2024 geeft meer informatie over die vorderingen en de algemene duurzaamheidsrapportering van de Groep. Zo biedt het belanghebbenden een uitgebreid overzicht in de ESG-impact
(milieu, sociaal en governance) van de Groep.
De Capital Markets Day van Umicore vindt plaats op 27 maart 2025 in Londen, in de namiddag CET.
Bart Sap, CEO van Umicore, zal tijdens dit evenement de resultaten van de strategische evaluatie en het plan op middellange termijn voor de activiteit Battery Materials uiteenzetten. Samen met het Executive Leadership Team zal Bart de meerwaarde van de Umicore Groep en de doelstellingen op middellange termijn voor de verschillende Business Groups toelichten.
Meer details hierover op:
Capital Markets Day 2025 | Umicore
Kerncijfers | H2 | H2 | |||
---|---|---|---|---|---|
(in miljoen €) | Noten | 2023 | 2024 | 2023 | 2024 |
Omzet | F9 | 8.254 | 7.407 | 18.266 | 14.854 |
Inkomsten (metaal niet inbegrepen) | 1.809 | 1.657 | 3.876 | 3.461 | |
Aangepaste EBITDA | F9 | 453 | 370 | 972 | 763 |
waarvan geassocieerde ondernemingen en joint ventures | F9 | 0 | 0 | 1 | 0 |
EBITDA -aanpassingen | F9 | (69) | (126) | (82) | (1.788) |
EBITDA | F9 | 384 | 244 | 890 | (1.025) |
Aangepaste EBITDA-marge | 25,0% | 22,3% | 25,0% | 22,0% | |
Aangepaste EBIT | F9 | 300 | 237 | 674 | 478 |
EBIT -aanpassingen | F9 | (69) | (126) | (82) | (1.788) |
Totale EBIT | F9 | 231 | 111 | 591 | (1.311) |
Aangepaste EBIT-marge | 16,6% | 14,3% | 17,4% | 13,8% | |
Effectieve aangepast belastingtarief | F9 | 16,8% | 22,6% | 21,6% | 29,4% |
Aangepaste nettoresultaat, aandeel van de Groep | F9 | 214 | 137 | 447 | 255 |
Nettoresultaat, aandeel van de Groep | F9 | 162 | (8) | 385 | (1.480) |
Uitgaven voor Onderzoek- en Ontwikkeling | F9 | 134 | 126 | 281 | 258 |
Investeringsuitgaven | F35 | 522 | 285 | 857 | 555 |
Nettokasstroom vóór financieringsactiviteiten | F35 | 247 | 89 | 94 | 93 |
Totaal activa, einde periode | 9.966 | 9.412 | 9.966 | 9.412 | |
Eigen vermogen van de aandeelhouders van de Groep, einde periode | 3.661 | 1.938 | 3.661 | 1.938 | |
Geconsolideerde netto financiële schulden, einde periode | F25 | 1.266 | 1.425 | 1.266 | 1.425 |
Schuldratio, einde periode | F25 | 25,5% | 42,6% | 25,5% | 42,6% |
Nettoschuld / aangepaste EBITDA van de voorbije 12 maanden | 1.30x | 1.87x | 1.30x | 1.87x | |
Aangewend kapitaal, einde periode | F32 | 5.002 | 3.485 | 5.002 | 3.485 |
Aangewend kapitaal, gemiddelde | F32 | 5.049 | 3.501 | 4.977 | 3.880 |
Rendement op aangewend kapitaal (ROCE) | F32 | 11,9% | 13,5% | 13,5% | 12,3% |
Personeelsbestand, einde periode (volledig geconsolideerde) | 11.948 | 11.581 | 11.948 | 11.581 | |
Personeelsbestand, einde periode (geassocieerde ondernemingen en joint ventures) | 2.109 | 2.071 | 2.109 | 2.071 | |
Totaal geregistreerd ongevallenpercentage voor Umicore personeel (STRIR – Staff Total Recordable Injury Rate) | 7,8 | 4,7 | 7,8 | 4,7 |
In 2024 was er een significante groeivertraging in de verkoop van elektrische voertuigen, wat leidde tot een aanzienlijke druk op de toeleveringsketens van elektrische voertuigen en beperkte zichtbaarheid op de groei van de markt op de korte tot middellange termijn.
Umicore kondigde onmiddellijk verschillende maatregelen aan om haar Battery Materials-activiteiten te waarborgen1:
Starten van een strategische evaluatie om de groeiprognoses voor Battery Materials na 2024 opnieuw te beoordelen
Toepassen van strikte discipline bij de toewijzing van kapitaal, met een vermindering van de investeringsuitgaven voor 2024 en de daaropvolgende jaren
Invoeren van extra kostenbesparende en efficiëntiemaatregelen doorheen de Groep, naast de bestaande efficiëntieprogramma's2
Pauzeren van de fabriek voor batterijmaterialen in Canada, waarbij werd gekozen de klant te bevoorraden vanuit bestaande faciliteiten in Korea3
Umicore blijft het scenario voor haar Battery Materials-activiteiten uitvoeren, waarbij zij haar activiteiten herschikt op basis van vertraagde uitvoering van klantenprojecten, aangepaste volumeprognoses, voorzichtige operationele kostenaannames en een minimale uitbreiding van haar bestaande voetafdruk. Op basis van dit scenario werd eind juni een bijzondere waardevermindering uitgevoerd, die heeft geleid tot een afname van € 1,60 miljard in het geïnvesteerde kapitaal van Battery Materials. De bijzondere waardevermindering heeft voornamelijk betrekking op materiële vaste activa (PPE) en permanente voorraden van Battery Materials4. Het betreft voor een groot gedeelte Azië en in mindere mate andere regio’s.
Met de lopende strategische evaluatie beoogt Umicore de toekomstige bedrijfswaarde verder te maximaliseren door zich toe te leggen op capaciteitsbenutting, optimalisatie van de organisatie van Battery Materials, de klantenportfolio en operationele efficiëntie. De resultaten van de evaluatie worden gepresenteerd tijdens de Capital Markets Day die is voorzien op 27 maart 2025.
Daarnaast kondigde Umicore de benoeming aan van Karena Cancilleri tot Executive Vice President Battery Materials en lid van het Executive Leadership Team per 1 april 2025. Karena Cancilleri kan bogen op 30 jaar rijke ervaring in de chemische, technische textiel en metaalindustrieën bij zowel private-equity als beursgenoteerde en familiebedrijven. Ze maakt de overstap van Vesuvius Plc., waar ze momenteel President Foundry Technologies is.
De inkomsten voor Battery Materials bedroegen € 386 miljoen, een daling van 30% tegenover het niveau van 2023. De verkoopvolumes van kathodematerialen lagen onder het niveau van het vorige jaar, als gevolg van een vertraging in de volumegroeiprognoses bij klanten door de wereldwijde vertraging in de verkoop van elektrische wagens. De evolutie van de inkomsten op jaarbasis weerspiegelt ook het ontbreken van het eenmalige lithiumeffect dat in 2023 optrad, en lagere inkomsten uit kobaltraffinage-activiteiten in een context van een zwakke kobaltprijs en lagere volumes.
De aangepaste EBITDA bedroeg € -5 miljoen, dicht bij break-even zoals verwacht. Naast de lagere iinkomsten weerspiegelt de evolutie van de winsten op jaarbasis het wegvallen van een substantieel éénmalig positief effect in 2023 dat toen verband hield met de waardering van batterijproductieschroot. Zoals aangekondigd nam Umicore onmiddellijk maatregelen om de kosten te verlagen en de investeringsuitgaven tot een minimum te beperken. In dat opzicht weerspiegelen de winsten voor 2024 enkel de strikt noodzakelijke uitbreidingskosten in Europa en Korea om de huidige klantenportfolio te bedienen, en uitgaven die nog verbonden waren aan de bouw van de fabriek in Canada. Dit werd slechts deels gecompenseerd door lagere overheadkosten en positieve eenmalige impacten van ongeveer € 40 miljoen. De aangepaste EBIT bedroeg € -90 miljoen en weerspiegelt enigszins lagere afschrijvingskosten als gevolg van de bijzondere waardevermindering vanaf juli.
Kerncijfers Battery Materials | H2 | H2 | ||
---|---|---|---|---|
(in miljoen €) | 2023 | 2024 | 2023 | 2024 |
Totaal omzet | 842 | 523 | 1.980 | 1.103 |
Inkomsten (metaal niet inbegrepen) | 222 | 168 | 548 | 386 |
Aangepaste EBITDA | 74 | (6) | 149 | (5) |
waarvan geassocieerde ondernemingen en joint ventures | (2) | (1) | (3) | (2) |
EBITDA | 38 | (76) | 114 | (1.677) |
Aangepaste EBITDA-marge | 33,9% | -3,1% | 27,7% | -0,7% |
Aangepaste EBIT | 22 | (37) | 48 | (90) |
Totale EBIT | (14) | (107) | 12 | (1.761) |
Aangepaste EBIT-marge | 10,5% | -21,2% | 9,2% | -22,7% |
Uitgaven voor Onderzoek- en Ontwikkeling | 27 | 37 | 71 | 77 |
Investeringsuitgaven | 377 | 138 | 614 | 307 |
Aangewend kapitaal, einde periode | 2.746 | 1.647 | 2.746 | 1.647 |
Aangewend kapitaal, gemiddelde | 2.626 | 1.578 | 2.429 | 1.853 |
Rendement op aangewend kapitaal (ROCE) | 1,6% | -4,6% | 2,0% | -4,9% |
Personeelsbestand, einde periode (volledig geconsolideerde) | 2.639 | 2.543 | 2.639 | 2.543 |
Personeelsbestand, einde periode (geassocieerde ondernemingen en joint ventures) | 655 | 645 | 655 | 645 |
De business group Catalysis zette opnieuw indrukwekkende resultaten neer in 2024. De inkomsten bedroegen € 1.666 miljoen, een daling van 8% in de context van een lagere productie van personenwagens wereldwijd en een aanzienlijke productievermindering van zware dieselvoertuigen in Europa en China. De inkomsten van Fuel Cell & Stationary Catalysts bleven stabiel ten opzichte van het vorige jaar, terwijl de inkomsten voor Precious Metals Chemistry daalden. De winsten bleven echter in lijn met het recordniveau van vorig jaar, met een aangepaste EBITDA van € 431 miljoen en een aangepaste EBIT van € 362 miljoen. Die uitstekende prestatie was in de eerste plaats te danken aan structurele kostenmaatregelen, optimalisaties van de voetafdruk, procesefficiëntie en waardegerichte initiatieven in de business unit Automotive Catalysts in een context van een mature markt voor verbrandingsmotoren. Vooral de overheadkosten daalden aanzienlijk tegenover het vorige jaar door de lopende optimaliseringen in de wereldwijde O&O-activiteiten1. Dat kwam ook tot uiting in de aangepaste EBITDA-marge, die naar 25,9% steeg.
In 2024 kromp de wereldwijde productie van personenwagens met verbrandingsmotor met 3% tegenover het vorige jaar. De belangrijkste reden hiervoor was een vertraging in tweede jaarhelft van de Europese en Chinese markten voor wagens met verbrandingsmotor, terwijl de autoproductie in Noord- en Zuid-Amerika stagneerde. In dezelfde periode daalde de productie van zware dieselvoertuigen in Europa en China aanzienlijk.
In die context daalden de inkomsten in Automotive Catalysts tegenover 2023, voornamelijk door lagere volumes voor zowel personenwagens als zware dieselvoertuigen. De winsten lagen echter slechts lichtjes onder het vorige jaar, omdat de impact van de dalende inkomsten bijna volledig werd goedgemaakt door efficiëntieverbeteringen.
Het segment van de personenwagens vertegenwoordigde 85% van de inkomsten van Automotive Catalysts in 2024, waarvan 83% voor benzinetechnologieën.
De Europese productie van verbrandingsmotoren voor personenwagens bedroeg 28% van Umicore’s wereldwijde volumes van katalysatoren voor personenwagens. In 2024 kromp de productie van personenwagens in Europa met 6,8% tegenover 2023. Umicore’s volumes en inkomsten weerspiegelden de markttrend. In het Europese benzinesegment presteerde Umicore zowel qua volumes als inkomsten echter aanzienlijk beter dan de markt dankzij een sterke klantenmix.
De Chinese markt voor brandstofmotoren vertegenwoordigde 25% van Umicore’s wereldwijde volumes voor katalysatoren voor personenwagens in 2024. De sterke productie van personenwagens met verbrandingsmotor in de eerste jaarhelft in die regio werd tenietgedaan door een aanzienlijke vertraging in de tweede jaarhelft, wat leidde tot een vlakke marktevolutie op jaarbasis (-0,8%). De volumes (-5,8%) en inkomsten van Umicore daalden ten gevolge van een klantenmix die de uitdagende situatie voor de wereldwijde autofabrikanten in de regio weerspiegelde.
De markten voor verbrandingsmotoren in Noord- en Zuid-Amerika vertegenwoordigden samen 25% van Umicore’s wereldwijde volumes van katalysatoren voor personenwagens. Umicore’s inkomsten en volumes (-17,7%) waren lager dan een nagenoeg vlakke Noord-Amerikaanse markt als gevolg van een ongunstige klantenmix. In Zuid-Amerika deed Umicore het qua volumes beter dan een over het algemeen stabiele markt.
In Zuidoost-Azië nam de productie van verbrandingsmotoren voor personenwagens af, vooral door scherpe dalingen in Japan en Thailand. Umicore presteerde qua volumes (+2,4%) aanzienlijk beter dan de moeilijkere marktomstandigheden in die landen, terwijl de inkomsten daalden als gevolg van een ongunstige klantenmix.
Het segment van de zware dieselvoertuigen vertegenwoordigde 15% van de inkomsten van de business unit in 2024.
De Europese markt voor zware dieselvoertuigen, die 49% van Umicore's wereldwijde volumes voor zware dieselvoertuigen vertegenwoordigde, kromp aanzienlijk (-15,2%) vanwege de vertraging in de Europese economie. De volumes en inkomsten van Umicore daalden in lijn met de markt.
De Chinese markt voor zware dieselvoertuigen was goed voor 35% van Umicore’s wereldwijde volumes voor zware dieselvoertuigen in 2024. Na een groeivertraging in de eerste jaarhelft kromp de Chinese productie van zware dieselvoertuigen in de tweede helft aanzienlijk, als gevolg van een forse stijging van de verkoop van vrachtwagens op LNG ten nadele van zware dieselvoertuigen. Bijgevolg lag de Chinese productie van zware dieselvoertuigen voor het volledige jaar 2024 aanzienlijk onder het niveau van 2023 (-7,8%). In die context waren Umicore’s volumes en inkomsten voor zware dieselvoertuigen aanzienlijk lager als gevolg van een ongunstige klantenmix en sterke concurrentie bovenop de moeilijke marktomgeving.
De inkomsten van Fuel Cell & Stationary Catalysts bleven stabiel ten opzichte van het vorige jaar. De winsten lagen iets hoger op jaarbasis, dankzij efficiëntiemaatregelen.
De inkomsten uit stationaire katalysatoren lagen hoger dan vorig jaar, dankzij sterke ordervolumes uit de eindmarkten chemie, raffinage, energie en grote motoren. De business unit diversifieerde ook haar productaanbod en verruimde haar klantenportfolio naar het marktsegment van de datacenters, wat de resultaten ondersteunde.
De ordervolumes voor protonuitwisselingsmembraan (PEM)-brandstofcelkatalysatoren daalden ten opzichte van 2023 vanwege een vertragende markt voor brandstofcelvoertuigen in Azië, vooral in de eerste jaarhelft. In de tweede jaarhelft trokken de volumes weer aan in China, waar de markt de eerste tekenen van herstel begon te vertonen, aangedreven door de opbouw van waterstofinfrastructuur en de invoering van nieuwe subsidies voor waterstofprojecten.
De bouw van de fabriek voor PEM-brandstofcellen in Changshu (China) vordert goed. De fabriek zal naar verwachting begin 2026 operationeel zijn.
De inkomsten van Precious Metals Chemistry daalden ten opzichte van 2023. De verkoop van homogene katalysatoren lag in lijn met het vorige jaar wegens de aanhoudende vertraging in de eindmarkt chemicaliën. De ordervolumes voor anorganische chemicaliën waren goed, dankzij een sterke vraag vanuit de elektronica-industrie. De resultaten van de business unit werden echter negatief beïnvloed door de lagere PGM-prijzen, hoewel dit deels werd opgevangen door de bestaande strategische metaalafdekkingen.
Na de jaarafsluiting kondigde Umicore de verkoop aan van haar Platinum Active Pharmaceutical Ingredient-activiteiten buiten Zuid-Amerika aan Heraeus Precious Metals, de edelmetaaldivisie van de Heraeus-groep. Die beslissing kadert in de strategie van Umicore en haar efficiëntie-inspanningen. De verkoop heeft geen betrekking op Umicore’s Platinum API-activiteiten en productiefaciliteit in Zuid-Amerika, noch op de niet-platina-moleculen die Umicore wereldwijd zal blijven leveren4.
Kerncijfers Catalysis | H2 | H2 | ||
---|---|---|---|---|
(in miljoen €) | 2023 | 2024 | 2023 | 2024 |
Totaal omzet | 2.667 | 2.066 | 6.243 | 4.346 |
Totaal inkomsten (metaal niet inbegrepen) | 857 | 812 | 1.804 | 1.666 |
Aangepaste EBITDA | 209 | 213 | 436 | 431 |
EBITDA | 200 | 206 | 427 | 383 |
Aangepaste EBITDA-marge | 24,4% | 26,2% | 24,2% | 25,9% |
Aangepaste EBIT | 172 | 178 | 364 | 362 |
Totale EBIT | 163 | 171 | 355 | 313 |
Aangepaste EBIT-marge | 20,1% | 21,9% | 20,2% | 21,7% |
Uitgaven voor Onderzoek- en Ontwikkeling | 66 | 56 | 128 | 105 |
Investeringsuitgaven | 43 | 52 | 76 | 78 |
Aangewend kapitaal, einde periode | 1.014 | 905 | 1.014 | 905 |
Aangewend kapitaal, gemiddelde | 1.125 | 869 | 1.263 | 896 |
Rendement op aangewend kapitaal (ROCE) | 30,6% | 40,9% | 28,8% | 40,4% |
Personeelsbestand, einde periode (volledig geconsolideerde) | 3.076 | 2.933 | 3.076 | 2.933 |
De inkomsten van de business group Recycling bedroegen € 907 miljoen in 2024, een daling van 10% ten opzichte van het vorige jaar, met name door lagere volumes in Precious Metals Refining en een minder ondersteunende prijsomgeving voor edelmetalen in Precious Metals Management. De aangepaste EBITDA bedroeg € 326 miljoen, 12% lager, voornamelijk door een lagere bijdrage op jaarbasis van de tradingactiviteit van Precious Metals Management en de impact van lagere volumes op de metaalopbrengsten in Precious Metals Refining. Dit werd slechts deels gecompenseerd met de positieve impact van efficiëntiemaatregelen in Precious Metals Refining en Jewelry & Industrial Metals.
De inkomsten uit Precious Metals Refining lagen iets onder het niveau van het vorige jaar. De aangepaste EBITDA lag iets hoger dan in 2023, dankzij inspanningen voor operationele uitmuntendheid en lagere energiekosten.
De toeleveringsmix bleef grotendeels ongewijzigd met een robuuste aanvoer van complexe industriële bijproducten. In het segment van recycleerbare materialen bleef de beschikbaarheid van gebruikte autokatalysatoren onder druk staan vanwege zowel lage PGM-prijzen —waardoor inzamelaars de materialen achterhielden— als de langere gemiddelde levensduur van auto's met verbrandingsmotoren. De beschikbaarheid van recycleerbare industriële katalysatoren bleef matig door een langer operationeel gebruik in een context van een economische terugval. Gezien de onderhoudssluiting in de eerste helft van 2024 lagen de totale verwerkte volumes onder het niveau van het vorige jaar.
De prijzen van edelmetalen lieten sterk uiteenlopende trends noteren in 2024. Terwijl de prijzen voor goud en zilver sterk stegen tegenover 2023, daalden de prijzen van PGM— vooral rodium en palladium — verder tot ver beneden het niveau van vorig jaar. Door de eerder afgesloten strategische afdekkingen was Umicore enerzijds minder blootgesteld aan de stijging van de goud- en zilverprijzen, terwijl de afdekkingen anderzijds tot op zekere hoogte de impact van lagere spotprijzen voor PGM op de inkomsten en winsten konden opvangen. De evolutie van de metaalbijdrage in 2024 weerspiegelde echter de impact van de lagere verwerkte volumes ten opzichte van 2023.
Precious Metals Refining investeert jaarlijks ongeveer € 25 miljoen in het verbeteren van de milieuprestaties van de fabriek in Hoboken. In 2024 richtten die verbeteringen zich vooral op het verder verminderen van opwaaiend stof dat metalen deeltjes bevat en het behandelen van de omgevingslucht van fabriekshallen. De recentste metingen van lood-in-bloed-waardes hielden de dalende lijn aan. Het project voor de groene zone ligt op schema voor oplevering in de eerste jaarhelft van 2025. Dit project ging in 2021 van start en zal bijdragen aan het verder beperken van de mogelijke milieu-impact van de fabriek.
De inkomsten van Jewelry & Industrial Metals – zonder de afgestoten Electrical Materials activiteiten in oktober 2023 en op vergelijkbare basis – waren in lijn met vorig jaar. De bijdrage van de raffinageactiviteiten bleef over het algemeen stabiel. In de productactiviteiten werd een lagere vraag naar beleggingsproducten gecompenseerd door solide ordervolumes van juwelenproducten en platinamaterialen. De winst was lichtjes hoger, dankzij efficientiemaatregelen.
De winstbijdrage van Precious Metals Management daalde aanzienlijk tegenover het vorige jaar. Dit was voornamelijk het gevolg van een minder gunstige PGM-prijsomgeving voor de tradingactiviteiten, in het bijzonder voor rodium. De vraag van de investeringsindustrie naar goudstaven was zwak in een context van een piekende goudprijs, terwijl de industriële vraag naar goud en zilver stabiel bleef op jaarbasis.
Zoals aangekondigd tijdens de halfjaarresultaten van 2024 en gezien de huidige terugval van de groei van elektrische voertuigen werd de investering van Battery Recycling Solutions in een grootschalige Europese batterijrecyclagefabriek uitgesteld. De productiestart van een fabriek is ten vroegste voorzien in 2032. Umicore zal een update hierover geven tijdens haar Capital Markets Day.
Kerncijfers Recycling | H2 | H2 | ||
---|---|---|---|---|
(in miljoen €) | 2023 | 2024 | 2023 | 2024 |
Totaal omzet | 4.664 | 4.760 | 10.066 | 9.267 |
Totaal inkomsten (metaal niet inbegrepen) | 476 | 439 | 1.013 | 907 |
Aangepaste EBITDA | 167 | 155 | 372 | 326 |
EBITDA | 158 | 153 | 358 | 323 |
Aangepaste EBITDA-marge | 35,1% | 35,3% | 36,7% | 35,9% |
Aangepaste EBIT | 129 | 115 | 295 | 248 |
Totale EBIT | 119 | 114 | 282 | 245 |
Aangepaste EBIT-marge | 27,0% | 26,3% | 29,2% | 27,3% |
Uitgaven voor Onderzoek- en Ontwikkeling | 14 | 14 | 27 | 31 |
Investeringsuitgaven | 48 | 44 | 82 | 87 |
Aangewend kapitaal, einde periode | 456 | 185 | 456 | 185 |
Aangewend kapitaal, gemiddelde | 462 | 249 | 435 | 317 |
Rendement op aangewend kapitaal (ROCE) | 55,6% | 92,5% | 67,9% | 78,3% |
Personeelsbestand, einde periode (volledig geconsolideerde) | 2.861 | 2.713 | 2.861 | 2.713 |
De inkomsten voor Speciality Materials bedroegen € 536 miljoen in 2024, een daling met 4% tegenover het vorige jaar. De aangepaste EBITDA in de business group bedroeg € 97 miljoen (-12%) en de aangepaste EBIT bedroeg € 66 miljoen (-17%), voornamelijk door lagere marges in Cobalt & Specialty Materials in een competitieve marktomgeving.
De inkomsten voor Cobalt & Specialty Materials lagen iets onder het niveau van vorig jaar. De kobalt nikkelraffinage- en distributieactiviteiten bleven de impact voelen van de lage metaalprijzen, van klanten die hun voorraad afbouwden en concurrentiedruk. De inkomsten uit gereedschapsmaterialen daalden als gevolg van moeilijkere omstandigheden in de eindmarkten van de automobiel- en bouwsector. Dit werd grotendeels gecompenseerd door hogere inkomsten uit carboxylaten, waar de vraag naar metaalcarboxylaten en organische verbindingen sterk was.
De inkomsten voor Electro-Optic Materials lagen licht hoger tegenover het vorige jaar. De inkomsten uit germaniumoplossingen namen licht toe dankzij hoge bestelvolumes voor substraten van de eindmarkten luchtvaart en elektronica en een solide vraag naar de business unit’s ‘closed loop’ raffinage en recyclage van germanium. Inkomsten uit infraroodtoepassingen, die geïmpacteerd werden door een productieachterstand, bleven stabiel. De winsten kwamen echter iets lager uit dan het vorige jaar door de lagere productiviteit en productieopbrengsten in infraroodoplossingen.
De inkomsten voor Metal Deposition Solutions bleven over het algemeen in lijn met het niveau van het vorige jaar. De business unit kende een sterke vraag naar haar elektronica- en halfgeleidertoepassingen. Dit werd gecompenseerd door lagere inkomsten uit decoratieve en industriële toepassingen
Kerncijfers Specialty Materials | H2 | H2 | ||
---|---|---|---|---|
(in miljoen €) | 2023 | 2024 | 2023 | 2024 |
Totaal omzet | 722 | 702 | 1.565 | 1.423 |
Inkomsten (metaal niet inbegrepen) | 274 | 264 | 557 | 536 |
Aangepaste EBITDA | 54 | 53 | 110 | 97 |
EBITDA | 57 | 51 | 114 | 86 |
Aangepaste EBITDA-marge | 19,5% | 20,2% | 19,8% | 18,1% |
Aangepaste EBIT | 38 | 37 | 79 | 66 |
Totale EBIT | 42 | 34 | 83 | 55 |
Aangepaste EBIT-marge | 13,9% | 14,0% | 14,2% | 12,2% |
Uitgaven voor Onderzoek- en Ontwikkeling | 6 | 5 | 12 | 12 |
Investeringsuitgaven | 21 | 17 | 32 | 26 |
Aangewend kapitaal, einde periode | 722 | 678 | 722 | 678 |
Aangewend kapitaal, gemiddelde | 746 | 708 | 763 | 719 |
Rendement op aangewend kapitaal (ROCE) | 10,2% | 10,4% | 10,4% | 9,1% |
Personeelsbestand, einde periode (volledig geconsolideerde) | 1.638 | 1.611 | 1.638 | 1.611 |
De kosten van de corporate afdelingen daalden in 2024 vergeleken met 2023, voornamelijk als gevolg van de impact van efficiëntiemaatregelen en discipline, evenals selectievere uitgaven voor O&O.
De bijdrage van Element Six Abrasives aan Umicore’s aangepaste EBITDA daalde ten opzichte van het vorige jaar door lagere inkomsten uit alle activiteiten en een ongunstig wisselkoerseffect. Verkopen van abrasiva en precisiewerktuigen daalden aanzienlijk als gevolg van moeilijke omstandigheden op de Chinese eindmarkt. De inkomsten uit olie- en gasbooractiviteiten waren lager in een context van een gematigde activiteit van de olieplatformen in de VS, terwijl de vraag naar materialen op basis van carbide de weerslag ondervond van een gematigde vraag van de wegenbouw eindmarkt.
In 2024 bedroegen de O&O-uitgaven in volledig geconsolideerde ondernemingen € 258 miljoen, een daling met 8% tegenover € 281 miljoen in 2023. Dit is voornamelijk te wijten aan lagere uitgaven in Automotive Catalysts, waar de O&O-activiteiten versneld werden gestroomlijnd in het kader van de minder strenge Euro 7-emissienormen.
De aangepaste netto financiële kosten bedroegen € 108 miljoen, tegenover € 110 miljoen in dezelfde periode vorig jaar, als gevolg van hogere financiële opbrengsten uit contanten en deposito’s die licht hogere schuldkosten compenseerden. De wisselkoersresultaten bleven nagenoeg op het niveau van het vorige jaar.
De aangepaste belastingen voor de verslagperiode bedroegen € 109 miljoen, een daling tegenover € 121 miljoen in dezelfde periode vorig jaar, voornamelijk door een lagere belastbare winst op jaarbasis. Het hoger aangepast effectief belastingtarief (ETR of 'effective tax rate') van 29,4% (tegenover 21,6% in 2023) is voornamelijk het gevolg van lagere aangepaste belastbare winst en hogere voorzieningen voor onzekere belastingposities. Het totale bedrag uitbetaald in belastingen bedroeg € 114 miljoen in 2024, tegenover € 209 miljoen het vorige jaar, als gevolg van de definitief betaalde belastingbedragen voor voorgaande jaren en lagere voorafbetalingen voor het lopende jaar. De gerapporteerde ETR van -7,8% is toe te schrijven aan eenmalige lasten die invloed hebben op het boekresultaat vóór belastingen, het afboeken van uitgestelde belastingvorderingen en aanpassingen aan voorzieningen voor onzekere belastingposities.
De kasstroom uit bedrijfsactiviteiten inclusief veranderingen in nettowerkkapitaal bedroeg € 967 miljoen, tegenover € 1.217 miljoen het vorige jaar. Na aftrek van € 582 miljoen aan investeringsuitgaven en gekapitaliseerde ontwikkelingskosten bedroeg de vrije kasstroom uit bedrijfsactiviteiten € 384 miljoen, tegenover € 332 miljoen in vorig jaar.
De aangepaste EBITDA voor 2024 bedroeg € 763 miljoen, 22% lager dan de € 972 miljoen die in 2023 werd geboekt. Dit komt overeen met een aangepaste EBITDA-marge van 22% voor de Groep.
Voor Battery Materials lag de EBITDA dicht bij break-even en was daarmee beduidend lager dan vorig jaar, voornamelijk vanwege het ontbreken van het eenmalige lithiumeffect in de vergelijking op jaarbasis. In Catalysis lag de EBITDA op het niveau van vorig jaar, ondersteund door een strikte kostenbeheersing en efficiëntiemaatregelen. Bovendien compenseerden PGM-afdekkingen deels de impact van de dalende PGM-spotprijzen op de winst. In Recycling lag de EBITDA duidelijk onder het niveau van 2023 door een minder ondersteunende prijsomgeving in Precious Metals Management en door lagere volumes in Precious Metals Refining. In Speciality Materials weerspiegelde de EBITDA de negatieve impact van concurrentiedruk en een lagere kobaltprijs op Cobalt & Specialty Materials.
Het nettowerkkapitaal van de Groep daalde met € 392 miljoen tegenover eind 2023. De nettowerkkapitaalbehoeften verbeterden bij alle business groups. Bij Catalysis en Recycling was een verdere afname het gevolg van lagere PGM-prijzen en verdere optimalisatiemaatregelen.
De investeringsuitgaven bedroegen € 555 miljoen in 2024, een aanzienlijke daling tegenover € 857 miljoen in 2023. Die daling is volledig toe te schrijven aan lagere uitgaven in Battery Materials waar investeringen werden beperkt tot een strikt minimum om bestaande klantencontracten te bedienen. De gekapitaliseerde ontwikkelingskosten bedroegen € 28 miljoen.
De dividenduitkeringen voor de periode bedroegen € 194 miljoen.
Umicore droeg € 175 miljoen aan eigen vermogen bij aan IONWAY, haar joint venture met PowerCo. In januari 2025 droeg Umicore € 250 miljoen aan eigen vermogen bij aan IONWAY, van een momenteel totale geplande bijdrage van € 400 miljoen voor 2025.
De liquiditeit van Umicore, met een kaspositie van € 2 miljard, is hoog en voldoende om de terugbetaling van de converteerbare obligatie van € 500 miljoen in juni 2025 te dekken.
De netto financiële schulden stegen tot € 1.425 miljoen eind december ten opzichte van € 1.266 miljoen eind 2023. De vermindering van het werkkapitaal en kapitaaluitgaven kon de lagere EBITDA en hogere bijdrage aan het eigen vermogen van IONWAY niet volledig compenseren.
Begin 2024 ondertekende Umicore een leningsovereenkomst met een looptijd van 8 jaar met de Europese Investeringsbank (EIB) voor € 350 miljoen om de O&O-activiteiten van de Groep te financieren. Een eerste tranche van € 250 miljoen werd opgenomen in februari 2024 en een tweede tranche zal naar verwachting in 2025 worden opgevraagd. Naast die lening van de EIB rondde Umicore in april 2024 de uitgifte af van vastrentende, aan duurzaamheid gekoppelde US Private Placement Notes voor een totale waarde van € 499 miljoen. De transactie bestaat uit verschillende tranches met looptijden van 7 tot 12 jaar en met een gewogen gemiddelde looptijd van meer dan negen jaar. De fondsen van die uitgifte werden opgenomen in juli 2024. De hefboomratio bedroeg 1,87x aangepaste EBITDA over de laatste 12 maanden (tegenover 1,30x eind 2023). Het eigen vermogen van de Groep bedroeg € 1.922 miljoen, wat overeenkwam met een netto hefboomratio (nettoschuld / nettoschuld + eigen vermogen) van 42,6%.
Aanpassingen hadden een negatief effect van -€ 1,79 miljard op de EBIT, waarvan -€ 1,60 miljard voornamelijk gerelateerd was aan de bijzondere waardevermindering voor materiële vaste activa en permanente voorraden in de business group Battery Materials. Andere belangrijke aanpassingen in Catalysis en de corporate afdelingen waren gekoppeld aan aangekondigde herstructureringsprogramma's, in respectievelijk de afdelingen O&O en verschillende Corporate en ondersteunende functies. Bovendien werden extra milieuvoorzieningen in verband met historische saneringsinitiatieven vastgelegd.
Het belastingeffect van de aanpassingen is in de meeste gevallen beperkt. Uitgestelde belastingvorderingen werden enkel beschouwd als aanpassingen voor zover de beschikbaarheid van belastingvermindering waarschijnlijk is en er belastbare winst wordt verwacht waarmee het verrekenbare tijdelijke verschil in de toekomst kan worden verrekend. Voorheen opgenomen activa met betrekking tot uitgestelde belastingen werden niet langer in de balans opgenomen wanneer de Groep verwacht dat de realiseerbaarheid van die vorderingen ten opzichte van toekomstige winst niet waarschijnlijk is.
Umicore houdt vast aan haar beleid van strategische metaalafdekkingen om de volatiliteit te verminderen, een beter zicht te krijgen op toekomstige kasstromen en om de toekomstige winst te beschermen tegen blootstelling aan bepaalde edelmetaalprijzen. In de loop van 2024 sloot de Groep bijkomende termijncontracten af die een aanzienlijk langere periode en een aanzienlijk groter deel van haar structurele prijsblootstelling dekken dan in het verleden het geval was.
Umicore heeft termijncontracten afgesloten om al tot 2028 een substantieel deel van haar verwachte structurele prijsblootstelling aan bepaalde edele metalen te dekken en startte de eerste indekkingen voor 2029. Voor 2025 zijn de lock-in ratio's: driekwart voor palladium en rhodium, en ongeveer twee derde voor goud, zilver en platina. Voor 2026 is iets meer dan driekwart van de blootstelling vastgelegd voor palladium en rhodium, en ruim de helft voor goud, zilver en platina. Voor 2027 is bijna twee derde voor palladium, rhodium en goud, en meer dan de helft voor zilver en platina vastgelegd. Voor 2028 is de helft voor goud, zilver, palladium, platina en rhodium vastgelegd. Voor 2029 is ongeveer 20% voor zilver en goud vastgelegd.
Naast strategische metaalafdekkingen beheert de Groep een deel van haar toekomstige energieprijsrisico's door het aangaan van energieafdekkingen. Momenteel heeft Umicore afdekkingen voor haar verwachte Europese elektriciteitsverbruik voor meer dan 75% voor de jaren 2025 tot 2028 en meer dan 50% voor 2029, en voor haar aardgasverbruik, met niveaus van meer dan 75% voor 2025 tot 2027, bijna de helft voor 2028 en ongeveer een kwart voor 2029.
In lijn met haar valuta-afdekkingsbeleid, en vergelijkbaar met de aanpak van de metaalafdekkingen, kan Umicore haar structurele blootstelling aan valuta's proactief beperken door afdekkingstransacties aan te gaan. Om de zichtbaarheid van de kasstromen voor 2025 en 2026 te vergroten, heeft Umicore een deel van haar blootstelling aan verschillende valutaparen afgedekt, waaronder EUR/USD, USD/KRW, USD/CAD en EUR/PLN.
Het wereldwijde economische landschap blijft verstoord door aanhoudende geopolitieke spanningen, wat leidt tot beperkte zichtbaarheid op de vraag van eindmarkten. Umicore navigeert die volatiele context door zich te blijven richten op veerkracht, aanpassingsvermogen en efficiëntie binnen de Groep. In die context wordt verwacht dat de aangepaste EBITDA van de Groep tussen € 720 miljoen en € 780 miljoen zal liggen.
Die verwachtingen zijn gebaseerd op de huidige marktomstandigheden en het geopolitieke landschap op de 14 februari 2025. De verstrekte vooruitzichten voor 2025 omvatten geen aannames over de potentiële impact van de introductie van tarieven.
Door de huidige beperkte zichtbaarheid op marktonwikkelingen en de vertraagde opvoering van volumes in klantencontracten, wordt verwacht dat de aangepaste EBITDA van de Battery Materials business group ongeveer gelijk zal zijn ten opzichte van het vorige jaar, zoals geanticipeerd.
Naar verwacht zal Catalysis blijven profiteren van de sterke marktpositie van Automotive Catalysts en haar voortdurende inspanningen om de bedrijfswaarde te maximaliseren. Als gevolgt wordt verwacht dat de aangepaste EBITDA van Catalysis rond het uitstekende niveau van het vorige jaar zal liggen.
Ervan uitgaande dat de huidige metaalprijzen standhouden en de bestaande metaalafdekkingen in aanmerking genomen, wordt verwacht dat de aangepaste EBITDA voor de Recycling business group in 2025 lager zal zijn dan in 2024. De daling van de winst zal voornamelijk toe te schrijven zijn aan de verwachting dat gunstige afdekkingen van edelmetaalprijzen in Precious Metals Refining geleidelijk zullen aflopen wat gedeeltelijk zal worden opgevangen door efficiëntiemaatregelen en een robuuste onderliggende operationele prestatie.
In Specialty Materials zal de aangepaste EBITDA profiteren van efficiëntiemaatregelen en sterke prestaties in specifieke eindmarkten. Dit zal naar verwachting leiden tot een lichte stijging van de aangepaste EBITDA in 2025 ten opzichte van 2024.
Verwacht wordt dat de kosten van de corporate afdelingen in 2025 lager zullen zijn in vergelijking met 2024.
In lijn met het strikt beperken van kapitaaluitgaven in de Battery Materials-activiteiten, zullen de kapitaaluitgaven op groepsniveau in 2025 naar verwachting 20% lager liggen dan in 2024. Dit sluit de bijdragen aan het eigen vermogen van de IONWAY joint venture met PowerCo uit.
Voortbouwend op het sterke waardebeheer in 2024 omvatten de vooruitzichten voor 2025 een extra EBITDA-impact van € 100 miljoen op jaarbasis door efficiëntieverbeteringen, bovenop de oorspronkelijke doelstelling van meer dan € 100 miljoen. Dit draagt aanzienlijk bij aan het compenseren van de impact van metaalprijsafdekkingen die geleidelijk aan aflopen.
De raad van toezicht zal een jaarlijks bruto dividend van € 0,50 per aandeel voor 2024 voorleggen aan de algemene aandeelhoudersvergadering op 24 april 2025. Dit is een verlaging ten opzicht van de € 0,80 die in 2023 werd uitbetaald. Gezien de uitbetaling van het interim dividend van € 0,25 in augustus 2024, zal een bruto bedrag van € 0,25 per aandeel worden betaald op 30 april 2025, onder voorbehoud van de goedkeuring van de aandeelhouders. Gebaseerd op de slotkoers van € 9,96 van het aandeel op 31 december 2024 levert dit een dividendrendement op van ongeveer 5%.
In huidige context heeft de raad van toezicht de intentie om een jaarlijks brutodividend in te stellen van € 0,50 als nieuwe basis voor toekomstige dividendbetalingen waarop haar beleid van “stabiel tot stijgend” dividend van toepassing zal zijn. De praktijk om een interim dividend uit te keren wordt stopgezet.
Umicore (hierna ook de 'Vennootschap’ genoemd) is onderworpen aan de Belgische Corporate Governance Code 2020 (de 'CG Code 2020') en past die toe. De Nederlands-, Frans- en Engelstalige versies van de CG Code 2020 kunnen worden geraadpleegd op de website van de Commissie Corporate Governance.
De belangrijkste aspecten van corporate governance bij Umicore, waaronder haar governancestructuur, de regels voor de aandeelhoudersvergaderingen, het intern reglement van de raad van toezicht en zijn comités en dat van het Executive Leadership Team (het ‘ELT’) staan beschreven in Umicore’s corporate governance charter (het 'CG-charter’), dat het laatst werd gewijzigd op 13 februari 2025. Het CG-charter is beschikbaar in het Engels, Nederlands en Frans op de website van Umicore. Het kan ook op verzoek worden verkregen bij de Group Communications-afdeling van Umicore.
Zoals vereist door het Belgische Wetboek van vennootschappen en verenigingen ('WVV') en de CG Code 2020 omvat Umicore’s geïntegreerd jaarverslag ook een verklaring inzake corporate governance (de ‘CG-verklaring’), met feitelijke informatie over Umicore’s praktijken inzake corporate governance en relevante wijzigingen daaraan, en over relevante gebeurtenissen tijdens het verslagjaar. De CG-verklaring biedt informatie over governanceonderwerpen hoofdzakelijk met betrekking tot het boekjaar 2024.
Umicore’s vennootschapsstructuur is gebaseerd op een duaal bestuur, zoals gedefinieerd in artikel 7:104 e.v.. van het Belgisch Wetboek van vennootschappen en verenigingen (het 'WVV’).
Het Executive Leadership Team (ELT), opgericht en geldend als een directieraad zoals gedefinieerd in artikel 7:107 van het WVV, is bevoegd voor alle materies die niet door het WVV of de statuten van de Vennootschap (de 'Statuten’) zijn voorbehouden aan de raad van toezicht of de algemene vergadering.
De raad van toezicht, gedefinieerd als dusdanig in het WVV, is bevoegd voor het algemeen beleid en de strategie van Umicore, evenals voor alle materies die door het WVV uitdrukkelijk zijn voorbehouden aan de raad van bestuur in een monistische bestuursstructuur. De raad van toezicht benoemt en ontslaat de CEO en de andere leden van het ELT en oefent ook toezicht uit op het ELT. De raad van toezicht heeft als taak om de strategische plannen en budgetten goed te keuren die door het ELT worden voorgelegd, de risicobereidheid van Umicore te bepalen met het oog op de verwezenlijking van haar strategische doelstellingen en erop toe te zien dat Umicore de beginselen rond goed bestuur en ESG naleeft.
De raad van toezicht wordt bijgestaan door een auditcomité, een benoemings- en remuneratiecomité, een duurzaamheidscomité en een investeringscomité.
Het auditcomité ziet toe op het proces van de financiële en niet-financiële verslaggeving van de Groep, waaronder het toezicht op de integriteit van de jaarrekening, de kwalificaties en onafhankelijkheid van de commissaris, de resultaten van zowel de interne-auditafdeling als de commissaris, en het jaarlijks onderzoek van de systemen voor interne controle en risicobeheer. Dat zorgt ervoor dat de belangrijkste risico's, zoals compliance-, ESG- (milieu, sociaal en governance) en fraudegerelateerde risico's worden geïdentificeerd en adequaat beheerd.
Het investeringscomité houdt toezicht op investeringsuitgaven of -voorstellen van meer dan € 200 miljoen en op commerciële contracten die tot een dergelijke investering zouden leiden.
Het benoemings- en remuneratiecomité houdt toezicht op de huidige en toekomstige leden van de raad van toezicht, de huidige en toekomstige leden van het ELT, de remuneratie en incentives.
Het duurzaamheidscomité ziet toe op de agenda, de strategie, het beleid en de resultaten van de Groep inzake duurzaamheid voor de ESG-verbintenissen en het vermogen om gedeelde waarde te creëren.
Een uitgebreid overzicht van de verantwoordelijkheden van de raad van toezicht vindt u in bijlage 3 bij het CG-charter.
Het dagelijks bestuur van Umicore is toevertrouwd aan de CEO, die ook voorzitter is van het ELT. Het ELT, onder de leiding van de CEO, is verantwoordelijk voor het management van de Vennootschap en de Groep, met inbegrip van het voorstellen van de algemene strategie van Umicore aan de raad van toezicht, evenals het operationele management. Het ELT keurt ook de strategieën van de individuele business units goed en ziet toe op de uitvoering ervan. Het ELT staat ook in voor het screenen van de verschillende risico’s en kansen waarmee Umicore op korte, middellange en lange termijn kan worden geconfronteerd (zie Risicobeheer) en zorgt voor de aanwezigheid van systemen om die te beheren. Het ELT is collegiaal verantwoordelijk voor het bepalen en toepassen van Umicore’s strategie rond duurzame ontwikkeling.
Umicore is georganiseerd in business groups, die op hun beurt bestaan uit business units met gemeenschappelijke kenmerken inzake producten, technologieën en afzetmarkten. Als ondersteunende structuur op het niveau van de Groep beschikt Umicore over regionale managementplatformen in China, Noord-Amerika, Japan en Zuid-Amerika. De hoofdzetel van Umicore is gevestigd in Brussel (België). Die zetel omvat een aantal groeps- en ondersteunende afdelingen inzake juridische zaken, financiën, personeelszaken, fiscale aangelegenheden, interne audit, ESG, externe relaties en relaties met de beleggers.
Op 31 december 2024 bedroeg het geplaatst kapitaal van de Vennootschap € 550.000.000, vertegenwoordigd door 246.400.000 Umicore-aandelen zonder nominale waarde.
De volgende aandeelhouders hebben een belang van 3% of meer aangegeven (de hieronder weergegeven deelnemingen zijn deze aangegeven in de verklaringen van de respectieve aandeelhouders):
Naam van aandeelhouder | Aantal aandelen aangehouden op 31 december 2024 | Vertegenwoordigd % van het kapitaal |
---|---|---|
Gérald Frère, Ségolène Gallienne, Stichting Administratiekantoor Frère-Bourgeois, The Desmarais Family Residuary Trust, Groep Brussel Lambert NV, Arthur Capital S.à r.l. | 40.623.159 | 16,49% |
Baillie Gifford & Co en Baillie Gifford Overseas Ltd. | 24.420.971 | 9,91% |
Norges Bank | 13.054.028 | 5,30% |
Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij / Société Fédérale de Participations et d'Investissement (SFPIM) | 12.320.000 | 5,00% |
BlackRock Inc. | 8.251.052 | 3,35% |
Eveneens op 31 december 2024 bezat Umicore 5.918.866 eigen aandelen, hetzij 2,40% van het kapitaal.
Tijdens het boekjaar werden geen eigen aandelen gebruikt in het kader van de uitoefening van aandelenopties voor het personeel. 25.669 aandelen werden gebruikt voor toekenningen van aandelen, waarvan 10.167 aan leden van de raad van toezicht en 15.502 aan leden van het ELT. 54.548 eigen aandelen werden gebruikt voor de variabele vergoeding toegekend in de vorm van aandelen aan de CEO, bepaalde leden van het ELT, twee voormalige CEO’s en één voormalig lid van het ELT.
In 2024 heeft Umicore een brutodividend van € 0,80 per aandeel uitgekeerd voor het boekjaar 2023. Dat was hetzelfde bedrag als dat uitgekeerd in 2023 voor het boekjaar 2022.
In juli 2024 heeft de raad van toezicht goedkeuring gegeven voor de uitkering van een bruto interim dividend van € 0,25 per aandeel, dat op 21 augustus 2024 werd uitgekeerd.
De jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders (‘AVA 2024’) vond plaats op 25 april 2024. Op dezelfde dag werd ook een bijzondere algemene vergadering gehouden. De vergaderingen vonden fysiek plaats, maar konden ook worden gevolgd via een (live of uitgestelde) webcast.
Op de AVA 2024 werden de besluiten goedgekeurd betreffende de jaarrekening, de bestemming van het resultaat en de kwijting voor de leden van de raad van toezicht en de commissaris voor hun respectieve mandaten in 2023. Tijdens dezelfde vergadering hebben de aandeelhouders Frédéric Oudéa en Philip Eykerman respectievelijk benoemd tot nieuw lid (met onmiddellijke ingang) en tot nieuw onafhankelijk lid (per 1 november 2024) van de raad van toezicht voor een periode die afloopt aan het einde van de jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders van 2027. Verder werd de mandaten van Thomas Leysen (als lid van de raad van toezicht) en Koenraad Debackere, Mark Garrett en Birgit Behrendt (als onafhankelijke leden van de raad van toezicht) verlengd voor een termijn van drie jaar (met uitzondering van het mandaat van Mark Garrett, dat met één jaar werd verlengd). De AVA 2024 keurde ook het remuneratieverslag en de remuneratie van de raad van toezicht voor 2024 goed. Meer informatie over de vergoedingen die in 2024 werden betaald aan de leden van de raad van toezicht vindt u in het remuneratieverslag (zie Remuneratieverslag). Tot slot heeft de AVA 2024 het commissarismandaat van EY Bedrijfsrevisoren BV verlengd voor een termijn van drie jaar. De commissaris werd ook belast met de opdracht betreffende de assurance van de duurzaamheidsinformatie voor het boekjaar 2024.
Tijdens de bijzondere algemene vergadering van aandeelhouders werden drie zeggenschapswijzigingsclausules goedgekeurd overeenkomstig artikel 7:151 WVV.
Belgische nationaliteit, 64
Datum van benoeming in de raad van toezicht
10 mei 2000 (benoeming tot voorzitter: 19 november 2008)
Opleiding
Rechten – KU Leuven, België
Ervaring
Thomas Leysen werd voorzitter van Umicore in november 2008. Daarvoor was hij Chief Executive Officer van Umicore van 2000 tot 2008. Tijdens zijn mandaat transformeerde hij het voormalige Union Minière, een non-ferrobedrijf, tot de internationale materiaaltechnologiegroep Umicore. Hij vervoegde de Groep in 1993 als lid van het directiecomité en leidde achtereenvolgens verschillende industriële afdelingen.
Externe benoemingen
Voorzitter van Mediahuis, een Europese mediagroep, België – Voorzitter van dsm-firmenich, Zwitserland.
Einde mandaat
Jaarlijkse algemene vergadering van 2027
Voorzitter sinds
19 november 2008
Voorzitter van het benoemings- en remuneratiecomité sinds
19 november 2008
Voorzitter van het investeringscomité sinds
15 februari 2023
Belgische nationaliteit, 63
Datum van benoeming in de raad van toezicht
26 april 2018
Opleiding
Ingenieurswetenschappen – Universiteit Gent, België
Management – Universiteit Gent, België Management
MIT Sloan School of Management, VS
Ervaring
Prof. Dr. Ir. Koenraad Debackere werkt sinds 1995 voor KU Leuven, waar hij Technology & Innovation Management and Policy doceert. Hij won tal van prijzen voor zijn onderzoek en kreeg in 2010 een Francqui-Leerstoel in economie en bedrijfskunde. Van 2005 tot 2020 was hij algemeen beheerder van KU Leuven en zetelde hij er in de raad van bestuur. Sinds 2022 is hij voorzitter van de Associatie KU Leuven.
Externe benoemingen
Voorzitter en onafhankelijk bestuurder, voorzitter van benoemingscomité, voorzitter van remuneratiecomité, KBC Groep NV, België – Lid van de hogeschoolraad van de Rheinisch-Westfälische Technische Hochschule Aachen, Duitsland
Einde mandaat
Jaarlijkse algemene vergadering van 2027
Lid van het benoemings- en remuneratiecomité sinds
9 december 2020
Lid van het auditcomité sinds
26 april 2018
Duitse nationaliteit, 65
Datum van benoeming in de raad van toezicht
29 april 2021
Opleiding
Business Administration – Verwaltungs– und Wirtschaftsakademie, Duitsland
Ervaring
Birgit Behrendt bekleedde tijdens haar loopbaan wereldwijd verschillende leidinggevende posities bij Ford Motor Company en werd er in 2013 benoemd tot Company Officer en Vice President Global Purchasing. Van 2018 tot 2019 was ze Vice President Joint Ventures, Alliances & Commercial Affairs. Momenteel is ze Senior Advisor en Venture Partner bij AP Ventures LLP, Londen, een vooraanstaand onafhankelijk durfkapitaalfonds voor de waterstofwaardeketen.
Externe benoemingen
Lid van de raad van toezicht van Thyssenkrupp AG, KION Group AG en Rolls-Royce Holdings plc – Bestuurder van Infinium Holdings, Inc, VS en Stulz Verwaltungs GmbH & Co. KG, Duitsland – Lid van de adviesraad
Einde mandaat
Jaarlijkse algemene vergadering van 2027
Voorzitter van het duurzaamheidscomité sinds
15 februari 2023
Lid van het investeringscomité sinds
15 februari 2023
Belgische nationaliteit, 62
Datum van benoeming in de raad van toezicht
26 april 2016
Opleiding
Master in toegepaste taalkunde Nederlands, Engels, Spaans – Universiteit Gent, België
Ervaring
Françoise Chombar is medeoprichtster en voorzitster van de raad van bestuur van Melexis, waar ze CEO was van 2003 tot 2021. Daarvoor werkte ze als planningsverantwoordelijke bij Elmos GmbH en als Operations Manager en bestuurder bij verschillende bedrijven van de Elex-groep. Mevr. Chombar was gedurende 17 jaar mentor van Sophia, het Belgisch Netwerk voor Genderstudies. Ze zet zich in voor STEM en genderevenwicht, waarvoor ze in 2019 het Ereteken van de Vlaamse Gemeenschap ontving. In 2012 kreeg ze de titel van Ere-ambassadrice voor Toegepaste Taalkunde aan de Universiteit Gent. In 2018 kreeg ze de titel van Science Fellow van de VUB, Brussel en in 2021 de eerste Erepenning uitgereikt door de Groep Wetenschap & Technologie van KU Leuven.
Externe benoemingen
Voorzitster van de raad van bestuur, Melexis NV, België – Managing Director van Sensinnovat BV (België) en niet-uitvoerend bestuurder van verschillende van haar niet-beursgenoteerde portfoliobedrijven – Voorzitster, Vlaams STEM-platform, België – Onafhankelijk bestuurder, Soitec SA, Frankrijk – Onafhankelijk bestuurder, Mediafin, België – Onafhankelijk bestuurder, Antwerp Management School, België – Onafhankelijk bestuurder, SMART Photonics, Nederland
Einde mandaat
Jaarlijkse algemene vergadering van 2025
Lid van het benoemings- en remuneratiecomité sinds
26 april 2018
Lid van het duurzaamheidscomité sinds
15 februari 2023
Belgische nationaliteit, 56
Datum van benoeming in de raad van toezicht
25 april 2024 (met ingang vanaf 1 november 2024)
Opleiding
Master Chemische Ingenieurstechnieken – KU Leuven, België
Master Refinery Engineering – Institut Français du Pétrole, Frankrijk
Ervaring
Philip Eykerman is voorzitter van de afdeling Health, Nutrition & Care en lid van het directiecomité bij dsm-firmenich. Hij is ook verantwoordelijk voor de strategie, overnames en transformatie van de groep. Hij trad in 2011 in dienst bij DSM als Executive Vice President Corporate Strategy & Acquisitions. Later kreeg dhr. Eykerman meer verantwoordelijkheden, onder meer voor DSM’s activiteiten inzake voedingsspecialiteiten en farmaceutica. Voordat hij bij DSM werkte, was hij partner bij McKinsey & Company en hoofd van de Chemicals-divisie van McKinsey in de Benelux en Frankrijk.
Externe benoemingen
Lid van de raad van bestuur (vertegenwoordiger van dsm-firmenich) van AnQore en van DSM Andre Pectin
Einde mandaat
Jaarlijkse algemene vergadering van 2027
Australisch-Zwitserse nationaliteit, 62
Datum van benoeming in de raad van toezicht
28 april 2015
Opleiding
Economics – University of Melbourne, Australië
Applied Information Systems – Royal Melbourne Institute of Technology, Australie
Ervaring
Mark Garrett heeft een uitgebreide loopbaan opgebouwd in de olie-, gas-, petrochemische en chemische en materialensectoren. Hij was van 2020 tot mei 2023 voorzitter van OMV AG in Oostenrijk en daarvoor vier jaar lang voorzitter van Axalta Coatings Systems in de VS. Van 2018 tot 2022 was hij CEO van Marquard & Bahls AG en van 2007 tot 2018 was hij CEO van Borealis AG. Daarvoor werkte hij bij Ciba-Geigy en Dupont. Op dit moment concentreert hij zich op zijn eigen familiebedrijf en zijn werk in het private-equitydomein.
Externe benoemingen
Onafhankelijk bestuurder, Orica Limited, Australië
Einde mandaat
Jaarlijkse algemene vergadering van 2025
Lid van het benoemings- en remuneratiecomité sinds
29 juli 2017
Lid van het auditcomité sinds
27 april 2023
Belgische nationaliteit, 59
Datum van benoeming in de raad van toezicht
27 april 2023
Opleiding
Master of Science in Business Engineering – Solvay Brussels School of Economics & Management, België
Ervaring
Marc Grynberg was Chief Executive Officer van Umicore van november 2008 tot november 2021. Tijdens zijn mandaat als CEO positioneerde hij Umicore als wereldleider in materialen voor schone mobiliteit en recyclage. De heer Grynberg begon bij Umicore in 1996, was CFO van het bedrijf van 2000 tot 2006 en stond aan het hoofd van Automotive Catalysts van 2006 tot 2008. Voor hij bij Umicore werkte, bekleedde hij verschillende managementfuncties bij DuPont de Nemours in Brussel en Genève.
Externe benoemingen
Onafhankelijk niet-uitvoerend bestuurder, Nexans, lid van het strategie- en duurzaamheidscomité en het audit- en risicocomité en Climate Director – Onafhankelijk niet-uitvoerend bestuurder, Wienerberger, lid van het innovatie- en duurzaamheidscomité en het audit- en risicocomité
Einde mandaat
Jaarlijkse algemene vergadering van 2026
Lid van het auditcomité sinds
25 april 2024
Lid van het investeringscomité sinds
27 april 2023
Britse nationaliteit, 59
Datum van benoeming in de raad van toezicht
28 april 2022 (met ingang vanaf 1 september 2022)
Opleiding
Natural Sciences – University of Cambridge, VK
Doctor, Department of Earth Sciences – University of Cambridge, VK
Chartered Institute of Management Accountants en de Association of Corporate Treasurers
Ervaring
Alison Henwood is een zeer ervaren finance-professional met een loopbaan als leidinggevende van bijna 30 jaar bij Shell in diverse financiële leidinggevende functies in Europa en de VS, waaronder Executive Vice President Finance, Shell Trading and Supply. Eind juni 2022 beëindigde ze haar loopbaan bij Shell. Sinds september 2021 zetelt ze als niet-uitvoerend bestuurder in de raad van bestuur van Spectris plc, een wereldwijde leverancier van precisie-instrumenten, testapparatuur en software die staat genoteerd op de FTSE 250-index.
Externe benoemingen
Bestuurder en lid van auditcomité, Spectris plc
Einde mandaat
Jaarlijkse algemene vergadering van 2025
Lid van het auditcomité sinds
1 september 2022 (voorzitter sinds 27 april 2023)
Lid van het duurzaamheidscomité sinds
15 februari 2023
Franse nationaliteit, 61
Datum van benoeming in de raad van toezicht
25 april 2024
Opleiding
École Polytechnique en École Nationale d'Administration, Frankrijk
Ervaring
Frédéric Oudéa werkte het grootste deel van zijn carrière in de banksector bij Société Générale, waar hij CEO was van 2008 tot 2023. Momenteel is hij voorzitter van Sanofi en Senior Independent Director van Capgemini. Hij is ook Senior Executive Advisor van GBL Group.
Externe benoemingen
Voorzitter van Sanofi, Frankrijk – Senior Independent Director van Capgemini, Frankrijk – Senior Executive Advisor van GBL, België, en in uitvoering van die functie bij GBL, lid van de directieraad van Sienna Private Equity SAS en Sienna Venture Capital SAS, Frankrijk – Onafhankelijk lid van de raad van toezicht van Sonic TopCo, Frankrijk
Einde mandaat
Jaarlijkse algemene vergadering van 2027
Lid van het benoemings- en remuneratiecomité sinds
25 april 2024
Lid van het duurzaamheidscomité sinds
25 april 2024
Belgische nationaliteit, 45
Datum van benoeming in de raad van toezicht
25 april 2019
Opleiding
Handelsingenieur – Solvay Brussels School of Economics & Management, België
Ervaring
Laurent Raets vervoegde Groep Brussel Lambert (GBL) in 2006 en werd er vennoot in 2021. Hij begon zijn loopbaan in 2002 als M&A Consultant bij Deloitte Corporate Finance, waar hij betrokken was bij aan- en verkoopmandaten, due diligence en waarderingsopdrachten.
Externe benoemingen
Lid van raad van bestuur en auditcomité, Imerys SA, Frankrijk
Einde mandaat
Jaarlijkse algemene vergadering van 2025
Lid van het auditcomité sinds
25 april 2019
Lid van het investeringscomité sinds
15 februari 2023
Spaanse nationaliteit, overleden
Datum van benoeming in de raad van toezicht
30 april 2020
Opleiding
Rechten – Universidad Complutense de Madrid, Spanje
Ervaring
Mario Armero begon zijn professionele loopbaan bij het advocatenkantoor Armero en trad later in dienst bij AT&T Spanje. Van 1992 tot 1999 was hij Secretary General bij GE Plastics Spanje, een positie die hij bekleedde tot 2001. In 2001 werd hij benoemd tot voorzitter en CEO van GE Plastics Spanje en Portugal, waarbij hij verantwoordelijk was voor alle afdelingen van de groep in die landen. In maart 2008 ging hij als CEO aan de slag bij Corporación Llorente, een gediversifieerde industriële groep in familiebezit. Daarna vervoegde hij Ezentis als Executive Chairman. Van 2012 tot 2020 was Mario Armero Executive Vice President van ANFAC, de Spaanse vereniging van autofabrikanten.
Externe benoemingen
Adviseur van Global Infrastructure Partners – Voorzitter van ENSO – I Onafhankelijk bestuurder van Bankinter Consumer Finance – Vicevoorzitter van Culmia – Lid van Fundación CEDE (Spaanse confederatie van bestuurders) – Bestuurder van non-profitorganisatie Junior Achievement
Lid van het benoemings- en remuneratiecomité sinds
9 december 2020
Lid van het duurzaamheidscomité sinds
15 februari 2023
Nam ontslag per
Jaarlijkse algemene vergadering van 2024
Belgische nationaliteit, 53
(zie ELT)
Karel VinckErevoorzitterDe raad van toezicht, waarvan de leden worden benoemd door de algemene vergadering van aandeelhouders met een eenvoudige meerderheid van stemmen zonder aanwezigheidsvereiste, moet uit minstens zes leden bestaan. De leden van de raad van toezicht mogen niet langer dan vier jaar zetelen. Ze worden doorgaans verkozen voor een (hernieuwbare) periode van drie jaar. Een lid van de raad van toezicht kan niet tegelijkertijd lid van het ELT zijn.
Leden van de raad van toezicht kunnen op elk moment worden ontslagen door de algemene vergadering van aandeelhouders, die beslist met een eenvoudige meerderheid van stemmen. Er is geen aanwezigheidsquorum voor het ontslag van leden van de raad van toezicht. Conform het WVV heeft de raad van toezicht het recht om nieuwe leden van de raad van toezicht te coöpteren wanneer een plaats vrijkomt. De volgende algemene vergadering moet dan echter besluiten om die benoeming te bevestigen, in welk geval het nieuwe lid de termijn van zijn of haar voorganger vervolledigt.
Op 31 december 2024 bestond de raad van toezicht uit tien leden. Zes daarvan (60%) waren onafhankelijke leden zoals bedoeld in artikel 7:87 van het WVV en artikel 3.5 van de CG Code 2020. Hiermee is voldaan aan de vereiste van artikel 7:86/1 van het WVV dat er minstens drie onafhankelijke leden moeten zijn.
Op het vlak van genderdiversiteit telde de raad van toezicht drie vrouwen (30%) en zeven mannen (70%) op 31 december 2024. Daarmee is voldaan aan de vereiste van artikel 7:86 §1 van het WVV. Op het vlak van culturele diversiteit waren er op 31 december 2024 vijf verschillende nationaliteiten1 vertegenwoordigd in de raad van toezicht: zes leden met de Belgische nationaliteit (60%) en telkens één lid met de Franse, Duitse, Britse en Australische/Zwitserse nationaliteit (elk 10%).
De diversiteit komt ook tot uiting in de opleidingen en diploma’s van de leden van de raad van toezicht, waaronder ingenieur, rechten, economie, financiën, natuurwetenschappen en toegepaste taalkunde. De gecumuleerde ervaring van de leden van de raad van toezicht dekt een brede waaier aan sectoren, waaronder auto-industrie, elektronica, chemie, metaal, energie, financiën alsook de academische en wetenschappelijke sector. De raad van toezicht telt leden met ervaring in de privésector én de publieke sector. Verder zijn er ook leden met ervaring in de verschillende regio’s waar Umicore actief is. De raad van toezicht als geheel bezit ruime ervaring voor het beheren van industriële activiteiten en telt vijf actieve of voormalige CEO’s. De raad van toezicht als geheel heeft ervaring in domeinen die relevant zijn voor Umicore’s duurzaamheidsdoelstellingen, onder meer die rond de materiële duurzaamheidsgerelateerde impacts, risico's en kansen (IRO's) van de Groep en rond zakelijk gedrag. Geen enkel lid van de raad van toezicht heeft in de twee jaar voorafgaand aan de benoeming in de huidige functie een vergelijkbare functie bekleed binnen de overheid.
Er zijn geen vertegenwoordigers van Umicore-werknemers in de raad van toezicht.
De samenstelling van de raad van toezicht onderging de volgende wijzigingen in 2024:
Mario Armero nam ontslag als lid van de raad van toezicht per 25 april 2024.
Frédéric Oudéa werd op de AVA 2024 benoemd tot lid van de raad van toezicht voor een termijn van drie jaar.
Philip Eykerman werd door de AVA 2024 benoemd tot onafhankelijk lid van de raad van toezicht per 1 november 2024, voor een termijn die afloopt aan het einde van de jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders van 2027.
Het mandaat van Thomas Leysen als lid van de raad van toezicht werd op de AVA 2024 verlengd voor een termijn van drie jaar.
De mandaten van Koenraad Debackere en Birgit Behrendt als onafhankelijke leden van de raad van toezicht werden op de AVA 2024 verlengd voor een termijn van drie jaar.
Het mandaat van Mark Garrett als onafhankelijk lid van de raad van toezicht werd op de AVA 2024 verlengd voor een termijn van één jaar.
Er vonden 13 gewone vergaderingen van de raad van toezicht plaats in 2024. Acht van die vergaderingen vonden plaats via videoconferentie. De raad van toezicht nam ook twee keer beslissingen bij eenparig schriftelijk besluit.
Onder meer de volgende onderwerpen werden door de raad van toezicht behandeld in 2024:
Veiligheidsresultaten en governance
Financiële resultaten van de Umicore-Groep
Maatregelen voor financiële verbetering
Herstructurering
Goedkeuring van de jaarlijkse en de halfjaarlijkse financiële overzichten
Goedkeuring van de statutaire en geconsolideerde jaarrekeningen, en goedkeuring van de statutaire en geconsolideerde jaarverslagen (met inbegrip van het remuneratieverslag)
Besprekingen en evaluatie van de strategie van de Groep
Resultaten van de personeelsenquête
Onderwerpen rond ESG-bestuur (milieu, sociaal en governance), met inbegrip van maar niet beperkt tot klimaatactie, risico en veerkracht, water en biodiversiteit, diversiteit, informatieverstrekking en duurzaamheidsresultaten
Bedrijfsvoeringsrisico’s (‘business risk assessment)
Investerings- en desinvesteringsprojecten
Verslagen van de comités van de raad van toezicht
Financiering van de Groep
Business- en technologiereviews
Klant- en marktupdates
Projecten en updates rond joint ventures en partnerschappen
Evaluatie van de CEO en de andere leden van het ELT
Aangelegenheden inzake benoeming en remuneratie
Uitkering van een interimdividend
De raad van toezicht bezocht het Corporate Research and Development (CRD)-centrum in Olen (België).
Er worden periodieke evaluaties van de raad van toezicht gehouden, die door de voorzitter of door een externe partij worden uitgevoerd.
In 2024 vond een grondige evaluatie van de raad van toezicht door een externe partij plaats. Bij die beoordeling, met een gerichte vragenlijst en individuele gesprekken, kwamen de volgende punten aan bod: governance, bevoegdheden en afstemming van de raad van toezicht, samenwerking met het ELT, voorzitterschap, cultuur en processen. Na de presentatie van de eerste belangrijke bevindingen aan de voorzitter en een discussie binnen het benoemings- en remuneratiecomité volgde in maart 2024 een uitgebreid debat hierover in de raad van toezicht tijdens een videoconferentie.
De samenstelling van het auditcomité en de kwalificaties van de leden voldoen integraal aan de vereisten van artikel 7:99 van het WVV en van de CG Code 2020. Op 31 december 2024 bestond het auditcomité uit vijf leden van de raad van toezicht, waaronder drie onafhankelijke leden (60%). Het comité wordt voorgezeten door Alison Henwood. De samenstelling van het auditcomité onderging één wijziging in 2024:
Marc Grynberg werd benoemd tot lid van het auditcomité per 25 april 2024.
Alle leden van het auditcomité hebben ruime kennis en ervaring in boekhouding en audit, zoals blijkt uit hun curriculum.
Er vonden vier vergaderingen van het auditcomité plaats in 2024, waarvan één via videoconferentie. Naast de financiële overzichten van 2023 en het eerste halfjaar van 2024 heeft het auditcomité diverse verslagen en onderwerpen behandeld en besproken rond interne audit, financiële verslaggeving, interne controle, ESG en andere auditgerelateerde onderwerpen. Het plan voor de interne audit van 2025 werd goedgekeurd. Het auditcomité vergaderde met de commissaris van de Groep en keurde de door die laatste geleverde niet-auditdiensten goed na evaluatie.
De samenstelling van het benoemings- en remuneratiecomité voldoet integraal aan de vereisten van artikel 7:100 van het WVV en van de CG Code 2020. Op 31 december 2024 bestond het benoemings- en remuneratiecomité uit vijf leden van de raad van toezicht, waaronder drie onafhankelijke leden (60%). Het comité wordt voorgezeten door de voorzitter van de raad van toezicht. De samenstelling van het benoemings- en remuneratiecomité onderging de volgende wijzigingen in 2024:
Mario Armero nam ontslag als lid van het benoemings- en remuneratiecomité per 25 april 2024.
Frédéric Oudéa werd benoemd tot lid van het benoemings- en remuneratiecomité per 25 april 2024.
Er vonden acht vergaderingen van het benoemings- en remuneratiecomité plaats in 2024. Het comité besprak het remuneratiebeleid voor de leden van de raad van toezicht, de leden van de comités van de raad van toezicht en de leden van het ELT, evenals de voorwaarden voor de aandelen- en aandelenoptieplannen die in 2024 werden aangeboden. Het comité besprak ook de opvolgingsplanning op het niveau van de raad van toezicht en het ELT.
Op 31 december 2024 bestond het duurzaamheidscomité uit vier leden van de raad van toezicht, waaronder drie onafhankelijke leden (75%). Het comité wordt voorgezeten door Birgit Behrendt. De samenstelling van het duurzaamheidscomité onderging de volgende wijzigingen in 2024:
Mario Armero nam ontslag als lid van het duurzaamheidscomité per 25 april 2024.
Frédéric Oudéa werd benoemd tot lid van het duurzaamheidscomité per 25 april 2024.
In 2024 vonden vier vergaderingen van het duurzaamheidscomité plaats, waarvan twee keer samen met het auditcomité. Het comité besprak onder andere:
Algemeen toezicht op de duurzaamheidsagenda van de Groep, de ESG-verbintenissen, het ESG-werkprogramma voor 2024 en de ESG-prioriteiten voor 2025
Decarbonisering en waardeketen, beoordeling van het stappenplan voor de reductie van broeikasgasemissies en bevoorradingsstrategieën om activiteitsgebonden emissies te verminderen, emissiecertificaten, governance voor het modelleren van broeikasgasemissies en koolstofbeprijzing voor strategische planning
Feedback van stakeholders, markt- en regelgevingstrends inzake ESG, inclusief voorbereidingen op ontwikkelingen op het vlak van regelgeving
Tijdens gezamenlijke sessies met het auditcomité kwamen onderwerpen over duurzaamheid en financieel toezicht aan bod, vooral met betrekking tot dubbele materialiteit, naleving van de CSRD, processen voor jaarlijkse rapportering, beheer van risico’s / IRO’s (impacts, risico's en kansen) en integratie van ESG in interne controles.
Belgische nationaliteit, 46
Datum van benoeming tot CEO
16 mei 2024
Datum van benoeming tot lid van het ELT
31 maart 2021
Opleiding
Handelswetenschappen – Vlekho Business School, Brussel, België
Ervaring
Bart Sap werd in mei 2024 benoemd tot Chief Executive Officer, nadat hij van 2021 tot 2024 Executive Vice President Catalysis en van 2020 tot 2021 Senior Vice President Cobalt & Specialty Materials and Supply was.
Bart vervoegde Umicore in 2004 als controller voor Cobalt & Specialty Materials. Na opeenvolgende missies in Korea en België in financiën, grondstoffenbevoorrading, businessontwikkeling en raffinage werd hij begin 2020 benoemd tot Senior Vice President voor Cobalt & Specialty Materials and Supply.
Wannes PeferoenChief Financial Officer (CFO)Belgische nationaliteit, 44
Datum van benoeming tot CFO en lid van het ELT
1 oktober 2022
Opleiding
Master in Business Engineering – KU Leuven, België
MBA – Vlerick Business School, Brussel, België
Ervaring
Wannes Peferoen werd in oktober 2022 benoemd tot Chief Financial Officer. Hij vervoegde Umicore in 2005 en bouwde meer dan 10 jaar ervaring op als controller bij verschillende business units, waarbij hij een sterke expertise verwierf in financiële controle. Dit omvatte onder meer strategische planning, de invoering van nieuwe systemen en het beheer van financiële risico's. Daarna bekleedde Wannes functies in het algemeen management in België en Frankrijk, en was hij Senior Vice President voor Electro-Optic Materials.
Voor hij aan de slag ging bij Umicore werkte Wannes bij het toenmalige PriceWaterhouseCoopers in audit en advisory.
Ana Fonseca NordangExecutive Vice President People & OrganizationPortugese nationaliteit, 47
Datum van benoeming tot lid van het ELT
1 september 2023
Opleiding
Politics & International Relations – University of Kent, Canterbury, VK
MBA – George Washington University School of Business, VS
Ervaring
Ana Fonseca Nordang werd op 1 september 2023 benoemd tot Executive Vice President People & Organization. Ze heeft meer dan 20 jaar internationale ervaring in verschillende leidinggevende hr-functies en werkte het grootste deel van haar carrière bij Equinor, het vroegere Statoil, dat ze verliet in de rol van Senior Vice President Renewables. Eerder was ze er Chief Human Resources Officer.
Belgische nationaliteit, 51
Datum van benoeming tot lid van het ELT
1 augustus 2023
Opleiding
Doctor in de wetenschappen (chemie) - KU Leuven, België
Executive MBA – Vlerick Management School, België
Ervaring
Geert Olbrechts werd op 1 augustus 2023 benoemd tot Chief Technology Officer en Executive Vice President. In zijn functie als Executive Vice President leidde hij aanvankelijk de business group Specialty Materials. Sinds 18 november 2024 staat hij aan het hoofd van de business group Recycling.
Hij begon zijn Umicore-loopbaan in 2000 en was er (voorafgaand aan zijn benoeming tot CTO en EVP) Senior Vice President Research & Technology en Supply bij de business unit Automotive Catalysts. Daarvoor bekleedde hij in diezelfde business unit verschillende functies in controlling en productmanagement. Voordat hij in 2010 overstapte naar Automotive Catalysts bekleedde Geert verschillende functies bij Research & Development en was hij Operations Manager in de business unit Precious Metals Refining.
Veerle SlendersExecutive Vice President Specialty MaterialsBelgische nationaliteit, 54
Datum van benoeming tot lid van het ELT
1 juni 2023
Opleiding
Master in Chemische technologie met specialisatie in industriële chemie en milieu – Universiteit Hasselt, België
Postgraduaat Business Administration and Management – KU Leuven, België
Ervaring
Veerle Slenders werd per 1 juni 2023 benoemd tot Executive Vice President Recycling. Sinds 18 november 2024 staat ze aan het hoofd van de business group Specialty Materials en de EHS-afdeling van de Groep.
Ze heeft meer dan 30 jaar internationale ervaring in verschillende functies op het gebied van operations, bedrijfsontwikkeling en algemeen management in diverse marktsegmenten. Het grootste deel van haar loopbaan werkte ze bij Linde (voorheen Praxair), een wereldwijde multinational in de chemische sector die actief is in industriële en medische gassen. In haar laatste functie daar was ze President van de regio West-Europa.
Jensen VerhelleExecutive Vice President CatalysisBelgische nationaliteit, 40
Datum van benoeming tot lid van het ELT
16 mei 2024
Opleiding
Master in de ingenieurswetenschappen (mechanica en biomechanica) – KU Leuven, België
Master in General Management – Vlerick Business School, België
Ervaring
Jensen Verhelle is sinds september 2008 in dienst bij Umicore en bekleedde in die tijd functies in finance, productmanagement, bedrijfsactiviteiten en O&O in verschillende business units van Umicore, waaronder Electro-Optic Materials, Cobalt & Specialty Materials en Precious Metals Chemistry. Jensen Verhelle werd in 2020 benoemd tot Vice President en later tot Senior Vice President van Precious Metals Chemistry. Van 2023 tot zijn benoeming tot lid van het ELT was hij Senior Vice President Operations & Strategic Procurement van Automotive Catalysts.
Duitse nationaliteit, 59
Datum van benoeming tot lid van het ELT
30 april 2020
Opleiding
Doctor Chemical Engineering – Friedrich-Alexander-Universität Erlangen-Nürnberg, Duitsland
Ervaring
Ralph Kiessling werd op 1 maart 2021 benoemd tot Executive Vice President Energy & Surface Technologies. Daarvoor was hij Executive Vice President Catalysis van 2019 tot 2021, nadat hij als Senior Vice President Operations voor Automotive Catalysts werkte van 2015 tot 2019.
Hij vervulde eerder opeenvolgende managementfuncties in procestechnologie, productie en business controlling, waaronder vijf jaar in China. In 2012 verhuisde hij naar India, waar hij betrokken was bij de bouw van de autokatalysatorfabriek van Umicore.
Voordat hij Umicore vervoegde, bekleedde Ralph managementposities in de Degussa-groep.
Hij nam ontslag als lid van het ELT per 1 januari 2025.
Géraldine NolensExecutive Vice President – General CounselBelgische nationaliteit, 53
Datum van benoeming tot lid van het ELT
30 april 2020 (voordien al lid van de voormalige directieraadcomité sinds 1 juli 2015)
Opleiding
Master of Laws – University of Chicago Law School, VS
European Economic Law – Julius-Maximilians-Universität Würzburg, Duitsland
Rechten – KU Leuven, België
Ervaring
Géraldine Nolens werd in 2009 benoemd tot Senior Vice President en General Counsel voor de Groep en werd Executive Vice President in 2015.
Ze begon haar loopbaan bij het internationale advocatenkantoor Cleary Gottlieb Steen & Hamilton en vervoegde in 2001 Suez (nu Engie) als Electrabels Chief Legal Officer voor Zuid-Europa, Frankrijk en nieuwe Europese markten.
Géraldine heeft tijdens haar loopbaan onder meer gewerkt en gewoond in België, Duitsland, Italië en de VS.
Ze nam ontslag als lid van het ELT per 1 januari 2025.
Mathias MiedreichVoormalige Chief Executive OfficerDuitse nationaliteit, 49
Einde mandaat
16 mei 2024
Opleiding
International Business Management – Friedrich-Alexander-Universität Erlangen-Nürnberg, Duitsland
Ervaring
Mathias Miedreich trad in oktober 2021 in dienst bij Umicore als Chief Executive Officer, nadat hij Executive Vice President was geweest van de divisie Clean Mobility van Faurecia, een wereldwijde leverancier van de auto-industrie met een sterke focus op duurzame mobiliteit.
Mathias begon zijn loopbaan in strategische consulting bij KPMG en stapte vervolgens over naar de auto-industrie, waarin hij meer dan 20 jaar ervaring opdeed in verschillende senior leidinggevende functies in Europa en Azië. Voordat hij in 2013 bij Faurecia in dienst trad als Vice President Strategy & New Technologies voor de Clean Mobility-business, werkte hij bij Siemens en Continental.
Franse nationaliteit, 46
Einde mandaat
16 mei 2024
Opleiding
Master in Management – HEC Paris, Frankrijk
Ervaring
Frank Daufenbach vervoegde het ELT van Umicore in december 2021 als Chief Strategy Officer. Daarvoor werkte hij bij Faurecia, een toonaangevende wereldwijde leverancier van de auto-industrie met een sterke focus op duurzame mobiliteit. Daar was hij Vice President Strategy & Marketing van de business group Clean Mobility. Voordien werkte hij onder meer als consultant bij Monitor Deloitte, KPMG en Oliver Wyman.
Het Executive Leadership Team is samengesteld uit minstens vier leden. Het wordt voorgezeten door de CEO. Alle leden van het ELT, inclusief de CEO, worden benoemd door de raad van toezicht, op aanbeveling van het benoemings- en remuneratiecomité.
De samenstelling van het ELT veranderde als volgt in 2024:
Mathias Miedreich nam in overleg met de raad van toezicht ontslag als Chief Executive Officer als en lid (voorzitter) van het ELT per 16 mei 2024.
Bart Sap, voorheen Executive Vice President Catalysis, werd benoemd tot Chief Executive Officer en voorzitter van het ELT per 16 mei 2024.
Jensen Verhelle werd benoemd tot Executive Vice President Catalysis en lid van het ELT per 16 mei 2024.
Frank Daufenbach, voordien Chief Strategy Officer en lid van het ELT, verliet Umicore per 16 mei 2024.
Daarnaast verlieten Géraldine Nolens, Executive Vice President ESG & General Counsel, en Ralph Kiessling, Executive Vice President Battery Materials, Umicore allebei per 1 januari 2025.
Op 31 december 2024 bestond het ELT uit acht leden, waaronder de CEO. Op het vlak van genderdiversiteit telde het ELT op dezelfde datum drie vrouwen (37,50%) en vijf mannen (62,50%). Op dezelfde datum waren drie nationaliteiten vertegenwoordigd in het ELT: zes leden hadden de Belgische nationaliteit (75%), één lid had de Duitse nationaliteit (12,50%) en één lid had de Portugese nationaliteit (12,5%).
De leden van het ELT beschikken over relevante vaardigheden en expertise in domeinen die relevant zijn voor Umicore’s duurzaamheidsdoelstellingen, onder meer die rond de materiële duurzaamheidsgerelateerde impacts, risico's en kansen (IRO's) van de Groep en rond zakelijk gedrag. Geen enkel lid van het ELT heeft in de twee jaar voorafgaand aan de benoeming in de huidige functie een vergelijkbare functie bekleed binnen de overheid.
Er zijn geen vertegenwoordigers van Umicore-werknemers in het ELT.
Het ELT neemt regelmatig de eigen prestaties onder de loep. Die evaluatie wordt ook besproken in het benoemings- en remuneratiecomité en wordt voorgelegd aan de raad van toezicht.
De laatste evaluatie van de prestaties van de CEO en de andere leden van het ELT vond plaats op 15 februari 2024.
De Statuten leggen geen beperkingen op voor de overdracht van aandelen of andere effecten.
Er zijn de Vennootschap tevens geen beperkingen bekend die door de wet worden opgelegd, behalve in het kader van de wetgeving inzake marktmisbruik en van de lock-up-verplichtingen die het WVV oplegt rond sommige toekenningen van aandelen.
De opties op Umicore-aandelen die aan de CEO, de leden van het ELT en aangewezen Umicore-werknemers werden toegekend in uitvoering van diverse Umicore-incentiveringprogramma’s mogen niet onder levenden worden overgedragen.
Er zijn geen houders van effecten met bijzondere zeggenschapsrechten.
De Statuten leggen geen beperkingen op betreffende de uitoefening van stemrecht door de aandeelhouders, op voorwaarde dat de betrokken aandeelhouders tot de algemene vergadering werden toegelaten en hun rechten niet werden geschorst. De toelatingsvoorwaarden met betrekking tot de algemene vergaderingen worden beschreven in artikel 20 van de Statuten. Artikel 7 van de Statuten bepaalt dat indien een aandeel het voorwerp uitmaakt van concurrerende rechten, de uitoefening van de eraan verbonden rechten geschorst is tot één enkele persoon is aangewezen als eigenaar van het aandeel tegenover de Vennootschap.
Voor zover de raad van toezicht bekend waren geen van de aan Umicore-aandelen verbonden stemrechten wettelijk geschorst op 31 december 2024, behalve die met betrekking tot de 5.918.866 aandelen die op die datum eigendom waren van de Vennootschap zelf (artikel 7:217 §1 van het WVV).
Umicore heeft geen dergelijke aandelenplannen uitgegeven.
Voor zover de raad van toezicht bekend zijn er geen aandeelhoudersovereenkomsten die kunnen leiden tot beperkingen van de overdracht van effecten en/of de uitoefening van stemrechten.
Behalve voor kapitaalverhogingen waartoe door de raad van toezicht kan worden beslist binnen de grenzen van het toegestaan kapitaal is alleen een buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders bevoegd om de Statuten te wijzigen. Een algemene vergadering mag alleen beslissen over wijzigingen van de Statuten (zoals kapitaalverhogingen of -verminderingen, fusies, splitsingen en ontbinding) wanneer minstens 50% van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigd is. Als dit quorum niet bereikt is, moet een nieuwe buitengewone algemene vergadering worden bijeengeroepen, die zal beraadslagen ongeacht het vertegenwoordigde deel van het kapitaal. In principe worden wijzigingen van de Statuten enkel aangenomen als ze 75% van de stemmen hebben verkregen. Het WVV voorziet strengere meerderheidsvereisten in specifieke gevallen, zoals de wijziging van het voorwerp of de vorm van de vennootschap.
De Statuten werden niet gewijzigd in 2024.
Het kapitaal van de Vennootschap kan worden verhoogd op basis van een beslissing van de raad van toezicht, binnen de grenzen van het toegestane kapitaal. Hiervoor moet uitdrukkelijk toestemming worden verleend door een buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders. Die machtiging is beperkt in tijd en omvang. Ze is ook onderworpen aan specifieke beperkingen rond rechtvaardiging en doeleinden.
Krachtens de besluiten van de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders op 28 april 2022 (gepubliceerd op 10 mei 2022) is de raad van toezicht gemachtigd om het kapitaal in één of meer keren te verhogen met een maximumbedrag van € 55.000.000. Die machtiging vervalt op 9 mei 2027, maar kan worden hernieuwd.
Op 31 december 2024 had de raad van toezicht geen gebruik gemaakt van zijn bevoegdheden onder die machtiging.
Krachtens een besluit van de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders op 28 april 2022 is de Vennootschap gemachtigd om eigen aandelen in te kopen op een gereglementeerde markt binnen een grens van 10% van het geplaatste kapitaal, tegen een prijs per aandeel van € 4 tot € 120 tot en met 30 juni 2026. Die machtiging werd ook verleend aan de rechtstreekse dochterondernemingen van de Vennootschap. In 2024 kocht de Vennootschap geen eigen aandelen in in uitvoering van die machtiging.
Voor een beperkte groep van medewerkers werd een individuele overeenkomst opgesteld, die van toepassing is in geval van ontslag binnen de twaalf maanden na een overname van de Vennootschap. Voor de leden van het ELT verwijzen wij naar het remuneratieverslag en -beleid.
Tijdens het boekjaar 2024 werden geen belangenconflicten of beslissingen of verrichtingen zoals bedoeld in de artikelen 7:115 tot en met 7:117 van het WVV vastgesteld op het niveau van de raad van toezicht of van het ELT.
De AVA 2024 heeft het commissarismandaat van EY Bedrijfsrevisoren BV verlengd voor een hernieuwbare termijn van drie jaar. De commissaris wordt voor de uitoefening van dit mandaat vertegenwoordigd door Marnix Van Dooren en Eef Naessens, en is belast met de audit van zowel de statutaire als de geconsolideerde jaarrekening. Het Umicore-beleid met de criteria van onafhankelijkheid voor de commissaris kan worden aangevraagd bij Umicore.
Umicore heeft een gedragscode voor al haar medewerkers, vertegenwoordigers en de leden van de raad van toezicht of het ELT.
De belangrijkste doelstelling van de gedragscode van Umicore is ervoor te zorgen dat alle personen die optreden in naam van Umicore op een ethische manier handelen, in overeenstemming met de wet- en regelgeving, en met de normen die Umicore vastlegt op basis van haar huidige en toekomstige beleidslijnen, richtlijnen en regels. De gedragscode bevat een afzonderlijk hoofdstuk over klachten en uitingen van bezorgdheid van de kant van de werknemers, alsook over de bescherming van zogeheten klokkenluiders.
Umicore heeft ook een interne wereldwijde richtlijn over klokkenluiders aangenomen, evenals een groepsbeleid tegen corruptie en omkoping.
De gedragscode is gepubliceerd als Bijlage 6 van het CG-charter.
Umicore beschikt sinds 2011 binnen de hele Groep over een systematische interne rapportering over inbreuken op de Umicore Way en de gedragscode. In 2024 werden in totaal 39 gevallen gemeld, waarbij in totaal 57 medewerkers betrokken waren. Het merendeel daarvan ging om persoonlijk wangedrag. De genomen maatregelen varieerden van een waarschuwingsbrief tot ontslag. Zelfs met alle maatregelen en een cultuur van transparantie is de rapportering maar zo volledig als de informatie die door de betrokkenen wordt verstrekt.
Umicore’s beleid inzake marktmisbruik met inbegrip van handel met voorkennis is uiteengezet in de Umicore Dealing Code, die kan worden geraadpleegd in Bijlage 7 van het CG-charter.
Tijdens het boekjaar 2024 leefde de Vennootschap alle bepalingen van de CG Code 2020 na.
Umicore’s remuneratiebeleid 2022 (het ‘Beleid’) legt de beginselen vast voor de remuneratie van de leden van de raad van toezicht en het ELT. Zoals besproken in G1 wordt naarde directieraad van de Vennootschap verwezen als het Executive Leadership Team (ELT).
Het Beleid voorziet in doelstellingen en remuneratie met een grotere nadruk op duurzame, winstgevende groei, met een combinatie van financiële resultaten en duurzaamheidsprestaties in lijn met Umicore’s strategische ambities.
Het Beleid, dat van kracht is sinds 1 januari 2022, is beschikbaar op de website van Umicore.
Het Beleid loopt af in 2026. Umicore zal dan ook het bestaande beleid doorlichten om eventuele verbeterpunten in kaart te brengen. Het zal in april 2026 een herzien beleid voorstellen op de jaarlijkse algemene vergadering van aandeelhouders.
De remuneratiestructuur van de leden van de raad van toezicht is in overeenstemming met het Beleid.
De jaarlijkse vaste vergoeding voor de voorzitter van de raad van toezicht werd in 2023 verhoogd van € 60.000 tot een alomvattende vergoeding van € 140.000. Hij ontvangt niet langer aanwezigheidsvergoedingen. De voorzitter deed afstand van de jaarlijkse vaste vergoeding voor het verslagjaar wegens de uitdagende markt- en bedrijfsomstandigheden. De remuneratie voor de andere leden van de raad van toezicht en de comités bleef ongewijzigd.
Voorzitter: 2.000 Umicore-aandelen + bedrijfswagen
Lid: jaarlijkse vaste vergoeding: € 30.000 + € 3.000 per bijgewoonde vergadering + € 1.000 per persoonlijk bijgewoonde vergadering (voor leden woonachtig in het buitenland) + 1.000 Umicore-aandelen
Voorzitter: jaarlijkse vaste vergoeding: € 10.000 + € 5.000 per bijgewoonde vergadering + € 1.000 per persoonlijk bijgewoonde vergadering (voor voorzitter woonachtig in het buitenland)
Lid: jaarlijkse vaste vergoeding: € 5.000 + € 3.000 per bijgewoonde vergadering + € 1.000 per persoonlijk bijgewoonde vergadering (voor leden woonachtig in het buitenland)
Voorzitter: inbegrepen in de jaarlijkse vaste vergoeding van de voorzitter van de raad van toezicht (afstand gedaan)
Lid: jaarlijkse vaste vergoeding: € 5.000 + € 3.000 per bijgewoonde vergadering + € 1.000 per persoonlijk bijgewoonde vergadering (voor leden woonachtig in het buitenland)
De onderstaande tabel bevat alle componenten van de remuneratie van de leden van de raad van toezicht voor het verslagjaar.
in € | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Naam | Mandaat | Startdatum | Einddatum | Vaste vergoeding | Aandelen 1 | Aanwezigheidsvergoeding | Aantal vergaderingen bijgewoond | Andere (wagen) | Totaal | ||
Leysen T. | 46.753 | ||||||||||
Voorzitter van de raad van toezicht2 | 19-11-2008 | 0 | 42.520 | 13 | 4.233 | ||||||
Voorzitter van het benoemings- en remuneratiecomité | 19-11-2008 | 8 | |||||||||
Voorzitter van het investeringscomité | 27-4-2023 | 5 | |||||||||
Armero M. | 39.417 | ||||||||||
Lid van de raad van toezicht | 30-4-2020 | 25-4-2024 | 9.508 | 6.739 | 8.000 | 2 | |||||
Lid van het benoemings- en remuneratiecomité | 9-12-2020 | 25-4-2024 | 1.585 | 6.000 | 2 | ||||||
Lid van het duurzaamheidscomité | 27-4-2023 | 25-4-2024 | 1.585 | 6.000 | 2 | ||||||
Behrendt B. | 145.260 | ||||||||||
Lid van de raad van toezicht | 29-4-2021 | 30.000 | 21.260 | 44.000 | 13 | ||||||
Lid van het investeringscomité | 27-4-2023 | 5.000 | 15.000 | 5 | |||||||
Voorzitter van het duurzaamheidscomité | 27-4-2023 | 10.000 | 20.000 | 4 | |||||||
Chombar F. | 133.260 | ||||||||||
Lid van de raad van toezicht | 26-4-2016 | 30.000 | 21.260 | 36.000 | 12 | ||||||
Lid van het benoemings- en remuneratiecomité | 26-4-2018 | 5.000 | 24.000 | 8 | |||||||
Lid van het duurzaamheidscomité | 27-4-2023 | 5.000 | 12.000 | 4 | |||||||
Debackere K. | 133.260 | ||||||||||
Lid van de raad van toezicht | 26-4-2018 | 30.000 | 21.260 | 39.000 | 13 | ||||||
Lid van het auditcomité | 26-4-2018 | 5.000 | 12.000 | 4 | |||||||
Lid van het benoemings- en remuneratiecomité | 9-12-2020 | 5.000 | 21.000 | 7 | |||||||
Eykerman P. | 15.750 | ||||||||||
Lid van de raad van toezicht | 1-11-2024 | 5.000 | 1.750 | 9.000 | 3 | ||||||
Garrett M. | 138.260 | ||||||||||
Lid van de raad van toezicht | 28-4-2015 | 30.000 | 21.260 | 41.000 | 12 | ||||||
Lid van het auditcomité | 27-4-2023 | 5.000 | 12.000 | 4 | |||||||
Lid van het benoemings- en remuneratiecomité | 25-4-2017 | 5.000 | 24.000 | 8 | |||||||
Grynberg M. | 122.675 | ||||||||||
Lid van de raad van toezicht | 27-4-2023 | 30.000 | 21.260 | 39.000 | 13 | ||||||
Lid van het investeringscomité | 27-4-2023 | 5.000 | 15.000 | 5 | |||||||
Lid van het auditcomité | 25-4-2024 | 3.415 | 9.000 | 3 | |||||||
Henwood A. | 142.260 | ||||||||||
Lid van de raad van toezicht | 1-9-2023 | 30.000 | 21.260 | 44.000 | 13 | ||||||
Voorzitter van het auditcomité | 27-4-2023 | 10.000 | 20.000 | 4 | |||||||
Lid van het duurzaamheidscomité | 27-4-2023 | 5.000 | 12.000 | 4 | |||||||
Oudéa F. | 89.843 | ||||||||||
Lid van de raad van toezicht | 25-4-2024 | 20.492 | 14.521 | 30.000 | 9 | ||||||
Lid van het benoemings- en remuneratiecomité | 25-4-2024 | 3.415 | 15.000 | 5 | |||||||
Lid van het duurzaamheidscomité | 25-4-2024 | 3.415 | 3.000 | 1 | |||||||
Raets L. | 127.260 | ||||||||||
Lid van de raad van toezicht | 25-4-2019 | 30.000 | 21.260 | 39.000 | 13 | ||||||
Lid van het auditcomité | 25-4-2019 | 5.000 | 12.000 | 4 | |||||||
Lid van het investeringscomité | 27-4-2023 | 5.000 | 15.000 | 5 |
De remuneratie van de CEO en de andere leden van het ELT werd op 15 februari 2024 door de raad van toezicht geëvalueerd. Die evaluatie gebeurde op basis van aanbevelingen van het benoemings- en remuneratiecomité na een vergelijkend onderzoek onder BEL20-bedrijven en vergelijkbare Europese bedrijven.
Conform het Beleid bestaat de remuneratie van de CEO en de andere leden van het ELT uit een vaste remuneratie, een variabele vergoeding, een op aandelen gebaseerde vergoeding, een pensioenregeling en andere voordelen.
Op voorstel van het benoemings- en remuneratiecomité besliste de raad van toezicht om de remuneratie van Mathias Miedreich te behouden op het niveau van 2023. In het kader van het jaarlijkse Umicore Incentive Stock Option Plan werden 125.000 aandelenopties toegekend voor 2024. Daarnaast ontving Mathias Miedreich 748 aandelen voor diensten geleverd in het verslagjaar. Voor die aandelen geldt een lock-upperiode van drie jaar.
Mathias Miedreich trad af als Chief Executive Officer en als lid (voorzitter) van het ELT, in onderlinge overeenstemming met de raad van toezicht, per 16 mei 2024. In lijn met de contractuele verplichtingen en het Beleid besliste de raad van toezicht, op voorstel van het benoemings- en remuneratiecomité, om Mathias Miedreich een bedrag van € 1.196.223 bruto uit te betalen, zijnde 12 maanden vaste remuneratie en een proportionele uitbetaling van de variabele vergoeding op korte termijn voor 2024. Mathias Miedreich is gehouden aan een niet-concurrentie- en niet-afwervingsbeding van 24 maanden, vanaf 16 mei 2024.
Tabel 13.2 bevat alle componenten van de remuneratie van Mathias Miedreich voor het verslagjaar.
Op voorstel van het benoemings- en remuneratiecomité heeft de raad van toezicht Bart Sap, voordien Executive Vice President Catalysis, benoemd tot CEO met ingang van 16 mei 2024.
De jaarlijkse vaste remuneratie van Bart Sap als CEO is vastgelegd op € 900.000 bruto. De jaarlijkse doelstelling voor de variabele remuneratie op korte en lange termijn bedraagt € 650.000, met een maximum van 125%. Voor meer informatie over de uiteindelijke variabele remuneratie, zie ‘Groeps- en individuele resultaten – KTI-regeling 2024’.
De raad van toezicht kende Bart Sap 2.000 Umicore-aandelen toe voor geleverde diensten in het verslagjaar. Voor die aandelen geldt een lock-upperiode van drie jaar en ze zijn niet onderhevig aan vervalvoorwaarden. Daarnaast werden in totaal 60.000 Umicore-aandelenopties toegekend onder het Umicore Incentive Stock Option Plan 2024.
In lijn met het Performance Share Unit Plan (de ‘PSU-regeling 2024’) ontving Bart Sap 28.086 PSU's, voor verwerving op 1 maart 2027, mits aan de vereisten voor verwerving is voldaan en de voor 2024 vastgelegde PSU-prestatiedoelstellingen (zoals gepubliceerd in het remuneratieverslag 2023) worden gehaald.
De prestatieperiode van de in 2022 toegekende PSU's liep eind 2024 af en resulteerde in 7.718 aandelen verworven op 1 maart 2025. Voor meer informatie over de resultaten van de PSU-regeling 2022, zie tabel 13.4.
Tabel 13.2 bevat alle componenten van de remuneratie van Bart Sap voor het verslagjaar.
Op voorstel van het benoemings- en remuneratiecomité besliste de raad van toezicht van 15 februari 2024 om de jaarlijkse vaste remuneratie van de andere leden van het ELT te behouden op het niveau van 2023. Om de variabele remuneratie tussen de leden van het ELT die aan het hoofd staan van een business group op één lijn te brengen, besliste de raad van toezicht om het doel voor de jaarlijkse variabele remuneratie op korte en lange termijn voor Geert Olbrechts en Veerle Slenders aan te passen naar € 360.000. Voor meer informatie over de uiteindelijke variabele remuneratie voor de andere leden van het ELT, zie ‘Groeps- en individuele resultaten – KTI-regeling 2024’.
Onder het Umicore Incentive Stock Option Plan 2024 werden 30.000 aandelenopties toegekend aan alle leden van het ELT in mandaat per 1 januari 2024. De raad van toezicht besliste om 2.000 Umicore-aandelen toe te kennen aan elk lid van het ELT voor diensten geleverd in het verslagjaar (pro rata voor de leden van wie het mandaat aanving of eindigde in de loop van 2024). Voor die aandelen geldt een lock-upperiode van drie jaar.
Conform de PSU-regeling voor 2024 werd een aantal PSU's toegekend, voor verwerving op 1 maart 2027, mits aan de vereisten voor onvoorwaardelijke toezegging is voldaan en de PSU-prestatiedoelstellingen voor 2024 (zie remuneratieverslag 2023) zijn gehaald. Voor meer informatie, zie tabel 13.6.
De prestatieperiode van de in 2022 toegekende PSU's liep eind 2024 af en resulteerde in een toekenningsniveau van 81,28%, voor verwerving op 1 maart 2025. Voor meer informatie over de resultaten van de PSU-regeling 2022, zie tabel 13.4.
In 2024 waren er enkele bijkomende wijzigingen in de samenstelling van het ELT:
Frank Daufenbach, Chief Strategy Officer, verliet Umicore per 16 mei 2024.
Jensen Verhelle werd benoemd tot Executive Vice President Catalysis en lid van het ELT per 16 mei 2024
Géraldine Nolens, Executive Vice President ESG en General Counsel, en Ralph Kiessling, Executive Vice President Battery Materials, verlieten Umicore per 1 januari 2025.
In lijn met de contractuele verplichtingen en het Beleid besliste de raad van toezicht, op voorstel van het benoemings- en remuneratiecomité, om € 940.812 bruto uit te betalen aan Frank Daufenbach, € 1.024.272 bruto aan Ralph Kiessling en € 1.369.416 bruto aan Géraldine Nolens. Die bedragen omvatten 12 maanden (Frank Daufenbach en Ralph Kiessling) of 18 maanden (Géraldine Nolens) vaste remuneratie, een niet-concurrentie- en niet-afwervingsvergoeding en een uitbetaling van de variabele vergoeding op korte termijn voor 2024 (proportioneel voor Frank Daufenbach). Het niet-concurrentie- en niet-afwervingsbeding geldt voor een periode van 24 maanden, vanaf 16 mei 2024 voor Frank Daufenbach en vanaf 1 januari 2025 voor Ralph Kiessling en Géraldine Nolens.
Tabel 13.2 bevat alle componenten van de remuneratie voor de andere leden van het ELT voor het verslagjaar.
in € | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Naam Positie |
Mandaat Startdatum Einddatum |
Vaste vergoeding 1 |
Variabel korte termijn 2 |
Variabel lange termijn 3 | Aandelen 4 |
Aandelen- opties 5 |
Pensioen- regelingen 6 | Overige 7 | Totaal |
Verhouding vast deel 8 |
Verhouding variabel 9 |
Sap B. | 16-5-2024 | 564.130 | 354.059 | 0 | 12.013 | 126.900 | 125.280 | 6.487 | 1.188.870 | 70% | 30% |
CEO | |||||||||||
Sap B. | 1-3-2021 | 212.717 | 127.277 | 67.610 | 7.177 | 126.900 | 39.672 | 9.404 | 590.757 | 67% | 33% |
EVP | 15-5-2024 | ||||||||||
Fonseca Nordang A. | 1-9-2023 | 570.000 | 295.416 | 0 | 19.190 | 126.900 | 119.016 | 58.594 | 1.189.116 | 75% | 25% |
EVP | |||||||||||
Olbrechts G. | 1-8-2023 | 570.000 | 295.272 | 0 | 19.190 | 126.900 | 119.016 | 21.833 | 1.152.211 | 74% | 26% |
EVP | |||||||||||
Peferoen W. | 1-10-2022 | 570.000 | 241.272 | 19.211 | 19.190 | 126.900 | 119.016 | 18.794 | 1.114.382 | 77% | 23% |
CFO | |||||||||||
Slenders V. | 1-6-2023 | 570.000 | 286.272 | 0 | 19.190 | 126.900 | 119.016 | 18.524 | 1.139.902 | 75% | 25% |
EVP | |||||||||||
Verhelle J. | 16-5-2024 | 357.283 | 201.728 | 0 | 12.013 | 0 | 0 | 4.179 | 575.202 | 65% | 35% |
EVP | |||||||||||
Daufenbach F. | 6-12-2021 | 212.717 | 0 | 0 | 7.177 | 126.900 | 53.074 | 951.042 | 1.350.911 | 100% | 0% |
EVP (voormalig) | 15-5-2024 | ||||||||||
Goffaux D. | 1-7-2010 | 0 | 0 | 67.610 | 0 | 0 | 4.213 | 0 | 71.822 | 6% | 94% |
EVP (voormalig) | 31-5-2023 | ||||||||||
Kiessling R. | 1-2-2019 | 570.000 | 0 | 67.610 | 19.190 | 126.900 | 119.016 | 1.051.058 | 1.953.774 | 97% | 3% |
EVP (voormalig) | 31-12-2024 | ||||||||||
Miedreich M. | 1-10-2021 | 386.250 | 0 | 0 | 7.177 | 528.750 | 96.393 | 1.213.410 | 2.231.980 | 100% | 0% |
CEO (voormalig) | 15-5-2024 | ||||||||||
Nolens G. | 1-7-2015 | 570.000 | 0 | 67.610 | 19.190 | 126.900 | 141.747 | 1.391.343 | 2.316.790 | 97% | 3% |
EVP (voormalig) | 31-12-2024 | ||||||||||
Platteeuw F. | 1-11-2012 | 0 | 0 | 50.712 | 0 | 0 | 0 | 0 | 50.712 | 0% | 100% |
CFO (voormalig) | 30-9-2022 |
De regeling voor kortetermijnincentives voorziet in een variabele remuneratie in geld op basis van het behalen van vooraf bepaalde financiële, duurzaamheids- en individuele doelstellingen.
In 2024 hadden een aantal factoren (zoals de vertraging van de EV-groei, meerdere uitdagingen voor de Europese industrie en toenemende geopolitieke spanningen) een impact op Umicore’s algemene resultaten en de uitvoering van haar strategie. De resulterende aangepaste EBITDA lag onder de drempelwaarde en leverde daarom geen uitbetaling op. Op het vlak van veiligheid boekte Umicore grote vooruitgang en de aanwerving van vrouwen bleef onder het doel van 35%. Het behalen van de doelstellingen van de Groep voor 2024, zoals uiteengezet in tabel 13.3, heeft geleid tot een toekenningsniveau van 69,04% voor de resultaten van de Groep (50% gewicht).
Groepsdoelstellingen 2024 | Gewicht |
Doel Toekenning 100% |
Drempel Toekenning 0% |
Maximum Toekenning 150% 1 | Werkelijk | Toekenning |
---|---|---|---|---|---|---|
ROCE | 15% | 12,5% | 7,5% | ≥17,5% | 12,3% | 96,8% |
Aangepaste EBITDA | 15% | Bepaald door de raad van toezicht | 95% van doel = 50% betaald (<95% = 0% betaald) | ≥105% van doel | Niet behaald | 0% |
Frequentiegraad van gebeurtenissen inzake procesveiligheid (PSEFR): Daling met 20,6% tegen 2024 (t.o.v. 2022) + afwezigheid van gebeurtenissen inzake procesveiligheid met materiële impact op milieu of gezondheid | 5% | 20,6% | 19,6% = 50% betaald (<19,6% = 0% betaald) | ≥27,5% | 40,2% | 75%2 |
Frequentiegraad van alle te registreren letsels (TRIR): Daling met 23,7% tegen 2024 (t.o.v. 2021) | 10% | 23,7% | 21,1% = 50% betaald (<21,1% = 0% betaald) | ≥26,3% | 52,6% | 150% |
Aanwerving van vrouwelijke managers: 35% in 2024 | 5% | 35% | 30% | ≥37% | 32,2% | 43,6% |
Totale resultaten van de Groep | 50% |
69,04% (op een schaal van 100%) |
Individuele doelstellingen wegen voor 50% mee voor de jaarlijkse variabele remuneratie. Het onderstaande overzicht bevat de belangrijkste resultaten van de (huidige) CEO voor 2024 voor elk van de strategische pijlers.
Resultaten CEO 2024 | |
Veiligheid en duurzaamheid | Umicore’s veiligheidsprestaties verbeterden op jaarbasis met meer dan 40% en 24% voor espectievelijk. TRIR en PSER en liggen daarmee ruim voor op schema voor het driejarenplan voor verbetering dat in 2022 werd gelanceerd. Dit is het resultaat van de steeds nauwere samenwerking tussen de EHS-afdeling van de Groep, de operationele leidinggevenden en de leidinggevenden van de business groups en units. Hierdoor namen de veiligheidsprestaties en de betrokkenheid binnen de Groep verder toe. Dat werd ook bevestigd in de personeelsenquête van september 2024. Het ESG-stappenplan ligt goed op schema. |
Financieel | De oorspronkelijke activiteiten behaalden opnieuw goede resultaten, ondanks de verdere daling van de metaalprijzen en de aanhoudende (loon)kosteninflatie, dankzij de aanhoudende focus op operationele uitmuntendheid. De financieringsbehoeften werden gedekt door de uitgifte van nieuwe schulden en nieuwe financieringsinstrumenten buiten balanstelling tegen aantrekkelijke voorwaarden. Umicore heeft haar ambities voor Battery Materials teruggeschroefd. |
Strategie | Umicore toonde strategische wendbaarheid en veerkracht in uitdagende omstandigheden, met een sterke, proactieve focus op ‘controleren wat je kan’. Er werden extra kostenbesparende maatregelen doorgevoerd, er werd een herstructureringsplan ontwikkeld en aangekondigd, en de bouw van de Battery Materials-fabriek in Canada werd bevroren. Het groepsbrede efficiëntieprogramma 2024 leverde sterke resultaten op met een blijvende focus in 2025. |
Medewerkers | Het ELT kende enkele belangrijke wijzigingen na de overgang naar een andere CEO. De herstructurering in de verschillende regio’s werd ondersteund door een over het algemeen positieve sociale dialoog op basis van samenwerking. Uit de jaarlijkse personeelsenquête bleek dat het personeel zeer geëngageerd, tevreden en loyaal blijft, ondanks een uitdagend 2024 met enkele moeilijke maatregelen voor het personeel. |
De raad van toezicht, op advies van het benoemings- en remuneratiecomité, evalueerde de resultaten van de CEO ten opzichte van de vastgelegde doelen, voor leiderschap en voor naleving van de waarden van de Groep. Voor de individuele doelstellingen (50% gewicht) werd een toekenningsniveau van 105% behaald.
De combinatie van de resultaten van de Groep voor 2024 en de individuele resultaten als Executive Vice President Catalysis (tot 15 mei 2024) en als CEO (vanaf 16 mei 2024) resulteerden in een totale jaarlijkse variabele remuneratie voor Bart Sap van € 481.336. Conform het Beleid kunnen leden van het ELT opteren om hun jaarlijkse variabele vergoeding te ontvangen in Umicore-aandelen. De CEO opteerde om 75% van zijn variabele vergoeding op korte termijn voor 2024 te ontvangen in aandelenopties op Umicore-aandelen.
De andere leden van het ELT werden beoordeeld ten opzichte van doelstellingen voor dezelfde strategische pijlers. Hun doelstellingen, op basis van hun verantwoordelijkheidsgebieden, worden aan het begin van elk prestatiejaar besproken en goedgekeurd door de raad van toezicht op voorstel van de CEO. Aan het einde van het jaar worden de prestaties van elk lid van het ELT beoordeeld en uiteengezet door de CEO, waarbij de resultaten worden geëvalueerd ten opzichte van de individuele doelstellingen, voor leiderschap en voor naleving van de waarden van de Groep. De resultaten van die evaluaties en de resulterende individuele toekenningsniveaus worden door de CEO voorgelegd aan het benoemings- en remuneratiecomité, voordat ze door de raad van toezicht worden goedgekeurd.
De gemiddelde prestatiebeoordeling voor 2024 voor de andere leden van het ELT zoals bepaald door de raad van toezicht was 80,7% (50% gewicht). Net als de CEO opteerden meerdere andere leden van het ELT om hun jaarlijkse variabele vergoeding voor het referentiejaar 2024 te ontvangen in de vorm van Umicore-aandelen en/of aandelenopties op Umicore-aandelen.
De prestatieperiode van de in 2022 toegekende PSU's liep eind 2024 af, met verwerving op 1 maart 2025. De gemiddelde ROCE over drie jaar lag hoger dan het doel, wat resulteerde in een toekenningsniveau van 125%. Het doel voor het totale aandeelhoudersrendement werd niet gehaald. Voor de duurzaamheidsdoelstellingen waren de resultaten beter dan verwacht, een bewijs van Umicore’s engagement voor duurzaamheid als een belangrijke aandrijfmotor. De tabel hieronder geeft een overzicht van de resultaten van de PSU-regeling 2022.
Groepsdoelstellingen 2022-2023-2024 | Gewicht |
Doel Toekenning 100% |
Drempel Toekenning 0% |
Maximum Toekenning 150% voor ROCE/TSR Toekenning 100% voor ESG | Werkelijk | Toekenning |
---|---|---|---|---|---|---|
ROCE (gemiddelde 2022-2023-2024) | 25% | 12,5% | 7,5% | ≥17,5% | 15% | 125% |
Totaal aandeelhoudersrendement (TSR): In top 50% van 12 vergelijkbare ondernemingen | 25% | In top 50% | Zesde plaats = 25% betaald (Niet in top 50% = 0% betaald) | Eerste plaats | Niet behaald | 0% |
Scope 1+2-emissies: Daling met 6,2% tegen 2024 (t.o.v. 2019) | 12,5% | 6,2% | 90% van doel | 100% van doel | 25% | 100% |
Scope 3-emissies: Scope 3-doel voorleggen aan SBTi voor validatie tegen eind juni 2022 | 12,5% | Behaald | Niet behaald | Behaald | Behaald | 100% |
Diffuse emissies: Daling lood met 14,7% tegen 2024 (t.o.v. 2021) | 6,25% | 14,7% | 90% van doel | 100% van doel | 41,6% | 100% |
Diffuse emissies: Daling arseen met 38,8% tegen 2024 (t.o.v. 2021) | 6,25% | 38,8% | 90% van doel | 100% van doel | 49,4% | 100% |
Index van diversiteit van ideeën: Stijging met 12% tegen 2024 (t.o.v. 2021) | 12,5% | 12% | 90% van doel | 100% van doel | 27,5% | 100% |
Totale resultaten van de Groep | 100% | 81,28% |
Tabel 13.5 geeft een overzicht van de jaarlijkse wijzigingen van de remuneratie van de CEO, de andere leden van het ELT (in totaal), de mandaten binnen de raad van toezicht en de comités, de gemiddelde personeelsremuneratie op basis van een voltijds equivalent en de resultaten van de vennootschap. Onvolledige remuneratiejaren door het aanvangen of eindigen van een mandaat in de loop van het referentiejaar werden aangepast naar een jaarbasis. De gemiddelde personeelsremuneratie heeft betrekking op Umicore (België), conform de geldende wettelijke bepalingen.
Jaarlijkse wijziging |
GBJ 2020 vs. GBJ 2019 |
GBJ 2021 vs. GBJ 2020 |
GBJ 2022 vs. GBJ 2021 |
GBJ 2023 vs. GBJ 2022 |
GBJ 2024 vs. GBJ 2023 | Informatie over GBJ | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Remuneratie ELT | |||||||
CEO (voormalig en huidig) | Vast | 2,9% | 0,0% | 38,9% | 3,5% | -8,2% | |
Variabel | 37,9% | 57,7% | -22,3% | -27,5% | -22,2% | ||
Aantal aandelen | 0,0% | 0,0% | -80,0% | 0,0% | 0,0% | ||
Aantal opties | 0,0% | -31,4% | -2,8% | -12,9% | 53,7% | ||
Pensioen + overige | 13,0% | 6,7% | -7,8% | -2,1% | -5,2% | ||
Leden van het ELT (excl. CEO) | Vast | 4,5% | 0,0% | 25,0% | 3,4% | 0,0% | |
Variabel | 10,6% | 58,2% | 45,2% | -24,4% | -21,7% | ||
Aantal aandelen | 0,0% | -0,9% | -71,2% | 0,0% | 0,0% | ||
Aantal opties | 5,6% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | ||
Pensioen + overige | 13,8% | -6,1% | 3,3% | 7,2% | -19,6% | ||
Remuneratie raad van toezicht | |||||||
Voorzitter - raad van toezicht | Vast | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 233,3% | -100,0% | 1 |
Aanwezigheidsvergoeding/vergadering | 0,0% | 0,0% | 0,0% | -100,0% | - | ||
Aantal aandelen | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | ||
Voorzitter - benoemings- en remuneratiecomité - investeringscomité (vanaf 2023) | Vast | - | - | € 10.000 | -100,0% | - | |
Aanwezigheidsvergoeding/vergadering | 0,0% | 0,0% | 0,0% | -100,0% | - | ||
Aantal aandelen | - | - | - | - | - | ||
Voorzitter - auditcomité - duurzaamheidscomité (vanaf 2023) | Vast | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | |
Aanwezigheidsvergoeding/vergadering | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | ||
Aantal aandelen | - | - | - | - | - | ||
Lid - raad van toezicht | Vast | 0,0% | 0,0% | 11,1% | 0,0% | 0,0% | |
Aanwezigheidsvergoeding/vergadering | 0,0% | 0,0% | 20,0% | 0,0% | 0,0% | ||
Aantal aandelen | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | ||
Lid - auditcomité - duurzaamheidscomité (vanaf 2023) | Vast | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | |
Aanwezigheidsvergoeding/vergadering | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | ||
Aantal aandelen | - | - | - | - | - | ||
Lid - benoemings- en remuneratiecomité - investeringscomité (vanaf 2023) | Vast | - | - | € 5.000 | 0,0% | 0,0% | |
Aanwezigheidsvergoeding/vergadering | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | ||
Aantal aandelen | - | - | - | - | - | ||
Gemiddelde werknemersremuneratie op basis van een voltijds equivalent | |||||||
% wijziging tegenover het vorige jaar | 2,7% | 7,5% | 5,6% | 10,2% | -0,9% | ||
Resultaten van de onderneming | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | ||
ROCE | 12,1% | 22,2% | 19,2% | 13,5% | 12,3% | ||
EBIT mln. € | 536 | 971 | 865 | 674 | 478 | ||
% ROCE-wijziging tegenover het vorige jaar | -4,0% | 83,5% | -13,5% | -29,7% | -8,6% | ||
% EBIT-wijziging tegenover het vorige jaar | 5,4% | 81,1% | -11,0% | -22,0% | -29,1% |
De verhouding tussen de totale remuneratie van de CEO in 2024 en de laagste totale jaarlijkse remuneratie onder werknemers (België) op basis van een voltijds equivalent is 46.
De verhouding tussen de totale remuneratie van de CEO in 2024 en de mediaan van de totale jaarlijkse remuneratie van alle werknemers (België, exclusief de CEO) op basis van een voltijds equivalent is 27.
Met ingang van het prestatiejaar 2022 werd een Performance Share Unit-regeling (PSU-regeling) ingevoerd, ter vervanging van de uitgestelde variabele regeling in geld die tot prestatiejaar 2021 van kracht was. In het kader van die PSU-regeling worden PSU’s voorwaardelijk toegekend aan de leden van het ELT. De PSU’s zijn verworven na drie jaar, afhankelijk van het behalen van vooraf vastgestelde prestatiedoelstellingen en op voorwaarde van voortzetting van het dienstverband op de datum van verwerving. De doelstellingen worden vastgelegd door de raad van toezicht op voorstel van het benoemings- en remuneratiecomité en omvatten meetbare financiële en duurzaamheidsdoelstellingen. (Zie Tabel 13.4 voor de doelstellingen en resultaten van de PSU-regeling 2022 en het remuneratieverslag 2022 en 2023 voor resp. de PSU-prestatiedoelstellingen voor 2023 en 2024).
Tabel 13.6 geeft een overzicht van het aantal PSU's die werden toegekend in 2024 en de voornaamste bepalingen van de PSU-regeling. Het aantal in 2024 voorwaardelijk toegekende PSU's werd bepaald door de waarde van de beoogde PSU-toekenning te delen door de koers van het Umicore-aandeel op Euronext Brussel gelijk aan de slotkoers van het aandeel op de dag voor de toekenningsdatum of de gemiddelde slotkoers van de laatste 30 kalenderdagen voor de toekenningsdatum, als die lager is. De tabel bevat ook de PSU’s 2022 die verworven werden op 1 maart 2025 aan het einde van het driejarige prestatievenster (2022-2023-2024).
Toekenning en onvoorwaardelijk worden | ||
---|---|---|
Naam |
Aantal PSU’s ontvangen in 2024 PSU-regeling 2024 |
Aantal PSU's onvoorwaardelijk geworden in 2025 PSU-regeling 2022 |
Fonseca Nordang A. | 17.108 | |
Olbrechts G. | 18.663 | |
Peferoen W. | 18.663 | 2.193 |
Sap B. | 28.086 | 7.718 |
Slenders V. | 18.663 | |
Verhelle J. | 11.698 | |
Daufenbach F. (voormalige EVP)1 | 17.108 | |
Goffaux D. (voormalige EVP) | 7.718 | |
Kiessling R. (voormalige EVP) | 18.663 | 7.718 |
Miedreich M. (voormalige CEO)1 | 32.141 | |
Nolens G. (voormalige EVP) | 17.108 | 7.718 |
Platteeuw F. (voormalige CFO) | 5.789 |
Belangrijkste bepalingen van de uitstaande PSU-regelingen | ||||
---|---|---|---|---|
PSU-regeling |
Toekennings- datum |
Datum onvoorw. toez. |
Prestatieperiode Start – Einde | |
2024 (Sap B./Verhelle J.) | 16-5-2024 | 1-3-2027 | 1-1-2024 | 31-12-2026 |
2024 | 1-3-2024 | 1-3-2027 | 1-1-2024 | 31-12-2026 |
2023 (Fonseca Nordang A.) | 1-9-2023 | 1-3-2026 | 1-1-2023 | 31-12-2025 |
2023 (Olbrechts G.) | 1/08/2023 | 1-3-2026 | 1-1-2023 | 31-12-2025 |
2023 (Slenders V.) | 1/06/2023 | 1-3-2026 | 1-1-2023 | 31-12-2025 |
2023 | 1-3-2023 | 1-3-2026 | 1-1-2023 | 31-12-2025 |
Het onvoorwaardelijk worden van PSU's is afhankelijk van:
een voortgezet mandaat als lid van het ELT, voor zover van toepassing in het kader van de PSU-regeling. Die vereiste is niet van toepassing op leden van het ELT die vóór 1 april 2021 benoemd zijn (tenzij in geval van beëindiging om dringende reden); en
de verwezenlijking van PSU-prestatiedoelstellingen zoals vastgelegd door de raad van toezicht. Als en wanneer PSU's verworven worden, is dat evenredig tot het totale gewogen behaalde toekenningspercentage. Dat kan variëren van 0 tot 125%, pro rata voor het aantal maanden dat een lid van het ELT zetelde in het betreffende prestatiejaar.
Tabel 13.7 geeft een overzicht van het aantal toegekende aandelenopties op Umicore-aandelen voor in 2024 geleverde diensten tijdens het mandaat van elk lid van het ELT, het aantal in de loop van het verslagjaar uitgeoefende en vervallen aandelenopties en de voornaamste bepalingen van de uitstaande aandelenoptieplannen.
In tegenstelling tot in andere landen zijn volgens de Belgische wet belastingen op aandelenopties verschuldigd op het moment dat ze worden toegekend. Daarom, en zoals bij andere Belgische ondernemingen, omvatten de Umicore Incentive Stock Option Plans geen prestatiegerelateerde voorwaarden.
Informatie voor alle uitgeoefende opties en andere aandelengerelateerde transacties is terug te vinden op de website van de Financial Services and Markets Authority (FSMA).
Transacties in verslagjaar 2024 | ||||
---|---|---|---|---|
Naam |
Toegekende opties |
Uitgeoefende opties |
Vervallen opties | |
Fonseca Nordang A. | ISOP 2024 | 30.000 | 0 | 0 |
Olbrechts G. | ISOP 2024 | 30.000 | 0 | 0 |
Peferoen W. | ISOP 2024 | 30.000 | 0 | 0 |
Sap B. | ISOP 2024 | 60.000 | 0 | 0 |
Slenders V. | ISOP 2024 | 30.000 | 0 | 0 |
Daufenbach F. (voormalige EVP) | ISOP 2024 | 30.000 | 0 | 0 |
Miedreich M. (voormalige CEO) | ISOP 2024 | 125.000 | 0 | 0 |
Kiessling R. (voormalige EVP) | ISOP 2024 | 30.000 | 0 | 0 |
Nolens G. (voormalige EVP) | ISOP 2024 | 30.000 | 0 | 0 |
Belangrijkste bepalingen van de uitstaande aandelenoptieregelingen | ||||
---|---|---|---|---|
ISOP-regeling |
Toekennings- datum |
Uitoefenings- prijs |
Prestatievenster Start – Einde Start | |
2024 (Sap B.) | 16-5-2024 | 20,96 | 16-5-2027 | 15-5-2031 |
2024 | 19-2-2024 | 20,67 | 19-2-2027 | 18-2-2031 |
2023 (Slenders V.) | 1-6-2023 | 26,00 | 1-6-2026 | 31-5-2030 |
2023 | 16-2-2023 | 32,69 | 16-2-2026 | 15-2-2030 |
2022 | 16-2-2022 | 33,22 | 16-2-2025 | 15-2-2029 |
2021 | 11-2-2021 | 47,08 | 11-2-2024 | 10-2-2028 |
2020 | 10-2-2020 | 42,05 | 10-2-2023 | 9-2-2027 |
2019 | 11-2-2019 | 34,08 | 1-3-2022 | 10-2-2026 |
2018 | 9-2-2018 | 40,90 | 1-3-2021 | 8-2-2025 |
Tabel 13.8 geeft een overzicht van de aandelen die in 2024 werden toegekend voor diensten geleverd in 2023. Aandelen werden toegekend op 19 februari 2024 en werden gewaardeerd tegen de reële marktwaarde op € 20,67 per aandeel, gelijk aan de slotkoers van het aandeel op de dag voor de leveringsdatum of de gemiddelde slotkoers van de laatste 30 kalenderdagen voor de leveringsdatum, als die lager is. Voor Duitsland werden de aandelen gewaardeerd op € 20,26. Voor aandelen geldt een lock-upperiode van drie jaar tot 18 februari 2027. De onderstaande tabel houdt geen rekening met de Umicore-aandelen die voortvloeien uit de vereffening van de jaarlijkse bonus.
Volgens het Beleid moet de CEO binnen de vijf jaar na zijn benoeming minstens 30.000 Umicore-aandelen opbouwen, die hij gedurende zijn hele mandaat moet behouden. Die vereiste geldt ook voor de andere leden van het ELT met een minimum van 15.000 aandelen.
Op 31 december 2024 bereikte Bart Sap dit minimaal vereiste aandelenbezit. De andere leden van het ELT zitten nog in de periode van vijf jaar om het vereiste minimum op te bouwen.
De leden van het ELT bezaten op 31 december 2024 samen een totaal van 179.924 aandelen.
Naam |
Aantal aandelen ontvangen in 2024 voor 2023 | Opmerking |
---|---|---|
Fonseca Nordang A. | 667 | Pro rata de diensten in 2023 |
Olbrechts G. | 834 | Pro rata de diensten in 2023 |
Peferoen W. | 2.000 | |
Sap B. | 2.000 | |
Slenders V. | 1.167 | Pro rata de diensten in 2023 |
Daufenbach F. (voormalige EVP) | 2.000 | |
Goffaux D. (voormalige EVP) | 834 | Pro rata de diensten in 2023 |
Kiessling R. (voormalige EVP) | 2.000 | |
Miedreich M. (voormalige CEO) | 2.000 | |
Nolens G. (voormalige EVP) | 2.000 |
Tabel 13.9 geeft een overzicht van de aandelen die in 2024 werden toegekend aan leden van de raad van toezicht voor diensten geleverd in 2024. Aandelen werden toegekend op 13 mei 2024 en werden gewaardeerd tegen de reële marktwaarde van het aandeel op € 21,26, gelijk aan de slotkoers van het aandeel op de dag voor de leveringsdatum of de gemiddelde slotkoers van de laatste 30 kalenderdagen voor de leveringsdatum, als die lager is. Aandelen moeten worden aangehouden tot minimaal één jaar nadat het lid de raad van toezicht verlaat en minimaal drie jaar na de leveringsdatum.
De leden van de raad van toezicht bezaten op 31 december 2024 samen een totaal van 2.090.431 aandelen.
Naam |
Aantal aandelen ontvangen in 2024 | Opmerkingen |
---|---|---|
Leysen T. | 2.000 | |
Behrendt B. | 1.000 | |
Chombar F. | 1.000 | |
Debackere K. | 1.000 | |
Eykerman P. | 167 | Pro rata de diensten in 2024 |
Garrett M. | 1.000 | |
Grynberg M. | 1.000 | |
Henwood A. | 1.000 | |
Oudéa F. | 683 | Pro rata de diensten in 2024 |
Raets L. | 1.000 | |
Armero M. (voormalig lid) | 317 | Pro rata de diensten in 2024 |
Het remuneratieverslag 2023 kreeg 91,87% van de stemmen van de aandeelhouders (zonder rekening te houden met de onthoudingsstemmen, zoals bepaald in de Belgische vennootschapswetgeving), tegenover 90,74% het vorige jaar.
Het remuneratieverslag 2023 bevatte de financiële doelstellingen voor 2024 en de duurzaamheids-/ESG-doelstellingen. Die doelstellingen zijn in overeenstemming met Umicore’s Let’s Go for Zero-ambities onder de Umicore 2030 RISE-strategie om de duurzame creatie van waarde op lange termijn te bevorderen. Umicore zal ver reikende en haalbare doelen blijven vastleggen en die vooraf bekendmaken. Voor meer informatie over de prestatiedoelstellingen voor 2025, zie tabel 13.10.
Regeling voor jaarlijkse variabele vergoeding (prestaties op 1 jaar) | Gewicht |
Doel 2025 Toekenning 100% |
Drempel Toekenning % |
Maximum Toekenning % |
---|---|---|---|---|
ROCE | 15% | 12,5% | 7,5% Toekenning 0% | ≥17,5% Toekenning 150% |
Aangepaste EBITDA | 15% | Bepaald door de raad van toezicht1 | 90% Toekenning 50% (Onder 90% = toekenning 0%) | ≥105% Toekenning 150% |
Frequentiegraad van gebeurtenissen inzake procesveiligheid (PSEFR) | 5% | Daling met 44,1% tegen 2025 (t.o.v. 2022) + afwezigheid van gebeurtenissen inzake procesveiligheid met materiële impact op milieu of gezondheid | Daling met 39,2% Toekenning 50% (Onder 39,2% = toekenning 0%) | ≥48% Toekenning 150%2 |
Safety walks/rondes (gemiddelde per operationeel manager, per maand) | 5% | 3 | 2,7 Toekenning 0% | ≥3n3 Toekenning 150%2 |
Frequentiegraad van alle te registreren letsels (TRIR) | 5% | Daling met 47,4% (t.o.v. 2021) | Daling met 31,6% Toekenning 50% (Onder 31,6% = toekenning 0%) | ≥54,7% Toekenning 150%2 |
Werknemersbetrokkenheid (EE) | 5% | Stijging met 4,5% tegen 2025 (t.o.v. 2024) | 3% Toekenning 0% | ≥7,5% Toekenning 150%2 |
Individuele prestaties | 50% | Jaarlijks vastgelegd | Toekenning 0% | Toekenning 120% |
Performance Share Unit-regeling (prestaties op 3 jaar) | ||||
---|---|---|---|---|
ROCE (gemiddelde 2025-2026-2027) | 25% | 12,5% | 7,5% Toekenning 0% | ≥17,5% Toekenning 150% |
Totaal aandeelhoudersrendement (TSR) | 25% | In top 50% van 12 vergelijkbare ondernemingen | Zesde plaats Toekenning 25% (niet in top 50% = toekenning 0%) | Eerste plaats Toekenning 150% |
Broeikasgasemissies – Scope 1+2 | 25% | Daling met 22% tegen 2027 (t.o.v. 2019) | 21% Toekenning 0% | >22% Toekenning 150%2 |
Broeikasgasemissies – Scope 3 | 12,5% | Betrokken leveranciers dekken 40% van de bij SBTi ingediende Scope 3 categorie 1-emissies | 35% Toekenning 0% | ≥45% Toekenning 150%2 |
Genderevenwicht in management (35% vrouwen tegen 2030) | 12,5% | 31% | 30% Toekenning 0% | ≥31,5% Toekenning 150%2 |
Doeltreffend risicobeheer is cruciaal voor het succes en de duurzaamheid van een organisatie, vooral in de huidige complexe bedrijfsomgeving. Als risico's niet goed worden beheerd, kunnen ze een negatieve invloed hebben op de resultaten, de reputatie en de waarde voor stakeholders. Umicore’s risicobeheersysteem is erop gericht risico's en kansen proactief in kaart te brengen en te beperken tot een aanvaardbaar niveau.
In uitdagende tijden die gekenmerkt worden door economische en geopolitieke onzekerheid, klimaatverandering en technologische vooruitgang is een solide risicobeheerproces met een sterke governance essentieel voor het behalen van de strategische doelstellingen.
De Groep is blootgesteld aan verschillende financiële, operationele en strategische risico's die de financiële resultaten kunnen beïnvloeden. Financiële risico's omvatten wijzigingen in metaalprijzen, wisselkoersen, marktomstandigheden, rentevoeten, krediet en liquiditeit. Ons risicobeheerprogramma beperkt die risico's via verschillende technieken, waaronder verzekeringen en een jaarlijkse beoordeling van de bedrijfsvoeringsrisico’s (BRA – business risk assessment). Die jaarlijkse beoordeling, die wordt onderschreven door de raad van toezicht, bewaakt de naleving van wet- en regelgeving en analyseert strategische, operationele en financiële risico's en kansen op basis van hun tijdshorizon, waarschijnlijkheid en impact.
Umicore’s Enterprise Risk Management (ERM)-raamwerk volgt het model van de drie verdedigingslinies:
Eerste lijn: business units identificeren en beheren risico's en kansen en implementeren de nodige acties.
Tweede lijn: de corporate afdelingen werken samen met individuele business units en Enterprise Risk Management om zowel externe als interne risico's te beperken.
Derde lijn: internal Audit beoordeelt de doeltreffendheid van het risicobeheerproces en stemt het auditplan af op de ERM-prioriteiten.
Het auditcomité van de raad van toezicht beoordeelt alle risico's en kansen op groepsniveau. De plenaire vergadering van de raad van toezicht keurt die beoordeling vervolgens goed en bepaalt zo de risicobereidheid en de risicotolerantie. Het Executive Leadership Team (ELT) zal als ‘uitvoerend risico-eigenaar’ en ‘expert ter zake’ beslissingen over risicoprioriteiten nemen en ondersteunen op basis van een regelmatige beoordeling van de belangrijkste risico's voor de strategische doelstellingen van de Groep.
Umicore gebruikt verzekeringen als een mechanisme voor risico-overdracht om zich in te dekken tegen verschillende risico's, waaronder schade aan eigendommen en onderbreking van de bedrijfsactiviteit, aansprakelijkheid, arbeidsongevallen, vervoer, aansprakelijkheid van bestuurders en directieleden, milieuaansprakelijkheid, cyberrisico en kredietrisico. Umicore maakt ook gebruik van een herverzekeringscaptive in Luxemburg om bepaalde verzekerbare risico's intern te houden voor ze worden overgedragen naar de directe verzekeringsmarkt. De verzekeringslijnen en de respectieve verzekerde limieten worden regelmatig herzien om ze af te stemmen op risicobeoordelingen en de risicobereidheid van de Groep.
Umicore’s internecontrolesysteem is een cruciaal onderdeel van het risicobeheer. Het zorgt er via verschillende mechanismen voor dat de doelstellingen worden behaald. Die mechanismen richten zich op:
Operationele doeltreffendheid en efficiëntie
Financiële processen en verslaggeving
Naleving van wet- en regelgeving
Beperking van fouten en frauderisico's
Umicore hanteert het COSO-raamwerk (Committee of Sponsoring Organizations) en integreerde het in haar organisatie en processen. De basis van dit systeem zijn de Umicore Way en de gedragscode, onderbouwd met duidelijke rollen en verantwoordelijkheden.
De mechanismen voor interne controle worden specifiek afgestemd op business units en aangestuurd door corporate diensten. Ze omvatten domeinen als beveiliging, veiligheid en gezondheid, personeelszaken (P&O), IT, juridische zaken, naleving van handelsnormen, O&O en het beheer van toeleveringsketens.
Het systeem met minimale internecontrolevereisten (MICR – minimum internal control requirements) richt zich op financiële risico's en verbetert de betrouwbaarheid van de verslaggeving door de toepassing van uniforme controles te vereisen in 12 processen. Er werden vorig jaar nieuwe controles toegevoegd inzake omkoping, mensenrechten, eerlijke concurrentie en niet-financiële verslaggeving (CSRD).
Belangrijke aspecten zijn de scheiding van bevoegdheden en de duidelijke toewijzing van rollen. De MICR-naleving wordt opgevolgd door zelfevaluaties, die worden gerapporteerd aan het hoger management en worden beoordeeld door Internal Audit. In 2024 werden de controlecycli voor Taxes, People & Organization en Treasury bijgewerkt. Voor 2025 staan verdere beoordelingen gepland. De risicobeoordelingen en de risicobeperkende maatregelen worden voortdurend opgevolgd.
De volgende strategische, operationele en financiële risico's en kansen met een mogelijke invloed op Umicore’s activiteiten en de winstgevendheid werden geïdentificeerd in de beoordelingen van de bedrijfsvoeringsrisico’s (BRA – business risk assessment) die in 2024 werden uitgevoerd samen met de verschillende business units en corporate afdelingen.
Na onze voorbereiding op de CSRD-implementatie in 2023 ontwikkelden we de internecontrolesystemen voor ons proces voor duurzaamheidsrapportering verder. Onze controles voor duurzaamheidsrapportering voldoen aan de principes van het COSO-raamwerk (Committee of Sponsoring Organizations), in lijn met de controles voor financiële verslaggeving. Umicore’s interne-controle-afdeling houdt toezicht op het ontwerp en de doeltreffendheid van de controles. Umicore’s interne-controle-afdeling rapporteert regelmatig aan het auditcomité van de raad van toezicht.
Umicore werkt onder meer voor de auto-industrie en de sector voor de ontginning en raffinage van non-ferrometalen. De Vennootschap is dan ook gevoelig voor marktverstoringen in die sectoren.
De transformatie van de auto-industrie brengt aanzienlijke risico's met zich mee. Daarbij komt de huidige onzekerheid in die sector. Autofabrikanten wijzigen hun productieplannen op basis van de afnemende vraag en economische en politieke onzekerheden, onder meer door hun personeelsbestand in te krimpen en elektrificatie-inspanningen uit te stellen. Die onzekerheid kan een invloed hebben op het vermogen van Umicore om de vraag te voorspellen en de middelen efficiënt te beheren.
In 2024 werd Umicore geconfronteerd met een uitdagende marktomgeving, vooral in haar activiteit voor batterijmaterialen. De aanzienlijke terugschroeving van de groeiprognoses voor elektrische voertuigen (EV's) heeft een invloed op de vraag naar batterijmaterialen van Umicore.
Ondanks al die uitdagingen blijven Umicore’s oorspronkelijke activiteiten – Catalysis, Recycling en Specialty Materials – goede resultaten neerzetten, met sterke winstcijfers en kasstromen.
Als materiaaltechnologiegroep legt Umicore zich toe op innovatieve geavanceerde materialen en processen. Dat houdt zowel kansen als risico's in. Zo wordt Umicore geconfronteerd met uitdagingen als het huidige macro-economische klimaat, de onzekerheid in de auto-industrie en de snelle opkomst van nieuwe technologieën.
De verdere toename van het marktaandeel van LFP-batterijen (lithium-ijzer-fosfaat, een chemische verbinding die Umicore niet produceert) in China en daarbuiten blijft een risico vormen. Al biedt Umicore in de NMC-familie ook een brede waaier van chemische verbindingen voor batterijen aan die kunnen concurreren met LFP. Bovendien blijft Umicore geavanceerde materialen ontwikkelen voor solid state-batterijen, anodematerialen en andere opkomende technologieën. Dat biedt opportuniteiten op lange termijn.
Het ontwikkelen van essentiële technologieën en het opvolgen van de marktontwikkelingen blijven echter essentieel voor risicobeperking.
Umicore blijft zich inzetten voor innovatie in alle domeinen die verband houden met haar kernactiviteiten: Battery Materials, Recycling, Catalysis en Specialty Materials, maar ook in nieuwe domeinen zoals PEM-brandstofcellen, batterijrecyclage en katalysatoren.
Terwijl de vertraging van de EV-markt aanzienlijke uitdagingen met zich meebrengt, speelt Umicore in op haar sterktes in andere domeinen om zich staande te houden in de huidige context en toekomstige opportuniteiten te kunnen benutten.
Umicore patenteert uitvindingen en nieuwe technologieën. In 2024 registreerden we 106 nieuwe octrooifamilies.
Geopolitieke spanningen en handelsonzekerheid zorgen voor een uitdagende context, met gevolgen voor de langetermijnplanning en de investeringsbeslissingen.
De aanhoudende militaire agressie van Rusland in Oekraïne blijft de wereldwijde geopolitieke spanningen aanwakkeren, met een negatieve invloed op de wereldeconomie als gevolg. Sancties en tegensancties tussen Rusland en andere landen, gecombineerd met de crisisgebonden risico's, hebben een invloed op verschillende sectoren, onder meer op het gebied van productiekosten, energie-infrastructuur en cyberveiligheid. Welke gevolgen de Russische acties op lange termijn hebben voor de wereldeconomie en onze activiteiten zal pas later duidelijk worden.
Potentiële verschuivingen in het industrie- en handelsbeleid van de belangrijkste geïndustrialiseerde landen, het ontstaan van nieuwe geopolitieke risico's of de escalatie van bestaande risico's kunnen leiden tot een uitbreiding van de handelsbeperkingen of de invoering van internationale invoerrechten en sancties. Die ontwikkelingen kunnen het herstel en de groei van de wereldeconomie verder belemmeren en mogelijk de wereldwijde handelsstromen verstoren. Dergelijke sancties en handelsbeperkingen kunnen de vraag naar onze producten negatief beïnvloeden en zo ook onze winstgevendheid.
Daarnaast leidt het resultaat van de Amerikaanse presidents- en congresverkiezingen in 2024 tot nog meer onzekerheid voor bedrijven wereldwijd. De regering-Trump heeft aangegeven invoerrechten te willen heffen op goederen uit verschillende landen, wat de EU en andere landen kan aanzetten tot het nemen van vergeldingsmaatregelen. Die protectionistische houding kan de trans-Atlantische handelsbetrekkingen onder druk zetten, waardoor de vraag naar exportproducten kan afnemen en de winstgevendheid kan dalen.
Het opleggen van tarieven op materialen die worden gebruikt voor schone mobiliteit, zoals batterijcomponenten of katalysatoren, zou die uitdagingen nog kunnen versterken. Dat zou namelijk kunnen leiden tot hogere productiekosten, verstoringen van de toeleveringsketen en een verminderd concurrentievermogen op de Amerikaanse markt. De onzekerheid rond dit beleid kan ook een rem zetten op langetermijninvesteringen en innovatie in de sector van schone mobiliteit. Anderzijds kan dit ook opportuniteiten bieden voor Umicore, dat wereldwijd actief is met productiesites in verschillende landen, om de Amerikaanse markt te bedienen vanuit andere, minder getroffen landen. Dat nieuwe beleid kan ook aanzienlijke gevolgen hebben voor fabrikanten van kathodematerialen, vooral door mogelijke wijzigingen aan de Inflation Reduction Act (IRA) en het handelsbeleid. Een afzwakking van de IRA kan leiden tot een verminderde interesse voor de productie van EV’s en dus ook tot een daling van de vraag naar batterijmaterialen, vooral gezien het tragere tempo van de decarboniseringsinspanningen in de VS.
China's exportbeperkingen op bepaalde materialen en de onlangs aangekondigde vergelijkbare beperkingen op de export van bepaalde technologieën kunnen de toeleveringsketens aanzienlijk verstoren en de kosten voor niet-Chinese multinationals verhogen. Dat kan leiden tot productievertraging en een verminderd concurrentievermogen als gevolg van hogere prijzen en beperkte toegang tot kritieke grondstoffen.
Duurzaamheidsgerelateerde impacts, risico's en kansen (IRO’s – impacts, risks and opportunities) (met inbegrip van duurzame en ethische toelevering) voor de Groep komen afzonderlijk aan bod onder Duurzaamheidsverklaring in dit jaarverslag.
Umicore’s bedrijfsactiviteiten zijn sterk afhankelijk van IT-diensten. Cyberveiligheid is dan ook van cruciaal belang. Cyberincidenten zouden servers kunnen platleggen, gegevensinbreuken veroorzaken en de productie verstoren, met gevolgen voor klanten en de financiële resultaten. Een inbreuk op intellectueel eigendom zou onze concurrentiepositie kunnen aantasten, terwijl onrechtmatige wijzigingen in financiële gegevens de rapportering aan de aandeelhouders zouden kunnen beïnvloeden. Inbreuken in verband met persoonsgegevens tot slot zouden kunnen leiden tot boetes en reputatieschade.
In 2024 is het aantal wereldwijd gerapporteerde cyberaanvallen sterk gestegen. 40% van die incidenten waren ransomware-aanvallen. De wereldwijde kosten van cybercriminaliteit worden geschat op $ 9,5 biljoen, een duidelijk bewijs van de toenemende financiële implicaties. Sectoren als de gezondheidszorg en de auto-industrie werden al getroffen door grootschalige aanvallen. Ook cyberincidenten bij onze leveranciers of klanten kunnen voor ons gevolgen hebben, zowel lokaal, regionaal of wereldwijd.
Artificiële intelligentie (AI) brengt zowel risico's als kansen met zich mee. AI-gestuurde cyberaanvallen worden steeds geavanceerder, waardoor de dreiging steeds groter wordt. Het biedt echter ook aanzienlijke opportuniteiten om de cyberveiligheid op te schroeven, de productieprocessen te optimaliseren en de besluitvorming te verbeteren. Met behulp van AI kan Umicore cyberbedreigingen beter detecteren en bestrijden, activiteiten stroomlijnen en onze concurrentiepositie vrijwaren.
Umicore blijft haar informatiebeveiliging en de cyberweerbaarheid van haar IT-landschap regelmatig evalueren en verbeteren om het hoofd te bieden aan evoluerende bedreigingen. Een beveiligingsoperatiecentrum analyseert de logbestanden van onze systemen en waarschuwt ons voor elke verdachte activiteit. Wij laten ons testen door ethische hackers en scannen al onze hardware en software op technische kwetsbaarheden.
De wijzigingen in regelgeving wereldwijd houden zowel risico's als kansen in voor Umicore. De verdere verstrenging van de wetgeving rond milieu, duurzaamheid en veiligheid en gezondheid vereist aanhoudende verbeteringen en investeringen, wat leidt tot hogere kosten en een mogelijke verstoring van het concurrentievermogen. De gewijzigde milieuvereisten voor Umicore's recyclagefabriek in Hoboken (België) omvatten bijvoorbeeld strengere grenswaardes voor het loodgehalte in het bloed van kinderen in de omgeving. De niet-naleving hiervan kan een impact hebben op de winst.
Regelgeving zoals de Europese Green Deal, de EU-Taxonomieverordening, de CSRD en de CSDDD stimuleren duurzaamheid door het gebruik van schone energie, emissiereducties en transparantie op te leggen. Die regelgeving vereist uitgebreide rapportering en solide gegevensbeheer. Naast het stimuleren van duurzame praktijken bevordert dit zo ook de transparantie en het beleggersvertrouwen. Het aangekondigde omnibusvoorstel van de EU wil een evenwicht vinden tussen de noodzaak van strenge duurzaamheidsregels enerzijds en de praktische uitvoerbaarheid en economische concurrentiekracht anderzijds. Die wijzigingen brengen zowel uitdagingen (bv. onzekerheid over de regelgeving of mogelijke afzwakking van normen) als kansen (bv. vereenvoudigde rapportering of verbeterd concurrentievermogen) met zich mee. Het zal zaak zijn om de vinger aan de pols te houden en zich aan te passen aan de veranderende regelgeving.
Ook de trend naar elektrificatie en strengere emissiebeperkingen biedt opportuniteiten. Terwijl Europa nieuwe auto's met verbrandingsmotor wil verbieden tegen 2035, loopt het niet zo’n vaart in andere regio's. Dat kan een tijdelijke impact hebben op Umicore’s activiteiten, maar kan op langere termijn marktopportuniteiten bieden.
De nieuwe Amerikaanse regering kan een aanzienlijke impact hebben op fabrikanten van batterijmaterialen. De toekomst van de Inflation Reduction Act (IRA) onder die nieuwe regering blijft namelijk onzeker. Er werden al enkele uitvoeringsbesluiten uitgevaardigd om de financiering van bepaalde IRA-componenten op te schorten, waaronder stimuleringsmaatregelen voor schone energie en subsidies voor elektrische voertuigen. Toekomstige belangrijke wijzigingen zullen afhangen van verdere politieke ontwikkelingen.
Zelfs als sommige regelgevingen (tijdelijk) minder beperkend zouden worden, kan Umicore op lange termijn voordeel halen uit trends zoals verminderde voertuigemissies, elektrificatie en de circulaire economie. Evoluerende regelgeving zal de ontwikkeling van betere technologieën stimuleren, wat zowel het milieu als de maatschappij ten goede zal komen.
Regelgeving over de inhoud van producten (bv. REACH) beïnvloedt bedrijfs- en technologiekeuzes. Gegevensbescherming en het beheer en de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten zijn van cruciaal belang voor technologiegedreven bedrijven zoals Umicore. Gegevensinbreuken kunnen met name een impact hebben op de activiteiten en juridische stappen vereisen.
De steeds complexere nationale en internationale fiscale regelgeving (bv. in Brazilië en de initiatieven van de OESO) betekent dat er meer inspanningen vereist zijn om de naleving van de belastingwetgeving te garanderen. Ondanks proactief management kunnen die onzekerheden de winst beïnvloeden. Umicore blijft onzekere belastingposities opvolgen en er voorzieningen voor aanleggen.
Als Umicore er niet in slaagt om getalenteerde werknemers aan te trekken en te behouden kan dat de verwezenlijking van haar strategische doelstellingen in het gedrang brengen.
Het , is niet makkelijk, vooral in moeilijke economische omstandigheden, maar wel noodzakelijk om werknemers betrokken en gemotiveerd te houden.
Het fysieke, mentale, sociale en beroepsmatige welzijn van onze werknemers is van cruciaal belang. Stress verminderen en een beter inzicht verwerven in lokale werkculturen zijn dan ook sleutelelementen in Umicore’s welzijnsprogramma's.
Voor meer informatie hierover, zie Duurzaamheidsverklaring.
De continuïteit van Umicore’s productiefaciliteiten kan in het gedrang komen door bijvoorbeeld grootschalige branden, ernstige machinebreuk, ernstige ongevallen, natuurrampen en milieu-incidenten. Ook arbeidsgeschillen, cyberaanvallen of malware, de beschikbaarheid van het personeel als gevolg van pandemieën of de strijd om talent, de beschikbaarheid en duurzame bevoorrading van kritieke grondstoffen en verstoringen van de toeleveringsketens in het algemeen kunnen een impact hebben op (een deel van) Umicore’s activiteiten. Ondanks noodplannen kunnen dergelijke verstoringen, als ze langere tijd aanhouden, leiden tot aanzienlijke financiële verliezen en uiteindelijk tot permanent verlies van klanten.
Umicore loopt risico's op korte termijn door de volatiliteit van de metaalprijzen. Dat kan een impact hebben op de winst uit verwerkte of gerecycleerde metalen zoals platina, palladium, rodium, goud, zilver en verschillende basis- en speciale metalen. Transactionele risico’s ontstaan als gevolg van prijsverschillen door het tijdsverloop tussen de inkoop van grondstoffen en de verkoop van producten. Om die risico’s te beperken, dekt Umicore metalen zoals lithium en mangaan af en behandelt ze die als belangrijke onderdelen voor herlaadbare batterijen.
Umicore haalt edelmetalen en schaarse metalen uit eigen recyclageactiviteiten en bij producenten van primaire metalen, waarbij de beschikbaarheid van metalen zoals nikkel, lithium en kobalt een langetermijnrisico vormt.
De metaalschaarste neemt toe als gevolg van de spanningen tussen vraag en aanbod en van geopolitieke factoren.
Om de volatiliteit te beperken en de winst veilig te stellen, heeft Umicore de afdekking van haar blootstelling aan termijnmetaalprijzen opgetrokken tegenover vorige jaren. Daartoe werden aanzienlijke lock-ins vastgelegd voor metalen zoals palladium, rodium, goud, zilver en platina tot 2028.
Het beleid van de Groep bestaat erin transactionele risico’s zoveel mogelijk af te dekken, vooral via termijncontracten. Voor bepaalde metalen, zoals kobalt en lithium, bestaan er geen derivatenmarkten of is er onvoldoende liquiditeit voor termijncontracten. Om het prijsrisico op transacties met die metalen te beperken, maakt Umicore daarom zoveel mogelijk gebruik van back-to-back-afdekkingen. Voor meer informatie hierover, zie Jaarrekening.
In duizend € | Toelichtingen | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|
Omzet | F9 | ||
Overige bedrijfsopbrengsten | F9 | ||
Bedrijfsopbrengsten | |||
Grond- en hulpstoffen | F9 | ( | ( |
Bezoldigingen en personeelsvoordelen | F10 | ( | ( |
Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | F9 | ( | ( |
Overige bedrijfskosten | F9 | ( | ( |
Bedrijfskosten | ( | ( | |
Opbrengsten (verliezen) uit overige financiële activa | F12 | ( | |
Resultaat uit bedrijfsactiviteiten | ( | ||
Financiële opbrengsten | F11 | ||
Financiële lasten | F11 | ( | ( |
Winsten en verliezen uit wisselkoersverschillen | F11 | ( | ( |
Aandeel in resultaat van ondernemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode | F17 | ( | |
Resultaat vóór winstbelastingen | ( | ||
Winstbelastingen | F13 | ( | ( |
Resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | ( | ||
Resultaat van de periode | ( | ||
waarvan minderheidsbelangen | ( | ( | |
waarvan aandeel van de Groep | ( |
(EUR) | |||
---|---|---|---|
Gewone winst per aandeel uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | F40 | - | |
Verwaterde winst per aandeel uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | F40 | - | |
Betaald dividend per aandeel |
De Toelichtingen F1 tot Verkorte jaarrekening van de moedermaatschappij maken integraal deel uit van deze geconsolideerde jaarrekening.
In duizend € | Toelichtingen | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|
Resultaat van de periode uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | ( | ||
Posten in overige onderdelen van het totaalresultaat die niet naar de winst-en-verliesrekening geherclassificeerd zullen worden | |||
Wijzigingen door herwaarderingen van verplichtingen uit hoofde van vergoedingen na uitdiensttreding | F28 | ( | |
Wijzigingen in uitgestelde belastingen rechtstreeks opgenomen in overige onderdelen van het totaalresultaat | ( | ||
Posten in overige onderdelen van het totaalresultaat die later naar de winst-en-verliesrekening geherclassificeerd kunnen worden | |||
Wijzigingen in overige beleggingen in eigenvermogensinstrumenten gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in reserves uit overige onderdelen van het totaalresultaat | ( | ||
Wijzigingen in kasstroomafdekkingsreserves | ( | ||
Wijzigingen in uitgestelde belastingen rechtstreeks opgenomen in overige onderdelen van het totaalresultaat | ( | ||
Wijzigingen in omrekeningsverschillen | ( | ( | |
Overige onderdelen van het totaalresultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | F24 | ( | ( |
Totaalresultaat voor de periode | ( | ||
toerekenbaar aan de Groep | ( | ||
toerekenbaar aan minderheidsbelangen | ( | ( | |
Totaalresultaat voor de periode | ( |
Het effect van de uitgestelde belastingen op het geconsolideerde overzicht van het totaalresultaat heeft te maken met veranderingen in de kasstroomafdekkingsreserves voor €
De bewegingen op wisselkoersverschillen hebben voornamelijk betrekking op de koersdaling van de BRL (€ -
De Toelichtingen F1 tot Verkorte jaarrekening van de moedermaatschappij maken integraal deel uit van deze geconsolideerde jaarrekening.
In duizend € | Toelichtingen | 31/12/2023 | 31/12/2024 |
---|---|---|---|
Vaste activa | |||
Immateriële activa | F14, F15 | ||
Materiële vaste activa | F16 | ||
Investeringen verwerkt volgens de 'equity'-methode | F17 | ||
Overige beleggingen in eigenvermogensinstrumenten | F19 | ||
Toegekende leningen | F19 | ||
Handels- en overige vorderingen | F21 | ||
Uitgestelde belastingvorderingen | F22 | ||
Vlottende activa | |||
Toegekende leningen | F19 | ||
Voorraden | F20 | ||
Handels- en overige vorderingen | F21 | ||
Vorderingen uit winstbelastingen | F22 | ||
Geldmiddelen en kasequivalenten | F23 | ||
Activa aangehouden voor verkoop | F43 | ||
Totaal van de activa | |||
Eigen vermogen van de Groep | |||
Eigen vermogen van de aandeelhouders van de Groep | |||
Aandelenkapitaal en agio | |||
Ingehouden winsten | |||
Omrekeningsverschillen en overige reserves | F24 | ( | ( |
Ingekochte eigen aandelen | ( | ( | |
Minderheidsbelangen | ( | ||
Langlopende verplichtingen | |||
Voorzieningen voor personeelsbeloningen | F28 | ||
Financiële schulden | F25 | ||
Handels- en overige schulden | F26 | ||
Uitgestelde belastingverplichtingen | F22 | ||
Voorzieningen | F30,F31 | ||
Kortlopende verplichtingen | |||
Financiële schulden | F25 | ||
Handels- en overige schulden | F26 | ||
Verschuldigde winstbelastingen | F22 | ||
Voorzieningen | F30,F31 | ||
Verplichtingen verbonden aan activa aangehouden voor verkoop | F43 | ||
Totaal eigen vermogen en verplichtingen |
De Toelichtingen F1 tot Verkorte jaarrekening van de moedermaatschappij maken integraal deel uit van deze geconsolideerde jaarrekening.
In duizend € | Aandelenkapitaal en agio | Reserves | Omrekeningsverschillen en overige reserves | Ingekochte eigen aandelen | Minderheidsbelangen | Totaal voor voortgezette bedrijfsactiviteiten |
---|---|---|---|---|---|---|
Balans aan het begin van 2023 | ( | ( | ||||
Resultaat van de periode | ( | |||||
Overige onderdelen van het totaalresultaat voor de periode | ( | ( | ( | |||
Totaalresultaat voor de periode | ( | ( | ||||
Wijzigingen in reserves voor op aandelen gebaseerde betalingen | ||||||
Dividenden | ( | ( | ( | |||
Overboekingen | ( | ( | ||||
Wijzigingen in ingekochte eigen aandelen | ||||||
Overige bewegingen | ( | ( | ||||
Wijzigingen in consolidatiekring | ||||||
Balans aan het einde van 2023 | ( | ( | ||||
Resultaat van de periode | ( | ( | ( | |||
Overige onderdelen van het totaalresultaat voor de periode | ( | ( | ||||
Totaalresultaat voor de periode | ( | ( | ( | ( | ||
Wijzigingen in reserves voor op aandelen gebaseerde betalingen | ||||||
Dividenden | ( | ( | ( | |||
Overboekingen | ( | |||||
Overige bewegingen | ( | ( | ( | |||
Balans aan het einde van 2024 | ( | ( | ( |
De wettelijke reserve van €
De Toelichtingen F1 tot Verkorte jaarrekening van de moedermaatschappij maken integraal deel uit van deze geconsolideerde jaarrekening.
In duizend € | Toelichtingen | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|
Resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | ( | ||
Aanpassingen voor resultaat van ondernemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode | ( | ||
Aanpassing voor niet-geldelijke transacties | F35 | ||
Aanpassing voor posten die afzonderlijk of onder de investerings- of financieringskasstromen opgenomen moeten worden | F35 | ||
Wijziging in werkkapitaalvereisten | F35 | ||
Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten | |||
Ontvangen dividenden | |||
Belastingen betaald tijdens de periode | ( | ( | |
Ontvangen overheidssubsidies | |||
Netto operationele kasstroom | F35 | ||
Verwerving van materiële vaste activa | F16 | ( | ( |
Verwerving van immateriële activa | F14 | ( | ( |
Overname van nieuwe dochterondernemingen, zonder overgenomen geldmiddelen | F8 | ( | |
Verwerving van / kapitaalverhoging in geassocieerde ondernemingen en joint ventures | F17 | ( | ( |
Verwerving van financiële activa | F19 | ( | |
Nieuwe toegekende leningen | F19 | ( | ( |
Subtotaal verwervingen | ( | ( | |
Vervreemding van materiële vaste activa | |||
Vervreemding van immateriële activa | |||
Afstoting van dochterondernemingen, geassocieerde ondernemingen en joint ventures, zonder afgestoten geldmiddelen | |||
Vervreemding van financiële vaste activa | |||
Terugbetaling van leningen | F19 | ||
Subtotaal vervreemdingen | |||
Nettokasstroom uit (aangewend voor) investeringsactiviteiten | F35 | ( | ( |
Eigen aandelen | |||
Betaling van leaseverplichtingen | F25 | ( | ( |
Ontvangen rente | |||
Betaalde rente | ( | ( | |
Terugbetaling van leningen | F25 | ( | ( |
Nieuwe leningen | F25 | ||
Dividenden uitgekeerd aan Umicore-aandeelhouders | ( | ( | |
Dividenden uitgekeerd aan minderheidsaandeelhouders | ( | ( | |
Nettokasstroom uit (aangewend voor) financieringsactiviteiten | F35 | ||
Gevolgen van wisselkoerswijzigingen | |||
Totaal nettokasstroom voor de periode | |||
Netto geldmiddelen en kasequivalenten aan het begin van de periode voor voortgezette bedrijfsactiviteiten | F23 | ||
Netto geldmiddelen en kasequivalenten aan het einde van de periode voor voortgezette bedrijfsactiviteiten | F23 | ||
waarvan geldmiddelen en kasequivalenten | |||
waarvan voorschotten in rekening-courant | ( | ( |
De begeleidende Toelichtingen F1 tot Verkorte jaarrekening van de moedermaatschappij maken integraal deel uit van deze geconsolideerde jaarrekening.
De geconsolideerde jaarrekening en het managementverslag opgesteld conform artikel 3:33 van het Belgisch Wetboek van vennootschappen en verenigingen en opgenomen in de delen Over ons tot Verklaring over verantwoordelijkheid van het management voor de verslagperiode eindigend op 31 december 2024 werd op 7 maart 2025 goedgekeurd voor publicatie door de raad van toezicht. De jaarrekening werd opgesteld overeenkomstig de wet- en regelgeving voor het opstellen van geconsolideerde jaarrekeningen van Belgische bedrijven. Ze bevat de jaarrekeningen van de onderneming, van haar dochterondernemingen en van haar belangen in ondernemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode.
De Groep presenteert de jaarlijkse geconsolideerde jaarrekening in overeenstemming met alle International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals aangenomen door de Europese Unie (EU).
De geconsolideerde jaarrekening wordt gepresenteerd in duizend euro, afgerond naar het dichtste duizendtal, en werd opgesteld op basis van de historische kostprijs, met uitzondering van de posten die worden gewaardeerd tegen reële waarde. Alle vermelde cijfers zijn afgerond. Hierdoor kunnen er kleine verschillen voorkomen binnen de tabellen.
Umicore doet haar bedrijfsvoering vanuit
Dochtermaatschappijen zijn alle entiteiten waarover de Groep zeggenschap heeft.
De Groep heeft zeggenschap over een entiteit wanneer de Groep is blootgesteld aan, of rechten heeft op, veranderlijke opbrengsten uit hoofde van zijn betrokkenheid bij de entiteit en over de mogelijkheid beschikt om de opbrengsten door zijn macht over de entiteit te beïnvloeden. Dochterondernemingen zijn volledig geconsolideerd vanaf de datum waarop de Groep zeggenschap verwerft tot de datum waarop die zeggenschap eindigt. De Groep past de overnamemethode toe voor de boekhoudkundige verwerking van bedrijfscombinaties.
Toelichting F5 geeft een overzicht van alle belangrijke dochterondernemingen van de Groep op de verslagdatum.
Transacties, saldi en niet-gerealiseerde winsten of verliezen op transacties tussen entiteiten binnen de Groep worden geëlimineerd. Indien noodzakelijk werden de door de dochterondernemingen gerapporteerde bedragen aangepast in lijn met de grondslagen voor financiële verslaggeving van de Groep. De lijnen 'Overige bedrijfsopbrengsten' en 'Overige financiële baten'’ van de winst-en-verliesrekening bevatten, afhankelijk van de aard van de onderliggende transacties, omrekeningsverschillen door het omrekenen van transacties tussen entiteiten binnen de Groep naar een functionele valuta die voor sommige entiteiten en regio's verschilt van de EUR.
In IFRS 5 (Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteiten) wordt de verwerkingswijze voor de eliminatie van transacties binnen de Groep tussen beëindigde en voortgezette activiteiten niet gespecificeerd. Umicore heeft er als grondslag voor financiële verslaggeving voor gekozen om de transacties tussen entiteiten binnen de Groep in de winst-en-verliesrekening tussen de beëindigde en de voortgezette activiteiten niet te elimineren. Voor de balanspresentatie heeft IFRS 10 (Geconsolideerde jaarrekening) echter voorrang op IFRS 5. IFRS 10 vereist dat alle balansen tussen entiteiten binnen de Groep worden geëlimineerd met inbegrip van deze tussen beëindigde en voortgezette bedrijfsactiviteiten.
De Groep past IFRS 11 toe voor alle gezamenlijke overeenkomsten. Onder IFRS 11 worden investeringen in gezamenlijke overeenkomsten geclassificeerd als gezamenlijke bedrijfsactiviteiten of als joint ventures, afhankelijk van de contractuele rechten en plichten van iedere investeerder. De Groep heeft de aard van haar gezamenlijke overeenkomsten beoordeeld en bepaald dat het joint ventures zijn. Joint ventures worden verwerkt volgens de 'equity'-methode. Onder de 'equity'-methode voor boekhoudkundige verwerking worden belangen in joint ventures aanvankelijk opgenomen tegen kostprijs en vervolgens aangepast om rekening te houden met het aandeel van de Groep in de winsten of verliezen en bewegingen in de overige onderdelen van het totaalresultaat na de overname.
Wanneer het aandeel van de Groep in de verliezen van een joint venture gelijk is aan of groter is dan zijn belangen in de joint venture (met inbegrip van langetermijnbelangen die in wezen deel uitmaken van de netto-investering van de Groep in de joint venture), dan neemt de Groep geen verdere verliezen op, tenzij de Groep verplichtingen is aangegaan of betalingen heeft gedaan in naam van de joint venture.
Niet-gerealiseerde winsten op transacties tussen de Groep en zijn joint ventures worden geëlimineerd voor het aandeel van het belang van de Groep in de joint ventures. Niet-gerealiseerde verliezen worden eveneens geëlimineerd, tenzij uit de transactie een bijzondere waardevermindering van het overgedragen actief blijkt. De grondslagen voor financiële verslaggeving van joint ventures zijn waar nodig gewijzigd teneinde de conformiteit met de grondslagen voor financiële verslaggeving van de Groep te verzekeren.
De Groep heeft investeringen in joint ventures wanneer het samen met andere investeerders gezamenlijke zeggenschap uitoefent en het rechten heeft op de nettoactiva van die joint ventures. Geassocieerde ondernemingen zijn alle entiteiten waarin de Groep invloed van betekenis heeft, maar geen zeggenschap, over het algemeen bij een bezit van 20 tot 50% van de stemrechten. Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures worden verwerkt volgens de ‘equity’-methode. Volgens de 'equity'-methode wordt de investering aanvankelijk opgenomen tegen kostprijs, en wordt de boekwaarde verhoogd of verlaagd om het aandeel van de investeerder in de winst of het verlies van de investering na de datum van de overname op te nemen.
Het aandeel van de Groep in de winst of het verlies na de overname wordt opgenomen in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening onder ‘Aandeel in resultaat van ondernemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode en het aandeel in de bewegingen in de overige onderdelen van het totaalresultaat na de overname wordt opgenomen in de overige onderdelen van het totaalresultaat met een overeenkomstige aanpassing van de boekwaarde van de investering. Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures worden gepresenteerd als vaste activa op de balans onder ‘Investeringen verwerkt volgens de 'equity'-methode.
Winsten en verliezen die voortvloeien uit upstream- en downstreamtransacties tussen de Groep en haar geassocieerde onderneming worden alleen opgenomen in de jaarrekening van de Groep voor het aandeel daarin van de belangen van niet-verbonden investeerders in de geassocieerde onderneming. Niet-gerealiseerde verliezen worden geëlimineerd tenzij uit de transactie een bijzondere waardevermindering van het overgedragen actief blijkt. De grondslagen voor financiële verslaggeving van geassocieerde ondernemingen zijn waar nodig gewijzigd teneinde de conformiteit met de grondslagen voor financiële verslaggeving van de Groep te verzekeren. Verwateringswinsten en -verliezen die voortvloeien uit investeringen in geassocieerde ondernemingen worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening.
Toelichting F7 toont de gesegmenteerde informatie van de Groep conform IFRS 8. Umicore is georganiseerd in business units. Umicore’s operationele segmenten zoals gedefinieerd in IFRS 8 zijn ingedeeld naar hun groeidomeinen: Battery Materials, Catalysis, Specialty Materials en Recycling.
Het segment Battery Materials omvat wereldwijde activiteiten voor de ontwikkeling, productie en verkoop van kathodematerialen (CAM) en hun precursoren (pCAM) voor lithium-ionbatterijen, evenals de verwante raffinageactiviteiten voor kobalt- en nikkelchemicaliën. Umicore produceert voornamelijk batterijmaterialen voor EV-toepassingen en gebruikt daarvoor de metalen lithium, kobalt, mangaan en nikkel (NMC). Haar NMC-productportfolio omvat technologieën met hoog tot middelhoog nikkelgehalte en hoog mangaangehalte en richt zich dus op de premium-, massa- en instapsegmenten in de EV-markt. Het omvat zowel de huidige technologieën voor lithium-ionbatterijen als toekomstige technologieën zoals solid-state-batterijen.
Het segment Catalysis ontwikkelt autokatalysatoren voor benzine- en dieselpersonenwagens en zware dieselvoertuigen zoals onroad en offroad voertuigen. De business group biedt ook stationaire katalysatoren voor industriële uitstootbeperking aan en produceert verbindingen op basis van edelmetalen en katalysatoren voor gebruik in brandstofceltoepassingen en de farmaceutische en de fijnchemicaliënindustrie.
Het segment Recycling verwerkt complexe afvalstromen die edelmetalen en andere speciale metalen bevatten. De installaties kunnen 20 van die metalen terugwinnen uit een breed gamma toevoermaterialen, gaande van industrieel afval tot materialen aan het einde van hun levensduur. Andere activiteiten omvatten de productie van materialen op basis van edelmetalen die essentieel zijn voor zeer uiteenlopende toepassingen zoals de productie van hoogtechnologisch glas en elektronica.
Het segment Specialty Materials ontwikkelt, produceert en verdeelt op metalen gebaseerde materialen en chemicaliën voor essentiële toepassingen in het dagelijkse leven. Ze creëert waarde door voortdurend producten en processen te innoveren. Door middel van onderzoek en ontwikkeling diversifieert Specialty Materials haar portfolio om producten en diensten op maat te leveren aan aantrekkelijke nichemarkten. Met haar kennis en expertise om metaal te raffineren en te recycleren, sluit het de kringloop voor haar klanten door gebruikte metalen om te zetten in nieuwe grondstoffen voor de industrie.
Corporate omvat de corporate activiteiten, gedeelde operationele diensten en de activiteiten inzake onderzoek, ontwikkeling en innovatie van de Groep.
Over de operationele segmenten wordt gerapporteerd in lijn met de interne rapportering aan de raad van toezicht en het ELT.
De resultaten, activa en verplichtingen van de segmenten omvatten posten die rechtstreeks toe te rekenen zijn aan het segment alsook elementen die redelijkerwijs aan een segment kunnen worden toegerekend.
De prijszetting van verkopen tussen segmenten is gebaseerd op verrekenprijzen tussen onafhankelijke partijen. Bij gebrek aan relevante marktprijsreferenties worden ‘cost plus’-mechanismen gebruikt.
Geassocieerde ondernemingen en joint ventures worden toegerekend aan de business group waar zij vanuit een marktsegmentperspectief het nauwst bij aansluiten.
Voor de verslagperiode was er binnen de Umicore-Groep één dochteronderneming in Argentinië met een functionele valuta van een economie met hyperinflatie. Gezien het belang binnen de Groep is dit niet significant om de toepassing van IAS 29 te rechtvaardigen.
Functionele valuta: de posten in de jaarrekening van elke entiteit van de Groep worden gewaardeerd in de valuta die het best de economische realiteit van de onderliggende gebeurtenissen en omstandigheden van die entiteit weerspiegelt. Voor de consolidatie van de Groep en elk van de dochterondernemingen in euro worden de jaarrekeningen als volgt omgerekend:
Activa en verplichtingen aan de koers op het einde van de periode, zoals die gepubliceerd wordt door de Europese Centrale Bank of door de centrale bank van Brazilië en Polen voor respectievelijk de Braziliaanse real en de Poolse zloty
De winst-en-verliesrekeningen aan de gemiddelde wisselkoers van de periode
De onderdelen van het eigen vermogen van de aandeelhouders tegen de historische wisselkoers
Toelichting F6 bevat de wisselkoersen die zijn toegepast voor de verslagperiode.
Wisselkoersverschillen die voortvloeien uit de omrekening van de netto-investering in buitenlandse dochterondernemingen, joint ventures en geassocieerde ondernemingen tegen de wisselkoers op het einde van de periode worden opgenomen als deel van het eigen vermogen van de aandeelhouders onder ‘Omrekeningsverschillen’.
Wanneer een buitenlandse activiteit gedeeltelijk wordt afgestoten of verkocht, worden wisselkoersverschillen die werden geboekt in het eigen vermogen opgenomen in de winst-en-verliesrekening als deel van de winst of het verlies op de verkoop.
Transacties in vreemde valuta worden opgenomen tijdens de periode in de functionele valuta van elke entiteit tegen de wisselkoers op de transactiedatum. De transactiedatum is de datum waarop de transactie voor het eerst in aanmerking komt voor opname. Om praktische redenen wordt voor sommige activiteiten een wisselkoers gebruikt die de werkelijke koers op de transactiedatum benadert, bv. de gemiddelde koers voor de week of maand waarin de transacties plaatsvinden.
Vervolgens worden de monetaire activa en verplichtingen uitgedrukt in vreemde valuta omgerekend tegen de slotkoers op het einde van de verslagperiode.
Winsten en verliezen die voortvloeien uit de afwikkeling van transacties in vreemde valuta en uit de omrekening van monetaire activa en verplichtingen in vreemde valuta worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening als een financieel resultaat.
Om haar blootstelling aan bepaalde valutarisico’s af te dekken heeft de onderneming een aantal termijncontracten afgesloten (zie Toelichting F2.22, Financiële instrumenten).
Lasten voor oprichting en kapitaalverhoging worden afgetrokken van het aandelenkapitaal.
Goodwill is het bedrag waarmee de kostprijs voor de overname van een dochteronderneming, geassocieerde onderneming of joint venture het aandeel van de Groep in de reële waarde van de identificeerbare activa en verplichtingen van de overgenomen entiteit op de datum van de overname overschrijdt. Goodwill wordt opgenomen tegen kostprijs min eventuele geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen.
Goodwill uit geassocieerde ondernemingen en joint ventures wordt gepresenteerd in de balans onder ‘Investeringen verwerkt volgens de 'equity'-methode, samen met de investering zelf.
Goodwill en aanpassingen van de reële waarde die voortvloeien uit de overname van een buitenlandse entiteit worden verwerkt als activa en verplichtingen in de plaatselijke valuta van de buitenlandse entiteit en worden omgerekend tegen de slotkoers.
Om te beoordelen op bijzondere waardevermindering wordt goodwill toegerekend aan een kasstroomgenererende eenheid. Op elke balansdatum worden die kasstroomgenererende eenheden getoetst op bijzondere waardevermindering om te bepalen of de boekwaarde van aan de kasstroomgenererende eenheid toegerekende goodwill volledig realiseerbaar is.
Als de boekwaarde niet volledig realiseerbaar is, wordt een passend bijzonder waardeverminderingsverlies opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Die bijzondere waardeverminderingsverliezen worden nooit teruggenomen.
Het bedrag waarmee het aandeel van de Groep in de reële waarde van de verworven identificeerbare nettoactiva de kostprijs van de overname overschrijdt wordt onmiddellijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening.
Onderzoekskosten voor het verwerven van nieuwe wetenschappelijke of technologische kennis en inzichten worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening als last.
Ontwikkelingskosten worden gedefinieerd als kosten die worden gedaan voor het ontwerpen van nieuwe of aanzienlijk verbeterde producten en voor de processen voorafgaand aan de commerciële productie of het gebruik. Ze worden geactiveerd als, onder andere, aan de volgende voorwaarden voldaan is:
De immateriële activa zal toekomstige economische voordelen genereren, of met andere woorden, het marktpotentieel is duidelijk aangetoond
De uitgaven met betrekking tot het proces of product kunnen duidelijk geïdentificeerd en betrouwbaar gewaardeerd worden
Indien het moeilijk is om onderzoeks- en ontwikkelingskosten duidelijk te onderscheiden, worden de kosten beschouwd als onderzoekskosten. Als ontwikkelingskosten geactiveerd worden, worden ze lineair afgeschreven over de periode van het verwachte voordeel, over het algemeen vijf jaar.
In het kader van het Kyoto-protocol werd een derde emissiehandelperiode gestart (voor de periode 2013-2020) en de vierde fase is gestart op 1 januari 2021 (tot 2030). De Vlaamse overheid kende daarom emissierechten toe aan de Vlaamse sites van een aantal bedrijven, waaronder Umicore. Elk jaar, op het einde van juni, wordt twee derde van de jaarlijks in te dienen emissierechten op een officieel register geplaatst.
Emissierechten worden opgenomen als immateriële activa tegen kostprijs (aankoopwaarde) als ze zijn gekocht van een derde of tegen reële waarde als ze zijn toegekend door de overheid. De emissierechten worden niet rechtstreeks in de winst-en-verliesrekening gerapporteerd, maar worden uitgesteld tot het moment waarop ze worden gebruikt. Emissierechten in eigendom zijn onderhevig aan onderzoek op bijzondere waardevermindering, maar ze worden niet afgeschreven.
Op elke afsluitdatum maakt de Groep een schatting van het werkelijke gebruik van de emissierechten voor de periode en neemt een voorziening op voor de rechten die teruggestort moeten worden aan de overheid voor de uitstoot van het vorige jaar. De opname van voorzieningen wordt gecompenseerd in de winst-en-verliesrekening door het vrijmaken van uitgestelde inkomsten. Umicore beschikt historisch gezien over de vereiste emissierechten om haar normale bedrijfsactiviteiten te verzekeren.
Alle volgende categorieën worden geboekt tegen historische kostprijs verminderd met de eventuele geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingsverliezen:
Concessies, octrooien en licenties worden afgeschreven over de periode van hun juridische bescherming, met een minimum van 5% (over het algemeen over vijf jaar)
Klantenportfolio’s worden gewoonlijk afgeschreven over een periode van vijf jaar
ERP-software wordt gewoonlijk afgeschreven over een periode van tien jaar
Kleinere softwarepakketten worden gewoonlijk afgeschreven over een periode van vijf jaar
Umicore heeft momenteel geen immateriële activa met een onbeperkte gebruiksduur.
Materiële vaste activa worden geboekt tegen historische kostprijs verminderd met de geaccumuleerde afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingsverliezen. De kostprijs omvat alle directe kosten en de gepaste toerekening van indirecte kosten die zijn gemaakt om het actief bedrijfsklaar te maken voor het beoogde gebruik.
Financieringskosten die rechtstreeks toe te rekenen zijn aan investeringen worden geactiveerd samen met de kostprijs van de activa, in overeenstemming met IAS 23. Financieringskosten die niet rechtstreeks toe te rekenen zijn aan een investering worden opgenomen als last in de periode waarin ze zijn gemaakt.
De methode van de lineaire afschrijving wordt toegepast over de geschatte gebruiksduur van de activa.
De gebruiksduur is de periode waarin de onderneming het actief verwacht te gebruiken.
Reparatie- en onderhoudskosten worden opgenomen als last in de periode waarin ze zijn gemaakt, indien ze de toekomstige economische voordelen van het actief niet verhogen. Anders worden ze geclassificeerd als afzonderlijke onderdelen van posten van materiële vaste activa. Die belangrijke onderdelen van posten van materiële vaste activa die op regelmatige basis worden vervangen worden verwerkt als afzonderlijke activa omdat hun gebruiksduur verschilt van die van de posten van materiële vaste activa waar ze betrekking op hebben.
De materiële vaste activa van Umicore – vaak complexe en zeer gespecialiseerde industriële activa – hebben gewoonlijk geen individuele wederverkoopwaarde buiten de algemene context van de bedrijfsactiviteiten. Daarom wordt geen restwaarde in aanmerking genomen bij het bepalen van de af te schrijven waarde.
De gewoonlijke gebruiksduur per hoofdtype van materiële vaste activa is zoals aangegeven in de onderstaande tabel. Voor materiële nieuw verworven of gebouwde activa wordt de gebruiksduur afzonderlijk beoordeeld op het moment van de investeringsaanvraag en kan die afwijken van bovenstaande standaarden.
Het management bepaalt de geschatte gebruiksduur en gerelateerde afschrijvingskosten voor materiële vaste activa. Het management gebruikt hiervoor standaardschattingen gebaseerd op een combinatie van fysieke duurzaamheid en de verwachte industriële of productlevenscycli. De gebruiksduur kan aanzienlijk veranderen als gevolg van technische innovaties, marktontwikkelingen of acties van concurrenten. Het management zal de afschrijvingskosten verhogen als de gebruiksduur korter is dan voordien geschat, ofwel zal een bijzondere waardevermindering toepassen op technisch verouderde of niet-strategische activa die buiten gebruik zijn gesteld of verkocht zijn.
Gebruiksrechten van terreinen maken deel uit van de materiële vaste activa en worden gewoonlijk afgeschreven over de contractuele periode.
jaar | |
---|---|
Terreinen | Niet af te schrijven |
Gebouwen | |
- Industriële gebouwen | 20 |
- Aanpassingen aan gebouwen | 10 |
- Kantoren en laboratoria | 40 |
Installaties, machines en uitrusting | 10 |
- Ovens | 10 - 15 |
- Kleinere uitrustingen | 5 |
Meubilair en rollend materieel | |
- Rollend materieel | 5 |
- Mobiel materieel voor intern transport | 7 |
- Informaticamaterieel | 3 - 5 |
- Meubilair en kantoormaterieel | 5 - 10 |
Op de aanvangsdatum van een leaseovereenkomst neemt de Groep een leaseverplichting (d.w.z. een verplichting tot leasebetalingen) en een met een gebruiksrecht overeenstemmend actief (d.w.z. het actief dat het recht vertegenwoordigt om het onderliggende actief gedurende de leaseperiode te gebruiken) op. Met een gebruiksrecht overeenstemmende activa worden gepresenteerd in materiële vaste activa.
Leaseverplichtingen worden opgenomen tegen de contante waarde van de resterende leasebetalingen (zie Toelichting F25) in langlopende verplichtingen of in kortlopende verplichtingen afhankelijk van de vervaldatum.
Het met een gebruiksrecht overeenstemmend actief wordt afgeschreven over de leaseperiode (zie Toelichting F16). Rentelasten worden opgenomen op de leaseverplichting (zie Toelichting F11). De leaseverplichting wordt geherwaardeerd bij bepaalde gebeurtenissen (bv. een wijziging in de leaseperiode of een wijziging in toekomstige leasebetalingen als gevolg van een indexwijziging). Dergelijke herwaarderingen van de leaseverplichting worden over het algemeen opgenomen als een aanpassing van het met een gebruiksrecht overeenstemmend actief.
De Groep past de vrijstellingen van opname toe voor leaseovereenkomsten van korte duur en voor leaseovereenkomsten waarvan het onderliggende actief een lage waarde heeft. De Groep kiest ervoor om per categorie van onderliggende activa niet-leasecomponenten niet van leasecomponenten te scheiden en in plaats daarvan elke leasecomponent en alle daarmee verband houdende niet-leasecomponenten boekhoudkundig als één enkele leasecomponent te verwerken.
De Groep leaset metalen van en aan derden voor een bepaalde termijn waarvoor de Groep vergoedingen ontvangt of betaalt. Metaalleaseovereenkomsten worden gewoonlijk afgesloten voor minder dan één jaar.
Metaalleases van en aan derden wordt nog steeds gerapporteerd als niet in de balans opgenomen verbintenissen aangezien ze niet binnen het toepassingsgebied van IFRS 16 vallen.
Alle bewegingen in overige beleggingen in eigenvermogensinstrumenten, leningen en langlopende vorderingen worden verwerkt op de transactiedatum.
Financiële activa die eigenvermogensinstrumenten zijn, worden gewaardeerd tegen reële waarde. Latere opname tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening of in de overige onderdelen van het totaalresultaat wordt bepaald op het moment van de eerste opname.
Wijzigingen met verwerking van waardeveranderingen in de overige onderdelen van het totaalresultaat worden opgenomen onder ‘Wijzigingen in overige beleggingen in eigenvermogensinstrumenten gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in reserves uit overige onderdelen van het totaalresultaat’ van het geconsolideerde overzicht van het totaalresultaat. Winsten en verliezen uit de waardering van beleggingen in eigenvermogensinstrumenten via het geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat worden nooit gerecycleerd naar de winst-en-verliesrekening, maar worden geherclassificeerd naar ingehouden winsten bij vervreemding. Voor op een actieve markt genoteerde beleggingen is de genoteerde marktprijs de beste waardering van reële waarde. Belangen in ondernemingen die niet van materieel belang zijn voor de geconsolideerde jaarrekening en waarvoor de reële waarde niet betrouwbaar kan worden bepaald zonder ongerechtvaardigde kosten of inspanningen worden gewaardeerd tegen historische kostprijs verminderd met eventuele bijzondere waardeverminderingen.
Leningen en langlopende vorderingen worden geboekt tegen geamortiseerde kostprijs verminderd met eventuele bijzondere waardeverminderingen.
Alle bijzondere waardeverminderingen worden geboekt op een aparte rekening en worden gesaldeerd met de boekwaarden als er geen enkele kans meer bestaat om de activa te realiseren.
Materiële vaste activa en overige vaste activa, met inbegrip van immateriële activa en financiële activa die niet worden aangehouden voor handelsdoeleinden, worden getoetst op bijzondere waardevermindering indien bepaalde gebeurtenissen of veranderingen in omstandigheden erop wijzen dat de boekwaarde mogelijk niet realiseerbaar is. Indien een dergelijke indicatie bestaat, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat.
De realiseerbare waarde is de hoogste waarde van enerzijds de nettoverkoopprijs van een actief en anderzijds de gebruikswaarde. Om de realiseerbare waarde van individuele activa te schatten, bepaalt de onderneming vaak de realiseerbare waarde van de kasstroomgenererende eenheid waartoe de activa behoren.
Als de boekwaarde van een actief de realiseerbare waarde overschrijdt, dan wordt onmiddellijk een bijzonder waardeverminderingsverlies opgenomen als last.
Een terugneming van bijzondere waardeverminderingsverliezen wordt opgenomen indien er een aanwijzing bestaat dat de bijzondere waardeverminderingsverliezen die zijn opgenomen voor het actief of de kasstroomgenererende eenheid niet meer bestaan of afgenomen zijn. Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt enkel teruggenomen voor zover de boekwaarde van het actief niet hoger ligt dan de boekwaarde die zou zijn bepaald, na afschrijvingen, als in voorgaande jaren geen bijzonder waardeverminderingsverlies was opgenomen.
Voorraden worden geclassificeerd als:
Basisproducten (brutowaarden)
Permanente metaalvoorraden (niet afgedekt)
Metaalvoorraden beschikbaar voor verkoop (afgedekt)
Voorraden overige basisproducten (niet afgedekt)
Hulpstoffen (brutowaarden)
Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen
Betaalde vooruitbetalingen
Onderhanden projecten
Voorraden worden gewaardeerd aan kostprijs. De kostprijs bevat de directe aankoopprijs of productiekost en een passende toerekening van overheadkosten.
Basisproducten (brutowaarden) zijn meestal metaalhoudende producten waarbij Umicore blootgesteld is aan prijsschommelingsrisico's. De meeste van die voorraden volgen de boekhoudregels voor metalen van Umicore en worden ingedeeld in twee voorraadcategorieën op basis van hun specifieke aard en hun gebruik: de permanente metaalvoorraden en de voor verkoop beschikbare metaalvoorraden. De laatstgenoemde voorraden zijn onderworpen aan een actief en systematisch afdekkingsproces om de gevolgen van marktprijsschommelingen op de financiële resultaten van de Groep tot een minimum te beperken. De permanente metaalvoorraden daarentegen worden gewoonlijk niet afgedekt. Naast die categorieën bestaan de voorraden van andere basisproducten uit materialen die worden gebruikt in het fabricageproces om de verhandelbare basisproducten te verkrijgen. Ook deze voorraden worden gewoonlijk niet afgedekt. Voor meer informatie over de afdekkingsmechanismen, zie Toelichting F3.
Een individuele of gewogen gemiddelde waardering wordt toegepast op de initiële waardering tegen kostprijs per voorraadcategorie, aangevuld met de volgende beginselen inzake reële waarde:
Permanente metaalvoorraden: Gezien de permanente aard van die voorraden heeft Umicore ervoor gekozen om de regels voor waardering en opname van Materiële vaste activa (IAS 16) en Bijzondere waardevermindering van activa (IAS 36) toe te passen. De waardering is gebaseerd op het beginsel van de 'historische kostprijs verminderd met eventuele geaccumuleerde afschrijvingen en geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen'. Omdat wordt aangenomen dat de voorraden een onbeperkte gebruiksduur hebben, worden er geen afschrijvingen toegepast. In plaats daarvan zijn ze onderhevig aan het jaarlijkse onderzoek op bijzondere waardevermindering voor de kasstroomgenererende eenheden die deze voorraden aanhouden. Eventuele geboekte bijzondere waardeverminderingen worden opgenomen onder afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen'.
Voor verkoop beschikbare metaalvoorraden: Deze voorraden zijn economisch afgedekt. Voor het deel van de voorraad waarvoor Umicore IFRS 9 boekhoudkundige verwerking van reëlewaardeafdekkingstransacties heeft bekomen, past Umicore de mark-to-market-waarderingsbeginselen toe. Wanneer IFRS 9 boekhoudkundige verwerking van reëlewaardeafdekkingstransacties niet kan worden bekomen (zie Toelichting F2.22.1 Transactionele risico’s – reëlewaardeafdekking), wordt er gewaardeerd tegen de laagste waarde van de kostprijs en de opbrengstwaarde, d.w.z. de geschatte verkoopprijs verminderd met de geschatte kosten van voltooiing en de geschatte kosten die nodig zijn om de verkoop te realiseren.
Op de voorraden van overige basisproducten worden het beginsel van de laagste waarde van de kostprijs en de opbrengstwaarde en het beginsel van de traag roterende voorraden toegepast. Eventuele geboekte afschrijvingen worden opgenomen onder afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen'.
Hulpstoffen (brutowaarden) zijn producten die niet rechtstreeks in het fabricageproces worden gebruikt (bv. verpakkingsmateriaal). Zij worden gewaardeerd volgens de methode van de gewogen gemiddelde kostprijs en zijn onderworpen aan 'de laagste waarde van de kostprijs en de opbrengstwaarde'. Eventuele geboekte afschrijvingen worden opgenomen onder afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen'.
Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen zijn eventuele bijzondere waardeverminderingen of afschrijvingen geboekt op de basisproducten en hulpstoffen die in deze post zijn vervat.
Betaalde vooruitbetalingen zijn voorafbetalingen op transacties met leveranciers waarbij de fysieke levering nog niet heeft plaatsgevonden. Zij worden geboekt tegen nominale waarde.
Onderhanden projecten worden gewaardeerd volgens de methode van ‘winstneming naar rato van de verrichte prestaties’.
Handels- en overige vorderingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, d.w.z. tegen de contante nettowaarde van de vordering. Tenzij de impact van discontering materieel is, wordt de nominale waarde genomen. Vorderingen worden afgeschreven voor niet-realiseerbare waarden. Alle afschrijvingen worden geboekt op een aparte rekening en worden gesaldeerd met de boekwaarden als er geen enkele kans meer bestaat om de activa te realiseren.
Handelsvorderingen waarvoor nagenoeg alle risico’s en voordelen zijn overgedragen, worden niet langer opgenomen in de balans. Reële waarde winsten uit afgeleide financiële instrumenten worden opgenomen in deze rubriek.
Handels- en overige vorderingen zijn onderworpen aan een methode van bijzondere waardevermindering genoemd het ‘te verwachten kredietverliezen’-model, dat de te verwachten kredietverliezen waardeert op basis van gemeenschappelijke kredietrisicokenmerken. Umicore heeft een voorzieningsmatrix ontwikkeld op basis van verschillende klant- en sectorratings, ouderdomsanalyses, macro-economische en regionale factoren en historische verliespatronen.
De Groep kan bepaalde gekoppelde contracten afsluiten om metaal te verkopen of aan te kopen en zich ertoe verbinden het metaal in de toekomst terug te kopen of te verkopen. Een actief dat het metaal vertegenwoordigt met een verbintenis om te verkopen voor de Groep of een passief dat de verplichting vertegenwoordigt om het metaal terug te kopen wordt resp. opgenomen onder handels- en overige vorderingen of handels- en overige schulden. Bijgevolg worden de hoofdsomkasstromen voor verkoop- en terugkoopovereenkomsten in het kasstroomoverzicht opgenomen als kasstromen uit operationele activiteiten en niet als kasstromen uit financieringsactiviteiten zolang de financiering van korte termijn is en de onderliggende transacties niet worden verlengd. Betaalde en ontvangen rente wordt consequent weergegeven als kasstromen uit operationele activiteiten en in de winst-en-verliesrekening gepresenteerd als overige baten, in lijn met lease- en factoringvergoedingen.
Er worden geen inkomsten opgenomen voor het verkoopgedeelte of kosten opgenomen voor het aankoopgedeelte indien het gaat om dezelfde metalen en hoeveelheden die met dezelfde partij zijn overeengekomen.
Geldmiddelen omvatten contanten en rekeningen-courant. Kasequivalenten zijn kortlopende, uiterst liquide beleggingen die onmiddellijk kunnen worden omgezet in geldmiddelen waarvan het bedrag bekend is, die een looptijd hebben van maximaal drie maanden en die geen materieel risico van waardeverandering in zich dragen.
Deze posten worden in de balans opgenomen tegen nominale waarde of geamortiseerde kostprijs. Bankvoorschotten in rekening-courant worden in de balans opgenomen als kortlopende verplichtingen.
A. Terugkoop van eigen aandelen: Wanneer de onderneming een deel van haar eigen aandelen inkoopt, wordt de betaalde vergoeding, inclusief eventuele toerekenbare transactiekosten na winstbelastingen, afgetrokken van het totaal eigen vermogen van de aandeelhouders als ingekochte eigen aandelen. Er wordt geen winst of verlies op de inkoop, verkoop, uitgifte of intrekking van eigen aandelen opgenomen in winst of verlies. Indien dergelijke aandelen vervolgens verkocht of heruitgegeven worden, wordt de ontvangen vergoeding opgenomen als eigen vermogen van de aandeelhouders.
B. Marginale kosten die rechtstreeks toe te rekenen zijn aan de uitgifte van nieuwe aandelen worden in het eigen vermogen opgenomen als een vermindering van de opbrengsten van de uitgifte, na belastingen.
C. Dividenden van de moedermaatschappij verschuldigd op gewone aandelen worden slechts opgenomen als verplichting na goedkeuring door de aandeelhouders.
Minderheidsbelangen vertegenwoordigen een deel van de reële waarde van identificeerbare activa en verplichtingen die zijn opgenomen bij de overname van een dochteronderneming die toerekenbaar is aan derden, samen met het gepaste deel van latere winsten en verliezen.
In de winst-en-verliesrekening wordt het minderheidsaandeel in de winst of het verlies van de Groep afzonderlijk van het geconsolideerd resultaat van de Groep gepresenteerd.
Voorzieningen worden opgenomen in de balans indien:
er een bestaande (in rechte afdwingbare of feitelijke) verplichting bestaat ten gevolge van een gebeurtenis in het verleden
het waarschijnlijk is dat er een uitstroom van middelen vereist zal zijn om de verplichting af te wikkelen
het bedrag van de verplichting op betrouwbare wijze kan worden geschat
Een feitelijke verplichting is een verplichting die ontstaat uit de handelingen van een onderneming waarbij ze door een patroon van bestendig gevolgde gedragslijnen in het verleden of gepubliceerde beleidsregels te kennen heeft gegeven dat zij bepaalde verantwoordelijkheden aanvaardt, en de onderneming als gevolg daarvan een geldige verwachting heeft gewekt dat zij die verantwoordelijkheden zal opnemen.
Het bedrag dat als voorziening is opgenomen is de beste schatting van de uitgaven die vereist zijn om de bestaande verplichting op het einde van de verslagperiode af te wikkelen, rekening houdend met de waarschijnlijkheid van het mogelijke resultaat van de gebeurtenis. Indien het effect van de tijdswaarde van geld materieel is, is het bedrag van de voorziening de contante waarde van de uitgaven die naar verwachting vereist zullen zijn om de verplichting af te wikkelen. Het resultaat van de eventuele jaarlijkse discontering van de voorziening wordt verwerkt als een financieel resultaat.
De belangrijkste types van voorzieningen zijn de volgende:
Milieuvoorzieningen zijn gebaseerd op in rechte afdwingbare en feitelijke verplichtingen die voortvloeien uit gebeurtenissen in het verleden, in overeenstemming met het milieubeleid van de onderneming en de geldende wettelijke verplichtingen.
Het volledige bedrag van de geschatte verplichting wordt opgenomen op het ogenblik dat de gebeurtenis plaatsvindt.
Wanneer de verplichting productie-/activiteitsgerelateerd is, wordt de voorziening stapsgewijs opgenomen volgens het normaal gebruik/productieniveau.
Die omvatten voorzieningen voor geschillen, verlieslatende contracten, garanties, blootstelling aan beleggingen in eigenvermogensinstrumenten en reorganisatie. Een voorziening voor reorganisatie wordt opgenomen als de onderneming een gedetailleerd en formeel plan voor de reorganisatie heeft goedgekeurd en als de reorganisatie al gestart is of openbaar is aangekondigd voor het einde van de verslagperiode. Eventuele reorganisatievoorzieningen omvatten enkel de directe uitgaven die voortvloeien uit de reorganisatie die noodzakelijk zijn en die geen verband houden met de lopende activiteiten van de onderneming.
Ze omvatten lonen, salarissen en socialezekerheidsbijdragen, vakantiegeld en ziekteverlof, bonussen en beloningen in natura, en ze worden als last opgenomen in de betreffende periode.
Alle kaderleden van de onderneming komen in aanmerking voor bonussen op basis van indicatoren zoals individuele prestaties en belangrijke financiële doelstellingen. Het bedrag van de bonus wordt als last genomen, op basis van een schatting aan het einde van de verslagperiode.
De onderneming heeft verschillende pensioenprogramma’s en programma’s voor medische zorgverlening in overeenstemming met de voorwaarden en de praktijken in de landen waar ze actief is. De programma’s worden over het algemeen gefinancierd via betalingen aan verzekeringsmaatschappijen of door beheerders beheerde fondsen.
2.17.2.1 Toegezegdpensioenregelingen
De onderneming verwerkt zowel alle in rechte afdwingbare verplichtingen uit hoofde van de formele voorwaarden van een toegezegdpensioenregeling als alle feitelijke verplichtingen die voortvloeien uit de informele bestendig toegepaste gedragslijnen van de onderneming.
Het bedrag dat opgenomen wordt in de balans is gebaseerd op actuariële berekeningen (op basis van de ‘projected unit credit’-methode) en vertegenwoordigt de contante waarde van de brutoverplichtingen uit hoofde van toegezegde pensioenrechten na aftrek van de reële waarde van de fondsbeleggingen.
De pensioenkosten van verstreken diensttijd worden onmiddellijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening volgens IAS 19 (herzien).
Alle herwaarderingen als gevolg van wijzigingen in de actuariële veronderstellingen van regelingen inzake toegezegde vergoedingen na uitdiensttreding worden opgenomen in de overige onderdelen van het totaalresultaat in de periode waarin ze zich voordoen en worden vermeld in het overzicht van het totaalresultaat als reserves voor vergoedingen na uitdiensttreding.
In België moeten, in overeenstemming met de Belgische wet op de aanvullende pensioenen (de zogenaamde 'Wet Vandenbroucke'), alle Belgische toegezegdebijdragenregelingen waarvoor het wettelijk gegarandeerd minimumrendement van toepassing is worden beschouwd als toegezegdpensioenregelingen onder IFRS. De verplichtingen en kosten van die regelingen worden daarom berekend volgens de ‘projected unit credit’-methode.
In Duitsland bestaan er drie toegezegdebijdragenregelingen die extern worden gefinancierd via Pensionskasse Degussa (PKD), het ondersteuningsfonds Unterstützungskasse Degussa (RUK) of de verzekeraar Allianz. De laatste jaren bestaat er door de lage rentevoeten het risico dat de vereiste aanpassingen van pensioenen betaald door PKD en RUK niet volledig gedragen kunnen worden door PKD of RUK. In geval van dergelijke tekorten zouden PKD en RUK een beroep doen op Umicore om de vereiste extra financiering bij te dragen, wat zou kunnen leiden tot bijkomende brutoverplichtingen uit hoofde van toegezegde pensioenrechten. Het management paste een ‘beste inschatting’-methode toe om die verplichtingen te berekenen.
2.17.2.2 Toegezegdebijdragenregelingen
De onderneming betaalt bijdragen aan openbare of privéverzekeringsplannen.
De betalingen worden genomen als last op het moment dat ze verschuldigd zijn en zijn als dusdanig opgenomen in de personeelskosten.
Deze vergoedingen worden toegerekend ten belope van hun verwachte kosten over de tewerkstellingsperiode, op basis van een verwerkingsmethode vergelijkbaar met die voor toegezegdpensioenregelingen. De verplichtingen worden over het algemeen jaarlijks gewaardeerd door onafhankelijke erkende actuarissen. Alle herwaarderingen als gevolg van wijzigingen in de actuariële veronderstellingen worden onmiddellijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening.
Deze vergoedingen zijn verschuldigd als gevolg van de beslissing van de onderneming om het dienstverband van een werknemer te beëindigen vóór de normale pensioendatum of van de beslissing van een werknemer om in ruil voor die vergoedingen vrijwillig ontslag te nemen. Als ze redelijkerwijs voorspelbaar zijn overeenkomstig de voorwaarden en praktijken in de landen waar de onderneming actief is, worden ook toekomstige verplichtingen opgenomen.
De vergoedingen worden toegerekend ten belope van hun verwachte kosten over de tewerkstellingsperiode, op basis van een verwerkingsmethode vergelijkbaar met die voor toegezegdpensioenregelingen. De verplichtingen worden over het algemeen jaarlijks gewaardeerd door onafhankelijke erkende actuarissen. Alle herwaarderingen als gevolg van wijzigingen in de actuariële veronderstellingen worden onmiddellijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening.
Dankzij verschillende aandelenoptie- en aandelenprogramma’s kunnen zowel de werknemers als het senior management van de onderneming aandelen van Umicore verwerven of verkrijgen.
Binnen de Groep zijn er drie types van regelingen voor op aandelen gebaseerde betalingen die in aanmerking komen als in eigenvermogensinstrumenten afgewikkelde betalingstransacties:
Aandelenopties
Aandelen
Performance Share Units (PSU)
De aandelenoptie- of aandelenuitoefenprijs is gelijk aan de marktprijs van het (onderliggende) instrument op de toekenningsdatum. Als de aandelenopties uitgeoefend worden, worden aandelen uit de bestaande eigen aandelen ter beschikking gesteld aan de begunstigden. Voor de aandelenprogramma’s worden aandelen uit de bestaande eigen aandelen ter beschikking gesteld aan de begunstigden. In beide gevallen wordt het eigen vermogen verhoogd met het bedrag van de ontvangen opbrengsten dat overeenkomt met de uitoefenprijs.
De aandelenopties en de aandelen worden gewoonlijk onvoorwaardelijk op de datum van de toekenning en hun reële waarde wordt opgenomen als last uit hoofde van personeelsbeloningen met een overeenkomstige stijging van het eigen vermogen als reserves voor op aandelen gebaseerde betalingen. Voor de opties wordt de op te nemen last berekend door een actuaris, die daarvoor een waarderingsmodel gebruikt dat rekening houdt met alle kenmerken van de aandelenopties, de volatiliteit van het onderliggende aandeel en een patroon van veronderstelde uitoefening.
Zolang de toegekende opties niet zijn uitgeoefend, wordt hun waarde gerapporteerd in het geconsolideerde mutatieoverzicht van het eigen vermogen als ‘Reserves voor op aandelen gebaseerde betalingen’. De waarde van de tijdens de periode toegekende aandelen, uitgeoefende opties en vervallen opties wordt overgeboekt naar de ingehouden winsten.
De PSU’s worden onvoorwaardelijk toegezegd na drie jaar, afhankelijk van het behalen van vooraf vastgestelde prestatiedoelstellingen en op voorwaarde van voortzetting van het dienstverband op de datum van onvoorwaardelijke toezegging. De doelstellingen worden vastgelegd door de raad van toezicht op voorstel van het benoemings- en remuneratiecomité en omvatten meetbare en duurzame doelstellingen. De reële waarde van de PSU’s is gelijk aan de slotkoers van het aandeel op de toekenningsdatum. De lasten worden opgenomen als lasten uit hoofde van personeelsbeloningen gedurende de wachtperiode (d.w.z. de periode waarin de dienst en, indien van toepassing, de prestatiegebonden voorwaarden vervuld zijn). De geaccumuleerde lasten die worden opgenomen voor de PSU-regelingen op elke verslagdatum weerspiegelen het al vervallen deel van de wachtperiode en de beste schatting door de Groep van het aantal beloningen dat uiteindelijk onvoorwaardelijk zal worden. De lasten of baten in de winst-en-verliesrekening voor een periode vertegenwoordigen de beweging in de geaccumuleerde lasten die zijn opgenomen aan het begin en aan het einde van die periode.
De impact van personeelsbeloningen wordt geboekt onder bedrijfsresultaten in de winst-en-verliesrekening, met uitzondering van de impact van rente- en disconteringsvoeten, die opgenomen worden onder financiële resultaten.
Alle bewegingen in financiële verplichtingen worden verwerkt op transactiedatum.
Leningen worden aanvankelijk opgenomen als ontvangen opbrengsten, verminderd met transactiekosten.
Vervolgens worden ze geboekt tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de 'effectieve rentevoet'-methode.
De geamortiseerde kostprijs wordt berekend rekening houdend met eventuele uitgiftekosten en eventuele disagio of agio bij uitgifte. Eventuele verschillen tussen de kostprijs en de inkoopwaarde worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening bij inkoop.
De financiële schulden bevatten ook de leaseverplichtingen conform IFRS 16 (zie Toelichting F2.8).
De converteerbare obligatie wordt beschouwd als een samengesteld instrument. Het bevat een vreemdvermogenscomponent en een eigenvermogenscomponent. Dit instrument is converteerbaar in aandelen naar keuze van de houder. Elke component wordt daarom afzonderlijk verwerkt. De vreemdvermogenscomponent wordt bepaald door de reële waarde te bepalen van de kasstromen zonder de eigenvermogenscomponent. De restwaarde wordt aan het eigen vermogen toegerekend. De eigenvermogenscomponent wordt niet geherwaardeerd, noch bij conversie, noch op de vervaldag. Tot slot is de converteerbare obligatie een nulcouponinstrument.
Handelsschulden worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, d.w.z. tegen de netto contante waarde van het te betalen bedrag. Tenzij de impact van discontering materieel is, wordt de nominale waarde genomen.
De Groep kan bepaalde gekoppelde contracten afsluiten om metaal te verkopen of aan te kopen en zich ertoe verbinden het metaal in de toekomst terug te kopen of te verkopen. Een actief dat het metaal vertegenwoordigt met een verbintenis om te verkopen voor de Groep of een verplichting die de verplichting vertegenwoordigt om het metaal terug te kopen wordt resp. opgenomen onder handels- en overige vorderingen of handels- en overige schulden. Bijgevolg worden de hoofdsomkasstromen voor verkoop- en terugkoopovereenkomsten in het kasstroomoverzicht opgenomen als kasstromen uit operationele activiteiten en niet als kasstromen uit financieringsactiviteiten zolang de financiering van korte termijn is en de onderliggende transacties niet worden verlengd. Betaalde en ontvangen rente wordt consequent weergegeven als kasstromen uit operationele activiteiten en in de winst-en-verliesrekening gepresenteerd als overige baten, in lijn met lease- en factoringvergoedingen. Er worden geen inkomsten opgenomen voor het verkoopgedeelte of kosten opgenomen voor het aankoopgedeelte indien het gaat om dezelfde metalen en hoeveelheden die met dezelfde partij zijn overeengekomen.
Reëlewaardeverliezen uit afgeleide financiële instrumenten worden opgenomen in deze rubriek.
De belastingen op het resultaat van het boekjaar omvatten over de verslagperiode verschuldigde en verrekenbare belastingen en uitgestelde belastingen. Die belastingen worden berekend conform de toepasselijke fiscale regelgeving die van toepassing is in elk land waar de onderneming actief is.
De over de verslagperiode verschuldigde en verrekenbare belastingen omvatten de verwachte te betalen belastingen op de belastbare winst van het boekjaar, op basis van de belastingtarieven vastgesteld aan het einde van de verslagperiode, evenals eventuele aanpassingen aan te betalen of te ontvangen belastingen voor voorgaande jaren.
De te betalen belastingen worden bepaald op basis van de belastingwetgeving en -regelgeving in elk van de vele rechtsgebieden waarin de Groep actief is. De ingenomen winstbelastingposities worden door de Groep beschouwd als gefundeerd en als waarschijnlijk bestand tegen eventuele betwistingen van belastingautoriteiten. Er wordt echter geaccepteerd dat sommige posities onzeker kunnen zijn en een interpretatie van complexe belastingwetgeving kunnen vereisen.
Belastingvoorzieningen worden opgenomen wanneer de precieze impact van de belastingwetgeving en -regelgeving rond te betalen belastingen voor winst die in die rechtsgebieden ontstaat onduidelijk is en zou kunnen leiden tot een belastingaanpassing in de vorm van een toekomstige geldstroom naar een belastingautoriteit of een aanpassing van een uitgestelde belastingvordering. Onzekere belastingposities worden periodiek beoordeeld conform IFRIC 23. Onzekerheden worden afzonderlijk of gezamenlijk bekeken op basis van de benadering die de beste mogelijke vooruitzichten biedt voor de oplossing van de onzekerheden met de belastingautoriteiten, ervan uitgaande dat de belastingautoriteit de positie zal onderzoeken (indien gerechtigd) en volledig op de hoogte is van alle relevante informatie. Onzekere belastingposities (of groepen van onzekere belastingposities) worden opgenomen aan de hand van ofwel het meest waarschijnlijke bedrag ofwel de verwachte waarde, afhankelijk van wat wordt verwacht de beste voorspelling te zijn voor de oplossing voor elke onzekere belastingpositie (of groep van onzekere belastingposities), om rekening te houden met de waarschijnlijkheid dat een aanpassing wordt toegepast en gehandhaafd bij onderzoek. De beoordeling en waardering van onzekere belastingposities worden opnieuw beoordeeld indien de feiten en omstandigheden gewijzigd zijn waarop die schattingen en beoordelingen waren gebaseerd, of als gevolg van relevante nieuwe informatie waar de Groep kennis van heeft genomen. Bij de beoordeling en waardering van de onzekere belastingposities houdt de Groep rekening met de verjaringstermijnen die in elk rechtsgebied van toepassing zijn en met eventuele bijkomende interesten en boetes die verschuldigd kunnen worden.
Uitgestelde belastingen ontstaan door tijdelijke verschillen tussen de fiscale boekwaarde van activa en verplichtingen en hun boekwaarde in de jaarrekening, en voor voorwaarts gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden. De uitgestelde belastingen worden gewaardeerd op basis van het vennootschapsbelastingtarief dat is vastgesteld of substantieel vastgesteld aan het einde van de verslagperiode in de betreffende landen waarin de onderneming actief is.
Uitgestelde belastingvorderingen worden enkel opgenomen in zoverre het waarschijnlijk is dat er toekomstige fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee de tijdelijke verschillen kunnen worden verrekend.
Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden met elkaar gesaldeerd en gepresenteerd op nettobasis als ze betrekking hebben op winstbelastingen geheven door dezelfde belastingautoriteiten op dezelfde belastbare entiteit of geconsolideerde belastingaangiftegroep.
Uitgestelde belastingverplichtingen worden opgenomen voor verschillen tussen het aandeel van het eigen vermogen onder IFRS en de fiscale boekwaarde van de investering in een geconsolideerde dochteronderneming als een afwikkeling van die verschillen verwacht wordt in de nabije toekomst. Uitgestelde belastingverplichtingen worden opgenomen voor dividenduitkeringen die zijn gepland voor het volgende jaar als die uitkeringen leiden tot een afwikkeling van tijdelijke verschillen.
IAS 12 bevat een tijdelijke uitzondering op de verplichte opname van en informatieverstrekking over uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen die gerelateerd zijn aan belastingwetgeving die is vastgesteld of substantieel is vastgesteld ter uitvoering van de pijler 2-wetgeving. De Umicore-Groep past die tijdelijke uitzondering toe.
Ondanks de complexiteit van de verschillende processen binnen elke business unit zijn de prestatieverplichtingen vrij eenduidig:
Battery Materials: de levering van goederen in overeenstemming met contractspecificaties. Die specificaties zijn vooraf gedefinieerd en gevalideerd aan de hand van monsters. Die monsters worden niet beschouwd als een materiële stroom voor verdere analyse onder IFRS 15.
Catalysis: de levering van goederen in overeenstemming met contractspecificaties. Die specificaties zijn vooraf gedefinieerd en gevalideerd aan de hand van monsters. Die monsters worden niet beschouwd als een materiële stroom voor verdere analyse onder IFRS 15.
Recycling: de teruggave van de geraffineerde metalen aan de klant in overeenstemming met het contract, in hun pure metaalinhoud of als deel van een afgewerkt product of halffabrikaat en de verkoop van metaal (inclusief overtollig teruggewonnen metaal) aan de klanten.
Specialty Materials: de levering van producten in overeenstemming met de specificaties van het verkooporder.
Voor verkoop binnen Battery Materials wordt het gros van de inkomsten opgenomen op het moment dat de controle overgaat naar de klant, door de levering van de producten volgens de geldende leveringsvoorwaarden (Incoterms). Ondanks het feit dat de producten op maat gemaakt zijn, is niet voldaan aan de overwegingen voor erkenning over de looptijd van het contract aangezien de klant het productieproces niet controleert en de Groep niet het recht heeft om betaald te worden vóór de levering van de goederen.
Voor verkoop binnen Catalysis worden de inkomsten opgenomen op het moment dat de controle overgaat naar de klant. Ondanks het feit dat de producten op maat gemaakt zijn, is niet voldaan aan de overwegingen voor erkenning over de looptijd van het contract aangezien de klant het productieproces niet controleert en de Groep niet het recht heeft om betaald te worden vóór de levering van de goederen. De controle wordt dan ook pas overgedragen op basis van de gebruikelijke leveringsvoorwaarden (Incoterms) en de aanvaarding van de goederen door de klant bij levering.
Voor verkoop binnen Recycling wordt het overgrote deel van de inkomsten opgenomen op het moment wanneer de controle over de geraffineerde producten of metaal terug in handen van de klant is (raffinage) of in handen van de klant is (verkoop van metaal, inclusief overtollig teruggewonnen metaal), door de levering.
Voor verkoop binnen Specialty Materials worden de inkomsten opgenomen op het moment dat de controle overgaat op de klant, door de levering van de producten volgens de geldende leveringsvoorwaarden (Incoterms).
Er worden geen inkomsten opgenomen voor het verkoopgedeelte van contracten waarbij de Groep edelmetalen verkoopt of koopt en de verbintenis aangaat om het metaal in de toekomst terug te kopen of verkopen.
Sommige contracten bevatten commerciële en andere kortingen, maar de frequentie hiervan is vrij laag en de ordegrootte niet materieel. Indien van toepassing worden ze opgenomen in dezelfde periode als de verkoop.
Er werden geen bijkomende garantieovereenkomsten verkocht aan klanten boven de wettelijke verplichtingen en deze worden bijgevolg dan ook niet beschouwd als een afzonderlijke prestatieverplichting.
De transactieprijs die geïdentificeerd wordt in de overeenkomst wordt aldus volledig toegerekend aan de prestatieverplichting.
Er zijn geen significante contractsaldi waarbij de Groep de prestatieverplichting heeft uitgevoerd waarvoor nog geen facturatie heeft plaatsgevonden. Vooruitbetalingen voor producttoeleveringsovereenkomsten op lange termijn waarvoor de prestatieverplichting nog niet is vervuld worden opgenomen in langlopende handelsschulden als de prestatieverplichting meer dan 12 maanden na het einde van de verslagperiode zal plaatsvinden. Een opgelopen rente, die de tijdswaarde van de vooruitbetaling vertegenwoordigt, wordt opgenomen in financiële lasten. De inkomsten uit de vooruitbetaling worden opgenomen wanneer het specifieke product vermeld in het contract wordt geleverd.
Voor meer informatie over inkomsten uit contracten met klanten, zie Toelichtingen F7 en F9.
De beoordeling op bijzondere waardeverminderingsverliezen wordt opgenomen onder het 'verwachte kredietverliezen'-model zoals beschreven in Toelichting F21.
Overheidssubsidies worden aanvankelijk verwerkt in de balans als uitgestelde baten indien er redelijke zekerheid bestaat dat de subsidies ontvangen zullen worden en dat de onderneming zal voldoen aan de voorwaarden die eraan verbonden zijn. Subsidies worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening over dezelfde periode waarin de onderneming de gerelateerde kosten die de subsidies beogen te compenseren als last opneemt.
De Groep gebruikt afgeleide financiële instrumenten en commodity-instrumenten voornamelijk om de blootstelling aan nadelige schommelingen van wisselkoersen, commodityprijzen, rentevoeten en andere marktrisico’s te beperken. De Groep gebruikt voornamelijk spot- en termijncontracten om het metaal- en valutarisico af te dekken en swaps om het renterisico af te dekken. De transacties uitgevoerd op de termijnmarkten zijn niet van speculatieve aard.
Afgeleide financiële instrumenten en commodity-instrumenten worden gebruikt om de reële waarde van de onderliggende afgedekte posities (activa, verplichtingen en vaste verbintenissen) te beschermen en worden aanvankelijk opgenomen tegen reële waarde op de transactiedatum. De afgedekte posities (voornamelijk fysieke verplichtingen en voor verkoop beschikbare voorraad) worden conform Umicore's beleid voor economische afdekking aanvankelijk gewaardeerd tegen reële waarde door toepassing van mark-to-market.
Waar mogelijk documenteert Umicore de boekhoudkundige verwerking van afdekkingstransacties conform de criteria vooropgesteld door IFRS 9. Voor de reëlewaardeafdekking van groepen van gesloten portfolio's van blootstellingen aan valutarisico's en commodityrisico's wordt de 'onderste laag'- of de 'nettopositie'-methode gebruikt. Bij de 'onderste laag'-methode wordt een laag gedefinieerd die het nominale bedrag vertegenwoordigt van een blootstelling die historisch aanwezig was op constante en continue basis. Die laag wordt verder opgesplitst in kleinere rekeneenheden (sublagen) die zijn aangemerkt als afgedekte posities. De sublagen worden vervolgens afgedekt door afdekkingsinstrumenten die aangemerkt zijn als afdekkingsmultiples van dergelijke sublagen.
Bij de 'nettopositie'-methode wordt afdekking toegepast op basis van een groep posities met compenserende risicoposities waarbij de nettopositie de door een afdekkingsinstrument afgedekte positie is.
Bij beide methodes betreft het gesloten afgedekte portfolio's waarin posities niet kunnen toegevoegd, verwijderd of vervangen worden zonder elke wijziging te beschouwen als een overgang naar een nieuwe portfolio. Bij beide methodes omvatten de blootstellingen een groep van balans- en buitenbalans-valuta- en commodityposities, d.w.z. handelsschulden, voorraden en aankoopverbintenissen of handelsvorderingen en verkoopverbintenissen die blootgesteld zijn aan de variabiliteit van valuta's of commodityprijzen. Door het niet-behalen van IFRS 9 hedge accounting omdat niet is voldaan aan de 'onderste laag'- of 'nettopositie'-criteria of wanneer er geen marktgebaseerde derivaten beschikbaar zijn, neemt Umicore de afgedekte posities op tegen kostprijs. Omdat onder Umicore's beleid voor economische afdekking alle transactionele afdekkingsposities worden aangepast naar reële marktwaarde voor het monitoren van operationeel risico, omvat dit het terugnemen van eventuele positieve reële waarde op die afgedekte posities om ze te behouden tegen kostprijs (in geval van voorraden) of buiten de balans (in geval van verplichtingen). Afdekkingen in deze categorie worden bestempeld als economische afdekkingen en worden niet beschouwd als speculatieve instrumenten.
Wanneer er een consistente praktijk bestaat om commodity's te verhandelen door het gebruik van commoditycontracten bij een specifieke dochteronderneming of een kasstroomgenererende eenheid van de Groep en waarbij de entiteit de onderliggende commodity geleverd krijgt om het kort na de levering te verkopen met als doel winst te realiseren uit kortetermijnschommelingen in de prijs of de handelsmarges, dan worden de voorraden gewaardeerd tegen reële waarde via de winst-en-verliesrekening en worden de verbonden fysieke en/of commodityverbintenissen geclassificeerd als derivaten en gewaardeerd tegen reële waarde via de winst-en-verliesrekening.
Afgeleide financiële en commodity-instrumenten die gebruikt worden voor de bescherming van toekomstige kasstromen worden aangeduid als afdekkingen onder de boekhoudkundige verwerking van kasstroomafdekkingstransacties. Het effectieve deel van wijzigingen in de reële waarde van afdekkingsinstrumenten die in aanmerking komen als kasstroomafdekkingen worden opgenomen in het eigen vermogen van de aandeelhouders als afdekkingsreserves totdat de onderliggende verwachte of vastgelegde transacties zich voordoen (d.w.z. een invloed hebben op de winst-en-verliesrekening). Op dat moment worden de opgenomen winsten en verliezen op de afdekkingsinstrumenten overgeboekt van het eigen vermogen naar de winst-en-verliesrekening.
Als de onderliggende afgedekte transacties niet langer waarschijnlijk zijn of wanneer de afdekkingen ineffectief worden, dan worden het hieraan verbonden afdekkingsinstrument onmiddellijk stopgezet en worden alle winsten of verliezen, met inbegrip van degene die waren opgenomen in het eigen vermogen, onmiddellijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening.
In afwezigheid van het verkrijgen van de boekhoudkundige verwerking van afdekkingstransacties bij sluiting conform IFRS 9 wordt de reële waarde van de gerelateerde afdekkingselementen opgenomen in de winst-en-verliesrekening in plaats van het eigen vermogen, en dit voordat de onderliggende verwachte of vastgelegde transacties zich voordoen.
Nog uit te voeren contracten (het ‘basiscontract’) bevatten soms besloten derivaten.
In contracten besloten derivaten veroorzaken herzieningen in sommige of alle kasstromen die anders door het basiscontract zouden zijn vereist, op basis van een bepaalde rentevoet, prijs van een financieel instrument, commodityprijs, wisselkoers of andere variabele. Als wordt geconcludeerd dat er geen nauw verband bestaat tussen een dergelijk derivaat en het basiscontract, dan wordt het afgescheiden van het basiscontract en boekhoudkundig verwerkt conform IFRS 9 (reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening). Het basiscontract wordt verwerkt volgens de regels van de nog uit te voeren contracten, wat wil zeggen dat een dergelijk contract niet wordt opgenomen in de balans of de winst-of-verliesrekening voordat de contractuele levering plaatsvindt.
Bij de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening heeft de Groep rekening gehouden met de potentiële impact van klimaatgerelateerde risico's die zowel transitierisico's (markt, reputatie, beleid en wetgeving, technologie) als fysieke risico's (directe schade aan activa en verstoring van toeleveringsketens) omvatten. Voor meer informatie over risico's en kansen met betrekking tot klimaatverandering, zie het deel ESRS E1 Klimaatverandering.
De potentiële impact van klimaatverandering op een aantal onderdelen van de jaarrekening is in beschouwing genomen, zoals:
De voorspellingen en kasstromen gebruikt in de beoordeling van bijzondere waardeverminderingen van vaste activa (inclusief goodwill)
De realiseerbaarheid van uitgestelde belastingen
De verwachte levensduur van materiële vaste activa en hun blootstelling aan fysieke risico's veroorzaakt door klimaatverandering. De verwachte levensduur is doorgaans van korte tot middellange duur, waardoor het fysieke risico veroorzaakt door klimaatverandering op lange termijn laag is
Er is een inherente onzekerheid over de veronderstellingen die worden gehanteerd binnen die gebieden en hoe deze de bedrijfsactiviteiten, kasstromen en winstprognoses van de Groep zullen beïnvloeden. Desalniettemin weerspiegelen de laatste vooruitzichten van de Groep de continue investeringen in duurzame technologieën en onze unieke positie om de markt duurzame oplossingen te bieden.
Gezien onze decarbonisatie-ambities heeft de Groep overeenkomsten voor de afname van groene stroom op lange termijn afgesloten voor haar fabrieken via on-shore en off-shore windmolenparken en zonnepanelenparken. De overeenkomsten worden geanalyseerd conform IFRS om te bepalen of het contracten voor eigen gebruik zijn, of het financiële instrumenten zijn, dan wel of ze een lease bevatten. Per 31 december 2024 worden de meeste van onze overeenkomsten voor de afname van groene stroom verwerkt als contracten voor eigen gebruik. Slechts één van die overeenkomsten wordt verwerkt als financieel instrument. Momenteel hebben de ondertekende overeenkomsten een gemiddelde looptijd van 15 jaar, variërend van 5 tot 25 jaar, voor een totaal jaarlijks volume van ongeveer 700 GWh.
Energiecertificaten die aan die overeenkomsten gekoppeld zijn, worden automatisch geannuleerd, afgelost door Umicore, of afgelost in onze naam en opgenomen als last tijdens de periode waarin de elektriciteit werd verbruikt.
Aanpassingen aan het resultaat hebben betrekking op reorganisatiemaatregelen, bijzondere waardevermindering van activa gerelateerd aan reorganisatiemaatregelen en andere baten of lasten uit gebeurtenissen of transacties die duidelijk verschillen van de normale bedrijfsactiviteiten van de onderneming, zoals de beëindiging van activiteiten en milieuvoorzieningen die verband houden met historische vervuiling of niet-actieve sites.
Elk van de activiteiten van de Groep is blootgesteld aan verschillende risico’s van financiële of niet-financiële aard die de financiële prestaties van de Groep kunnen beïnvloeden. De financiële risico's omvatten wijzigingen in metaalprijzen, wisselkoersen, enkele door de markt bepaalde commerciële voorwaarden en rentevoeten en krediet- en liquiditeitsrisico's. Het algemene risicobeheerprogramma van de Groep is erop gericht de risico's en mogelijke negatieve gevolgen voor de financiële resultaten van de Groep te beperken, o.a. door afdekkings- en verzekeringsinstrumenten te gebruiken.
Het valutarisico waaraan Umicore is blootgesteld kan worden opgedeeld in drie types: structureel risico, transactioneel risico en omrekeningsrisico.
Een deel van de inkomsten van Umicore is uitgedrukt in Amerikaanse dollar (USD), hoewel veel van de betrokken bedrijfsactiviteiten zich buiten de USD-zone bevinden (voornamelijk in Europa en Azië).
Elke wijziging in de wisselkoers van de USD tegenover de EUR of andere valuta's die niet aan de USD gekoppeld zijn, heeft daardoor een invloed op de resultaten van de onderneming.
Een groot deel van die structurele valutablootstelling vloeit voort uit de in USD uitgedrukte metaalprijzen voor onze activiteiten.
Naast de blootstelling aan de USD/EUR-wisselkoers is er ook een structurele en toenemende gevoeligheid voor bepaalde andere valutaparen zoals de USD en de EUR in Koreaanse won (KRW), Chinese yuan (CNY), Canadese dollar (CAD), Poolse zloty (PLN), Indiase roepie (INR) en Braziliaanse real (BRL).
Structurele valuta-afdekking
Het afdekkingsbeleid van Umicore laat toe om haar structurele valutablootstelling op termijn af te dekken, zij het in combinatie met de afdekking van de structurele blootstelling aan de metaalprijzen of geïsoleerd, doorgaans wanneer een wisselkoers of een in EUR uitgedrukte metaalprijs boven het historische gemiddelde ligt en zich op een niveau bevindt waarbij aantrekkelijke marges verzekerd kunnen worden. Dit omvat onder meer termijnafdekkingen voor projecten met aanzienlijke investeringsuitgaven die zijn uitgedrukt in een andere valuta dan EUR of in een andere functionele valuta dan die van de entiteit.
In verband met het structurele risico beoordeelt de Groep de afdekkingseffectiviteit door een overeenstemming van de kritieke voorwaarden tussen de afgedekte positie (toekomstige waarschijnlijke kasstromen) en het afdekkingsinstrument met inbegrip van omvang en looptijd. De Groep past een voorzichtige aanpak toe bij de toepassing van structurele afdekking – nooit tot 100% – en vermijdt hierdoor ineffectiviteit ten gevolge van verschillen in looptijd tussen de afgedekte positie en het afdekkingsinstrument of ten gevolge van veranderingen in de omvang van de blootstelling.
Eind 2024 had Umicore structurele valuta-afdekkingen lopen voor haar niet-metaalprijsgerelateerde gevoeligheid met inbegrip van de volgende valutaparen: EUR/USD, USD/KRW, EUR/PLN en USD/CAD.
De onderneming is ook onderhevig aan transactionele risico’s met betrekking tot valuta's, namelijk het risico op wisselkoersschommelingen tussen het moment waarop de prijs wordt vastgelegd met een klant of leverancier en het moment waarop de transactie wordt afgewikkeld. Het beleid van de Groep bestaat erin om het transactionele risico maximaal af te dekken, voornamelijk met termijncontracten.
In verband met het transactionele risico beoordeelt de Groep de afdekkingseffectiviteit door een overeenstemming van de kritieke voorwaarden tussen de afgedekte positie (balansposten en verplichtingen) en het afdekkingsinstrument met inbegrip van omvang en looptijd. De Groep dekt transactionele risico maximaal af, tot 100%. Ineffectiviteiten kunnen het gevolg zijn van verschillen in looptijd tussen de afgedekte positie en het afdekkingsinstrument of van veranderingen in de omvang van de blootstelling, maar zullen naar verwachting niet materieel zijn.
Umicore is een internationale onderneming met buitenlandse vestigingen die een andere functionele valuta hanteren dan EUR. Wanneer de resultaten en de balansen van die bedrijfsactiviteiten worden geconsolideerd in de boekhouding van de Groep, is het omgerekende bedrag blootgesteld aan wisselkoersschommelingen tussen de EUR en dergelijke lokale valuta’s, voornamelijk USD, BRL, KRW, CNY, PLN en ZAR. Hoewel Umicore haar omrekeningsblootstelling niet systematisch afdekt kunnen ad hoc afdekkingen worden afgesloten.
Het commodityprijsrisico omvat het metaalprijsrisico en het energieprijsrisico (elektriciteit en aardgas).
Het metaalprijsrisico waaraan Umicore is blootgesteld kan worden opgedeeld in 3 types: structureel risico, transactioneel risico en voorraadrisico.
In verband met het structureel en transactioneel risico voor metaal beoordeelt de Groep de afdekkingseffectiviteit door een overeenstemming van de kritieke voorwaarden tussen de afgedekte positie en het afdekkingsinstrument met inbegrip van omvang en looptijd. De afdekkingsverhouding bedraagt 100%, waarbij ineffectiviteit kan voortkomen uit een verschil in looptijd tussen de afgedekte positie en het afdekkingsinstrument of uit een wijziging in de risicopositie.
Umicore is blootgesteld aan structurele metaalprijsrisico’s. Die risico’s vloeien voornamelijk voort uit de impact van metaalprijzen op de overtollige metalen die worden teruggewonnen uit materialen voor verwerking of andere inkomstenelementen die afhangen van de metaalprijzen. Het beleid van Umicore laat toe om dergelijke blootstelling aan metaalprijzen af te dekken, doorgaans wanneer de termijnprijzen voor metalen uitgedrukt in de functionele valuta van de betrokken bedrijfsactiviteiten boven het historische gemiddelde liggen en zich op een niveau bevinden waarbij aantrekkelijke marges verzekerd kunnen worden. In welke mate het metaalprijsrisico kan worden afgedekt hangt af van de beschikbaarheid van afdekkingsinstrumenten en van voldoende marktliquiditeit.
In het segment Recycling recycleert de Groep platina, palladium, rodium, goud en zilver en een brede waaier aan andere basis- en speciale metalen. In dit segment is de gevoeligheid op korte termijn van inkomsten en bedrijfsresultaten voor metaalprijzen bijzonder materieel. Door de variabiliteit van de grondstoffeninput in de loop der jaren en de verschillende looptijden van de leveringscontracten is het echter niet mogelijk om een vaste sensitiviteit op te geven voor een specifiek metaal. Over het algemeen hebben hogere metaalprijzen een positieve impact op de winst van het segment Recycling, terwijl lagere prijzen een negatief effect hebben. Umicore heeft ook een metaalprijssensitiviteit in de andere segmenten (Catalysis en Specialty Materials), die vooral gelinkt is aan de metaalgerelateerde inkomsten en afhankelijk van de gebruikte metalen in die segmenten. In dergelijke gevallen zorgen hogere metaalprijzen over het algemeen voor een positief kortetermijneffect op de winstgevendheid van elke activiteit, terwijl lagere metaalprijzen meestal het tegenovergestelde effect hebben. Andere commerciële factoren, zoals productpremies, die grotendeels onafhankelijk zijn van de metaalprijzen, zijn echter ook significant en onafhankelijk bepalend voor de inkomsten en de winstgevendheid. Bovendien kunnen langdurige periodes van hoge metaalprijzen in sommige gevallen risico’s verhogen, zoals substitutie of verstoring van de toeleveringsketen.
Structurele metaalprijsafdekking
Voor sommige metalen dekt Umicore een deel van haar blootstelling aan termijnmetaalprijzen af. Die afdekking is gebaseerd op documentatie die een hoge waarschijnlijkheid aangeeft van toekomstige kasstromen op basis van metaalprijzen uit commerciële contracten. Umicore heeft een deel van haar blootstelling aan termijnmetaalprijzen afgedekt. Tijdens 2024 sloot Umicore bijkomende termijncontracten af om een aanzienlijk deel van de verwachte structurele prijsblootstelling aan bepaalde edelmetalen al tot 2028 af te dekken. De eerste afdekkingen voor 2029 werden ook opgestart. Voor 2025 zijn de afdekkingspercentages: drie vierde voor palladium en rodium en ongeveer twee derde voor goud, zilver en platina. Voor 2026 zijn er lock-ins voor iets meer dan drie vierde van de blootstelling voor palladium en rodium en voor meer dan de helft voor goud, zilver en platina. Voor 2027 zijn er lock-ins voor bijna twee derde voor palladium, rodium en goud en voor meer dan de helft voor zilver en platina. Voor 2028 zijn er lock-ins voor de helft voor goud, palladium, platina en rodium. Voor 2029 zijn er lock-ins voor ongeveer 20% voor zilver en goud.
In verband met het structurele risico beoordeelt de Groep de afdekkingseffectiviteit door een overeenstemming van de kritieke voorwaarden tussen de afgedekte positie (toekomstige waarschijnlijke kasstromen) en het afdekkingsinstrument met inbegrip van waarde en looptijd. De Groep past een voorzichtige aanpak toe inzake structurele afdekking en vermijdt bewust volledige (100%) afdekking. Die strategie minimaliseert het risico op ineffectiviteit als gevolg van verschillen in looptijd tussen de afgedekte positie en het afdekkingsinstrument of als gevolg van schommelingen in de omvang van de blootstelling.
De Groep is blootgesteld aan transactionele risico’s op metalen. De meerderheid van de metaalgebaseerde transacties gebruiken metaalmarkten als referentie, zoals de London Metal Exchange. Als de onderliggende metaalprijs constant was, dan zou de prijs die Umicore betaalt voor het metaal in de aangekochte grondstoffen worden doorgerekend aan de klant als een deel van de verkoopprijs van het product. Door de tijd die verstrijkt tussen de verwerking van de aangekochte grondstoffen in producten en de verkoop van de producten leidt de volatiliteit van de referentieprijs voor metaal echter tot verschillen tussen de prijs die voor het metaal in de grondstoffen is betaald enerzijds en de ontvangen prijs anderzijds.
Hierdoor bestaat er een transactionele blootstelling aan mogelijke prijsschommelingen tussen het ogenblik waarop de grondstoffen worden aangekocht (wanneer de aankoopprijs wordt vastgelegd) en het moment waarop de producten worden verkocht (wanneer de verkoopprijs wordt vastgelegd).
Het beleid van de Groep bestaat erin om het transactionele risico maximaal af te dekken, voornamelijk met termijncontracten.
In verband met het transactionele risico beoordeelt de Groep de afdekkingseffectiviteit door een overeenstemming van de kritieke voorwaarden tussen de afgedekte positie (balansposten en verplichtingen) en het afdekkingsinstrument met inbegrip van omvang en looptijd. De Groep dekt transactioneel risico maximaal af, tot 100%. Ineffectiviteiten van dergelijke afdekkingen kunnen het gevolg zijn van verschillen in looptijd tussen de afgedekte positie en het afdekkingsinstrument of van veranderingen in de omvang van de blootstelling, maar zullen naar verwachting niet materieel zijn.
De versnelde groei van de batterijmateriaalactiviteiten de afgelopen jaren heeft gezorgd voor een aanzienlijke toename van de blootstelling aan specifieke metalen zoals kobalt, lithium en nikkel. Toenemende volumes, de kwetsbaarheid tegenover de bijbehorende prijsvolatiliteit en, in het geval van bepaalde metalen zoals lithium, de afwezigheid van een liquide termijnmarkt leiden tot toegenomen metaalrisico’s. Voor lithium is Umicore’s beleid voor afdekking van transactioneel risico erop gericht om de vastlegging van de aankoopprijzen en de verkoopprijzen maximaal op elkaar af te stemmen. Die fysieke ‘back-to-back’-afdekking laat toe om de transactionele risico’s voor lithium te beheersen in een volatiele markt.
Het beleid van de Groep inzake economische afdekking van het transactionele risico voor metalen schrijft voor dat initieel mark-to-market-waarderingsgrondslagen worden toegepast op alle posten van de transactionele-afdekkingspositie, zowel de afdekkingsinstrumenten als de afgedekte posities. Waar haalbaar gebeurt dit conform de criteria voor hedge accounting van IFRS 9. Wanneer hedge accounting conform IFRS 9 niet toegepast of verkregen kan worden, neemt Umicore de positieve mark-to-market-effecten terug (zie Toelichting F2.22.1 – Transactionele risico's - reëlewaardeafdekking).
De Groep is blootgesteld aan metaalprijsrisico’s op de permanente metaalvoorraden. Dat risico heeft te maken met de kans dat de marktprijzen voor metalen dalen tot onder de boekwaarde van deze voorraden.
Umicore dekt dit risico gewoonlijk niet af.
Umicore is blootgesteld aan structurele energieprijsrisico’s (elektriciteit en aardgas). Naast de strategische metaalafdekkingen beheert de Groep een deel van haar energieprijsrisico's op termijn door energieafdekkingen aan te gaan. Op dit moment heeft Umicore afdekkingen lopen voor haar verwachte Europese elektriciteitsverbruik (meer dan 75% voor 2025 tot 2028 en meer dan 50% voor 2029 tot 2030) en aardgasverbruik (meer dan 75% voor 2025 tot 2027, bijna de helft voor 2028 en ongeveer een kwart voor 2029).
Gezien onze decarbonisatie-ambities heeft de Groep overeenkomsten voor de afname van groene stroom op lange termijn afgesloten voor haar fabrieken via on-shore en off-shore windmolenparken en zonnepanelenparken. Die overeenkomsten worden over het algemeen verwerkt als nog uit te voeren contracten voor eigen gebruik.
Renterisico’s vloeien voort uit veranderingen in de geldende marktrentevoeten, die kunnen leiden tot veranderingen in de reële waarde van vastrentende schuldinstrumenten en in de rentebetalingen van variabel rentende schuldinstrumenten. Dat risico wordt beheerd door het schuldprofiel van de Groep op regelmatige basis te beoordelen en door renteswaps af te sluiten. Eind december 2024 bedroegen de bruto financiële schulden van de Groep € 3.437 miljoen, waarvan € 2.753 miljoen met een vaste rentevoet.
In juli 2024 werden nieuwe US Private Placements opgenomen (uitgegeven in april 2024) voor een totaal van € 225 miljoen en USD 296 miljoen, waarbij het deel in USD is afgedekt tegenover de EUR met valutaswaps.
Kredietrisico en concentratie van kredietrisico
Kredietrisico is het risico op wanbetaling door een tegenpartij met betrekking tot de verkoop van goederen of metaalleasingactiviteiten. Om de kredietblootstelling te beheren heeft Umicore een kredietbeleid opgesteld met aanvragen voor kredietlimieten, goedkeuringsprocedures, continue opvolging van de kredietblootstelling en aanmaningsprocedures in het geval van betalingsachterstand. Het kredietrisico ten gevolge van verkopen is tot op zekere hoogte afgedekt via kredietverzekeringen, kredietbrieven of andere gelijkaardige betalingswijzen. Umicore is meerdere kredietverzekeringscontracten aangegaan met verschillende verzekeraars. Eén daarvan is wereldwijd van toepassing. Dit contract beschermt de verzekerde activiteiten tegen insolventierisico en tegen politieke en commerciële risico’s met een individueel eigen risico per factuur van 5% en voorziet een maximale schadeloosstelling per regio of land. Umicore heeft bepaald dat in een bepaald aantal gevallen waar de kosten van een kredietverzekering niet in verhouding staan tot het te verzekeren risico, geen beroep zal worden gedaan op een dergelijke algemene kredietverzekeringsdekking. Voor die ondernemingen die gekenmerkt worden door een aanzienlijke klantenconcentratie of door een specifieke en nauwe relatie met de klanten kunnen specifieke verzekeringscontracten voor een bepaalde periode worden afgesloten. Er dient te worden opgemerkt dat sommige omvangrijke transacties, zoals de verkoop van edelmetalen door Recycling, een beperkt kredietrisico hebben aangezien het een gangbare praktijk is om te betalen vóór de levering. Umicore kan bepaalde kredietrisico's verder beperken door discontering van vorderingen zonder regres of, vooral in China, door discontering van bankwissels zonder regres. Met betrekking tot de risicoblootstelling tegenover financiële instellingen zoals banken en brokers past Umicore ook interne kredietlijnen toe. Er worden specifieke limieten gesteld, per financieel instrument, die de verschillende risico’s dekken waaraan de Groep is blootgesteld bij transacties met dergelijke tegenpartijen. Conform IFRS 9 worden bijzondere waardeverminderingen voor te verwachten kredietverliezen op vorderingen gewaardeerd en opgenomen aan de hand van een vereenvoudigde aanpak.
Liquiditeitsrisico heeft betrekking op het vermogen om schulden af te lossen en te herfinancieren (met inbegrip van uitgegeven obligaties) en om activiteiten te financieren. De Groep beheert het liquiditeitsrisico door voldoende financieringsbronnen aan te houden, door te zorgen voor zeer brede diversificatie van die financieringsbronnen (op het vlak van instrumenten, kredietverlenende banken en andere instellingen en op geografisch vlak), door de looptijdprofielen van financiële activa en verplichtingen zo nauw mogelijk op elkaar af te stemmen en door de looptijd van financieringsbronnen te spreiden. Financieringsbronnen omvatten o.a. operationele kasstromen, vastgelegde en niet-vastgelegde bankfaciliteiten met inbegrip van Chinese bankkredietlijnen, metaalleaselijnen, uitgifte van commercial papier en private schuldplaatsingen op lange termijn. Voor meer informatie, zie Toelichtingen F21 en F25.
De belastinglast opgenomen in de jaarrekening is de beste schatting door de Groep van de belastingverplichtingen, wetende dat er tot het moment dat de belastingcontroles door de belastingautoriteiten zijn afgerond, een zekere onzekerheid bestaat over de uiteindelijke belastingverplichtingen voor de verslagperiode. Het beleid van de Groep is erop gericht om belastingaangiften in te dienen binnen de wettelijke termijn en om waar nodig in gesprek te gaan met belastingautoriteiten om te verzekeren dat de belastingposities van de Groep getrouw en actueel zijn en dat eventuele materiële verschillen in de interpretatie van belastingwetgeving en -regelgeving worden opgelost waar mogelijk. Wijzigingen in belastingwetgeving of in de toepassing ervan inzake pijler 2, CFC, verrekenprijzen, btw, buitenlandse dividenden, bronbelasting, voorzieningen voor rentelasten, fiscaal verrekenbare tegoeden voor O&O, investeringspremies en belastingaftrek, en de opname van voorwaarts gecompenseerde fiscale verliezen zouden een gunstig of ongunstig effect kunnen hebben op het effectief belastingtarief en de nettowinst van de Groep. Op basis van de geïdentificeerde fiscale risico’s en opportuniteiten heeft het management een uitvoerige beoordeling uitgevoerd voor onzekere belastingposities, wat heeft geleid tot de opname van voorzieningen voor die onzekerheden rond winstbelastingen conform IFRIC 23.
Nationale en internationale fiscale regelgeving en handhaving stellen steeds meer eisen. Dat vergroot de druk op de Groep inzake naleving van de belastingwetgeving (vooral rond pijler 2- en CFC-rapportering, verrekenprijzen, indirecte belastingen zoals btw, en bronbelasting). De onzekerheid rond aangekondigde of mogelijke belastinghervormingen neemt evenzeer toe, zowel in de belangrijkste rechtsgebieden waar Umicore actief is, als op internationaal niveau (bv. door de belastinginitiatieven van de OESO). Die ontwikkelingen en de hieruit voortvloeiende onzekerheden kunnen de winst van de Groep beïnvloeden, ondanks het feit dat Umicore de vereisten proactief blijft beheren, bv. door de implementatie van processen en systemen op basis van beste praktijken. Umicore past bovendien een actieve procedure toe om onzekere belastingposities op te volgen en er voorzieningen voor aan te leggen.
De onderneming is momenteel verwikkeld in fiscale geschillen in België, Brazilië, Canada, Argentinië en Duitsland. Daarvoor zijn voldoende voorzieningen aangelegd en die zullen dan ook naar verwachting geen bijkomend materieel effect hebben op de financiële positie van de Groep.
Bij het kapitaalbeheer bestaat het doel van de Groep erin om het vermogen om de continuïteit te waarborgen, om rendement te bieden aan aandeelhouders en voordelen aan andere belanghebbenden, en om een optimale kapitaalstructuur te handhaven om zo de kapitaalkosten te verminderen.
Om de kapitaalstructuur te handhaven of aan te passen kan de Groep bijvoorbeeld het bedrag van de dividenden uitbetaald aan aandeelhouders aanpassen, kapitaal uitkeren aan aandeelhouders, eigen aandelen terugkopen of nieuwe aandelen uitgeven.
De Groep monitort haar kapitaalstructuur hoofdzakelijk op basis van de schuldratio en de hefboomratio. De hefboomratio wordt berekend als de verhouding tussen de netto financiële schulden en de aangepaste EBITDA. De schuldratio wordt berekend door de netto financiële schulden te delen door de som van de netto financiële schulden en het totaal eigen vermogen van de Groep. De netto financiële schulden worden berekend als de som van de langlopende financiële schulden en de kortlopende financiële schulden minus de geldmiddelen en kasequivalenten.
Voor meer informatie bij de cijfers voor de gepresenteerde perioden, zie Toelichting F25 Financiële schulden.
In het kader van de normale bedrijfsvoering streeft de Groep naar een kapitaalstructuur die overeenstemt met een ‘investment grade’-creditrating. De Groep kan overwegen om de hiermee overeenstemmende schuldgraad tijdelijk te overschrijden in het kader van een bijzondere gebeurtenis, zoals een grote overname.
Umicore is blootgesteld aan bepaalde strategische en operationele risico’s die niet noodzakelijk financieel van aard zijn, maar niettemin de financiële resultaten van de Groep kunnen beïnvloeden. Het betreft onder meer technologierisico’s, bevoorradingsrisico’s, het risico op productsubstitutie bij klanten, risico’s in verband met bevoorradingszekerheid (bv. voor bepaalde kritieke metalen), operationele risico’s verbonden aan kritieke productie-installaties, risico’s in verband met de beschikbaarheid van informatiesystemen en cyberveiligheid, risico’s verbonden aan rechtsgeschillen en rechtszaken, risico's verbonden aan het verhandelen van metalen, risico’s op bijzondere waardevermindering van activa door een wijziging in de onderliggende bedrijfscontext en vooruitzichten van de activa enz. In sommige gevallen bestaat er een rechtstreeks verband tussen financiële en operationele risico’s. Zo kan een mogelijk risico inzake de continuïteit van de toelevering van bepaalde kritieke grondstoffen of metalen door plotse of extreme fysieke aanvoerschaarste de financiële risico’s en in het bijzonder de metaalprijsgebonden risico’s aanzienlijk vergroten.
In het verleden vertoonden bepaalde metalen, zoals rodium, kobalt of lithium, een hoge prijsvolatiliteit door toeleveringskrapte. Voor een beschrijving van enkele van die risico’s en Umicore's algemene benadering van risicobeheer, zie Beschrijving van risicobeheer en de voornaamste risico's en onzekerheden No section found.
De gebruikte schattingen en beoordelingen bij de opstelling en de toepassing van de jaarrekening van de geconsolideerde entiteit worden voortdurend beoordeeld en zijn gebaseerd op historische gegevens en andere elementen, waaronder verwachtingen van toekomstige gebeurtenissen die een financiële impact kunnen hebben op de entiteit en die onder de gegeven omstandigheden als redelijk worden beschouwd. De resulterende schattingen zijn per definitie dan ook maar zelden gelijk aan de werkelijke resultaten.
Veronderstellingen en schattingen worden toegepast bij:
de beoordeling van de noodzaak en de waardering van bijzondere waardeverminderingsverliezen
de boekhoudkundige verwerking van pensioenverplichtingen
de opname en waardering van voorzieningen voor belastings-, milieu-, garantie- en geschilrisico’s, productretouren, verlieslatende contracten en herstructurering
de bepaling van afschrijvingen van voorraden
de beoordeling in welke mate uitgestelde belastingvorderingen gerealiseerd zullen worden
gebruiksduur van materiële vaste activa en immateriële activa met uitzondering van goodwill
Hieronder worden de schattingen en beoordelingen vermeld die een aanmerkelijk risico in zich dragen van een materiële aanpassing van de boekwaarde van activa en verplichtingen tijdens het volgende boekjaar.
De Groep toetst de boekwaarde van haar kasstroomgenererende eenheden op bijzondere waardevermindering telkens wanneer bepaalde externe of interne gebeurtenissen wijzen op een mogelijk risico op bijzondere waardevermindering voor die eenheden. De Groep toetst jaarlijks de goodwill van haar kasstroomgenererende eenheden op bijzondere waardevermindering. Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt opgenomen wanneer de boekwaarde de realiseerbare waarde structureel overschrijdt. De realiseerbare waarde is de hoogste waarde van enerzijds de reële waarde minus verkoopkosten en anderzijds de bedrijfswaarde overeenkomstig de grondslag voor financiële verslaggeving. Die bedrijfswaarde wordt berekend door discontering van gerelateerde toekomstige vrije kasstromen (DCF-model) om hun contante waarde te berekenen. Die berekeningen vereisen het gebruik van en zijn gevoelig voor schattingen en veronderstellingen, zoals disconteringsvoeten, wisselkoersen, commodityprijzen, toekomstige kapitaalvereisten en toekomstige operationele prestaties. Interne schattingen van toekomstige bedrijfsprestaties zijn gebaseerd op een analyse van een combinatie van factoren, waaronder marktgroeiprognoses, marktaandeelschattingen, de concurrentie, de prijszetting en de kostenevolutie. Een dergelijke analyse combineert zowel intern gegenereerde schattingen als gegevens uit externe bronnen.
Op 31 december 2024 bedroeg de boekwaarde van de goodwill voor de geconsolideerde entiteiten € 155,3 miljoen (€ 158,3 miljoen in 2023). Zie Toelichting F15 Goodwill voor meer informatie over de jaarlijkse toetsing op bijzondere waardevermindering van goodwill en Toelichting F18 voor meer informatie over de bijzondere waardevermindering van de kasstroomgenererende eenheid Battery Materials.
Voorzieningen worden aangelegd voor de verwachte kost van de toekomstige sanering van industriële sites en hun omgeving voor zover er een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting bestaat conform grondslag voor financiële verslaggeving F2.16. De voorzieningen omvatten schattingen van toekomstige kosten voor terugwinning, fabriekssluitingen, sluitingen van stortplaatsen, bewaking, afbraakwerken, decontaminatie, waterzuivering en permanente opslag van historische residuen. Die schattingen van toekomstige kosten worden gedisconteerd naar hun contante waarde. De berekening van die schattingen van voorzieningen vereist dat veronderstellingen worden gemaakt over onder meer de toepassing van milieuwetgeving, de datums van fabriekssluitingen, beschikbare technologieën, studiekosten en – specifiek voor de groene bufferzone in Hoboken – de kost voor de aankoop van huizen. Een wijziging in een van de gebruikte veronderstellingen kan een materiële impact hebben op de boekwaarde van de saneringsvoorzieningen. Op 31 december 2024 bedroeg de boekwaarde van de saneringsvoorzieningen € 114,1 miljoen (€ 103,0 miljoen in 2023). Voor meer informatie, zie Toelichting F30.
Een actief of verplichting uit hoofde van toegezegde pensioenrechten wordt in de balans opgenomen conform grondslag voor financiële verslaggeving 2.17. De contante waarde van een brutoverplichting uit hoofde van toegezegde pensioenrechten is afhankelijk van een aantal factoren die worden bepaald op een actuariële basis.
De geconsolideerde entiteit bepaalt de gepaste disconteringsvoet die aan het einde van elk jaar moet worden gebruikt. De verplichtingen uit hoofde van personeelsbeloningen van de geconsolideerde entiteit worden nader besproken in Toelichting F28.
Op 31 december 2024 was een verplichting uit hoofde van personeelsbeloningen opgenomen van € 303,5 miljoen (€ 314,8 miljoen in 2023).
Uitgestelde belastingvorderingen worden uitsluitend opgenomen voor verrekenbare tijdelijke verschillen en niet-gecompenseerde fiscale verliezen of ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden als het waarschijnlijk is dat er toekomstige fiscale winsten (op basis van de operationele plannen van de Groep) beschikbaar zullen zijn om die tijdelijke verschillen en verliezen/tegoeden te realiseren. De werkelijke belastingresultaten in toekomstige perioden kunnen afwijken van de schattingen die worden gemaakt op het moment dat de uitgestelde belastingen worden opgenomen.
Overige veronderstellingen en schattingen worden toegelicht in de respectieve toelichtingen die relevant zijn voor de post waarvoor de veronderstellingen of schattingen werden gebruikt voor waardering.
Umicore's verkoop van batterijmaterialen voor transporttoepassingen heeft een impact op de blootstelling van de Groep aan de auto-industrie als eindmarkt. In die industrie is het gebruikelijk om garantie- en terugroepregelingen toe te passen in verband met mogelijke productkwaliteitsproblemen (ongeacht of er een in rechte afdwingbare verplichting bestaat). Daarom zette Umicore in 2024 het gebruik verder van een in voorgaande jaren geïntroduceerd voorzieningsmodel voor batterijmaterialen.
Andere significante voorzieningen voor overige verplichtingen en lasten hebben betrekking op mogelijke garantieclaims in andere activiteiten en verlieslatende contracten. Een voorziening voor verlieslatende contracten wordt opgenomen wanneer de onvermijdelijke kosten die nodig zijn om de verplichtingen uit hoofde van het contract na te komen hoger liggen dan de economische voordelen die naar verwachting uit het contract worden ontvangen.
Reorganisatievoorzieningen hebben betrekking tot aangekondigde reorganisatiesprogramma's en bedrijfssluiting. De voorzieningen omvatten kostenschattingen in verband met het aantal betrokken werknemers, de timing van de reorganisatiesactiviteiten en de te maken kosten. Die kosten omvatten directe uitgaven die voortvloeien uit de reorganisatiesprogramma's.
Op 31 december 2024 bedroeg de boekwaarde van de voorzieningen voor overige verplichtingen en lasten (inclusief reorganisatie en geschillen) € 288,7 miljoen (€ 126,4 miljoen in 2023).
Zoals vermeld in Toelichting F2.20 maakt Umicore een gedetailleerde beoordeling van alle fiscale onzekerheden binnen de Groep conform IFRIC 23. Bij de beoordeling en waardering van de onzekere belastingposities heeft de Groep rekening gehouden met de toepasselijke belastingwetgeving en -regelgeving, met inbegrip van de verjaringstermijnen, gewoonlijk tussen drie en tien jaar afhankelijk van het rechtsgebied. De definitieve oplossing van de door de Groep ingenomen belastingposities kan in sommige gevallen aanzienlijke tijd in beslag nemen en de uitkomst kan moeilijk met zekerheid te voorspellen zijn. De onzekere belastingposities zijn gebaseerd op alle relevante feiten die de Groep heeft geïdentificeerd, waaronder routinecontroles waar de Groep bij betrokken is, mogelijke fiscale risicoposities met betrekking tot verrekenprijzen of transactionele bedrijfsmodellen of lopende besprekingen met belastingautoriteiten. De schatting van de belastingverplichtingen en de lasten uit hoofde van winstbelastingen houdt rekening met eventuele boetes en verwijlintresten die van toepassing zijn. De onzekere belastingposities worden gewaardeerd op basis van de verwachte waarde, die bestaat uit de som van de naar waarschijnlijkheid gewogen reeks van mogelijke uitkomsten, of het meest waarschijnlijke bedrag. De meeste voorzieningen voor onzekerheid over fiscale behandelingen van inkomsten zijn gerelateerd aan onzekerheden over de vraag of de belastingautoriteit een bepaalde toegepaste verrekenprijsmethode of de aftrekbaarheid van een last voor belastingdoeleinden zal aanvaarden. De voorziening van de Groep voor onzekerheid over fiscale behandelingen bedroeg € 111,5 miljoen per december 2024 (€ 93,1 miljoen in 2023). Die voorziening werd opgenomen in de geconsolideerde balans onder ‘Verschuldigde winstbelastingen’. De stijging met € 18,4 miljoen is het nettoresultaat van (i) de herwaardering van bestaande onzekere belastingposities, (ii) de terugneming van onzekere belastingposities op basis van positieve uitspraken van de belastingautoriteiten of genomen beperkingsmaatregelen, (iii) het verstrijken van de verjaringstermijn en (iv) de opname van bijkomende voorzieningen (positief of negatief) voor onzekere fiscale behandelingen.
Hierna volgt een lijst van de belangrijkste operationele ondernemingen die in de geconsolideerde jaarrekening zijn opgenomen:
% DEELNEMING IN | % DEELNEMING IN | ||
---|---|---|---|
2023 | 2024 | ||
Voortgezette bedrijfsactiviteiten | |||
Argentinië | Umicore Argentina S.A. | 100,00 | 100,00 |
Australië | Umicore Australia PTY LTD | 100,00 | 100,00 |
Oostenrijk | ÖGUSSA Österreichische Gold- und Silber-Scheideanstalt GmbH | 100,00 | 100,00 |
België | Todini (BE 0834.075.185) | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Financial Services (BE 0428.179.081) | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Marketing Services Belgium (BE 0402.964.625) | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Specialty Materials Brugge (BE 0405.150.984) | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Holding Belgium SRL (BE 0731.571.921) | 100,00 | 100,00 |
Brazilië | Coimpa Industrial Ltda | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Brasil Ltda | 100,00 | 100,00 |
- | Clarex S.A. | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Shokubai Brasil Industrial Ltda | 60,00 | 60,00 |
- | Umicore Catalisadores Ltd | 100,00 | 100,00 |
- | Todini Brasil Representações Ltda | 70,00 | 70,00 |
Canada | Umicore Canada Inc. | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Autocat Canada Corp. | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Precious Metals Canada Inc. | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Battery Materials Canada Inc | 100,00 | 100,00 |
China | Umicore Marketing Services (Shanghai) Co., Ltd. | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Hong Kong Company Limited | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore (Suzhou) Semiconductor Materials Co., Ltd. | 0,00 | 100,00 |
- | Umicore Battery Materials (China) Co., Ltd. | 0,00 | 100,00 |
- | Umicore Battery Materials Hong Kong Company Limited | 0,00 | 100,00 |
- | Umicore Autocat (China) Co.,Ltd. | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Changxin Surface Technology (Jiangmen) Co., Ltd. | 80,00 | 80,00 |
- | Jiangmen Umicore Changxin New Materials Co., Ltd. | 90,00 | 90,00 |
- | Umicore Shokubai (China) Co.,Ltd | 60,00 | 60,00 |
- | Umicore Platinum Engineered Materials (Suzhou) Co., Ltd. | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Catalyst (China) Co., Ltd. | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Fuel Cell Catalyst (China) Co., Ltd. | 100,00 | 100,00 |
Denemarken | Umicore Denmark ApS | 100,00 | 100,00 |
Finland | Umicore Finland OY | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Battery Materials Finland Oy | 0,00 | 100,00 |
Frankrijk | Umicore Hexagone S.A.S. | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore IR Glass S.A.S. | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Autocat France S.A.S. | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Specialty Powders France S.A.S. | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore France S.A.S. | 100,00 | 100,00 |
- | Todini France S.A.S. | 100,00 | 100,00 |
Duitsland | Umicore AG & Co. KG (*) | 100,00 | 100,00 |
- | Agosi AG | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Galvanotechnik GmbH | 100,00 | 100,00 |
- | Todini Deutschland GmbH | 100,00 | 100,00 |
Italië | Todini and CO. S.P.A. | 100,00 | 100,00 |
India | Umicore Autocat India Pvt LTD | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore India Private Limited | 100,00 | 100,00 |
- | Todini Metals and Chemicals India Private Limited | 70,00 | 70,00 |
Japan | Umicore Japan KK | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Shokubai Japan Co Ltd | 60,00 | 60,00 |
Zuid-Korea | Umicore Battery Materials Korea LLC | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Korea LLC | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Catalysis Korea LLC | 100,00 | 100,00 |
Liechtenstein | Umicore Thin Film Products AG | 100,00 | 100,00 |
Luxemburg | Umicore International | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Autocat Luxembourg | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Shokubai | 60,00 | 60,00 |
- | Fininco | 100,00 | 100,00 |
Mexico | Todini Atlántica S.A. de C.V. | 70,00 | 70,00 |
Nederland | Schöne Edelmetaal B.V. | 100,00 | 100,00 |
Filippijnen | Umicore Specialty Chemicals Subic Inc. | 78,20 | 78,20 |
Polen | Umicore Autocat Poland sp. z o.o. | 100,00 | 100,00 |
- | Todini Europe sp. z o.o. | 70,00 | 70,00 |
- | Umicore Battery Materials Poland Sp. z o.o. | 100,00 | 100,00 |
Portugal | Umicore Iberica Lda | 100,00 | 100,00 |
Zuid-Afrika | Umicore Africa (Proprietary) Limited | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Catalyst South Africa (Pty) Ltd. | 65,00 | 65,00 |
Spanje | Todini Quimica Ibérica, S.L. | 100,00 | 100,00 |
Zweden | Umicore Autocat Sweden AB | 100,00 | 100,00 |
Taiwan | Umicore Thin Film Products Taiwan Co Ltd | 100,00 | 100,00 |
Thailand | Umicore Precious Metals (Thailand) Ltd. | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Autocat (Thailand) Co., Ltd. | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Shokubai (Thailand) Co., Ltd. | 60,00 | 60,00 |
Verenigd Koninkrijk | Umicore Coating Services Ltd. | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore UK Ltd. | 100,00 | 100,00 |
- | Todini UK Limited | 100,00 | 100,00 |
VS | Umicore USA Inc. | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Autocat USA Inc. | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Precious Metals NJ LLC | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Precious Metal Chemistry USA LLC | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Precious Metals USA Inc. | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Optical Materials USA Inc. | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Shokubai USA Inc | 60,00 | 60,00 |
- | Palm Commodities International LLC | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Electrical Materials USA Inc. | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Catalyst USA, LLC | 100,00 | 100,00 |
- | Umicore Battery Materials USA Inc | 100,00 | 100,00 |
(*) Umicore AG & Co. KG, met maatschappelijke zetel te Hanau (Duitsland), is vrijgesteld van de verplichting om een jaarlijkse geconsolideerde jaarrekening en een managementverslag en een groepsmanagementverslag op te stellen, te auditen en te publiceren conform § 264b en 291 van het Duitse wetboek van koophandel (HGB).
Voor de belangrijkste valuta's die worden gebruikt binnen de geconsolideerde entiteiten en participaties van de Groep worden de volgende wisselkoersen gebruikt voor de omrekening naar de presentatievaluta van de Groep (EUR). Alle dochterondernemingen, geassocieerde ondernemingen en joint ventures hebben als functionele valuta de valuta van het land waarin zij actief zijn, uitgezonderd voor Element Six Abrasives (Verenigd Koninkrijk), die de Amerikaanse dollar (USD) gebruikt als functionele valuta.
SLOTKOERS | GEMIDDELDE KOERS | ||||
---|---|---|---|---|---|
2023 | 2024 | 2023 | 2024 | ||
Amerikaanse dollar | USD | 1,105 | 1,039 | 1,081 | 1,082 |
Zuid-Koreaanse won (100) | KRW | 14,337 | 15,322 | 14,129 | 14,754 |
Poolse zloty | PLN | 4,340 | 4,273 | 4,542 | 4,307 |
Chinese yuan | CNY | 7,851 | 7,583 | 7,660 | 7,787 |
Canadese dollar | CAD | 1,464 | 1,495 | 1,459 | 1,482 |
Braziliaanse real | BRL | 5,350 | 6,433 | 5,401 | 5,834 |
Hong Kong dollar | HKD | 8,631 | 8,069 | 8,465 | 8,445 |
Zuid-Afrikaanse rand | ZAR | 20,348 | 19,619 | 19,955 | 19,830 |
Japanse yen | JPY | 156,330 | 163,060 | 151,990 | 163,852 |
Indiase roepie | INR | 91,905 | 88,934 | 89,300 | 90,556 |
Thaise baht | THB | 37,973 | 35,676 | 37,631 | 38,181 |
In duizend € | Toelichtingen | Battery Materials | Catalysis | Recycling | Specialty Materials | Corporate & Niet-toegerekend | Eliminaties | Totaal voortgezette bedrijfsactiviteiten |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal omzet per segment | 1.979.862 | 6.242.860 | 10.066.100 | 1.564.908 | 35.170 | (1.623.010) | 18.265.890 | |
Externe omzet | 1.852.363 | 6.139.920 | 8.710.590 | 1.527.847 | 35.170 | - | 18.265.890 | |
Omzet tussen segmenten | 127.499 | 102.940 | 1.355.510 | 37.061 | - | (1.623.010) | - | |
Totaal inkomsten per segment (metaal niet inbegrepen) | 547.810 | 1.803.510 | 1.012.540 | 556.533 | - | (44.783) | 3.875.610 | |
Externe inkomsten | 540.799 | 1.800.260 | 1.008.890 | 525.661 | - | - | 3.875.610 | |
Inkomsten tussen segmenten | 7.011 | 3.250 | 3.650 | 30.872 | - | (44.783) | - | |
Resultaat uit bedrijfsactiviteiten | F9 | 15.030 | 355.078 | 281.653 | 82.811 | (143.888) | - | 590.683 |
Aangepast | 50.452 | 364.157 | 295.485 | 79.290 | (116.922) | - | 672.461 | |
Aanpassingen | (35.422) | (9.079) | (13.832) | 3.521 | (26.966) | - | (81.778) | |
Aandeel in resultaat van ondernemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode | F9 | (2.583) | - | - | - | 2.982 | - | 399 |
Aangepast | (2.583) | - | - | - | 3.689 | - | 1.105 | |
Aanpassingen | - | - | - | - | (707) | - | (707) | |
EBIT | F9 | 12.447 | 355.078 | 281.653 | 82.811 | (140.906) | - | 591.081 |
Aangepast | 47.869 | 364.157 | 295.485 | 79.290 | (113.234) | - | 673.566 | |
Aanpassingen | (35.422) | (9.079) | (13.832) | 3.521 | (27.673) | - | (82.485) | |
Afschrijvingen | F9 | 101.324 | 71.906 | 76.270 | 30.833 | 18.193 | - | 298.526 |
Aangepast | 101.324 | 71.906 | 76.103 | 30.833 | 18.193 | - | 298.360 | |
EBITDA | F9 | 113.771 | 426.984 | 357.922 | 113.643 | (122.713) | - | 889.608 |
Aangepast | 149.193 | 436.063 | 371.588 | 110.122 | (95.040) | - | 971.926 | |
Geconsolideerd totaal activa | 3.826.267 | 2.320.170 | 1.316.070 | 1.116.325 | 2.775.643 | (1.388.805) | 9.965.670 | |
Segmentactiva | 3.603.133 | 2.320.170 | 1.316.070 | 1.116.325 | 2.684.043 | (1.388.805) | 9.650.936 | |
Investeringen verwerkt volgens de 'equity'-methode | 223.134 | - | - | - | 91.600 | - | 314.734 | |
Geconsolideerd totaal verplichtingen | 1.076.563 | 1.389.576 | 864.173 | 383.480 | 3.938.478 | (1.384.031) | 6.268.240 | |
Aangewend kapitaal op 31/12 van vorige boekjaar | 1.959.610 | 1.563.571 | 346.513 | 791.301 | 55.001 | - | 4.715.996 | |
Aangewend kapitaal op 30/06 | 2.505.905 | 1.236.893 | 468.415 | 770.281 | 114.273 | - | 5.095.766 | |
Aangewend kapitaal op 31/12 | F32 | 2.746.389 | 1.013.540 | 456.285 | 721.621 | 63.812 | - | 5.001.646 |
Gemiddeld aangewend kapitaal in eerste jaarhelft | F32 | 2.232.758 | 1.400.232 | 407.464 | 780.791 | 84.637 | - | 4.905.881 |
Gemiddeld aangewend kapitaal in tweede jaarhelft | F32 | 2.626.147 | 1.125.216 | 462.350 | 745.951 | 89.042 | - | 5.048.706 |
Gemiddeld aangewend kapitaal voor de periode | F32 | 2.429.453 | 1.262.724 | 434.907 | 763.371 | 86.839 | - | 4.977.294 |
ROCE | F32 | 1,97% | 28,84% | 67,94% | 10,39% | -130,39% | 0,00% | 13,53% |
Investeringsuitgaven | F35 | 614.195 | 75.693 | 81.789 | 31.548 | 53.582 | - | 856.807 |
Totaal O&O-uitgaven | F9 | 70.881 | 128.450 | 27.004 | 11.974 | 42.702 | - | 281.011 |
O&O opgenomen in bedrijfskosten | F9 | 53.235 | 123.814 | 21.351 | 11.974 | 42.701 | - | 253.076 |
O&O geactiveerd als immateriële activa | F35 | 17.646 | 4.636 | 5.653 | - | 0 | - | 27.935 |
In duizend € | Toelichtingen | Battery Materials | Catalysis | Recycling | Specialty Materials | Corporate & Niet-toegerekend | Eliminaties | Totaal voortgezette bedrijfsactiviteiten |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal omzet per segment | 1.103.190 | 4.345.580 | 9.267.210 | 1.422.880 | 57.781 | (1.342.960) | 14.853.681 | |
Externe omzet | 938.360 | 4.165.950 | 8.294.280 | 1.397.310 | 57.781 | - | 14.853.681 | |
Omzet tussen segmenten | 164.830 | 179.630 | 972.930 | 25.570 | - | (1.342.960) | - | |
Totaal inkomsten per segment (metaal niet inbegrepen) | 385.710 | 1.666.070 | 907.470 | 536.320 | - | (34.570) | 3.461.000 | |
Externe inkomsten | 391.630 | 1.663.040 | 904.300 | 502.030 | - | - | 3.461.000 | |
Inkomsten tussen segmenten | (5.920) | 3.030 | 3.170 | 34.290 | - | (34.570) | - | |
Resultaat uit bedrijfsactiviteiten | F9 | (1.710.432) | 313.475 | 245.156 | 54.572 | (164.698) | - | (1.261.927) |
Aangepast | (87.605) | 361.690 | 248.105 | 65.686 | (110.571) | - | 477.305 | |
Aanpassingen | (1.622.828) | (48.215) | (2.949) | (11.114) | (54.127) | - | (1.739.232) | |
Aandeel in resultaat van ondernemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode | F9 | (51.032) | - | - | - | 2.452 | - | (48.580) |
Aangepast | (2.424) | - | - | - | 2.863 | - | 439 | |
Aanpassingen | (48.608) | - | - | - | (411) | - | (49.019) | |
EBIT | F9 | (1.761.464) | 313.475 | 245.156 | 54.572 | (162.246) | - | (1.310.507) |
Aangepast | (90.029) | 361.690 | 248.105 | 65.686 | (107.708) | - | 477.744 | |
Aanpassingen | (1.671.436) | (48.215) | (2.949) | (11.114) | (54.538) | - | (1.788.251) | |
Afschrijvingen | F9 | 84.731 | 69.172 | 77.596 | 31.597 | 22.090 | - | 285.186 |
Aangepast | 84.731 | 69.172 | 77.596 | 31.597 | 21.925 | - | 285.020 | |
EBITDA | F9 | (1.676.734) | 382.647 | 322.752 | 86.169 | (140.156) | - | (1.025.321) |
Aangepast | (5.298) | 430.862 | 325.701 | 97.283 | (85.784) | - | 762.764 | |
Geconsolideerd totaal activa | 2.753.653 | 2.184.173 | 1.373.586 | 1.063.426 | 3.037.326 | (1.000.659) | 9.411.505 | |
Segmentactiva | 2.257.003 | 2.184.173 | 1.373.586 | 1.063.426 | 2.945.481 | (1.000.659) | 8.823.010 | |
Investeringen verwerkt volgens de 'equity'-methode | 496.650 | - | - | (0) | 91.845 | - | 588.495 | |
Geconsolideerd totaal verplichtingen | 1.110.853 | 1.365.340 | 1.189.328 | 368.938 | 4.455.249 | (999.961) | 7.489.748 | |
Aangewend kapitaal op 31/12 van vorige boekjaar | F32 | 2.746.389 | 1.013.540 | 456.285 | 721.621 | 63.812 | - | 5.001.646 |
Aangewend kapitaal op 30/06 | F32 | 1.510.304 | 832.367 | 313.170 | 738.834 | 121.710 | - | 3.516.384 |
Aangewend kapitaal op 31/12 | F32 | 1.646.677 | 905.409 | 185.239 | 677.820 | 70.181 | - | 3.485.326 |
Gemiddeld aangewend kapitaal in eerste jaarhelft | F32 | 2.128.347 | 922.953 | 384.728 | 730.227 | 92.761 | - | 4.259.015 |
Gemiddeld aangewend kapitaal in tweede jaarhelft | F32 | 1.578.491 | 868.888 | 249.205 | 708.327 | 95.945 | - | 3.500.855 |
Gemiddeld aangewend kapitaal voor de periode | F32 | 1.853.419 | 895.920 | 316.966 | 719.277 | 94.353 | - | 3.879.935 |
ROCE | F32 | -4,86% | 40,37% | 78,27% | 9,13% | -114,15% | 0,00% | 12,31% |
Investeringsuitgaven | F35 | 306.782 | 78.069 | 86.870 | 26.253 | 56.692 | - | 554.665 |
Totaal O&O-uitgaven | F9 | 77.190 | 104.597 | 30.890 | 11.565 | 33.314 | - | 257.555 |
O&O opgenomen in bedrijfskosten | F9 | 53.701 | 103.728 | 27.675 | 11.565 | 33.314 | - | 229.982 |
O&O geactiveerd als immateriële activa | F35 | 23.489 | 869 | 3.215 | - | - | - | 27.573 |
De gesegmenteerde informatie wordt gepresenteerd voor de segmenten zoals hieronder beschreven.
De resultaten, activa en passiva van de segmenten omvatten elementen die rechtstreeks toe te rekenen zijn aan het segment alsook elementen die redelijkerwijs aan een segment kunnen worden toegerekend.
De prijszetting van verkopen tussen segmenten is gebaseerd op verrekenprijzen tussen onafhankelijke partijen. Bij gebrek aan relevante marktprijsreferenties wordt een ‘cost plus’- methode gebruikt. Transacties tussen entiteiten binnen de Groep worden mee opgenomen in de omzet en de inkomsten van de segmenten (exclusief metalen). Die transacties zijn vooral gerelateerd aan recyclagediensten en verkopen van geraffineerd metaal van het Recycling-segment aan de andere segmenten van de Groep en zijn van belang voor de beoordeling van de resultaten van de betrokken segmenten.
Omdat die transacties niet als externe verrichtingen kunnen worden beschouwd , worden ze geëlimineerd op groepsniveau , om zo een netto-positie te presenteren. Eliminaties van de totale activa en de totale verplichtingen vertegenwoordigen de eliminaties binnen segmenten en tussen segmenten.
De segmenten van de Groep hebben geen externe klant die 10% of meer van de omzet van de Groep vertegenwoordigt.
Umicore heeft bepaald dat segmenten het accurate niveau van detail zijn om de productverkopen op te splitsen omdat de onderliggende activiteiten, competenties en technologieën, de toepassings- en producteigenschappen en de klantenportfolio’s binnen ieder individueel segment zeer gelijkaardig zijn. Bovendien zou het verkrijgen van informatie op een meer opgesplitst niveau leiden tot buitensporige kosten en inspanningen vergeleken met de toevoegde waarde voor de externe lezer van de geconsolideerde jaarrekening.
In duizend € | Toelichtingen | Europa | waarvan België | Azië-Pacific | Noord-Amerika | Zuid-Amerika | Afrika | Totaal |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal omzet per segment | 9.403.672 | 163.664 | 4.167.524 | 3.681.555 | 839.785 | 173.354 | 18.265.890 | |
Totaal vaste activa | 2.209.630 | 856.212 | 1.119.230 | 349.081 | 75.923 | 3.217 | 3.757.081 |
In duizend € | Toelichtingen | Europa | waarvan België | Azië-Pacific | Noord-Amerika | Zuid-Amerika | Afrika | Totaal |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal omzet per segment | 9.668.771 | 228.319 | 2.741.803 | 1.648.550 | 706.543 | 88.015 | 14.853.681 | |
Totaal vaste activa | 2.482.124 | 1.050.386 | 604.481 | 223.647 | 71.487 | 5.976 | 3.387.714 |
Het totaal van de vaste activa per regio is exclusief uitgestelde belastingvorderingen, toegekende leningen, overige beleggingen in eigenvermogensinstrumenten en activa met betrekking tot personeelsbeloningen.
Investeringen verwerkt volgens de 'equity'-methode worden toegerekend op basis van hun land van oprichting.
Vanaf boekjaar 2024 zijn de business units van Umicore ondergebracht in vier segmenten voor rapportering. De business unit Rechargeable Battery Materials, die voorheen deel uitmaakte van Energy & Surface Technologies, wordt gerapporteerd als het nieuwe segment Battery Materials. De business units Cobalt & Specialty Materials, Electro-Optic Materials en Metal Deposition Solutions, die voorheen ook deel uitmaakten van Energy & Surface Technologies, zijn ondergebracht in het nieuwe segment Specialty Materials. De nieuwe segmentatie stelt de focus op de verschillende bedrijfsactiviteiten scherp: Battery Materials, Catalysis, Recycling en Specialty Materials. Tot 31 december 2023 werden Battery Materials en Specialty Materials samen gerapporteerd als Energy & Surface Technologies. De cijfers van 2023 voor Energy & Surface Technologies zijn aangepast in het hele document in lijn met die wijziging.
Geassocieerde ondernemingen en joint ventures worden toegerekend aan het segment waar zij vanuit een marktsegmentperspectief het nauwst bij aansluiten.
De prestaties van de segmenten worden beoordeeld door de hoogstgeplaatste functionaris die belangrijke operationele beslissingen neemt op basis van de aangepaste EBIT(DA) / het resultaat uit bedrijfsactiviteiten. Zoals geïllustreerd in bovenstaande tabel bestaat het verschil tussen het aangepaste resultaat uit bedrijfsactiviteiten en het resultaat uit bedrijfsactiviteiten zoals gepresenteerd in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening uit de aanpassingen waarvoor definities worden gegeven in de woordenlijst.
Dit segment omvat de business unit Battery Materials. Umicore heeft haar wereldwijde activiteiten voor de ontwikkeling, productie en verkoop van kathodematerialen (CAM) en hun precursoren (pCAM) voor lithium-ionbatterijen, evenals de verwante raffinageactiviteiten voor kobalt- en nikkelchemicaliën gegroepeerd in het afzonderlijke segment Battery Materials. Umicore produceert voornamelijk batterijmaterialen voor EV-toepassingen, en gebruikt daarvoor de metalen lithium, kobalt, mangaan en nikkel (NMC). Haar NMC-productportfolio dekt technologieën met een hoog of middelhoog nikkelgehalte die rijk zijn aan mangaan, en richt zich dus op EV in de premium-, massa- en instapsegmenten. Het omvat zowel de huidige technologieën voor lithium-ionbatterijen als toekomstige technologieën zoals solid-state-batterijen. Dit segment omvat de geassocieerde ondernemingen Ganzhou Yi Hao Umicore Industries en Jiangmen Chancsun Umicore Industry, net als de joint venture IONWAY.
Het segment bestaat uit de business units Automotive Catalysts, Precious Metals Chemistry en Fuel Cell & Stationary Catalysts. Catalysis ontwikkelt autokatalysatoren voor benzine- en dieselpersonenwagens, zware dieseltoepassingen zoals onroad en offroad voertuigen. De business group biedt ook stationaire katalysatoren voor industriële uitstootbeperking aan en produceert verbindingen op basis van edelmetalen en katalysatoren voor gebruik in brandstofceltoepassingen, en de farmaceutische en de fijnchemicaliënindustrie.
Het segment bestaat uit de business units Precious Metals Refining, Jewelry & Industrial Metals, Precious Metals Management en Battery Recycling Solutions. Recycling verwerkt complexe afvalstromen die edelmetalen en andere speciale metalen bevatten. De Recycling-installaties kunnen 20 van die metalen terugwinnen uit een breed gamma toevoermaterialen, gaande van industrieel afval tot materialen aan het einde van hun levensduur.
Andere activiteiten omvatten de productie van materialen op basis van edelmetalen die essentieel zijn voor zeer uiteenlopende toepassingen zoals de productie van hoogtechnologisch glas en elektronica.
Dit segment omvat de business units Cobalt & Specialty Materials, Electro-Optic Materials en Metal Deposition Solutions. Specialty Materials ontwikkelt, produceert en verdeelt materialen en chemicaliën op basis van metalen voor essentiële toepassingen in het dagelijkse leven. Ze creëert waarde door voortdurend producten en processen te innoveren. Door middel van onderzoek en ontwikkeling diversifieert Specialty Materials haar portfolio om producten en diensten op maat te leveren aan aantrekkelijke nichemarkten. Met haar kennis en expertise om metaal te raffineren en te recycleren sluit het de kringloop voor haar klanten door gebruikte metalen om te zetten in nieuwe grondstoffen voor de industrie.
Corporate omvat de corporate activiteiten, gedeelde operationele diensten en de activiteiten in onderzoek, ontwikkeling en innovatie van de Groep. Het belang van Umicore in Element Six Abrasives is ook opgenomen onder Corporate.
Op 9 juli 2024 heeft Metal Deposition Solutions de strategische overname afgerond van Shinhao Materials LLC, een belangrijke speler op het gebied van materiaalinnovatie voor halfgeleiders, voor een bedrag van € 25 miljoen. Met die overname breidt Umicore haar productaanbod uit op de groeiende markt van de halfgeleiders. De nettowaarde van de verworven activa bedraagt € 13,7 miljoen en betreft voornamelijk intellectuele eigendom voor € 16,5 miljoen en gerelateerde uitgestelde belastingverplichtingen, zonder andere materiële verplichtingen. Een goodwill van € 11,4 miljoen werd opgenomen na de overname. De verworven nettoactiva worden weergegeven onder ‘Verwerving via bedrijfscombinaties’ in de betreffende toelichtingen. Een bedrag van € 8,3 miljoen zal het komende jaar worden betaald, onafhankelijk van toekomstige gebeurtenissen of na de bedrijfscombinatie geleverde diensten. Een bedrag van € 1 miljoen is afhankelijk van toekomstige gebeurtenissen. Dat kan worden verlaagd in geval van verplichtingen vóór overname tot 2027.
In duizend € | 2023 | 2024 |
---|---|---|
Verkopen | 18.098.890 | 14.708.668 |
Diensten | 167.000 | 145.013 |
Omzet | 18.265.890 | 14.853.681 |
Doorrekenen van kosten aan derden | 64.253 | 58.369 |
Exploitatiesubsidies | 23.598 | 30.491 |
Royalty's en licentievergoedingen | 14.493 | 14.218 |
Opbrengsten uit emissierechten | 20.458 | 14.336 |
Uitkeringen van verzekeringen | 2.977 | 629 |
Diverse interesten en boetes voor laattijdige betalingen | 450 | 349 |
Winsten op vervreemding van activa | 942 | 1.042 |
Omrekeningsverschillen op eliminaties binnen de Groep | 5.055 | 3.828 |
Belastingvoordelen | 6.108 | 4.351 |
Overige | 10.179 | 9.583 |
Overige bedrijfsopbrengsten | 148.513 | 137.196 |
Bedrijfsopbrengsten uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | 18.414.403 | 14.990.877 |
Grond- en hulpstoffen | (15.778.905) | (12.643.636) |
Bezoldigingen en personeelsvoordelen | (981.425) | (996.642) |
Afschrijvingen | (298.526) | (285.186) |
Bijzondere waardeverminderingsverliezen | (45.790) | (958.986) |
Afschrijving van voorraden en bijzondere waardevermindering van financiële activa | (6.744) | (472.521) |
Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | (351.061) | (1.716.693) |
Diensten en kosten van uitbestede raffinage en productie | (607.896) | (604.973) |
Royalty's, licentievergoedingen, consultancy en provisies | (93.363) | (87.324) |
Andere belastingen dan winstbelastingen | (28.371) | (28.744) |
Voorzieningen (toename/bestedingen en terugnemingen) | 23.992 | (173.657) |
Verliezen op vervreemding van activa | (1.616) | (1.143) |
Overige bedrijfskosten | (707.254) | (895.841) |
Bedrijfskosten van voortgezette bedrijfsactiviteiten | (17.818.645) | (16.252.812) |
Omzet verwijst naar omzet uit contracten met klanten conform IFRS 15. De verdere opsplitsing wordt uitgewerkt in Toelichting F7. Zoals beschreven in grondslag voor financiële verslaggeving F2.21 worden de inkomsten uit contracten met klanten voornamelijk opgenomen op een tijdstip. De daling van de omzet in 2024 is voornamelijk het gevolg van de daling van de prijzen voor platinagroepmetalen, de lagere prijzen van batterijmetalen en lagere volumes.
Diensten omvatten voornamelijk inkomsten uit maaklooncontracten.
De daling in grond- en hulpstoffen is voornamelijk het gevolg van de daling van de metaalprijzen en in mindere mate van de lagere tarieven voor verbruiksgoederen en nutsvoorzieningen. Grond- en hulpstoffen omvatten voornamelijk de waarde van de aangekochte metalen. Nutsvoorzieningen (water, gas en elektriciteit) vertegenwoordigden € 144,8 miljoen in 2024 (€ 205,1 miljoen in 2023).
In 2024 hadden de bijzondere waardeverminderingsverliezen voornamelijk betrekking op de bijzondere waardevermindering van Battery Materials zoals beschreven in Toelichting F18, wat leidde tot een bijzondere waardevermindering van goodwill voor € 16,0 miljoen, van immateriële activa en materiële vaste activa voor € 912,7 miljoen en van voorraden voor € 467,6 miljoen (waarvan € 458,9 miljoen betrekking had op langlopende voorraden).
De lijn Voorzieningen bevat de bewegingen in de voorzieningen voor leefmilieu en in de voorzieningen voor overige verplichtingen en lasten, die nader worden besproken in Toelichtingen F29 en F30.
In duizend € | Toelichtingen | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|
O&O opgenomen in 'Overige bedrijfskosten' | 253.076 | 229.982 | |
O&O geactiveerd als immateriële activa | F14 | 27.935 | 27.573 |
Totale O&O-uitgaven voor voortgezette bedrijfsactiviteiten | 281.011 | 257.555 |
Het totaal van de O&O-uitgaven bedroeg in 2024 € 257,6 miljoen in de volledig geconsolideerde ondernemingen (€ 281,0 miljoen in 2023). Die daling is voornamelijk het gevolg van lagere uitgaven in Automotive Catalysts door het versneld stroomlijnen van de O&O-activiteiten gezien de minder strenge Euro 7-emissiewetgeving. Het deel van de uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling dat rechtstreeks in de bedrijfskosten is opgenomen bedraagt € 230,0 miljoen in 2024 (€ 253,1 miljoen in 2023).
2023 | 2024 | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
In duizend € | Toelichtingen | Totaal | Aangepast | Aanpassingen | Totaal | Aangepast | Aanpassingen | |
Omzet | a | 18.265.890 | 18.253.199 | 12.691 | 14.853.681 | 14.859.584 | (5.903) | |
Overige bedrijfsopbrengsten | b | 148.513 | 147.974 | 539 | 137.196 | 136.772 | 424 | |
Bedrijfsopbrengsten | c=a+b | 18.414.403 | 18.401.173 | 13.230 | 14.990.877 | 14.996.356 | (5.479) | |
Grond- en hulpstoffen | d | (15.778.905) | (15.769.105) | (9.800) | (12.643.636) | (12.622.665) | (20.971) | |
Bezoldigingen en personeelsvoordelen | e | (981.425) | (978.137) | (3.288) | (996.642) | (993.561) | (3.080) | |
Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | f | (351.061) | (306.743) | (44.318) | (1.716.693) | (294.092) | (1.422.601) | |
waarvan afschrijvingen | g | (298.526) | (298.360) | (166) | (285.186) | (285.020) | (166) | |
Overige bedrijfskosten | h | (707.254) | (675.159) | (32.095) | (895.841) | (608.741) | (287.100) | |
Bedrijfskosten | i=d+e+f+h | (17.818.645) | (17.729.144) | (89.502) | (16.252.812) | (14.519.059) | (1.733.753) | |
Opbrengsten (verliezen) uit overige financiële activa | j | (5.075) | 431 | (5.507) | 8 | 8 | - | |
Resultaat uit bedrijfsactiviteiten | k=c+i+j | 590.683 | 672.461 | (81.778) | (1.261.927) | 477.305 | (1.739.232) | |
Aandeel in resultaat van ondernemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode | l | 399 | 1.105 | (707) | (48.580) | 439 | (49.019) | |
EBIT | m=k+l | 591.081 | 673.566 | (82.485) | (1.310.507) | 477.744 | (1.788.251) | |
EBITDA | n=m-g | 889.608 | 971.926 | (82.319) | (1.025.321) | 762.764 | (1.788.085) | |
Netto financieel resultaat | F11 | o | (109.038) | (109.822) | 784 | (113.615) | (108.281) | (5.334) |
Winstbelastingen | F13 | p | (104.941) | (121.257) | 16.316 | (106.954) | (108.576) | 1.622 |
Resultaat van de periode | q=m+o+p | 377.103 | 442.487 | (65.385) | (1.531.076) | 260.887 | (1.791.963) | |
waarvan minderheidsbelangen | r | (7.972) | (4.201) | (3.771) | (51.197) | 5.636 | (56.832) | |
waarvan aandeel van de Groep | s=q-r | 385.075 | 446.688 | (61.614) | (1.479.879) | 255.251 | (1.735.131) | |
Effectief belastingtarief | t=p/(k+o) | 22% | 22% | 20% | -8% | 29% | 0% |
2023 | 2024 | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
In duizend € | Totaal | Battery Materials | Catalysis | Recycling | Specialty Materials | Corporate & Niet-toegerekend | Totaal | Battery Materials | Catalysis | Recycling | Specialty Materials | Corporate & Niet-toegerekend |
Omzet | 12.691 | - | - | 12.691 | - | - | (5.903) | (5.903) | - | - | - | - |
Overige bedrijfsopbrengsten | 539 | - | 403 | 133 | 3 | - | 424 | 17 | 376 | 37 | (10) | 4 |
Bedrijfsopbrengsten | 13.230 | - | 403 | 12.824 | 3 | - | (5.479) | (5.886) | 376 | 37 | (10) | 4 |
Grond- en hulpstoffen | (9.800) | - | - | (9.800) | - | - | (20.971) | (20.959) | - | - | - | (12) |
Bezoldigingen en personeelsvoordelen | (3.288) | - | - | (3.288) | - | - | (3.080) | (1.287) | (446) | - | (30) | (1.318) |
Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen | (44.318) | (33.036) | (2.026) | (9.256) | - | - | (1.422.601) | (1.395.501) | (14.299) | - | (9.808) | (2.993) |
Overige bedrijfskosten | (32.095) | (2.385) | (7.456) | (4.312) | 3.518 | (21.460) | (287.100) | (199.195) | (33.845) | (2.985) | (1.266) | (49.808) |
Bedrijfskosten | (89.502) | (35.422) | (9.482) | (26.656) | 3.518 | (21.460) | (1.733.753) | (1.616.941) | (48.591) | (2.985) | (11.104) | (54.131) |
Opbrengsten (verliezen) uit overige financiële activa | (5.507) | - | - | - | - | (5.507) | - | - | - | - | - | - |
Resultaat uit bedrijfsactiviteiten | (81.778) | (35.422) | (9.079) | (13.832) | 3.521 | (26.966) | (1.739.232) | (1.622.828) | (48.215) | (2.949) | (11.114) | (54.127) |
Aandeel in resultaat van ondernemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode | (707) | - | - | - | - | (707) | (49.019) | (48.608) | - | - | - | (411) |
EBIT | (82.485) | (35.422) | (9.079) | (13.832) | 3.521 | (27.673) | (1.788.251) | (1.671.436) | (48.215) | (2.949) | (11.114) | (54.538) |
Gerelateerd aan herstructureringen | (20.032) | (2.385) | (7.456) | (2.222) | 3.590 | (11.558) | (178.634) | (110.378) | (34.303) | (800) | 790 | (33.944) |
Gerelateerd aan leefmilieu | (7.764) | - | - | (2.103) | (72) | (5.589) | (25.788) | (5.052) | - | (2.450) | (603) | (17.683) |
Gerelateerd aan bijzondere waardeverminderingen van activa | (46.166) | (33.036) | (2.026) | (9.020) | - | (2.084) | (1.472.318) | (1.445.171) | (14.288) | - | (9.808) | (3.050) |
Overige | (8.524) | - | 403 | (486) | 3 | (8.444) | (111.511) | (110.835) | 376 | 302 | (1.493) | 139 |
De aanpassingen hadden een negatief effect van € -1.788 miljoen op de EBIT en de EBITDA, waarvan € -1.601 miljoen voornamelijk betrekking had op de bijzondere waardevermindering voor materiële vaste activa en langlopende voorraden in de business group Battery Materials. Andere belangrijke aanpassingen in Catalysis en Corporate hielden verband met aangekondigde herstructureringsprogramma's, respectievelijk in de O&O-afdelingen en in de verschillende groeps- en ondersteunende afdelingen. Bovendien werden er bijkomende voorzieningen opgenomen voor de sanering van historische vervuiling.
De fiscale gevolgen van de aanpassingen zijn in de meeste gevallen beperkt. Uitgestelde belastingvorderingen werden slechts opgenomen voor aanpassing voor zover een belastingvermindering waarschijnlijk is en er wordt voorzien dat er een belastbare winst beschikbaar zal zijn die kan worden aangewend voor de verrekenbare tijdelijke verschillen. Voorheen opgenomen uitgestelde belastingvorderingen werden niet langer opgenomen wanneer de Groep de realiseerbaarheid van die vorderingen tegenover toekomstige winst onwaarschijnlijk acht.
In duizend € | 2023 | 2024 |
---|---|---|
Lonen, salarissen en rechtstreekse sociale voordelen | (738.630) | (750.995) |
Overige personeelskosten | (39.396) | (35.217) |
Tijdelijk personeel | (9.979) | (9.528) |
Op aandelen gebaseerde betalingen | (14.117) | (6.876) |
Bezoldigingen | (802.122) | (802.616) |
Werkgeversbijdragen sociale zekerheid | (131.769) | (141.204) |
Bijdragen aan toegezegdpensioenregelingen | (34.285) | (26.201) |
Bijdragen aan toegezegdebijdragenregelingen | (25.275) | (26.548) |
Vrijwillige bijdragen van werkgever (overige) | (4.544) | (4.163) |
Pensioenen rechtstreeks uitgekeerd aan begunstigden | (3.104) | (3.378) |
Voorzieningen voor personeelsbeloningen (- toename / + bestedingen en terugnemingen) | 19.673 | 7.467 |
Pensioenen | (47.535) | (52.823) |
Bezoldigingen en personeelsvoordelen van voortgezette bedrijfsactiviteiten | (981.425) | (996.642) |
De toegezegdebijdragenregelingen van de Groep in sommige landen zoals de VS, Canada, Zuid-Afrika en Duitsland worden rechtstreeks opgenomen in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening onder 'Bijdragen aan toegezegdebijdragenregelingen'.
De kortingen die de overheid toekent aan Umicore België op de socialezekerheidsbijdragen, met betrekking tot premies voor o.a. ploegenwerk, overuren en O&O, zijn opgenomen onder 'Werkgeversbijdragen sociale zekerheid'.
In duizend € | Notes | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|
Toekenningsdatum | 16/02/2023 | 19/02/2024 | |
Aandelenprijs op toekenningsdatum (België & Overige) | F29 | 32,69 | 20,67 |
Aantal toegekende aandelenopties | F29 | 1.299.550 | 1.481.756 |
Waarderingsmodel | Present Economic Value | ||
Veronderstelde volatiliteit (% pa) | 30,00 | 30,00 | |
Risicovrije rentevoet (% pa) | 2,500 | 2,370 | |
Dividendverhoging (% pa) | 10,00 | 10,00 | |
Aandeel opgeven vóór onvoorwaardelijke toezegging (% pa) | NA | NA | |
Aandeel vertrek na onvoorwaardelijke toezegging (% pa) | 2,00 | 2,00 | |
Minimale winstdrempel (% pa) | 15,00 | 15,00 | |
Aandeel dat uitoefent bij overschrijden minimale winstdrempel (% pa) | 100,00 | 100,00 | |
Reële waarde per toegekend instrument bepaald op toekenningsdatum (EUR) | 7,38 | 4,23 | |
Totaal reële waarde van toegekende opties | 9.591 | 6.268 | |
14.000 aandelen toegekend aan 32,69 EUR | 458 | - | |
42.237 aandelen toegekend aan 31,57 EUR | 1.333 | - | |
10.321 aandelen toegekend aan 28,88 EUR | 298 | - | |
15.502 aandelen toegekend aan 20,60 EUR | - | 319 | |
54.548 aandelen toegekend aan 19,29 EUR | - | 1.052 | |
10.000 aandelen toegekend aan 21,26 EUR | - | 213 | |
167 aandelen toegekend aan 10,48 EUR | - | 2 | |
Totaal reële waarde van toegekende aandelen | 2.089 | 1.586 | |
PSU's | |||
PSU's lasten | 2.438 | (978) | |
Totaal op aandelen gebaseerde betalingen voor voortgezette bedrijfsactiviteiten | 14.117 | 6.876 |
De Groep nam tijdens het boekjaar een last van € 6,9 miljoen op voor op aandelen gebaseerde betalingen.
Het deel van die last met betrekking tot aandelenopties wordt berekend door een externe actuaris, die gebruik maakt van het ‘Present Economic Value’-model, dat rekening houdt met alle kenmerken van de aandelenoptieplannen en de volatiliteit van de onderliggende aandelen. Die volatiliteit is bepaald op basis van de historische volatiliteit van het rendement voor de aandeelhouders van de Groep over verschillende gemiddelde periodes en op verschillende basissen. Voor de berekening van de optiewaarde gebaseerd op het 'Lattice'-model worden wekelijkse stappen geïntroduceerd zodat de nadruk ligt op volatiliteit op weekbasis. De veronderstelling omtrent weerhouden volatiliteit werd vastgelegd op 30,0%. Er zijn geen andere marktgerelateerde voorwaarden meegenomen in de basis voor de berekening van de reële marktwaarde.
Het deel vrije aandelen in de last wordt gewaardeerd tegen de marktprijs van de aandelen op de toekenningsdatum. In 2024 werden voornamelijk aandelen toegekend aan het senior management, wat resulteerde in een last van € 1,6 miljoen.
In 2024 is een terugneming voor € 1,0 miljoen opgenomen voor de lasten in verband met de Performance Share Unit (PSU)-regelingen die de komende jaren onvoorwaardelijk worden.
De PSU-regelingen belonen strategische verwezenlijkingen die duurzame langetermijnresultaten stimuleren over een periode van drie jaar. De eerste toekenningen zullen onvoorwaardelijk worden in 2025, op voorwaarde dat aan de voorwaarden voor onvoorwaardelijke toezegging is voldaan en de PSU-prestatiedoelstellingen zijn bereikt.
De prestatiedoelstellingen zijn evenwichtig verdeeld tussen financiële en ESG-doelstellingen. De doelstellingen inzake de financiële resultaten van de Groep worden gelijkmatig verdeeld tussen de gemiddelde ROCE en het totale aandeelhoudersrendement (Total Shareholder Return) ten opzichte van een vergelijkbare groep. De prestatiedoelstellingen van de Groep inzake duurzaamheid liggen in de lijn van Umicore's Let’s Go for Zero-strategie en hebben betrekking op klimaat, veiligheid en gezondheid en diversiteit.
In duizend € | 2023 | 2024 |
---|---|---|
Rentebaten | 32.615 | 39.747 |
Rentelasten | (110.214) | (114.423) |
Discontering van langlopende voorzieningen | (8.758) | (9.418) |
Winsten en verliezen uit wisselkoersverschillen | (8.339) | (17.900) |
Overige financiële baten | 2.121 | 4.551 |
Overige financiële lasten | (16.463) | (16.172) |
Totaal uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | (109.038) | (113.615) |
Alle rentebaten en -lasten worden erkend volgens de effectieverentemethode.
De rentebaten van 2024 bedroegen € 39,7 miljoen door hogere rentevoeten op de plaatsing van overschotten aan liquiditeiten. De rentelasten bedragen € 114,4 miljoen.
Die lasten omvatten € 10,7 miljoen aan rentelasten (theoretische fictieve rente) op de schuldencomponent van de converteerbare schuld (€ 10,4 miljoen in 2023) en € 1,9 miljoen aan rente gerelateerd aan leaseovereenkomsten conform IFRS 16. De stijging komt voornamelijk door de nieuwe USPP-uitgifte in april 2024 en de betaling van de nieuwe EIB-lening.
De discontering van langlopende voorzieningen heeft voornamelijk betrekking op voorzieningen voor personeelsbeloningen en in mindere mate op voorzieningen voor overige verplichtingen en lasten. Dit bedrag wordt beïnvloed door de contante waarde van die verplichtingen, die op haar beurt wordt beïnvloed door de disconteringsvoet, het uitbetalingsprofiel en de opname van nieuwe langlopende verplichtingen. Het merendeel van de disconteringsresultaten in 2024 werd geboekt in Duitsland en in mindere mate in België.
Wisselkoersresultaten, voornamelijk te verklaren door de kost van forward punten in afdekkingsinstrumenten, omvatten de gerealiseerde wisselkoersresultaten en de niet-gerealiseerde omrekeningsverschillen op monetaire posten op basis van de slotkoers van de verslagperiode. Ze omvatten ook de reële waardewinsten en -verliezen op financiële instrumenten in andere valuta (zie Toelichting F34).
Overige financiële lasten betreffen toegestane betalingskortingen, bankkosten en overige financiële kosten.
In duizend € | 2023 | 2024 |
---|---|---|
Vermogenswinsten en -verliezen op de vervreemding van financiële beleggingen | (4.871) | 4 |
Dividendinkomsten | 237 | 237 |
Rentebaten uit financiële activa | 3 | 3 |
Bijzondere waardeverminderingen op financiële beleggingen | (444) | (236) |
Totaal voor voortgezette bedrijfsactiviteiten | (5.075) | 8 |
Het verlies van € 4,9 miljoen in 2023 heeft vooral betrekking op de verkoop van geassocieerde ondernemingen.
In duizend € | 2023 | 2024 |
---|---|---|
Lasten uit hoofde van winstbelastingen | ||
Opgenomen in winst-en-verliesrekening | ||
Winstbelastingen over de verslagperiode | (172.248) | (106.895) |
Uitgestelde winstbelastingen | 67.307 | (59) |
Totaal belastinglasten voor voortgezette bedrijfsactiviteiten | (104.941) | (106.954) |
Verband tussen belastinglasten (-baten) en commerciële winst | ||
Resultaat uit bedrijfsactiviteiten | 590.683 | (1.261.927) |
Financieel resultaat | (109.038) | (113.615) |
Resultaat vóór winstbelastingen van geconsolideerde ondernemingen | 481.645 | (1.375.542) |
Gewogen gemiddeld theoretisch belastingtarief (%) | 28,36 | -23,73 |
Winstbelastingen berekend aan gewogen gemiddeld theoretisch belastingtarief voor voortgezette bedrijfsactiviteiten | (136.584) | 326.401 |
Fiscale gevolgen van: | ||
Fiscaal niet-aftrekbare lasten | (10.740) | (44.633) |
Van belastingen vrijgestelde inkomsten | 8.959 | 10.749 |
Dividenden uit geconsolideerde en geassocieerde ondernemingen en joint ventures | (23) | (15.264) |
Belastingvoordelen en belastingvrijstellingen | 28.663 | 16.782 |
Belastingen berekend op andere basis | (6.214) | (2.453) |
Aftrekbaar bijzonder waardeverminderingsverlies op aandelen | - | 169.359 |
Niet langer opnemen / opname van uitgestelde belastingvorderingen (incl. verlies op aandelen) | 21.497 | (559.920) |
Niet-verrekenbare buitenlandse bronbelastingen | (17.878) | (7.280) |
Aanpassingen m.b.t. vorige boekjaar | (11.700) | 16.825 |
Overige (met inbegrip van IFRIC 23) | 19.079 | (17.520) |
Belastinglasten tegen effectief belastingtarief voor boekjaar | (104.941) | (106.954) |
Het negatief effectief belastingtarief (ETR – effective tax rate) zoals gerapporteerd voor het verslagjaar is toe te schrijven aan de negatieve gerapporteerde boekhoudkundige winst vóór belastingen. De ETR van -7,8% is voornamelijk het gevolg van het verwijderen uit de balans van uitgestelde belastingvorderingen van € 560 miljoen, waaronder de waardevermindering van de belastingvorderingen van vorig boekjaar van € 132 miljoen en van de belastingvorderingen van het huidige jaar van € 428 miljoen gerelateerd aan het herziene businessplan van de business group Battery Materials. Andere factoren die de ETR beïnvloeden zijn een aftrekbaar bijzonder waardeverminderingsverlies op aandelen gehouden door een Luxemburgse entiteit en niet-aftrekbare lasten.
Het gewogen gemiddeld theoretisch belastingtarief zoals gerapporteerd vóór het verwijderen uit de balans van uitgestelde belastingvorderingen daalde van 28,4% in 2023 tot -23,7% in 2024 door materiële verliezen in belangrijke rechtsgebieden. In 2024 werden geen wijzigingen in belastingtarieven substantieel vastgesteld in de rechtsgebieden waar Umicore actief is.
De aangepaste ETR bedroeg 29,4% voor 2024. Ter vergelijking: dit bedroeg 21,6% in 2023.
De ETR voor 2024 werd beïnvloed door de toename in IFRIC 23-voorzieningen, belastingvoordelen en de businessmix met het niet kunnen opnemen van uitgestelde belastingvorderingen in belangrijke rechtsgebieden van de business group Battery Materials.
De pijler 2-wetgeving is vastgesteld of substantieel vastgesteld in een aantal rechtsgebieden waar de Umicore-Groep actief is, met inbegrip van België, waar het haar hoofdkantoor heeft. Aangezien de Umicore-Groep geconsolideerde inkomsten heeft van meer dan € 750 miljoen, is het een in-scope multinationale onderneming. De wetgeving is daarom van kracht voor het boekjaar van de Groep dat aanvangt op 1 januari 2024.
Onder de Belgische pijler 2-regels zal de hoofdmoedermaatschappij Umicore NV over het algemeen een bijheffing moeten betalen in Belgïe op de winsten van haar dochterondernemingen die belast worden tegen een effectief belastingtarief (bepaald conform de Belgische pijler 2-regels) van minder dan 15%. De Groep heeft de beoordeling uitgevoerd van de ‘Transitional Safe Harbours’ (TSH) voor pijler 2-doeleinden op basis van de OESO-regels. Die beoordeling is gebaseerd op de boekhoudkundige gegevens voor het boekjaar 2024.
De beoordeling van de Groep geeft aan dat:
In de meeste rechtsgebieden waar de Umicore-Groep actief is, minstens aan een van de ‘Transitional Safe Harbour’-testen zal voldaan zijn, en
Voor de rechtsgebieden die niet vallen onder de TSH-testen, Umicore een berekening van de pijler 2-bijheffing heeft uitgevoerd die resulteert in een niet-materiële belastingverplichting en er geen impact is op het effectief belastingtarief van de Groep.
Bovendien heeft Umicore de nodige procedures en controles ingevoerd om te voldoen aan de jurisdictionele pijler 2-vereisten vanaf 2024.
In duizend € | Geactiveerde ontwikkelingskosten | Concessies, octrooien, licenties, enz. | Software | CO2-emissierechten | Overige immateriële activa | Totaal |
---|---|---|---|---|---|---|
Aan begin van vorige boekjaar | ||||||
Brutowaarde | 152.534 | 105.008 | 170.955 | 26.214 | 119.250 | 573.961 |
Geaccumuleerde afschrijvingen | (115.624) | (101.128) | (137.272) | - | (34.986) | (389.010) |
Nettoboekwaarde aan begin van vorige boekjaar | 36.910 | 3.880 | 33.683 | 26.214 | 84.264 | 184.951 |
. Toevoegingen | 4.746 | 25.928 | 3.823 | - | 42.771 | 77.268 |
. Vervreemdingen | - | - | (3) | (0) | - | (4) |
. Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') | (9.203) | (3.589) | (9.990) | - | (3.539) | (26.321) |
. Opgenomen bijzondere waardeverminderingsverliezen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') | (7.641) | - | (71) | - | (11) | (7.723) |
. Emissierechten | - | - | - | 4.308 | - | 4.308 |
. Omrekeningsverschillen | (217) | 1 | (196) | (0) | 193 | (220) |
. Overige bewegingen | 9.417 | (0) | 12.505 | - | (31.412) | (9.490) |
Aan einde van vorige boekjaar | 34.011 | 26.220 | 39.751 | 30.522 | 92.265 | 222.769 |
Brutowaarde | 156.789 | 91.004 | 184.473 | 30.522 | 130.153 | 592.940 |
Geaccumuleerde afschrijvingen | (122.777) | (64.784) | (144.722) | - | (37.888) | (370.171) |
Nettoboekwaarde aan einde van vorige boekjaar | 34.011 | 26.220 | 39.751 | 30.522 | 92.265 | 222.769 |
. Verwerving via bedrijfscombinaties | - | 16.499 | 13 | - | 1.443 | 17.955 |
. Toevoegingen | 1.019 | 2 | 5.084 | - | 50.026 | 56.131 |
. Vervreemdingen | - | - | (101) | - | - | (101) |
. Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') | (7.112) | (5.087) | (12.602) | - | (3.831) | (28.632) |
. Opgenomen bijzondere waardeverminderingsverliezen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') | (14.066) | (78) | (796) | - | (9) | (14.950) |
. Emissierechten | - | - | - | (4.845) | - | (4.845) |
. Omrekeningsverschillen | (113) | 430 | (564) | - | 291 | 45 |
. Overige bewegingen | 7.541 | 100 | 24.285 | - | (48.436) | (16.511) |
Aan einde van boekjaar | 21.280 | 38.087 | 55.068 | 25.677 | 91.750 | 231.861 |
Brutowaarde | 165.079 | 105.803 | 210.955 | 25.677 | 132.457 | 639.971 |
Geaccumuleerde afschrijvingen | (143.799) | (67.716) | (155.886) | - | (40.708) | (408.110) |
Nettoboekwaarde voor voortgezette bedrijfsactiviteiten | 21.280 | 38.087 | 55.068 | 25.677 | 91.750 | 231.861 |
In 2024 bedroegen de toevoegingen € 56,1 miljoen en bevatten ze geactiveerde lasten in intern gegenereerde ontwikkelingen voor € 27,6 miljoen (zie Toelichting F9), waarvan € 26,9 miljoen is opgenomen in 'Overige immateriële vaste activa’ als ‘Immateriële activa in uitvoering’. De toevoegingen houden voornamelijk verband met geactiveerde ontwikkelingsuitgaven voor nieuwe producten en technologieën bij Battery Materials en bij batterijrecyclage, en geactiveerde lasten voor de verlenging van een softwarepakket voor de Groep en proefproductielijnen. De verwervingen via bedrijfscombinaties omvatten voornamelijk € 16,5 miljoen aan intellectuele eigendom uit de overname van Shinhao Materials LLC.
De bijzondere waardeverminderingsverliezen houden voornamelijk verband met bijzondere waardeverminderingen op een aantal geactiveerde ontwikkelingsprojecten bij Catalysis als gevolg van de minder strenge Euro 7-wetgeving dan aanvankelijk voorzien en bij Battery Materials (zie Toelichting F18). De nettodaling van emissierechten bedraagt € -4,8 miljoen in 2024 (€ 14,8 miljoen nieuwe rechten en € -19,7 miljoen afwikkeling). De overige bewegingen omvatten voornamelijk de overboeking naar voor verkoop aangehouden activa voor € 19,0 miljoen evenals de overboeking tussen immateriële activa in uitvoering (onder 'Overige immateriële activa') en de overige categorieën van immateriële activa en overboekingen van materiële vaste activa. ‘Overige immateriële activa’ bevat immateriële activa in uitvoering voor € 83,2 miljoen (voornamelijk geactiveerde ontwikkelingskosten), maar ook enkele verworven bedrijfsportfolio's en klantenlijsten voor € 6,9 miljoen. Er rusten geen pandrechten of beperkingen op de eigendomsrechten op immateriële activa dan deze vermeld in Toelichting F36.
In duizend € | 31/12/2023 | 31/12/2024 |
---|---|---|
Aan einde van vorige boekjaar | ||
Brutowaarde | 171.495 | 168.892 |
Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen; | (13.080) | (10.621) |
Nettoboekwaarde aan einde van vorige boekjaar | 158.415 | 158.271 |
. Verwerving via bedrijfscombinaties | - | 11.371 |
. Opgenomen bijzondere waardeverminderingsverliezen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') | - | (16.049) |
. Omrekeningsverschillen | (144) | 1.705 |
Aan einde van boekjaar | 158.271 | 155.299 |
Brutowaarde | 168.892 | 182.236 |
Geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen; | (10.621) | (26.937) |
Nettoboekwaarde voor voortgezette bedrijfsactiviteiten | 158.271 | 155.299 |
Deze tabel bevat enkel goodwill gerelateerd aan volledig geconsolideerde ondernemingen. Goodwill gerelateerd aan ondernemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode wordt besproken in Toelichting F17.
De daling van de periode heeft voornamelijk betrekking op de bijzondere waardevermindering van de goodwill in Battery Materials voor € 16,0 miljoen (zie Toelichting F18), deels gecompenseerd door de goodwill gegenereerd door de overname van Shinhao Materials LLC voor € 11,4 miljoen (zie Toelichting F8).
De goodwill verwerkt in elk van de kasstroomgenererende eenheden, maar samengevat per segment, is als volgt:
In duizend € | Battery Materials | Catalysis | Recycling | Specialty Materials | Totaal |
---|---|---|---|---|---|
31/12/2023 | 16.049 | 47.726 | 18.308 | 76.188 | 158.271 |
31/12/2024 | - | 47.710 | 18.288 | 89.300 | 155.299 |
Jaarlijks onderzoekt het management of een bijzondere waardevermindering zich heeft voorgedaan conform de grondslag voor financiële verslaggeving in Toelichting F2. Dergelijke onderzoeken op bijzondere waardevermindering worden uitgevoerd op het niveau van de kasstroomgenererende eenheden. Dit kan variëren van een segment tot een volledige business unit tot een individuele fabriek. De realiseerbare waarde van kasstroomgenererende eenheden waaraan goodwill werd toegerekend werd bepaald op basis van berekeningen van de bedrijfswaarde door middel van een ‘discounted cash flow’-model op basis van de operationele plannen van de Groep, die gewoonlijk vijf jaar vooruit kijken, gevolgd door een langetermijnprognose (behalve voor de kasstroomgenererende eenheid Battery Materials – zie Toelichting F18). Voor macro-economische en externe indicatoren zoals valutakoersen en metaalprijzen worden bij die onderzoeken gewoonlijk de marktvoorwaarden gehanteerd die gelden op het moment dat de plannen worden opgesteld. De koersen die gebruikt worden zijn gewoonlijk de koersen op internationale beurzen gedurende het laatste kwartaal van het jaar. Voor het toetsen op bijzondere waardevermindering in 2024 werd een gemiddeld belastingtarief van 25,0% gebruikt (net als in 2023) en gewogen gemiddelde vermogenskosten na belastingen van 7,7% (net als in 2023). Er werd een uniforme gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet toegepast voor alle kasstroomgenererende eenheden in de veronderstelling dat eenheidsspecifieke risicofactoren weerspiegeld zijn in de onderliggende kasstroomprognoses. De eindwaarden werden bepaald op basis van een perpetueel groeipercentage van gemiddeld 2% (net zoals in 2023). De inflatiepercentages werden gebaseerd op aanwijzingen van nationale en internationale instellingen zoals de Nationale Bank van België of de Europese Centrale Bank.
De toetsing op bijzondere waardevermindering van goodwill voor Battery Materials in 2024 leidde tot een bijzondere waardevermindering van goodwill van € 16,0 miljoen. Voor meer informatie, zie Toelichting F18. Voor de andere kasstroomgenererende eenheden bleek uit de toetsing op bijzondere waardevermindering van goodwill in 2024 dat er voldoende ruimte was en er werden dan ook geen overige bijzondere waardeverminderingen op goodwill opgenomen.
In die oefening nam de Groep de mogelijke impact van klimaatverandering in beschouwing genomen (gebruikte voorspellingen en kasstromen, verwachte levensduur van materiële vaste activa, investeringsuitgaven om een decarbonisatie doelen). In het bijzonder werd rekening gehouden met de elektrificatie van mobiliteit voor de katalysatoractiviteit en een redelijke afwijking van de belangrijkste veronderstellingen zou niet leiden tot een bijzondere waardevermindering.
In duizend € | Terreinen en gebouwen | Installaties, machines en uitrusting | Meubilair en rollend materieel | Overige materiële vaste activa | Activa in aanbouw en vooruitbetalingen | Totaal |
---|---|---|---|---|---|---|
Aan begin van vorige boekjaar zonder leasing | ||||||
Brutowaarde | 1.451.062 | 2.877.669 | 289.795 | 46.294 | 612.541 | 5.277.361 |
Geaccumuleerde afschrijvingen | (635.880) | (1.937.713) | (201.004) | (23.133) | - | (2.797.729) |
Nettoboekwaarde aan begin van vorige boekjaar zonder leasing | 815.183 | 939.956 | 88.791 | 23.161 | 612.541 | 2.479.631 |
. Toevoegingen | 17.256 | 48.800 | 12.667 | 401 | 728.349 | 807.474 |
. Vervreemdingen | (137) | (8.653) | (235) | - | (1.338) | (10.363) |
. Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') | (54.884) | (174.276) | (22.100) | (879) | - | (252.139) |
. Opgenomen netto bijzondere waardeverminderingsverliezen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') | (3.346) | (33.207) | (1.055) | (465) | - | (38.073) |
. Omrekeningsverschillen | (13.803) | (24.258) | (1.498) | (87) | 16.997 | (22.649) |
. Overige bewegingen | 57.664 | 156.455 | 16.322 | 713 | (221.181) | 9.972 |
Aan einde van vorige boekjaar zonder leasing | 817.932 | 904.817 | 92.893 | 22.845 | 1.135.367 | 2.973.853 |
Aan begin van boekjaar zonder leasing | ||||||
Brutowaarde | 1.495.128 | 2.932.632 | 306.095 | 46.266 | 1.135.367 | 5.915.488 |
Geaccumuleerde afschrijvingen | (677.196) | (2.027.814) | (213.202) | (23.421) | - | (2.941.635) |
Nettoboekwaarde aan begin van boekjaar zonder leasing | 817.932 | 904.817 | 92.893 | 22.845 | 1.135.367 | 2.973.853 |
. Verwerving via bedrijfscombinaties | 23 | 202 | 20 | - | 1.767 | 2.012 |
. Toevoegingen | 5.200 | 34.870 | 7.634 | 29 | 478.374 | 526.107 |
. Vervreemdingen | 0 | (523) | (238) | - | (258) | (1.018) |
. Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') | (52.893) | (160.463) | (21.254) | (320) | - | (234.930) |
. Opgenomen netto bijzondere waardeverminderingsverliezen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') | (311.659) | (607.985) | (10.225) | 3 | - | (929.865) |
. Omrekeningsverschillen | (6.310) | (2.723) | (1.676) | 107 | 7.384 | (3.219) |
. Overige bewegingen | 179.040 | 507.178 | 10.942 | (7.191) | (705.497) | (15.529) |
Aan einde van boekjaar zonder leasing | 631.332 | 675.373 | 78.096 | 15.473 | 917.139 | 2.317.411 |
Brutowaarde | 1.650.726 | 3.382.057 | 302.180 | 35.951 | 917.139 | 6.288.052 |
Geaccumuleerde afschrijvingen | (1.019.395) | (2.706.684) | (224.084) | (20.478) | - | (3.970.641) |
Nettoboekwaarde voor voortgezette bedrijfsactiviteiten zonder leasing | 631.331 | 675.373 | 78.096 | 15.473 | 917.139 | 2.317.411 |
Brutowaarde | 70.390 | 159 | 31.823 | 637 | - | 103.010 |
Geaccumuleerde afschrijvingen | (32.659) | (131) | (17.220) | (331) | - | (50.340) |
Nettoboekwaarde aan begin van vorige boekjaar voor leasing | 37.732 | 28 | 14.603 | 306 | - | 52.669 |
. Toevoegingen | 12.066 | 1.864 | 17.638 | - | - | 31.569 |
. Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') | (10.694) | (969) | (8.301) | (104) | - | (20.069) |
. Omrekeningsverschillen | (1.324) | 43 | 3 | (0) | - | (1.279) |
Aan einde van vorige boekjaar voor leasing | 37.780 | 966 | 23.943 | 201 | - | 62.891 |
Leasing aan begin van boekjaar | ||||||
Brutowaarde | 76.730 | 4.391 | 41.635 | 637 | - | 123.393 |
Geaccumuleerde afschrijvingen | (38.950) | (3.425) | (17.691) | (436) | - | (60.502) |
Nettoboekwaarde aan begin van boekjaar voor leasing | 37.780 | 966 | 23.943 | 201 | - | 62.891 |
. Toevoegingen | 10.969 | 124 | 16.761 | 1.792 | - | 29.646 |
. Afschrijvingen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') | (9.742) | (1.042) | (10.568) | (273) | - | (21.624) |
. Opgenomen netto bijzondere waardeverminderingsverliezen (opgenomen in 'Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen') | 1.886 | - | (0) | (9) | - | 1.877 |
. Omrekeningsverschillen | 74 | 7 | 99 | (0) | - | 179 |
Aan einde van boekjaar voor leasing | 40.968 | 54 | 30.235 | 1.711 | - | 72.968 |
Brutowaarde | 71.554 | 1.013 | 51.778 | 1.983 | - | 126.328 |
Geaccumuleerde afschrijvingen | (30.586) | (958) | (21.542) | (272) | - | (53.359) |
Nettoboekwaarde voor leasing | 40.968 | 54 | 30.236 | 1.711 | - | 72.969 |
Materiële activa met inbegrip van leasing | ||||||
Brutowaarde | 1.722.280 | 3.383.070 | 353.958 | 37.934 | 917.139 | 6.414.380 |
Geaccumuleerde afschrijvingen | (1.049.981) | (2.707.642) | (245.627) | (20.750) | - | (4.024.000) |
Nettoboekwaarde voor voortgezette bedrijfsactiviteiten met inbegrip van leasing | 672.299 | 675.427 | 108.331 | 17.184 | 917.139 | 2.390.380 |
De investeringsuitgaven bedroegen € 555 miljoen (inclusief toevoegingen aan immateriële activa, maar zonder de geactiveerde O&O-kosten conform Umicore's definitie van investeringsuitgaven), tegenover € 857 miljoen het jaar voordien. Die daling is volledig het gevolg van de daling bij Battery Materials na een strikte beperking van de investeringen om de bestaande verplichtingen tegenover klanten te ondersteunen. De toevoegingen voor € 478,4 miljoen van activa in aanbouw en vooruitbetalingen in 2024 komen vooral op conto van Battery Materials.
De bijzondere waardeverminderingen op materiële vaste activa hebben voornamelijk betrekking op de bijzondere waardevermindering van de activa van Battery Materials (€ 907,0 miljoen – zie Toelichting F18). Dit betreft vooral Azië en in mindere mate andere regio's.
De overige bewegingen omvatten de overboeking naar voor verkoop aangehouden activa voor € 13,0 miljoen en de overboeking tussen activa in aanbouw en de andere categorieën van activa of in mindere mate de overboeking naar immateriële vaste activa.
Er rusten geen pandrechten of beperkingen op de eigendomsrechten op materiële vaste activa dan deze vermeld in Toelichting F36.
De investeringen in ondernemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode bestaan uit de volgende geassocieerde ondernemingen en joint ventures:
Land | Waarderingsvaluta | Percentage | Percentage | |
---|---|---|---|---|
2023 | 2024 | |||
Voortgezette bedrijfsactiviteiten | ||||
Geassocieerde ondernemingen | ||||
Ganzhou Yi Hao Umicore Industries | China | CNY | 40,00% | 40,00% |
Element Six Abrasives | Verenigd Koninkrijk | USD | 40,22% | 40,22% |
Jiangmen Chancsun Umicore Industry Co.,LTD | China | CNY | 40,00% | 40,00% |
Joint ventures | ||||
IONWAY | België | EUR | 50,00% | 50,00% |
Investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures worden verwerkt volgens de ‘equity’-methode en vertegenwoordigen ongeveer 6,3% van Umicore’s geconsolideerde balanstotaal.
Umicore heeft geen individuele materiële investeringen in geassocieerde ondernemingen. Rekening houdend met de doelstellingen van de vereisten inzake informatieverstrekking conform IFRS 12 is Element Six Abrasives de belangrijkste geassocieerde onderneming van Umicore, met een belang van 40,22%. Element Six Abrasives is een groep die actief is in materialen op basis van synthetische diamant en deel uitmaakt van de De Beers-groep, hun meerderheidsaandeelhouder. De groep is wereldwijd actief en heeft haar voornaamste productiefaciliteiten in Ierland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, de VS en Zuid-Afrika. Element Six Abrasives is op basis van aangepaste resultaten een winstgevende groep die een positieve kasstroom genereert. De functionele valuta van de groep is de USD. Umicore is vertegenwoordigd in de raad van bestuur en in het auditcomité van Element Six Abrasives. Buiten haar aandeel in het kapitaal van de onderneming heeft Umicore geen verdere verplichtingen of garanties die voortvloeien uit haar betrokkenheid in de geassocieerde onderneming. Aanpassingen met betrekking tot de jaarrekening van Element Six Abrasives, voor zover die bestaan, staan apart vermeld in de relevante delen van Umicore's geconsolideerde jaarrekening (zie Toelichting F9 voor aanpassingen).
Umicore en PowerCo, de batterijenproducent van Volkswagen Group, hebben in 2023 de joint venture IONWAY BV opgericht met maatschappelijke zetel in Brussel. Het belang van Umicore in IONWAY bedraagt 50% (+1 aandeel) en de Groep verwerkt dit belang volgens de ‘equity’-methode. Umicore is vertegenwoordigd in de raad van bestuur en in de directieraad. IONWAY produceert precursoren en actieve kathodematerialen voor batterijen en batterijcellen en hun stroomopwaartse waardeketens. De eerste productiefabriek van de onderneming zal gevestigd zijn in Nysa (Polen). Naarmate de productiecapaciteit van de joint venture wordt opgevoerd, zullen partners de komende jaren waarschijnlijk bijkomend eigen vermogen inbrengen in de joint venture, wat zal afhangen van een passende verhouding tussen eigen vermogen en schulden, wat zal worden beïnvloed door de beschikbaarheid van niet-recourse financiering door derden. Umicore heeft geen andere verbintenissen, garanties of verplichtingen van financiële aard die voortvloeien uit haar betrokkenheid in die joint venture.
In duizend € | Nettoboekwaarde | Goodwill | Totaal |
---|---|---|---|
Aan einde van vorige boekjaar | 273.249 | 41.485 | 314.734 |
. Kapitaalverhoging | 325.013 | - | 325.013 |
. Resultaat van de periode | (44.120) | - | (44.120) |
. Bijzonder waardeverminderingsverlies | - | (4.460) | (4.460) |
. Dividenden | (3.716) | - | (3.716) |
. Wijzigingen in overige reserves | (1.335) | - | (1.335) |
. Omrekeningsverschillen | 2.391 | 36 | 2.427 |
. Overige bewegingen | (48) | - | (48) |
Aan einde van boekjaar voor voortgezette bedrijfsactiviteiten | 551.434 | 37.061 | 588.495 |
waarvan joint ventures | 496.650 | - | 496.650 |
waarvan geassocieerde ondernemingen | 54.784 | 37.061 | 91.845 |
Tijdens het jaar droeg de Groep bij aan de kapitaalverhoging van IONWAY voor € 325 miljoen, waarvan € 250 miljoen aan bijkomende kapitaalstortingen werd goedgekeurd in december 2024 en volledig werd betaald eind januari 2025 (zie Toelichting F26). Een bijkomende storting van € 150 miljoen is gepland voor 2025.
Het verlies is voornamelijk het gevolg van de bijzondere waardevermindering van geassocieerde ondernemingen in Battery Materials (zie Toelichting F18), waarvan € 4,5 miljoen betrekking heeft op de bijzondere waardevermindering van de goodwill van geassocieerde ondernemingen.
De elementen opgenomen in overige onderdelen van het totaalresultaat voor investeringen verwerkt volgens de 'equity'-methode hebben hoofdzakelijk betrekking op reserves voor personeelsbeloningen en omrekeningsreserves.
Het aandeel van Umicore in de samengevoegde balans- en winst-en-verliesrekeningposten van de geassocieerde ondernemingen zou als volgt geweest zijn:
In duizend € | 31/12/2023 | 31/12/2024 |
---|---|---|
Activa | 222.678 | 191.069 |
Verplichtingen | 110.454 | 121.352 |
Omzet | 224.759 | 144.018 |
Resultaat van de periode | 3.535 | (41.810) |
In duizend € | 31/12/2023 | 31/12/2024 |
---|---|---|
Aandelenbelang in % | 50% | 50% |
Vaste activa | 71.604 | 369.051 |
Vlottende activa | 345.113 | 690.725 |
waarvan geldmiddelen en kasequivalenten | 242.285 | 387.997 |
Langlopende verplichtingen | 158 | 2.242 |
waarvan financiële schulden | 125 | 1.931 |
Kortlopende verplichtingen | 61.170 | 64.275 |
waarvan financiële schulden | 0 | 2.624 |
Eigen vermogen | 355.389 | 993.259 |
In duizend € | 31/12/2023 | 31/12/2024 |
---|---|---|
Afschrijvingen | (88) | (2.097) |
Rentebaten | 264 | 8.572 |
Winstbelastingen | 1.976 | 4.683 |
Resultaat van de periode | (5.967) | (13.540) |
Overige onderdelen van het totaalresultaat | 3.898 | 1.411 |
Totaalresultaat | (2.069) | (12.130) |
In duizend € | 31/12/2023 | 31/12/2024 |
---|---|---|
Eigen vermogen aan begin van boekjaar | 0 | 355.389 |
. Kapitaalverhoging | 357.711 | 650.000 |
. Resultaat van de periode | (5.967) | (13.540) |
. Omrekeningsverschillen | 3.898 | 1.411 |
. Overige bewegingen | (253) | - |
Eigen vermogen aan einde van boekjaar | 355.389 | 993.259 |
Proportioneel belang | 177.702 | 496.650 |
Boekwaarde van investeringen verwerkt volgens de ‘equity’-methode | 177.702 | 496.650 |
Gezien de scherpe daling van de groei in de EV-markt de afgelopen maanden, met een impact op de activiteiten van Battery Materials, verwacht Umicore – op basis van de tot nu toe beschikbare informatie en het huidige scenario – minstens 18 maanden vertraging bij het opvoeren van de contractuele volumes. Umicore besloot daarom in 2024 om de bouw van de fabriek voor batterijmaterialen in Loyalist (Canada) ‘on hold’ te zetten en de verdere uitbreiding van haar voetafdruk strikt te beperken, en maximaal gebruik te maken van de bestaande faciliteiten in Europa en Korea om de verbintenissen met haar klanten na te komen. Rekening houdend met die ontwikkelingen voerde de Groep een onderzoek op bijzondere waardevermindering uit op het niveau van de kasstroomgenererende eenheid (KGE) Battery Materials op basis van een herzien businessplan (‘businessplan’).
De KGE Battery Materials valt samen met het segment omdat het de kleinste groep activa vertegenwoordigt die grotendeels onafhankelijke kasstromen genereert doordat de productieactiva onderling afhankelijk zijn bij het genereren van kasstromen. De raffinage-, pCAM- en CAM-productiefaciliteiten van Battery Materials maken integraal deel uit van een verticaal geïntegreerde waardeketen. De faciliteiten delen operationele synergieën, zoals gedeelde technologie, processen en expertise. Vanuit het standpunt van de markt en het klantenbestand bedienen die faciliteiten dezelfde markten en klanten. Tot slot houdt één enkel managementteam toezicht op de activiteiten van alle faciliteiten. Dat team neemt strategische beslissingen op basis van de gecombineerde resultaten.
Om de realiseerbare waarde te bepalen, heeft de Groep de bedrijfswaarde van de kasstroomgenererende eenheid gebruikt. Voor het onderzoek op bijzondere waardevermindering werd een gemiddeld belastingtarief van 25,0% gebruikt (net als in 2023) en gewogen gemiddelde vermogenskosten na belastingen van 7,7% (net als in 2023). De eindwaarden werden bepaald op basis van een perpetueel groeipercentage van gemiddeld 2%. Het inflatiepercentage is gebaseerd op aanwijzingen van nationale en internationale instellingen zoals de Nationale Bank van België of de Europese Centrale Bank. Het businessplan van de KGE Battery Materials voorziet meer dan 5 jaar aan discrete kasstromen en een eindwaarde, omdat de sector van de batterijmaterialen zich in een vroeg groeistadium bevindt. Dat businessplan werd goedgekeurd door de raad van toezicht op 19 juli 2024 en op 13 februari 2025.
De tests die de Groep uitvoerde op 31 december 2024 wezen op een realiseerbare waarde van € 1,8 miljard en leidden tot de opname van een bijzondere waardeverminderingsverlies onder IAS 36 van € 1,44 miljard op vaste activa met een impact op goodwill (€ 16 miljoen), immateriële activa (€ 6 miljoen – zie Toelichting F14) en materiële vaste activa (€ 907 miljoen – zie Toelichting F16), langlopende voorraden (€ 459 miljoen – zie Toelichting F20) en investeringen verwerkt volgens de ‘equity’- methode (€ 49 miljoen – zie Toelichting F17).
De Groep heeft ook bijzondere waardeverminderingen opgenomen op vlottende activa, voorzieningen voor andere risico's (zie Toelichting F31) en andere winst- en verlieseffecten die voortvloeien uit het herziene businessplan voor Battery Materials, voor een totaalbedrag van € 233 miljoen.
Rekening houdend met de vereisten van IAS 12 heeft de Groep ook de saldi van de uitgestelde belastingvorderingen aangepast aan het herziene businessplan (zie Toelichting F22).
De realiseerbare waarde van de kasstroomgenererende eenheid is gevoelig voor veranderingen in de volgende sleutelvariabelen:
Gewogen gemiddelde vermogenskosten: Stijgingen/dalingen van de disconteringsvoet, als gevolg van veranderingen in marktrisicopremies of de kapitaalkosten van de Groep, zouden de realiseerbare waarde respectievelijk verlagen/verhogen.
Eindwaarde: Dalingen/stijgingen in de langetermijnveronderstelling van het perpetueel groeipercentage, als gevolg van een lagere/hogere vraag vanuit de auto-industrie, een vertraging/versnelling van de adoptie van elektrische voertuigen of technologische verschuivingen, zouden de eindwaarde en de realiseerbare waarde materieel verlagen/verhogen.
Gecontracteerde volumes: Voor de eindwaarde gaat het DCF-model ervan uit dat de Groep contracten voor kritieke productievolumes met celproducenten zal afsluiten en vernieuwen. Als contracten niet of met vertraging worden vernieuwd als gevolg van een tragere adoptie van elektrische voertuigen, concurrentiedruk, insolventie van klanten, vertragingen bij het opstarten of verschuivingen in de bevoorradingsstrategieën van OEM's, zou dit de verwachte kasstromen en de realiseerbare waarde aanzienlijk verlagen. Bestaande langetermijncontracten worden beschermd door take-or-pay-overeenkomsten die volledig van kracht blijven.
In duizend € | Overige beleggingen in eigenvermogensinstrumenten | Toegekende leningen | |
---|---|---|---|
Vaste financiële activa | |||
Aan begin van vorige boekjaar | 22.165 | 2.592 | |
. Toename | 4.590 | 618 | |
. Afname | - | (233) | |
. Bijzondere waardeverminderingsverliezen (opgenomen in 'Opbrengsten (verliezen) uit overige financiële activa') | (2) | (443) | |
. Omrekeningsverschillen | (40) | (89) | |
. Reële waarde opgenomen in eigen vermogen | (7.435) | - | |
. Overige bewegingen | 268 | - | |
Aan einde van vorige boekjaar | 19.545 | 2.444 | |
. Toename | (0) | 1.519 | |
. Afname | (81) | (170) | |
. Bijzondere waardeverminderingsverliezen (opgenomen in 'Opbrengsten (verliezen) uit overige financiële activa') | - | (236) | |
. Omrekeningsverschillen | 13 | 31 | |
. Reële waarde opgenomen in eigen vermogen | 3.180 | - | |
. Overige bewegingen | (16) | 59 | |
Aan einde van boekjaar voor voortgezette bedrijfsactiviteiten | 22.642 | 3.647 | |
Vlottende financiële activa | |||
Aan einde van vorige boekjaar | - | 249 | |
. Wijzigingen in consolidatiekring | - | (124) | |
. Toename | - | 97 | |
. Afname | - | (189) | |
. Omrekeningsverschillen | - | 7 | |
Aan einde van boekjaar voor voortgezette bedrijfsactiviteiten | - | 40 |
In 2023 investeerde Umicore € 4,6 miljoen in beleggingen in eigenvermogensinstrumenten voor solid-state-batterijen.
De winst van € 3,2 miljoen in 2024 (verlies van € 7,4 miljoen in 2023) werd opgenomen in overige onderdelen van het totaalresultaat voor beleggingen in eigenvermogensinstrumenten gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in overige onderdelen van het totaalresultaat.
In duizend € | 31/12/2023 | 31/12/2024 | |
---|---|---|---|
Analyse van voorraden | |||
Basisproducten - brutowaarde | 2.839.235 | 2.251.369 | |
.Permanente metaalvoorraden (niet afgedekt) | 1.257.257 | 716.145 | |
.Metaalvoorraden beschikbaar voor verkoop (afgedekt) (*) | 1.185.067 | 1.195.239 | |
.Voorraden overige basisproducten (niet afgedekt) | 396.911 | 339.985 | |
Hulpstoffen - brutowaarde | 132.767 | 128.572 | |
Afschrijvingen | (134.481) | (140.776) | |
Betaalde vooruitbetalingen | 6.526 | 6.277 | |
Onderhanden projecten | 6.060 | 6.234 | |
Totaal voorraden voor voortgezette bedrijfsactiviteiten | 2.850.106 | 2.251.676 | |
* met toepassing van transactionele afdekking metalen - zie nota F2.22.1 en F3.2.2 |
De voorraden zijn gedaald met € 598,4 miljoen tegenover december 2023. Die daling is voornamelijk het gevolg van de daling van de permanente metaalvoorraden voor € 541,1 miljoen na de bijzondere waardevermindering van Battery Materials beschreven in Toelichting F18 voor € 458,9 miljoen en verdere optimalisatiemaatregelen. Bij Catalysis en Recycling is een verdere daling het gevolg van lagere prijsniveaus van platinagroepmetalen en verdere optimalisatiemaatregelen.
De totale bruto boekwaarde van Umicore’s permanente metaalvoorraden op 31 december 2024 bedraagt € 1.971 miljoen bij toepassing van de marktprijzen op 31 december 2024 (€ 2.082 miljoen eind december 2023).
Conform Umicore's grondslagen voor financiële verslaggeving voor voorraden (zie Toelichting F2.11) worden metalen ondergebracht in voorraadcategorieën op basis van hun specifieke aard en bedrijfsgebruik. Umicore categoriseert de permanente metaalvoorraden als een afzonderlijke voorraadcategorie. Bij de aanvang van het verslagjaar had Umicore permanente voorraden van zilver, goud, platina, palladium, rodium, kobalt, nikkel, germanium, lood, lithium en koper. Omdat die voorraadcategorie geacht wordt een onbeperkte gebruiksduur te hebben, worden er geen afschrijvingen toegepast, maar worden de kasstroomgenererende eenheden die voorraden op de balans hebben jaarlijks getoetst op bijzondere waardevermindering. Toepassing van 'de laagste waarde van de kostprijs en de opbrengstwaarde' op de permanente metaalvoorraden op 31 december 2024 zou aanleiding hebben gegeven tot een niet-geldelijke last voor bijzondere waardevermindering van € 28,3 miljoen voor de Groep.
De wijziging in de voorraden die in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening is opgenomen onder 'Grond- en hulpstoffen' is een negatief bedrag van € 583 miljoen (dat de kasbewegingen op de voorraadbalansen vertegenwoordigt). De nettoafschrijving van voorraden in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening van 2024 bedraagt € 470,3 miljoen.
De afschrijvingen op voorraden bedragen € 140,8 miljoen en hebben voornamelijk betrekking op afschrijvingen op traag roterende reserveonderdelen, op verschroting tijdens de productie en op materialen waarvan de marktwaarde lager ligt dan de boekwaarde van het materiaal.
Er rusten geen pandrechten of beperkingen op de eigendomsrechten op voorraden.
In duizend € | Toelichtingen | 31/12/2023 | 31/12/2024 |
---|---|---|---|
Langlopend | |||
Contante garanties en deposito's | 10.402 | 10.696 | |
Overige vorderingen op meer dan 1 jaar | 14.161 | 10.983 | |
Personeelsbeloningen | 5.129 | 5.663 | |
Totaal voor voortgezette bedrijfsactiviteiten | 29.692 | 27.342 | |
Kortlopend | |||
Handelsvorderingen (tegen kostprijs) | 984.968 | 789.698 | |
Handelsvorderingen (afschrijvingen) | (16.340) | (18.851) | |
Overige vorderingen (tegen kostprijs), te ontvangen rente en overlopende rekeningen | 219.056 | 327.150 | |
Overige vorderingen (waardeverminderingen) | (378) | (378) | |
Reële waarde vorderingen - financiële instrumenten aangehouden voor kasstroomafdekking | F34 | 64.096 | 31.497 |
Reële waarde vorderingen - financiële instrumenten gerelateerd aan reëlewaardeafdekkingen (IFRS 9 hedge accounting) | F34 | 65.452 | 52.363 |
Reële waarde vorderingen - financiële instrumenten gerelateerd aan reële waarde afdekking (economische afdekking) | F34 | 40.629 | 57.819 |
Totaal voor voortgezette bedrijfsactiviteiten | 1.357.483 | 1.239.299 |
De daling in kortlopende handelsvorderingen is voornamelijk het gevolg van lagere metaalprijzen.
Totaal | Niet vervallen | Vervallen tussen | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
In duizend € | 0-30 dagen | 30-60 dagen | 60-90 dagen | > 90 dagen | ||
Ouderdomsanalyse aan begin van boekjaar | ||||||
Handelsvorderingen (uitgezonderd dubieuze debiteuren en gesecuritiseerde vorderingen) - tegen kostprijs | 974.045 | 884.506 | 63.493 | 16.470 | 2.550 | 7.025 |
Verwachte verliezen | 14.520 | 6.974 | 903 | 143 | 93 | 6.407 |
Percentage verwachte verliezen | 1,49% | 0,79% | 1,42% | 0,87% | 3,64% | 91,20% |
Ouderdomsanalyse aan einde van boekjaar | ||||||
Handelsvorderingen (uitgezonderd dubieuze debiteuren en gesecuritiseerde vorderingen) - tegen kostprijs | 781.559 | 624.732 | 80.488 | 21.679 | 17.436 | 37.224 |
Verwachte verliezen | 15.738 | 5.373 | 1.185 | 171 | 1.502 | 7.506 |
Percentage verwachte verliezen | 2,01% | 0,86% | 1,47% | 0,79% | 8,61% | 20,16% |
In duizend € | Handelsvorderingen (afschrijving) | Overige vorderingen (afschrijving) | Totaal |
---|---|---|---|
Aan begin van vorige boekjaar | (17.893) | (378) | (18.271) |
. Bijzondere waardeverminderingsverliezen opgenomen in winst-en-verliesrekening | (25.067) | - | (25.067) |
. Terugneming van bijzondere waardeverminderingsverliezen | 21.020 | - | 21.020 |
. Bijzondere waardevermindering afgewaardeerd tegen boekwaarde van actief | 4.373 | - | 4.373 |
. Overige bewegingen | 762 | - | 762 |
. Omrekeningsverschillen | 464 | 0 | 464 |
Aan einde van vorige boekjaar | (16.340) | (378) | (16.718) |
Aan begin van boekjaar | (16.340) | (378) | (16.718) |
. Bijzondere waardeverminderingsverliezen opgenomen in winst-en-verliesrekening | (4.861) | - | (4.861) |
. Terugneming van bijzondere waardeverminderingsverliezen | 2.607 | - | 2.607 |
. Bijzondere waardevermindering afgewaardeerd tegen boekwaarde van actief | 8 | - | 8 |
. Overige bewegingen | (25) | - | (25) |
. Omrekeningsverschillen | (239) | - | (239) |
Aan einde van boekjaar voor voortgezette bedrijfsactiviteiten | (18.851) | (378) | (19.229) |
De Groep past de vereenvoudigde aanpak conform IFRS 9 toe om de te verwachten kredietverliezen te waarderen met gebruik van een voorziening voor tijdens de looptijd te verwachten verliezen voor alle handelsvorderingen. Voor de waardering van de te verwachten kredietverliezen worden de handelsvorderingen gegroepeerd op basis van gemeenschappelijke kredietrisicokenmerken en het aantal dagen achterstand. De te verwachten verliezen zijn gebaseerd op historische betalingsprofielen van verkopen en de overeenkomstige geleden kredietverliezen. De historische verliescijfers worden aangepast om rekening te houden met actuele en toekomstgerichte informatie over macro-economische factoren die een invloed hebben op het vermogen van klanten om hun vorderingen af te wikkelen. De Groep heeft macro-economische factoren, kans op wanbetaling en verlies bij wanbetaling geïdentificeerd als de meest relevante factoren en past bijgevolg de historische verliescijfers aan op basis van verwachte wijzigingen in die factoren.
In principe gebruikt Umicore kredietverzekering om het kredietrisico met betrekking tot handelsvorderingen te beperken. In 2024 waren er drie hoofdpolissen voor kredietverzekering bij drie verschillende verzekeraars. Op de balansdatum was € 291 miljoen aan uitstaande facturen van de Groep gedekt door een polis met een schadeloosstelling bij wanbetaling van 95% met een maximale limiet per regio of land. De andere twee polissen dekten € 183 miljoen aan handelsfacturen met een wereldwijd jaarlijks eigen risico van € 5 miljoen, een maximale schadeloosstelling per jaar van € 200 miljoen en een schadeloosstelling bij wanbetaling van 95%. De Groep heeft zijn kredietpositie ook beheerd door facturen zonder regres te verkopen aan financiële instellingen (€ 330 miljoen eind 2024 tegenover € 227 miljoen eind 2023), deels gedekt door de bovenvermelde kredietverzekeringspolissen. Onder een van die faciliteiten bedraagt de boekwaarde van vorderingen verkocht vóór de overdracht € 138 miljoen, terwijl de totale boekwaarde van de activa die de entiteit nog opneemt en de gerelateerde verplichting voor aanhoudende betrokkenheid € 19,0 miljoen bedragen per 31 december 2024. Die laatste bestaat voornamelijk uit niet-overgedragen kredietrisico en risico op late betaling voor de betreffende portfolio. De overige faciliteiten bedroegen € 213 miljoen en werden volledig van de balans verwijderd.
Specifiek in China verlaagt Umicore het kredietrisico door het disconteren (en bijgevolg niet langer in de balans opnemen) van bankwissels die het ontvangt van klanten zonder regres (€ 106 miljoen eind 2024 tegenover € 101 miljoen eind 2023).
Tot slot gebruiken sommige business units geen kredietverzekering. In plaats daarvan hebben ze interne kredietlimieten ingesteld op basis van beschikbare financiële informatie en kennis van de activiteiten. Die kredietlimieten worden beoordeeld en goedgekeurd door het management.
In duizend € | 31/12/2023 | 31/12/2024 |
---|---|---|
Belasting vorderingen en -verplichtingen | ||
Vorderingen uit winstbelastingen | 87.806 | 75.970 |
Uitgestelde belastingvorderingen | 370.336 | 378.447 |
Verschuldigde winstbelastingen | (222.803) | (208.408) |
Uitgestelde belastingverplichtingen | (28.741) | (24.722) |
Activa | Verplichtingen | Netto | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
In duizend € | 2023 | 2024 | 2023 | 2024 | 2023 | 2024 |
Aan einde van vorige boekjaar | 315.996 | 370.336 | (30.029) | (28.741) | 285.967 | 341.595 |
Uitgestelde belastingen opgenomen in winst-en-verliesrekening | 75.124 | (8.895) | (7.817) | 8.836 | 67.307 | (59) |
Uitgestelde belastingen opgenomen in eigen vermogen | (5.556) | 18.796 | 6.598 | (698) | 1.042 | 18.098 |
Verwervingen via bedrijfscombinaties | - | - | - | (4.122) | - | (4.122) |
Omrekeningsverschillen | (12.806) | (1.405) | 85 | (382) | (12.721) | (1.787) |
Overboeking | (2.422) | (385) | 2.422 | 385 | - | - |
Aan einde van boekjaar | 370.336 | 378.447 | (28.741) | (24.722) | 341.595 | 353.725 |
Activa | Verplichtingen | Netto | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
In duizend € | 2023 | 2024 | 2023 | 2024 | 2023 | 2024 |
Uitgestelde belastingen voor elk type van tijdelijke verschillen | ||||||
Immateriële activa | 36.959 | 47.540 | (1.863) | (15.233) | 35.096 | 32.307 |
Materiële vaste activa | 14.391 | 130.439 | (44.016) | (26.194) | (29.625) | 104.245 |
Vorderingen op lange termijn | 321 | 7.110 | (215) | (1.618) | 106 | 5.492 |
Voorraden | 172.129 | 157.001 | (38.919) | (36.033) | 133.210 | 120.968 |
Handels- en overige vorderingen | 20.971 | 20.783 | (39.791) | (38.734) | (18.820) | (17.951) |
Eigen vermogen van de aandeelhouders van de Groep | - | - | (5.345) | (3.601) | (5.345) | (3.601) |
Langlopende financiële schulden en overige schulden | 26.485 | 28.669 | (16.422) | (18.740) | 10.063 | 9.929 |
Voorzieningen voor personeelsbeloningen | 62.380 | 113.737 | (16.083) | (70.503) | 46.297 | 43.234 |
Voorzieningen voor leefmilieu | 26.843 | 33.493 | (364) | (4.188) | 26.479 | 29.305 |
Voorzieningen voor overige verplichtingen en lasten | 25.638 | 116.600 | (934) | (7.014) | 24.704 | 109.586 |
Kortlopende financiële schulden | - | 19.311 | (166) | (4.924) | (166) | 14.387 |
Kortlopende voorzieningen voor leefmilieu | 5.975 | 5.047 | - | (38) | 5.975 | 5.009 |
Kortlopende voorzieningen voor overige verplichtingen en lasten | 3.853 | 15.832 | (8) | (5.129) | 3.845 | 10.703 |
Handels- en overige schulden | 59.284 | 86.332 | (5.710) | (23.508) | 53.574 | 62.824 |
Totaal uitgestelde belastingen door tijdelijke verschillen | 455.229 | 781.894 | (169.836) | (255.457) | 285.393 | 526.437 |
Over te dragen fiscale verliezen | 157.099 | 398.509 | - | - | 157.099 | 398.509 |
Investeringsaftrek | 385 | - | - | - | 385 | - |
Overige | 1.866 | 99.844 | - | - | 1.866 | 99.844 |
Niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen | (103.148) | (671.065) | - | - | (103.148) | (671.065) |
Totaal belastingvorderingen/-verplichtingen | 511.431 | 609.182 | (169.836) | (255.457) | 341.595 | 353.725 |
Compensatie van activa en verplichtingen binnen dezelfde juridische entiteit | (141.095) | (230.735) | 141.095 | 230.735 | - | - |
Nettobedrag | 370.336 | 378.447 | (28.741) | (24.722) | 341.595 | 353.725 |
2023 | 2024 | 2023 | 2024 | |
---|---|---|---|---|
In duizend € | Basis | Basis | Belastingen | Belastingen |
Bedrag van verrekenbare tijdelijke verschillen, niet-gecompenseerde fiscale verliezen en ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden waarvoor in de balans geen uitgestelde belastingvordering is opgenomen | ||||
Vervaldatum binnen de 5 jaar | 21.139 | 285.116 | 5.700 | 72.945 |
Vervaldatum binnen de 15 jaar | 27.209 | 342.377 | 8.182 | 76.103 |
Vervaldatum zonder tijdslimiet | 310.818 | 2.017.140 | 89.266 | 522.017 |
De wijzigingen in tijdelijke verschillen worden opgenomen als last in de geconsolideerde winst-en-verliesrekening, uitgezonderd de wijzigingen die voortvloeien uit gebeurtenissen die direct werden opgenomen in het geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat.
De voornaamste bewegingen opgenomen in het eigen vermogen zijn uitgestelde belastingen gegenereerd door tijdelijke verschillen in ‘Handels- en overige vorderingen’ (positief voor € 9,8 miljoen), ‘Voorzieningen voor personeelsbeloningen’ (negatief voor € 3,5 miljoen) en ‘Handels- en overige schulden’ (positief voor € 11,5 miljoen).
De voornaamste netto uitgestelde belastingvorderingen zijn opgenomen in België (€ 202,4 miljoen), China (€ 44,8 miljoen), Duitsland (€ 28,4 miljoen) en de VS (€ 23,4 miljoen). Uitgestelde belastingvorderingen worden enkel opgenomen in zoverre de realiseerbaarheid ervan waarschijnlijk is, m.a.w. indien belastingvoordelen worden verwacht in toekomstige perioden. De Groep beoordeelt een realiseerbaarheid in een periode van 5 tot 10 jaar in functie van de kenmerken van het actief, rekening houdend ook met de toepasselijke voorzieningen voor voorwaarts gecompenseerde fiscale verliezen, en het bedrag van de cumulatieve winsten uit het verleden. De werkelijke belastingresultaten in toekomstige perioden kunnen afwijken van de schattingen die worden gemaakt op het moment dat de uitgestelde belastingvorderingen worden opgenomen.
Op basis van die beoordeling van de realiseerbare waarde verwijderde Umicore € 671,1 miljoen aan belastingvorderingen van haar balans, voornamelijk uit:
€ 369,9 miljoen aan voorwaarts gecompenseerde fiscale verliezen en fiscaal verrekenbare vergoedingen in Luxemburg, China, Korea en Japan
€ 301,2 miljoen aan verrekenbare tijdelijke verschillen in China, Korea en Canada
Conform IAS 12 zijn uitgestelde belastingverplichtingen waarvan het niet waarschijnlijk is dat ze in de nabije toekomst zullen worden gerealiseerd, niet opgenomen.
Op 31 december 2024 bevatten de verschuldigde winstbelastingen over de verslagperiode van € 208,4 miljoen (2023: € 222,8 miljoen) onzekere belastingposities voor € 111,5 miljoen (€ 93,1 miljoen in 2023). De stijging van de onzekere belastingposities is voornamelijk het gevolg van (i) de herwaardering van bestaande onzekere belastingposities, (ii) de terugneming van onzekere belastingposities op basis van positieve uitspraken van de belastingautoriteiten of genomen beperkingsmaatregelen, (iii) het verstrijken van de verjaringstermijn en (iv) de opname van bijkomende voorzieningen (positief of negatief) voor onzekere fiscale behandelingen.
In duizend € | 31/12/2023 | 31/12/2024 |
---|---|---|
Geldmiddelen en kasequivalenten | ||
Beleggingen op korte termijn: termijndeposito's bij banken | 1.082.190 | 1.314.921 |
Beleggingen op korte termijn: termijndeposito's (andere) | 102.399 | 10.356 |
Contanten en rekeningen-courant | 330.901 | 687.246 |
Totaal geldmiddelen en kasequivalenten | 1.515.490 | 2.012.523 |
Bankvoorschotten in rekening-courant | 51.694 | 38.606 |
Nettogeldmiddelen zoals in kasstroomoverzicht | 1.463.796 | 1.973.917 |
Alle geldmiddelen en kasequivalenten zijn volledig beschikbaar voor de Groep.
Het beheer van het liquiditeitsrisico betekent het aanhouden van voldoende geldmiddelen en verhandelbare effecten, het beschikbaar zijn van financiering door een gepast bedrag aan contractueel vastgelegde (niet gebruikt in 2024) en niet-vastgelegde kredietfaciliteiten van een brede waaier aan financiële instellingen en de mogelijkheid om marktposities te sluiten.
Door het dynamische karakter van de onderliggende activiteiten probeert de Groep de flexibiliteit van de financiering te behouden door het beschikbaar houden van vastgelegde kredietfaciliteiten. Overschotten aan liquiditeiten worden belegd voor zeer korte termijn, gespreid over een beperkt aantal kredietwaardige banken.
Het aandeel van de Groep in omrekeningsverschillen en overige reserves is als volgt:
In duizend € | Conversierechten opgenomen in eigen vermogen | Overige beleggingen in eigenvermogensinstrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in reserves uit overige onderdelen van het totaalresultaat | Kasstroom afdekkings reserves - Commodity's | Kasstroom afdekkings reserves - Valuta's | Kasstroom afdekkings reserves - renteswaps | Uitgestelde belastingen rechtstreeks opgenomen in overige onderdelen van het totaalresultaat | Wijzigingen in vergoedingen na uitdiensttreding die voortvloeien uit wijzigingen in actuariële veronder stellingen | Reserves voor op aandelen gebaseerde betalingen | Omrekenings verschillen | Totaal |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Balans aan begin van vorige boekjaar | 50.324 | 4.637 | 35.723 | (20.922) | (8.458) | 32.972 | (188.806) | 64.092 | (97.452) | (127.887) |
Herwaarderingen opgenomen in overige onderdelen van het totaalresultaat | - | (7.435) | (4.513) | 26.104 | (3.690) | 3.696 | (38.188) | - | - | (24.027) |
Herwaarderingen opgenomen in eigen vermogen | - | - | - | - | - | - | - | 14.117 | - | 14.117 |
Herwaarderingen verwijderd uit overige onderdelen van het totaalresultaat | - | - | (13.613) | 24.291 | 2.926 | (2.326) | - | - | - | 11.278 |
Overboeking van/naar ingehouden winsten | - | - | - | - | - | - | - | (654) | - | (654) |
Wisselkoersverschillen | - | (27) | (687) | 511 | 757 | (153) | 910 | - | (51.354) | (50.042) |
Balans aan einde van vorige boekjaar | 50.324 | (2.825) | 16.910 | 29.984 | (8.465) | 34.190 | (226.084) | 77.555 | (148.806) | (177.217) |
Balans aan begin van het boekjaar | 50.324 | (2.825) | 16.910 | 29.984 | (8.465) | 34.190 | (226.084) | 77.555 | (148.806) | (177.217) |
Herwaarderingen opgenomen in overige onderdelen van het totaalresultaat | - | 3.180 | 21.567 | (65.026) | (9.408) | 10.181 | 13.181 | - | - | (26.325) |
Herwaarderingen opgenomen in eigen vermogen | - | - | - | - | - | - | - | 6.876 | - | 6.876 |
Herwaarderingen verwijderd uit overige onderdelen van het totaalresultaat | - | - | (20.845) | (14.865) | 5.202 | 8.076 | - | - | - | (22.432) |
Overboeking van/naar ingehouden winsten | - | - | - | - | - | - | (0) | (30.551) | - | (30.551) |
Wisselkoersverschillen | - | (8) | 889 | 505 | (2) | (436) | (1.301) | (4) | (8.544) | (8.901) |
Balans aan einde van boekjaar | 50.324 | 348 | 18.521 | (49.401) | (12.673) | 52.010 | (214.205) | 53.876 | (157.350) | (258.551) |
De bovenstaande tabel kan niet direct worden aangesloten met de bewegingen in het geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat omdat die tabel de bewegingen inzake minderheidsbelangen niet bevat.
De nettoverliezen opgenomen in overige onderdelen van het totaalresultaat voor kasstroomafdekkingen (€ -52,9 miljoen) zijn de veranderingen in reële waarde van nieuwe kasstroomafdekkingsinstrumenten of degene die bestonden aan het begin van het boekjaar, maar nog niet vervallen waren aan het einde van het boekjaar. De nettowinsten verwijderd uit overige onderdelen van het totaalresultaat (€ 30,5 miljoen) zijn de reële waarden van de kasstroomafdekkingsinstrumenten die bestonden aan het begin van het boekjaar en vervielen tijdens het boekjaar. Het totale effect bij het vervallen van de kasstroomafdekkingen tijdens het jaar vertegenwoordigt een winst van € 65,9 miljoen, opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Dit bedrag bevat de vermelde nettowinsten die niet langer werden opgenomen in overige onderdelen van het totaalresultaat (€ 30,5 miljoen) en de veranderingen in reële waarde tijdens het jaar op vervallen bestaande kasstroomafdekkingen en op nieuwe instrumenten die tijdens het jaar zijn afgesloten (€ 96,4 miljoen).
Herwaarderingen als gevolg van wijzigingen in de actuariële veronderstellingen van toegezegdpensioenregelingen zijn opgenomen in overige onderdelen van het totaalresultaat voor € 13,2 miljoen (zie Toelichting F28 over Voorzieningen voor personeelsbeloningen). De aandelen en aandelenoptieplannen van 2024 en de PSU’s hebben geleid tot een stijging met € 6,9 miljoen van de reserves voor op aandelen gebaseerde betalingen (zie Toelichting F10 over werknemersbeloningen). € 30,1 miljoen voor uitgeoefende opties, vervallen aandelenopties en plannen voor gratis aandelen werd overgeboekt naar ingehouden winsten.
De bewegingen op wisselkoersverschillen hebben voornamelijk betrekking op de koersdaling van de BRL (€ -24,1 miljoen) en de KRW (€ -16,5 miljoen) en de koersstijging van de USD (€ 16,5 miljoen) en de PLN (€ 14,2 miljoen) tegenover de EUR. De totale wisselkoersverschillen worden voornamelijk beïnvloed door de volgende valuta's: CNY, BRL, KRW, PLN, ZAR, ARS en USD.
In duizend € | Bankleningen | Lease verplichtingen | Overige leningen | Totaal |
---|---|---|---|---|
Langlopend | ||||
Aan begin van vorige boekjaar | 1.117.000 | 40.709 | 468.470 | 1.626.179 |
. Toename | 602.989 | 31.469 | 12.553 | 647.011 |
. Afname | - | (20.064) | - | (20.064) |
. Omrekeningsverschillen | (33.265) | (1.273) | (2) | (34.540) |
. Overboekingen | (199.000) | (141) | - | (199.141) |
Aan einde van vorige boekjaar | 1.487.724 | 50.700 | 481.021 | 2.019.445 |
. Toename | 751.725 | 29.688 | 29.716 | 811.130 |
. Afname | - | (21.460) | - | (21.460) |
. Omrekeningsverschillen | 32.198 | 177 | 1 | 32.376 |
. Overboekingen | (9.167) | (4.593) | (510.738) | (524.498) |
Aan einde van boekjaar | 2.262.480 | 54.513 | (0) | 2.316.994 |
Kortlopende gedeelte van langlopende financiële schulden | ||||
Aan einde van vorige boekjaar | 199.000 | 16.156 | - | 215.156 |
. Toename/afname | (199.000) | - | 5.309 | (193.691) |
. Omrekeningsverschillen | 644 | - | 64 | 707 |
. Overboekingen | 9.167 | 4.593 | 510.738 | 524.498 |
Aan einde van boekjaar | 9.811 | 20.749 | 516.110 | 546.670 |
In duizend € | Kortlopende bankleningen | Bankvoorschotten in rekening-courant | Kortlopende lening: commercial paper | Overige leningen | Totaal |
---|---|---|---|---|---|
Kortlopend | |||||
Aan einde van vorige boekjaar | 198.751 | 51.694 | 112.402 | 150.694 | 513.541 |
. Toename/afname | 200.431 | (10.468) | (29.629) | (99.565) | 60.768 |
. Omrekeningsverschillen | (1.273) | (2.620) | - | 2.659 | (1.234) |
Aan einde van boekjaar | 397.909 | 38.606 | 82.773 | 53.787 | 573.075 |
De netto financiële schulden op 31 december 2024 bedroegen € 1.425,2 miljoen, tegenover € 1.265,8 miljoen bij de start van het jaar.
De financiële schulden omvatten de Schuldschein uitgegeven in 2017 (€ 43 miljoen; reële waarde € 41,5 miljoen), de US Private Placements uitgegeven in 2017 (€ 360 miljoen; reële waarde € 343,9 miljoen), 2019 (€ 390 miljoen; reële waarde € 359,6 miljoen) en 2023 (€ 232 miljoen en USD 363 miljoen; reële waarde resp. € 246,9 miljoen en USD 360,4 miljoen) en 2024 (€ 225 miljoen en USD 296 miljoen; reële waarde resp. € 232,2 miljoen en USD 289,4 miljoen), de Europese Investeringsbank (EIB)-leningen uitgegeven in 2020 (€ 125 miljoen; reële waarde € 115,8 miljoen) en 2024 (€ 250 miljoen; reële waarde € 259,4 miljoen) en de converteerbare obligatie uitgegeven in 2020 (€ 500 miljoen; reële waarde € 493,8 miljoen).
In 2024 sloot Umicore een financieringsovereenkomst van € 350 miljoen met de Europese Investeringsbank (EIB), waarvan € 250 miljoen werd opgenomen tijdens het verslagjaar. De resterende € 100 miljoen blijft beschikbaar voor toekomstige opnemingen. Die financiering is bedoeld om de onderzoeks- en ontwikkelingsinitiatieven van de Groep te ondersteunen. Umicore gaf ook met succes een US Private Placement (USPP) uit in 2024, met behoud van dezelfde kritieke prestatie-indicatoren (KPI's) inzake duurzaamheid als bij de vorige uitgiften. Alle nieuwe leningen die in 2024 zijn verkregen (d.w.z. de EIB-financiering en de USPP) zijn vastrentende instrumenten.
Per 31 december 2024 stond een bedrag van € 105,1 miljoen uit op het Franse NEU CP-programma (van een totaal beschikbaar bedrag van € 600 miljoen binnen het programma).
Per 31 december 2024 waren er geen uitstaande vooruitbetalingen op de duurzaamheidsgerelateerde gesyndiceerde bankkredietfaciliteit voor € 500 miljoen die werd afgesloten in 2021 met looptijd tot oktober 2027 of op de duurzaamheidsgerelateerde gesyndiceerde bankkredietfaciliteit voor € 600 miljoen die werd afgesloten in december 2023 met looptijd tot december 2028.
De voornoemde gesyndiceerde bankkredietfaciliteiten en de schuldinstrumenten op lange termijn vereisen dat de Groep voldoet aan bepaalde financiële convenanten. Umicore heeft geen van die convenanten overtreden, niet in 2024 noch in vorige jaren.
De langlopende schulden omvatten vooral schuldinstrumenten in EUR. In april 2024 werden nieuwe US Private Placements uitgegeven, die werden opgenomen in juli 2024. Die nieuwe schulden bedragen in totaal € 225 miljoen en USD 296 miljoen, waarbij het deel in USD is afgedekt tegenover de EUR met vast-voor-vast-valutaswaps.
De gemiddelde rentevoet op de gemiddelde brutoschuld bedroeg 3,21% voor het volledige jaar 2024 (3,33% voor het volledige jaar 2023).
De 'Nieuwe leningen' en 'Terugbetalingen' in het geconsolideerde kasstroomoverzicht zijn exclusief de bewegingen op voorschotten in rekening-courant en de omrekeningsverschillen, en de theoretische fictieve rente op de vreemdvermogenscomponent van de converteerbare schulden (€ 10,7 miljoen in 2024) die niet-geldelijk is.
De toename van de overige leningen is het gevolg van het uitstaande commercial paper en de medium-term notes, en van de herwaardering van de converteerbare obligatie die de vervaldatum nadert.
De netto schuldratio (zie het glossarium voor de definitie) eind 2024 van 42,6% (25,5% in 2023) en de netto financiële schulden/aangepaste EBITDA-ratio van 1,87x (vergeleken met 1,30x eind 2023) positioneren de Groep ruim binnen de beoogde limieten van de kapitaalstructuur.
In duizend € | Rentetype | < 1 jaar | 1 – 5 jaar | > 5 jaar | Totaal |
---|---|---|---|---|---|
Bruto financiële schulden van vorig boekjaar | |||||
Leaseverplichtingen | 16.156 | 50.700 | - | 66.857 | |
Kredietinstellingen | Vast/variabel | 401.140 | 9.217 | - | 410.357 |
Commercial papers | Variabel | 112.402 | - | - | 112.402 |
Schuldschein | Vast/variabel | 199.000 | 43.000 | - | 242.000 |
US Private Placement | Vast | - | 379.231 | 931.276 | 1.310.507 |
EIB-lening | Vast | - | 125.000 | - | 125.000 |
Converteerbare obligatie | Vast | - | 481.021 | - | 481.021 |
Totaal | 728.698 | 1.088.169 | 931.276 | 2.748.143 |
In duizend € | Rentetype | < 1 jaar | 1 – 5 jaar | > 5 jaar | Totaal |
---|---|---|---|---|---|
Bruto financiële schulden van boekjaar | |||||
Leaseverplichtingen | 20.749 | 54.513 | - | 75.263 | |
Kredietinstellingen | Vast/variabel | 500.116 | 3.180 | - | 503.296 |
Commercial papers | Variabel | 105.080 | - | - | 105.080 |
Schuldschein | Vast/variabel | - | 43.000 | - | 43.000 |
US Private Placement | Vast | - | 834.282 | 1.007.018 | 1.841.300 |
EIB-lening | Vast | - | 375.000 | - | 375.000 |
Converteerbare obligatie | Vast | 493.800 | - | - | 493.800 |
Totaal | 1.119.745 | 1.309.976 | 1.007.018 | 3.436.739 |
In duizend € | EUR | USD | Overige valuta's | Totaal |
---|---|---|---|---|
Uitsplitsing van langlopende schuld per valuta (met inbegrip van kortlopend gedeelte) | ||||
Bankleningen | 1.625.000 | 634.325 | 12.966 | 2.272.291 |
Overige leningen | 516.110 | - | - | 516.110 |
Langlopende financiële schulden (met inbegrip van kortlopend gedeelte) | 2.141.110 | 634.325 | 12.966 | 2.788.401 |
In duizend € | 2023 | 2024 |
---|---|---|
Langlopende financiële schulden | 2.019.445 | 2.316.994 |
Kortlopend gedeelte van langlopende financiële schulden | 215.156 | 546.670 |
Kortlopende financiële schulden | 513.541 | 573.075 |
Geldmiddelen en kasequivalenten | (1.515.490) | (2.012.523) |
IFRS Netto financiële schulden | 1.232.653 | 1.424.216 |
exclusief effect van herwaardering (*) | 33.181 | 1.016 |
Netto financiële schulden | 1.265.834 | 1.425.232 |
(*) Het effect van herwaardering komt overeen met het effect van herwaardering van financiële schulden uitgedrukt in een andere valuta dan de functionele valuta van de entiteit en waarvoor de Groep is afgedekt |
Bruto uitstaande schulden | |
---|---|
Kortlopende bankleningen | 11,9% |
Langlopende bankleningen | 65,8% |
Commercial paper | 2,4% |
Bankvoorschotten in rekening-courant | 1,1% |
Leaseverplichtingen | 2,2% |
Converteerbare obligatie | 14,4% |
Overige bankfaciliteiten | 2,2% |
In miljoen € | 2023 | 2024 | |
---|---|---|---|
Netto financiële schulden | a | 1.265,8 | 1.425,2 |
Eigen vermogen van de Groep | b | 3.697,4 | 1.921,8 |
Totaal | c=a+b | 4.963,3 | 3.347,0 |
Schuldratio (%) | d=a/c | 25,5 | 42,6 |
In duizend € | Toelichtingen | 31/12/2023 | 31/12/2024 |
---|---|---|---|
Langlopend | |||
Langlopende handelsschulden | 32.296 | 160.562 | |
Overige langlopende schulden | 6.401 | 11.119 | |
Investeringssubsidies en uitgestelde baten uit subsidies | 56.409 | 55.403 | |
Totaal voor voortgezette bedrijfsactiviteiten | 95.106 | 227.083 | |
Kortlopend | |||
Handelsschulden | 1.772.833 | 1.650.913 | |
Ontvangen vooruitbetalingen op onderhanden projecten | 27.916 | 38.259 | |
Verschuldigde belastingen (anders dan winstbelastingen) | 24.903 | 46.707 | |
Bezoldigingen en personeelsvoordelen | 180.201 | 173.253 | |
Overige schulden | 211.487 | 439.286 | |
Te betalen dividenden | 11.637 | 11.550 | |
Te betalen opgelopen rente | 34.223 | 58.910 | |
Reële waarde schulden - financiële instrumenten aangehouden voor kasstroomafdekking | F34 | 26.032 | 72.981 |
Reële waarde schulden - financiële instrumenten gerelateerd aan reëlewaardeafdekkingen (IFRS 9 hedge accounting) | F34 | 42.668 | 27.356 |
Reële waarde schulden - financiële instrumenten gerelateerd aan reële waarde afdekking (economische afdekking) | F34 | 2.362 | 224 |
Reële waarde schulden - financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden | - | 6.109 | |
Overlopende rekeningen | 257.153 | 326.187 | |
Totaal voor voortgezette bedrijfsactiviteiten | 2.591.416 | 2.851.734 |
De langlopende handelsschulden stegen met € 132,0 miljoen tegenover 2023 en komen overeen met € 152,0 miljoen voor contractverplichtingen voor nog te leveren prestatieverplichtingen vanaf 2026 en € 8,5 miljoen voor financiële verplichtingen die meer dan 12 maanden na het einde van de verslagperiode vervallen.
In vergelijking met 31 december 2023 daalden de handelsschulden, voornamelijk door lagere metaalprijzen, en ze bevatten € 100 miljoen voor contractverplichtingen voor in 2025 nog te leveren prestatieverplichtingen. De handelsschulden omvatten bankwissels uitgegeven door Umicore in China. Bankwissels zijn een gebruikelijk betaalmiddel in China en genieten vaak de voorkeur van leveranciers wegens hun overdraagbaarheid, hun gebruik als zekerheid voor financiering of hun mogelijkheid om gedisconteerd te worden. Eind 2024 had Umicore € 188 miljoen aan bankwissels uitgegeven in China (tegenover € 231 miljoen eind 2023). Eind 2024 omvatten de handelsschulden metalen voor terugkoop onder contract voor € 237,1 miljoen (tegenover € 89 miljoen eind 2023). De verschuldigde belastingen (anders dan winstbelastingen) bevatten voornamelijk te betalen btw.
In 2024 sloot Umicore een overeenkomst voor betalingsdiensten waardoor één leverancier vervroegde betalingen kan verkrijgen van de bank voor facturen die Umicore verschuldigd is. Eind december bedroeg het uitstaande bedrag van gedisconteerde facturen € 36 miljoen, wat overeenkomt met ongeveer 72 dagen resterende betalingstermijn. Dit bedrag is opgenomen onder de overige schulden. Daarnaast worden voor bepaalde contracten langere betalingstermijnen van gemiddeld ongeveer 90 dagen genoteerd in vergelijking met andere contracten. Hiervoor geeft Umicore een bevestiging aan de banken dat de leveranciersfacturen correct zijn en op de vervaldag zullen worden betaald. Eind 2024 vertegenwoordigden de facturen voor dergelijke contracten een totale uitstaande schuld van € 52 miljoen (tegenover € 129 miljoen eind 2023). Die uitstaande schulden worden opgenomen onder handelsschulden.
De overige schulden bevatten ook € 250 miljoen voor de kapitaalverhoging in de joint venture IONWAY die werd goedgekeurd in december 2024 en volledig werd betaald in januari 2025.
Vroegste contractuele vervaldag | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
In duizend € | < 1 maand | 1 – 3 maand | 3 maand tot 1 jaar | 1 – 5 jaar | > 5 jaar | Totaal |
Financiële schulden | 441.342 | 12.755 | 274.601 | 1.088.169 | 931.276 | 2.748.143 |
Kortlopend | 441.342 | 12.755 | 274.601 | - | - | 728.698 |
Kortlopende bankleningen | 126.552 | 12.755 | 59.444 | - | - | 198.751 |
Bankvoorschotten in rekening-courant | 51.694 | - | - | - | - | 51.694 |
Kortlopende lening: commercial paper | 112.402 | - | - | - | - | 112.402 |
Overige leningen | 150.694 | - | - | - | - | 150.694 |
Kortlopend gedeelte van langlopende bankleningen | - | - | 199.000 | - | - | 199.000 |
Leaseverplichtingen | - | - | 16.156 | - | - | 16.156 |
Langlopend | - | - | - | 1.088.169 | 931.276 | 2.019.445 |
Bankleningen | - | - | - | 556.448 | 931.276 | 1.487.724 |
Leaseverplichtingen | - | - | - | 50.700 | - | 50.700 |
Overige leningen | - | - | - | 481.021 | - | 481.021 |
Handels- en overige schulden | 1.868.374 | 436.800 | 240.036 | 128.546 | 12.765 | 2.686.521 |
Kortlopend | 1.868.374 | 436.800 | 240.036 | 46.205 | - | 2.591.416 |
Handelsschulden | 1.392.090 | 311.798 | 68.946 | - | - | 1.772.833 |
Ontvangen vooruitbetalingen op onderhanden projecten | 4.938 | 15.530 | 7.448 | - | - | 27.916 |
Verschuldigde belastingen (anders dan winstbelastingen) | 13.834 | 2.060 | 9.009 | - | - | 24.903 |
Bezoldigingen en personeelsvoordelen | 56.712 | 45.067 | 78.423 | - | - | 180.201 |
Overige schulden | 158.124 | 15.980 | 37.383 | - | - | 211.487 |
Te betalen dividenden | 11.637 | - | - | - | - | 11.637 |
Te betalen opgelopen rente, derden | 29.379 | 954 | 3.890 | - | - | 34.223 |
Reële waarde schulden - financiële instrumenten aangehouden voor kasstroomafdekking | 1.360 | 1.009 | 10.850 | 12.813 | - | 26.032 |
Reële waarde schulden - financiële instrumenten gerelateerd aan reëlewaardeafdekkingen (IFRS 9 hedge accounting) | 3.688 | 2.382 | 3.206 | 33.392 | - | 42.668 |
Reële waarde schulden - financiële instrumenten gerelateerd aan reële waarde afdekking (economische afdekking) | 175 | 801 | 1.386 | - | - | 2.362 |
Overlopende rekeningen | 196.436 | 41.220 | 19.496 | - | - | 257.153 |
Langlopend | - | - | - | 82.341 | 12.765 | 95.106 |
Langlopende handelsschulden | - | - | - | 32.296 | - | 32.296 |
Overige langlopende schulden | - | - | - | 1.148 | 5.253 | 6.401 |
Investeringssubsidies en uitgestelde baten uit subsidies | - | - | - | 48.897 | 7.513 | 56.409 |
Vroegste contractuele vervaldag | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
In duizend € | < 1 maand | 1 – 3 maand | 3 maand tot 1 jaar | 1 – 5 jaar | > 5 jaar | Totaal |
Financiële schulden | 244.307 | 91.004 | 784.434 | 1.309.976 | 1.007.018 | 3.436.739 |
Kortlopend | 244.307 | 91.004 | 784.434 | - | - | 1.119.745 |
Kortlopende bankleningen | 132.686 | 91.004 | 174.218 | - | - | 397.909 |
Bankvoorschotten in rekening-courant | 38.606 | - | - | - | - | 38.606 |
Kortlopende lening: commercial paper | 19.228 | - | 63.545 | - | - | 82.773 |
Overige leningen | 53.787 | - | 0 | - | - | 53.787 |
Kortlopend gedeelte van langlopende bankleningen | - | - | 9.811 | - | - | 9.811 |
Kortlopende gedeelte van overige langlopende leningen | - | - | 516.110 | - | - | 516.110 |
Leaseverplichtingen | - | - | 20.749 | - | - | 20.749 |
Langlopend | - | - | - | 1.309.976 | 1.007.018 | 2.316.994 |
Bankleningen | - | - | - | 1.255.462 | 1.007.018 | 2.262.480 |
Leaseverplichtingen | - | - | - | 54.513 | - | 54.513 |
Handels- en overige schulden | 2.166.929 | 384.410 | 254.580 | 260.541 | 12.356 | 3.078.817 |
Kortlopend | 2.166.929 | 384.410 | 254.580 | 45.814 | - | 2.851.734 |
Handelsschulden | 1.381.311 | 213.730 | 55.872 | - | - | 1.650.913 |
Ontvangen vooruitbetalingen op onderhanden projecten | 16.969 | 12.979 | 8.311 | - | - | 38.259 |
Verschuldigde belastingen (anders dan winstbelastingen) | 14.362 | 3.310 | 29.035 | - | - | 46.707 |
Bezoldigingen en personeelsvoordelen | 58.761 | 38.742 | 75.750 | - | - | 173.253 |
Overige schulden | 354.328 | 63.228 | 21.730 | - | - | 439.286 |
Te betalen dividenden | 11.550 | - | - | - | - | 11.550 |
Te betalen opgelopen rente, derden | 52.801 | 1.871 | 4.238 | - | - | 58.910 |
Reële waarde schulden - financiële instrumenten aangehouden voor kasstroomafdekking | 3.676 | 4.407 | 22.852 | 42.046 | - | 72.981 |
Reële waarde schulden - financiële instrumenten gerelateerd aan reëlewaardeafdekkingen (IFRS 9 hedge accounting) | 2.977 | 5.807 | 17.703 | 869 | - | 27.356 |
Reële waarde schulden - financiële instrumenten gerelateerd aan reële waarde afdekking (economische afdekking) | 224 | - | - | - | - | 224 |
Reële waarde schulden - financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden | - | - | 3.210 | 2.899 | - | 6.109 |
Overlopende rekeningen | 269.971 | 40.337 | 15.879 | - | - | 326.187 |
Langlopend | - | - | - | 214.727 | 12.356 | 227.083 |
Langlopende handelsschulden | - | - | - | 160.562 | - | 160.562 |
Overige langlopende schulden | - | - | - | 5.328 | 5.791 | 11.119 |
Investeringssubsidies en uitgestelde baten uit subsidies | - | - | - | 48.837 | 6.565 | 55.403 |
De Groep heeft diverse in rechte afdwingbare en feitelijke brutoverplichtingen uit hoofde van toegezegde pensioenrechten, voornamelijk regelingen op basis van het eindsalaris voor de Belgische en Duitse bedrijfsactiviteiten.
In duizend € | Vergoedingen na uitdiensttreding - pensioenen en aanverwante | Vergoedingen na uitdienst treding - overige | Ontslagvergoedingen - brug pensioenen en aanverwante | Overige langetermijn personeels beloningen | Totaal |
---|---|---|---|---|---|
Aan einde van vorige boekjaar | 270.833 | 2.753 | 25.811 | 15.404 | 314.801 |
. Toename (inbegrepen in 'Bezoldigingen en personeelsvoordelen') | 29.728 | 309 | 7.348 | 1.109 | 38.494 |
. Terugneming (inbegrepen in 'Bezoldigingen en personeelsvoordelen') | 57 | - | 106 | (60) | 103 |
. Bestedingen (inbegrepen in 'Bezoldigingen en personeelsvoordelen') | (39.852) | (40) | (5.357) | (815) | (46.065) |
. Impact rentevoet en disconteringsvoet (inbegrepen in 'Financiële lasten') | 9.039 | 27 | 995 | 481 | 10.542 |
. Omrekeningsverschillen | 273 | 58 | (1.527) | (53) | (1.249) |
. Overboekingen | 267 | - | - | - | 267 |
. Opgenomen in overige onderdelen van het totaalresultaat | (12.290) | (145) | (406) | (193) | (13.034) |
. Overige bewegingen | (296) | (0) | (0) | (52) | (348) |
Aan einde van boekjaar | 257.758 | 2.962 | 26.971 | 15.821 | 303.512 |
De bovenstaande tabel bevat de saldi en de bewegingen in de voorzieningen voor personeelsbeloningen van de volledig geconsolideerde dochterondernemingen.
De ontslagvergoedingen omvatten voornamelijk enkele ontslagvergoedingsregelingen in Korea en Belgische en Duitse regelingen voor vervroegd pensioen. De overige langetermijnpersoneelsbeloningen omvatten voornamelijk anciënniteitspremies in België en Duitsland.
De lijnen ‘Toename’, ‘Terugnemingen’ en ‘Bestedingen’ van de voorzieningen voor personeelsbeloningen kunnen in verband worden gebracht met de lijn ‘Voorzieningen voor personeelsbeloningen’ van Toelichting F10. Het bedrag opgenomen in overige onderdelen van het totaalresultaat vloeit voornamelijk voort uit een lichte stijging van de disconteringsvoeten van de pensioenregelingen en een hoger rendement op de fondsbeleggingen. De onderstaande tabel bevat een aansluiting tussen Toelichting F24 en het geconsolideerd overzicht van het totaalresultaat.
De overboekingen hebben voornamelijk betrekking op overboekingen naar personeelsbeloningen zoals vermeld in Toelichting F21.
De toegezegdebijdragenregelingen van de Groep in een aantal landen als de VS, Canada, Zuid-Afrika en Duitsland zijn niet omvat in deze Toelichting omdat die bedragen rechtstreeks worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening onder ‘Bijdragen aan toegezegdebijdragenregelingen’ (zie Toelichting F10).
De volgende vereisten inzake informatieverschaffing onder IAS 19 (gewijzigd) werden overgenomen uit verslagen van externe actuarissen.
De grootste regelingen inzake vergoedingen na uitdiensttreding in 2024 zijn in België en Duitsland. Die twee landen vertegenwoordigen ongeveer 90% van de totale brutoverplichtingen uit hoofde van toegezegde pensioenrechten.
In duizend € | 31/12/2023 | Bewegingen 2024 | 31/12/2024 |
---|---|---|---|
België | 50.451 | (15.031) | 35.420 |
Duitsland | 233.820 | 2.178 | 235.998 |
Subtotaal | 284.271 | (12.853) | 271.418 |
Overige entiteiten | 30.530 | 1.564 | 32.094 |
Totaal | 314.801 | (11.289) | 303.512 |
In duizend € | 31/12/2023 | 31/12/2024 |
---|---|---|
Restitutierechten | ||
Aan einde van vorige boekjaar | - | 4.245 |
Nettotransfers in/uit (met inbegrip van het effect van eventuele bedrijfsacquisities/verkopen) | 4.365 | - |
Feitelijke restitutie | (173) | 284 |
Verwachte rendement | 154 | 154 |
Herwaarderingen op restitutierechten | (101) | (77) |
Aan einde van boekjaar | 4.245 | 4.606 |
Umicore’s toegezegdpensioenregelingen voor de twee belangrijkste landen zijn als volgt:
BELGIË | Kenmerken van de toegezegdpensioenregelingen Umicore-ondernemingen in België hanteren toegezegdpensioenregelingen die pensioenrechten of langetermijnpersoneelsbeloningen voorzien op basis van salaris en leeftijd of anciënniteit. Die regelingen voor pensioenrechten en langetermijnpersoneelsbeloningen vertegenwoordigen brutoverplichtingen uit hoofde van toegezegde pensioenrechten voor € 302,1 miljoen en fondsbeleggingen voor € 266,7 miljoen. Ze voorzien in forfaitaire of maandelijkse betalingen bij pensionering of vervroegde pensionering en beloningen in geval van het bereiken van een aantal dienstjaren of bij overlijden of arbeidsongeschiktheid voorafgaand aan de pensionering.De nettovoorzieningen voor pensioenen voor € 35,4 miljoen kunnen worden onderverdeeld in toegezegdpensioenregelingen (€ 19,5 miljoen, waarvan verplichtingen voor € 160,3 miljoen en fondsbeleggingen voor € 140,8 miljoen), regelingen inzake ontslagvergoedingen (€ 1,4 miljoen van de verplichting is niet gefinancierd), anciënniteitspremies (€ 3,9 miljoen, niet gefinancierd) en toegezegdebijdragenregelingen en bonusregelingen met gegarandeerd rendement en kunnen bijgevolg worden behandeld als toegezegdpensioenregelingen (€ 10,6 miljoen, waarvan verplichtingen voor € 136,4 miljoen en fondsbeleggingen voor € 125,8 miljoen).Financiering De regelingen inzake vergoedingen na uitdiensttreding worden extern gefinancierd door verzekeringsmaatschappijen of door onafhankelijke instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening (IBPV's). Voor de IBPV's zijn de nodige governanceprocessen voor risicobeheer aanwezig. Eén van de risicomaatregelen bestaat erin om regelmatig een ‘continuïteitstest’ uit te voeren waarbij de gevolgen van het strategische investeringsbeleid worden geanalyseerd inzake risico- en rendementsprofielen en solvabiliteitsmaatregelen. Een verklaring van beleggingsbeginselen en het financieringsbeleid worden hieruit afgeleid. Het is de bedoeling om een goed gediversifieerde toewijzing van activa te verkrijgen om zo het risico te beheersen.Reële waarde van fondsbeleggingen De reële waarde van de eigenvermogens- en vreemdvermogens-instrumenten wordt bepaald op basis van op actieve markten genoteerde prijzen (waardering tegen reële waarde niveau 1). De regelingen houden geen directe posities aan in Umicore-aandelen of -obligaties en ze bezitten geen eigendommen gebruikt door een entiteit van Umicore. De beleggingen zijn goed gediversifieerd zodat het falen van een enkele belegging geen materiële invloed heeft op het algehele niveau van de fondsbeleggingen. |
DUITSLAND | Kenmerken van de toegezegdpensioenregelingen Vergoedingen na uitdiensttreding op basis van pensioenverplichtingen aangegaan vóór 1 april 1999 worden deels gefinancierd via Pensionskasse Degussa (PKD) en deels direct via toegezegd-pensioenregelingen. Het direct gefinancierde deel is van het type toegezegdpensioenregeling en voorziet in pensioen-, invaliditeits- en overlijdensuitkeringen, die zijn gebaseerd op het finale of het finale gemiddelde loon. Het deel dat wordt gefinancierd via PKD wordt behandeld als een toegezegdebijdragenregeling.Pensioenverplichtingen aangegaan sinds 1 april 1999 worden gefinancierd via het herverzekerd ondersteuningsfonds bij Unterstützungskasse Degussa (RUK) en die sinds 2021/2023 via een herverzekerd ondersteuningsfonds bij Allianz en een directe verzekering bij Allianz. De regelingen die worden gefinancierd via RUK en Allianz worden behandeld als toegezegdebijdragenregelingen.Uitgestelde vergoedingen uit bonusregelingen worden intern gefinancierd via toegezegd-pensioenregelingen. Die vergoedingen zijn gebaseerd op jaarlijkse uitgestelde vergoedingen en zijn onderworpen aan een gegarandeerde rentevoet van 3,0% p.a. (6,0% p.a. voor uitgestelde vergoedingen vóór 2014). De regeling inzake uitgestelde vergoedingen is een toegezegdpensioenregeling.Alle regelingen zijn afgesloten, met uitzondering van degene die worden gefinancierd via Allianz en de regeling inzake uitgestelde vergoedingen. De regelingen inzake vergoedingen na uitdiensttreding vertegenwoordigen een brutoverplichting uit hoofde van toegezegde pensioenrechten voor € 242,3 miljoen en fondsbeleggingen voor € 6,3 miljoen.De nettopensioenvoorzieningen voor € 236,0 miljoen bevatten de verplichtingen uit hoofde van toegezegde pensioenrechten, met inbegrip van verplichtingen uit hoofde van toegezegde pensioenrechten van PKD- en RUK-pensioenaanpassingen (€ 180,6 miljoen), de regeling inzake uitgestelde vergoedingen (€ 42,7 miljoen), een regeling voor anciënniteitspremies (€ 7,2 miljoen) en overige vergoedingen (€ 5,5 miljoen).Financiering De vergoedingen na uitdiensttreding uit toegezegdpensioenregelingen (zoals hierboven beschreven) bestaan voornamelijk uit niet-gefinancierde regelingen. Een klein deel wordt gefinancierd door als zekerheid verstrekte herverzekeringscontracten.Reële waarde van fondsbeleggingen Alle fondsbeleggingen houden verband met als zekerheid verstrekte verzekeringscontracten en hebben geen genoteerde marktprijs. |
De belangrijkste risico’s met betrekking tot de toegezegdpensioenregelingen zijn:
De volatiliteit van de fondsbeleggingen: De verplichtingen uit hoofde van de regelingen worden berekend aan de hand van een disconteringsvoet die is vastgesteld op basis van het rendement van bedrijfsobligaties. Indien de fondsbeleggingen minder goed presteren dan dit rendement, ontstaat er een tekort.
Wijzigingen in het rendement van obligaties: Een daling van het rendement op bedrijfsobligaties zal de verplichtingen uit hoofde van de regelingen doen stijgen, hoewel dit deels zal worden gecompenseerd door een stijging van de waarde van de obligatiebeleggingen van de regelingen.
Loonrisico: Het merendeel van de brutoverplichtingen uit hoofde van toegezegde pensioenrechten wordt berekend op basis van de toekomstige lonen van de deelnemers. Hoger dan verwachte loonsverhogingen van deelnemers aan de regeling zullen dus leiden tot hogere verplichtingen.
Levensduur risico: Alle pensioenregelingen, met uitzondering van de regeling inzake uitgestelde vergoedingen vanaf 2014, voorzien lijfrenten die het levensduurrisico met zich meebrengen, d.w.z. het risico van een verlenging van de betalingsperiode door de toename van de levensverwachting. De onderneming hanteert sterftecijfers die afhangen van het geboortejaar om dit risico mee op te nemen in de pensioenverplichtingen.
Risico van uitstroom van kasmiddelen: Bij overlijden vóór pensionering en bij invaliditeitsuitkeringen is er een risico op uitstroom van kasmiddelen voorafgaand aan de pensionering.
Wetgevingsrisico: Wijzigingen in de toepasselijke wetgeving kunnen leiden tot wijzigingen in de verplichtingen.
Er zijn een aantal bijkomende risico’s specifiek met betrekking tot Duitsland:
In Duitsland zijn er drie toegezegdebijdragenregelingen die extern worden gefinancierd via Pensionskasse Degussa (PKD), Unterstützungskasse Degussa (RUK) of de verzekeraar Allianz. In het geval van de vereiste aanpassingen aan de pensioenen betaald door PKD en RUK bestaat er een risico dat die aanpassingen niet volledig gedragen kunnen worden door PKD of RUK en bijgevolg kunnen resulteren in bijkomende niet-gefinancierde pensioenverplichtingen. Dit deel van de PKD- en RUK-regelingen wordt beschouwd als een toegezegdpensioenregeling en de overeenkomstige verplichting die voortvloeit uit de pensioenaanpassingen tot eind 2028 is opgenomen in de brutoverplichting uit hoofde van toegezegde pensioenrechten en wordt jaarlijks herzien (bijkomende verplichting van € 16,2 miljoen voor PKD en € 1,5 miljoen voor RUK eind 2024).
De afgesloten regeling inzake uitgestelde vergoedingen voorziet een gegarandeerde rentevoet van 6%, wat het risico voor pensioenkosten bovenop het omgezette loon doet stijgen. De regeling werd afgesloten op 31 december 2013 en vervangen door een regeling die geen aanzienlijk risico inhoudt in dat opzicht.
Een aantal risico’s hebben specifiek betrekking op België:
Onder de Belgische wetgeving op de aanvullende pensioenen (WAP) moeten alle Belgische toegezegdebijdragenregelingen onder IFRS worden beschouwd als toegezegdpensioenregelingen. De WAP bepaalt dat in het kader van toegezegdebijdragenregelingen de werkgever een minimumrendement moet garanderen van 3,75% op de werknemersbijdragen en 3,25% op de werkgeversbijdragen. Kort voor het einde van het boekjaar 2015 werd echter een wetswijziging van kracht die voorzag in een daling van het gegarandeerde minimumrendement van 3,25% tot een minimumrentevoet op basis van de Belgische tienjaarsrente, maar wel binnen een bereik van 1,75% tot 3,75%. De nieuwe rentevoet (1,75% tot 2024 en 2,50% voor 2025) is van toepassing voor de jaren na 2015 voor toekomstige bijdragen en ook op de geaccumuleerde reeds gemaakte bijdragen op 31 december 2015 als de financieringsorganisatie geen specifiek rendement garandeert op de bijdragen tot de pensioenleeftijd. Als de financieringsorganisatie wel een rendement garandeert, dan zijn de tarieven van 3,25%/3,75% nog steeds van toepassing op de geaccumuleerde reeds gemaakte bijdragen op 31 december 2015. Vanwege dit gegarandeerde minimumrendement is de werkgever blootgesteld aan een financieel risico: bijkomende bijdragen kunnen vereist zijn als het rendement op de fondsbeleggingen ontoereikend blijkt om de minimale uitkeringen te bereiken. De Groep heeft regelingen die worden gefinancierd door verzekeringscontracten en een regeling die wordt gefinancierd door een IBPV. De betreffende brutoverplichtingen uit hoofde van toegezegde pensioenrechten zijn samengevoegd met de overige verplichtingen voor toegezegdpensioenregelingen. De Projected Unit Credit (PUC)-methode is gebruikt. Eind december 2024 bedragen de totale brutoverplichtingen uit hoofde van toegezegde pensioenrechten met betrekking tot die regelingen € 136,4 miljoen en de fondsbeleggingen € 125,8 miljoen.
In duizend € | 2023 | 2024 |
---|---|---|
Wijziging in verplichtingen | ||
Verplichting aan begin van boekjaar | 551.662 | 613.318 |
Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten | 34.105 | 37.612 |
Rentekosten | 20.575 | 20.866 |
Bijdragen van deelnemers aan regeling | 1.010 | 959 |
Herwaarderingen - wijzigingen in demografische veronderstellingen | 1.511 | 460 |
Herwaarderingen – wijzigingen in financiële veronderstellingen | 40.781 | (1.122) |
Herwaarderingen – ervaringsaanpassingen | 2.874 | (881) |
Vergoedingen betaald uit regeling/onderneming | (33.610) | (30.372) |
Betaalde lasten | (4.270) | (3.150) |
Wisselkoerswijzigingen | (1.320) | (3.375) |
Verplichting aan einde van boekjaar | 613.318 | 634.315 |
In duizend € | 2023 | 2024 |
---|---|---|
Wijziging in fondsbeleggingen | ||
Reële waarde van fondsbeleggingen bij begin van boekjaar | 269.972 | 299.401 |
Verwachte rendement op fondsbeleggingen | 9.726 | 9.902 |
Herwaarderingen op fondsbeleggingen | 7.895 | 11.875 |
Werkgeversbijdragen | 53.438 | 45.079 |
Bijdragen van deelnemers | 1.010 | 959 |
Vergoedingen betaald uit regeling/onderneming | (33.610) | (30.372) |
Betaalde lasten | (4.336) | (3.219) |
Netto overboeking in/(uit) (met inbegrip van effect van eventuele bedrijfscombinaties/afstotingen) | (4.365) | 57 |
Wisselkoerswijzigingen | (329) | (2.159) |
Reële waarde van fondsbeleggingen aan einde van boekjaar | 299.401 | 331.523 |
De pensioenregelingen in voornamelijk België, Korea, Liechtenstein en Japan zijn geheel of deels gefinancierd met fondsbeleggingen die een aanzienlijk deel van de verplichtingen dekken. Alle andere regelingen hebben geen materiële financiering of zijn niet gefinancierd.
In duizend € | 2023 | 2024 |
---|---|---|
Bedrag opgenomen in balans | ||
Brutoverplichtingen uit hoofde van toegezegde pensioenrechten | 613.318 | 634.315 |
Reële waarde van fondsbeleggingen | 299.401 | 331.523 |
Tekort/overschot van gefinancierde plannen | 313.917 | 302.792 |
Nettoverplichting (-actief) | 313.917 | 302.792 |
Componenten van pensioenkost | ||
Bedragen opgenomen in winst-en-verliesrekening | ||
Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten | 34.105 | 37.612 |
Rentekosten | 20.575 | 20.599 |
Rentebaten op fondsbeleggingen | (9.726) | (9.902) |
Verwachte rendement op restitutierechten | (154) | (154) |
Herwaardering van overige langetermijnpersoneelsbeloningen | (741) | (306) |
Beheerkosten en belastingen | 66 | 69 |
Totaal pensioenkost opgenomen in winst-en-verliesrekening | 44.125 | 47.918 |
Bedragen opgenomen in overige onderdelen van het totaalresultaat | ||
Cumulatieve herwaarderingen aan begin van boekjaar | 161.210 | 199.435 |
Herwaarderingen van boekjaar | 38.113 | (13.035) |
Minderheidsbelangen | 60 | 118 |
Omrekeningsverschillen | 52 | (386) |
Totaal opgenomen in overige onderdelen van het totaalresultaat bij dochterondernemingen | 199.435 | 186.132 |
Herwaarderingen bij geassocieerde ondernemingen en joint ventures | 26.649 | 28.073 |
Totaal opgenomen in overige onderdelen van het totaalresultaat | 226.084 | 214.205 |
Herwaarderingen opgenomen in overige onderdelen van het totaalresultaat conform Toelichting F24 (zonder minderheidsbelangen) | (38.188) | 13.181 |
Omrekeningsverschillen conform Toelichting F24 (zonder minderheidsbelangen) | 910 | (1.301) |
Herwaarderingen gerelateerd aan minderheidsbelangen (met inbegrip van omrekeningsverschillen op minderheidsbelangen) | 59 | 128 |
Totaal herwaarderingen opgenomen in overige onderdelen van het totaalresultaat | (37.219) | 12.007 |
.Omrekeningsverschillen conform Toelichting F24 (zonder minderheidsbelangen) | (910) | 1.301 |
.Omrekeningsverschillen gerelateerd aan minderheidsbelangen | 1 | (8) |
.Herwaarderingen gerelateerd aan ondernemingen verwerkt volgens de 'equity'-methode | 15 | (265) |
Herwaarderingen van boekjaar conform Toelichting F28 | (38.113) | 13.035 |
Herwaarderingen (opgenomen in overige onderdelen van het totaalresultaat) | ||
Effect van wijzigingen in demografische veronderstellingen | 1.585 | 772 |
Effect van wijzigingen in financiële veronderstellingen | 40.096 | (952) |
Effect van ervaringsaanpassingen | 4.306 | (1.091) |
(Rendement op) fondsbeleggingen (rentebaten niet inbegrepen) | (7.975) | (11.841) |
(Rendement op) restitutierechten (rentebaten niet inbegrepen) | 101 | 77 |
Totaal herwaarderingen in overige onderdelen van het totaalresultaat | 38.113 | (13.035) |
De rentekosten en het rendement op fondsbeleggingen en restitutierechten en het effect van herwaardering op de andere regelingen dan die inzake vergoedingen na uitdiensttreding worden opgenomen onder de 'Financiele lasten' (discontering van langlopende voorzieningen) in de winst-en-verliesrekening (zie Toelichting F11). Alle andere elementen van de last van het jaar worden geclassificeerd onder ‘Lonen, salarissen en rechtstreekse sociale voordelen’ onder 'Bedrijfskosten'.
De herwaarderingen van het boekjaar opgenomen in de overige onderdelen van het totaalresultaat zijn voornamelijk het gevolg van verschillen tussen het verwachte en het werkelijke rendement op fondsbeleggingen en een kleine wijziging in de disconteringsvoeten.
De gemiddelde looptijd van de brutoverplichtingen uit hoofde van toegezegde pensioenrechten voor 2024 bedraagt 11,1 jaar.
2023 | 2024 | |
---|---|---|
VOORNAAMSTE ACTUARIËLE VERONDERSTELLINGEN | ||
Gewogen gemiddelde veronderstellingen ter bepaling van de verplichtingen aan einde van boekjaar | ||
Disconteringsvoet (%) | 3,28 | 3,31 |
Percentage van beloningsverhoging (%) | 2,32 | 2,62 |
Percentage van prijsinflatie (%) | 2,07 | 2,01 |
Percentage van pensioenverhoging (%) | 1,39 | 1,43 |
Gewogen gemiddelde veronderstellingen gebruikt ter bepaling van nettokost | ||
Disconteringsvoet (%) | 3,73 | 3,28 |
Percentage van beloningsverhoging (%) | 2,57 | 2,32 |
Percentage van prijsinflatie (%) | 2,02 | 2,07 |
Percentage van pensioenverhoging (%) | 1,58 | 1,39 |
2024 | ||
---|---|---|
Reële waarde van alle fondsbeleggingen | Reële waarde van fondsbeleggingen met genoteerde marktprijs | |
Fondsbeleggingen | ||
Geldmiddelen en kasequivalenten | 23.991 | 23.991 |
Eigenvermogensinstrumenten | 77.024 | 77.024 |
Schuldinstrumenten | 123.358 | 123.358 |
Onroerend goed | 11.485 | 11.485 |
Activa aangehouden door verzekeringsmaatschappij | 86.133 | 79.820 |
Overige | 9.532 | 9.101 |
Totaal fondsbeleggingen | 331.523 | 324.779 |
Veronderstellingen worden aanbevolen door de lokale actuarissen conform IAS 19 (herzien). De standaardreferentie voor de Eurozone is het iBOXX AA Index-rendement en gelijkaardige indices worden gebruikt voor de andere regio’s. De levensverwachtingstabellen zijn specifiek voor elk land.
De overige fondsbeleggingen zijn hoofdzakelijk belegd in verzekeringscontracten en termijndeposito's bij banken. De veronderstellingen inzake het verwachte langetermijnrendement op de fondsbeleggingen is gedocumenteerd voor de individuele regelingen zoals aanbevolen door de lokale actuarissen.
2024 | ||
---|---|---|
In duizend € | Ontwikkeling +0,25% | Ontwikkeling -0,25% |
Gevoeligheid voor veronderstelde ontwikkeling van disconteringsvoet | ||
Contante waarde van brutoverplichting uit hoofde van toegezegde pensioenrechten | 617.630 | 652.044 |
Gevoeligheid voor veronderstelde ontwikkeling van inflatiepercentage | ||
Contante waarde van brutoverplichting uit hoofde van toegezegde pensioenrechten | 645.772 | 624.092 |
Gevoeligheid voor veronderstelde ontwikkeling van loonsverhogingspercentage | ||
Contante waarde van brutoverplichting uit hoofde van toegezegde pensioenrechten | 640.910 | 628.158 |
In duizend € | 2023 | 2024 |
---|---|---|
AANSLUITING BALANS | ||
Balansverplichting (-actief) aan begin van vorige boekjaar | 281.690 | 313.916 |
Pensioenkosten opgenomen in winst-en-verliesrekening voor periode | 44.125 | 47.918 |
Bedragen opgenomen in overige onderdelen van het totaalresultaat | 38.113 | (13.035) |
Werkgeversbijdragen uitgekeerd via fondsen voor de periode | (41.248) | (32.051) |
Werkgeversbijdragen rechtstreeks uitgekeerd voor de periode | (12.190) | (13.028) |
Aflossingskrediet | 53 | 77 |
Netto overboeking in/(uit) (met inbegrip van effect van eventuele bedrijfscombinaties/afstotingen) | 4.365 | (57) |
Overige | - | 267 |
Omrekeningsverschillen | (991) | (1.216) |
Balansverplichtingen (-actief) aan einde van boekjaar | 313.917 | 302.792 |
Voorzieningen voor personeelsbeloningen in langlopende verplichtingen volgens balans | 314.801 | 303.512 |
Personeelsbeloningen in vaste activa (Toelichting F21) | (5.129) | (5.663) |
Overige | - | 336 |
Nettoverplichting op balans | 309.672 | 298.185 |
Op 31 december | |||||
---|---|---|---|---|---|
In duizend € | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
Contante waarde van brutoverplichting uit hoofde van toegezegde pensioenrechten | 697.222 | 677.967 | 551.662 | 613.318 | 634.315 |
Reële waarde van fondsbeleggingen | 271.690 | 291.479 | 269.972 | 299.401 | 331.523 |
Tekort (overschot) in regeling | 425.532 | 386.488 | 281.690 | 313.917 | 302.792 |
Ervaringsaanpassingen op fondsbeleggingen | (5.398) | (11.671) | 42.086 | (7.895) | (11.875) |
Ervaringsaanpassingen op verplichtingen van regeling | 2.942 | 723 | 40.444 | 2.874 | (881) |
In duizend € | 2024 |
---|---|
VERWACHTE KASSTROMEN VOOR VOLGEND BOEKJAAR | |
Verwachte werkgeversbijdragen | 46.810 |
Verwachte totale betalingen van vergoedingen | |
Jaar 1 | 24.976 |
Jaar 2 | 30.544 |
Jaar 3 | 32.717 |
Jaar 4 | 42.577 |
Jaar 5 | 39.376 |
Volgende 5 jaar | 160.653 |
Regeling | Vervaldatum | Uitoefening | Uitoefenprijs EUR (de uitoefenprijs kan hoger zijn in bepaalde landen) | Aantal opties die nog uitgeoefend moeten worden |
---|---|---|---|---|
ISOP 2018 | 08/02/2025 | alle werkdagen van Euronext Brussels | 40,90 | 944.125 |
944.125 | ||||
ISOP 2019 | 10/02/2026 | alle werkdagen van Euronext Brussels | 34,08 | 1.107.250 |
36,78 | 5.000 | |||
1.112.250 | ||||
ISOP 2020 | 09/02/2027 | alle werkdagen van Euronext Brussels | 42,05 | 1.101.875 |
1.101.875 | ||||
ISOP 2021 | 10/02/2028 | alle werkdagen van Euronext Brussels | 47,08 | 1.057.500 |
1.057.500 | ||||
ISOP 2022 | 16/02/2029 | alle werkdagen van Euronext Brussels | 33,22 | 1.279.064 |
1.279.064 | ||||
ISOP 2023 | 16/02/2030 | alle werkdagen van Euronext Brussels | 32,69 | 1.282.050 |
26,00 | 17.500 | |||
1.299.550 | ||||
ISOP 2024 | 18/02/2031 | alle werkdagen van Euronext Brussels | 20,67 | 1.451.756 |
20,96 | 30.000 | |||
1.481.756 | ||||
Total | 8.276.120 |
ISOP verwijst naar ‘Incentive Stock Option Plan’ (wereldwijd plan voor senior kaderleden en hoger).
Aandelenopties, die doorgaans onvoorwaardelijk worden op de datum van de toekenning, worden verwacht afgewikkeld te worden met ingekochte eigen aandelen. Opties die niet uitgeoefend werden voor de vervaldatum, vervallen automatisch.
2023 | 2024 | |||
---|---|---|---|---|
Aantal aandelenopties | Gewogen gemiddelde uitoefenprijs | Aantal aandelenopties | Gewogen gemiddelde uitoefenprijs | |
GEGEVENS OVER UITSTAANDE AANDELENOPTIES GEDURENDE HET BOEKJAAR | ||||
Uitstaand aan begin van boekjaar | 6.264.514 | 37,78 | 7.312.864 | 37,30 |
Toegekend tijdens boekjaar | 1.299.550 | 32,60 | 1.481.756 | 20,68 |
Opgegeven tijdens boekjaar | 117.500 | 32,48 | 117.500 | 42,41 |
Uitgeoefend tijdens boekjaar | 133.700 | 16,97 | - | 0,00 |
Vervallen tijdens boekjaar | - | - | 401.000 | 25,59 |
Uitstaand aan einde van boekjaar | 7.312.864 | 37,30 | 8.276.120 | 34,82 |
Uitoefenbaar aan einde van boekjaar | 401.000 | 25,59 | - | 0,00 |
De aan het einde van het boekjaar uitstaande opties hebben een gewogen gemiddelde looptijd tot maart 2028.
Voor meer informatie over de berekening van de reële waarde van de toegekende opties, zie Toelichting F10 betreffende bezoldigingen en personeelsvoordelen.
In duizend € | Voorzieningen voor bodemsanering en landschapsherstel | Overige voorzieningen voor leefmilieu | Totaal |
---|---|---|---|
Aan einde van vorige boekjaar | 103.016 | 37.786 | 140.802 |
. Toename (inbegrepen in 'Overige bedrijfskosten') | 20.356 | 21.779 | 42.135 |
. Terugnemingen (inbegrepen in 'Overige bedrijfskosten') | (526) | (4.478) | (5.004) |
. Bestedingen (inbegrepen in 'Overige bedrijfskosten') | (8.260) | (20.850) | (29.110) |
. Discontering (inbegrepen in 'Financiële lasten') | (85) | - | (85) |
. Omrekeningsverschillen | (436) | (1) | (437) |
Aan einde van boekjaar | 114.065 | 34.236 | 148.301 |
waarvan: - Kortlopend | 113.503 | 14.950 | 128.453 |
waarvan: - Langlopend | 562 | 19.286 | 19.848 |
Voorzieningen voor in rechte afdwingbare en feitelijke verplichtingen met betrekking tot leefmilieu worden opgenomen en gewaardeerd op basis van een schatting van de waarschijnlijkheid van toekomstige uitstromen van kasmiddelen en historische gegevens op basis van feiten en omstandigheden die gekend zijn aan het einde van de verslagperiode. De werkelijke verplichting kan verschillen van de opgenomen bedragen.
De voorzieningen stegen algemeen met € 7,5 miljoen, waarbij bijkomende voorzieningen die hoger zijn dan de bestedingen en terugnemingen van bestaande voorzieningen.
De stijging met € 11,0 miljoen van de voorzieningen voor bodemsanering en landschapsherstel heeft voornamelijk te maken met herziene voorzieningen aangelegd voor voormalige industriële activiteiten. Het gebruik van voorzieningen in 2024 heeft voornamelijk betrekking op de groene bufferzone naast de fabriek in Hoboken voor € 2,3 miljoen en het resterende gebruik voor de verslagperiode heeft betrekking op de uitvoering van saneringsprogramma’s in Frankrijk, de VS, Brazilië en België.
Begin 2020 vaardigde het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) richtlijnen uit voor de definitieve sanering van historisch radioactief materiaal gerelateerd aan Umicore’s site in Olen (België). Er zijn gezamenlijke werkgroepen opgericht met overheidsinstellingen zoals NIRAS, OVAM en het FANC en Umicore om een plan op te stellen met de verschillende stappen die moeten worden genomen om tot een duurzame oplossing te komen voor de sanering van de verontreiniging als gevolg van de historische radiumproductieactiviteiten. De voorziening zal worden aangepast op basis van veranderende omstandigheden en inzichten die worden verworven gedurende het project. Momenteel wordt verwacht dat het ontwikkelen en implementeren van dit uitvoerige stappenplan meerdere jaren in beslag zal nemen. Ondertussen zal Umicore de situatie blijven monitoren om te garanderen dat het afval geen risico vormt voor de werknemers op de site of voor de omwonende bevolking.
De bewegingen van de overige voorzieningen voor leefmilieu hebben voornamelijk betrekking op CO2-emissierechten in België. Het gebruik heeft betrekking op de CO2-emissierechten overgemaakt voor het voorbije jaar en de terugneming is het verschil tussen de schatting van de over te maken CO2-emissierechten en de werkelijk overgemaakte CO2-emissierechten voor het vorige jaar. De stijging vertegenwoordigt de schatting van de Groep van het werkelijke gebruik in de verslagperiode.
Het management verwacht dat de belangrijkste uitstromen van kasmiddelen met betrekking tot deze projecten voor langlopende elementen zullen gebeuren binnen de tien jaar.
In duizend € | Voorzieningen voor herstructurering en reorganisatie | Voorzieningen voor geschillen | Voorzieningen voor overige verplichtingen en lasten | Totaal |
---|---|---|---|---|
Aan einde van vorige boekjaar | 29.661 | 2.141 | 94.626 | 126.428 |
. Toename (inbegrepen in 'Overige bedrijfskosten') | 155.982 | 1.827 | 62.782 | 220.590 |
. Terugnemingen (inbegrepen in 'Overige bedrijfskosten') | (897) | - | (33.075) | (33.972) |
. Bestedingen (inbegrepen in 'Overige bedrijfskosten') | (18.273) | - | (2.710) | (20.983) |
. Discontering (inbegrepen in 'Financiële lasten') | (1.266) | - | 227 | (1.039) |
. Omrekeningsverschillen | (2.074) | - | (747) | (2.820) |
. Overige bewegingen | 0 | - | (1.534) | (1.534) |
Aan einde van boekjaar voor voortgezette bedrijfsactiviteiten | 163.132 | 3.968 | 119.569 | 286.670 |
waarvan: - Kortlopend | 45.027 | 1.952 | 89.521 | 136.500 |
waarvan: - Langlopend | 118.106 | 2.016 | 30.048 | 150.170 |
Voorzieningen voor reorganisatie en herstructurering en andere verplichtingen en lasten worden opgenomen en gewaardeerd op basis van een schatting van de waarschijnlijkheid van toekomstige uitstromen van kasmiddelen en historische gegevens op basis van feiten en omstandigheden die gekend zijn aan het einde van de verslagperiode. De werkelijke verplichting kan verschillen van de opgenomen bedragen.
De voorzieningen voor overige verplichtingen en lasten houden verband met voorzieningen voor verlieslatende contracten, garantie- en terugroeprisico's (€ 81,4 miljoen) en overige voorzieningen (€ 38,2 miljoen).
In 2024 stegen de voorzieningen in het algemeen met € 160,2 miljoen.
De stijging van de voorzieningen voor reorganisatie en herstructurering (€ 156,0 miljoen) heeft voornamelijk betrekking op voorzieningen in Battery Materials (€ 93 miljoen) als gevolg van de beslissing om de bouw van de batterijmaterialenfabriek in Canada ‘on hold’ te zetten en overige voorzieningen voor risico's die voortvloeien uit het herziene businessplan (zie Toelichting F18). Daarnaast stegen de voorzieningen als gevolg van de aangekondigde herstructureringen bij Catalysis en Corporate, respectievelijk in de O&O-afdelingen en in verschillende groeps- en ondersteunende afdelingen. Het gebruik van voorzieningen voor reorganisatie en herstructurering (€ 18,3 miljoen) heeft voornamelijk betrekking op de uitvoering van de eerder aangekondigde herstructureringen van een site-herconfiguratie in Korea voor Battery Materials.
De nettostijging van overige voorzieningen voor verplichtingen en lasten omvat € 35,5 miljoen voor bijkomende voorzieningen voor verlieslatende contracten en overige risico's bij Battery Materials (zie Toelichting F18), deels gecompenseerd door een nettoterugneming van voorzieningen voor garantie- en terugroepingsrisico's in verband met risico's in eindmarkttoepassingen voor de auto-industrie bij Battery Materials. Het gebruik van voorzieningen (€ 2,7 miljoen) heeft voornamelijk betrekking op voorzieningen voor verlieslatende contracten en garantie- en terugroepingsrisico's aangelegd in voorgaande jaren.
De voorzieningen voor geschillen zijn exclusief de belastingvoorzieningen gerelateerd aan IFRIC 23 aangezien deze geboekt worden onder ‘Verschuldigde winstbelastingen’ in de balans.
Er kon geen betrouwbare schatting worden gemaakt met betrekking tot de verwachte timing van de uitstromen van kasmiddelen gelinkt aan het langlopende deel van de voorzieningen voor overige verplichtingen en lasten.
In duizend € | Toelichtingen | 31/12/2023 | 30/06/2024 | 31/12/2024 |
---|---|---|---|---|
Immateriële activa | F14,F15 | 381.041 | 390.064 | 387.160 |
Materiële vaste activa | F16 | 3.036.744 | 2.184.500 | 2.390.380 |
Investeringen verwerkt volgens de 'equity'-methode | F17 | 314.734 | 339.058 | 588.495 |
Overige beleggingen in eigenvermogensinstrumenten | F19 | 19.545 | 21.121 | 22.642 |
Voorraden | F20 | 2.850.106 | 2.359.493 | 2.251.676 |
Langlopende vorderingen (personeelsbeloningen niet inbegrepen) | F21 | 24.563 | 22.381 | 21.679 |
Kortlopende handels- en overige vorderingen voor berekening van aangewend kapitaal | 1.283.846 | 1.122.824 | 1.206.508 | |
Terug te vorderen winstbelastingen | 87.806 | 73.703 | 75.970 | |
Activa opgenomen in aangewend kapitaal | 7.998.385 | 6.513.145 | 6.944.510 | |
Langlopende handels- en overige schulden | F26 | 95.106 | 133.159 | 227.083 |
Kortlopende handels- en overige schulden voor berekening van aangewend kapitaal | 2.565.384 | 2.495.358 | 2.778.753 | |
Omrekeningsreserves | F24 | (148.806) | (150.760) | (157.350) |
Langlopende voorzieningen | F30,F31 | 214.189 | 271.443 | 264.953 |
Kortlopende voorzieningen | F30,F31 | 53.041 | 52.585 | 170.018 |
Verschuldigde winstbelastingen | 222.803 | 196.851 | 208.408 | |
Verplichtingen opgenomen in aangewend kapitaal | 3.001.717 | 2.998.636 | 3.491.866 | |
Aangewend kapitaal | 4.996.668 | 3.514.510 | 3.452.644 | |
Eliminaties | 4.978 | 1.875 | 1.040 | |
Aangewend kapitaal uit activa aangehouden voor verkoop | 0 | 0 | 31.643 | |
Aangewend kapitaal zoals gepubliceerd | 5.001.646 | 3.516.384 | 3.485.326 | |
Gemiddeld aangewend kapitaal in eerste jaarhelft van boekjaar (*) | 4.905.881 | 4.259.015 | ||
Gemiddeld aangewend kapitaal in tweede jaarhelft van boekjaar (**) | 5.048.706 | 3.500.855 | ||
Gemiddeld aangewend kapitaal voor de periode | 4.977.294 | 3.879.935 | ||
Aangepaste EBIT | F9 | 673.566 | 477.744 | |
ROCE | 13,53% | 12,31% | ||
(*) berekend door het gemiddelde te nemen van het aangewend kapitaal op 30 juni en dat op het einde van het vorige boekjaar | ||||
(**) berekend door het gemiddelde te nemen van het aangewend kapitaal aan het einde van de periode en dat op 30 juni |
De kortlopende handels- en overige vorderingen gebruikt voor de berekening van het aangewend kapitaal houden geen rekening met de margestortingen (€ 1,3 miljoen eind 2024) noch met de geboekte winsten op de mark-to-marketwaarde van de strategische afdekkingsinstrumenten (€ 31,5 miljoen in 2024). De kortlopende handels- en overige schulden gebruikt voor de berekening van het aangewend kapitaal omvatten niet de verliezen op de mark-to-marketwaarde van strategische afdekkingsinstrumenten (€ 73,0 miljoen eind 2024).
Het gemiddeld aangewend kapitaal voor de periode wordt berekend door het gemiddelde te nemen van het aangewend kapitaal van beide halfjaren.
Boekwaarde | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
In duizend € | Niveau | Reële waarde | Aangehouden voor handelsdoeleinden - economische afdekking | Administratieve verwerking van reëlewaarde afdekkingstransacties | Administratieve verwerking van kasstroom afdekkingstransacties | Leningen, vorderingen en schulden | Overige beleggingen in eigenvermogensinstrumenten gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in overige onderdelen van het totaalresultaat |
ACTIVA | |||||||
Overige beleggingen in eigenvermogensinstrumenten | 19.545 | - | - | - | - | 19.545 | |
Overige beleggingen in eigenvermogensinstrumenten - aandelen | 1 | 19.545 | - | - | - | - | 19.545 |
Toegekende leningen | 2.693 | - | - | - | 2.693 | - | |
Leningen aan geassocieerde ondernemingen en niet-geconsolideerde filialen | 2.693 | - | - | - | 2.693 | - | |
Handels- en overige vorderingen | 1.387.175 | 40.629 | 65.452 | 64.096 | 1.216.998 | - | |
Langlopend | |||||||
Contante garanties en deposito's | 10.402 | - | - | - | 10.402 | - | |
Overige vorderingen op meer dan één jaar | 14.161 | - | - | - | 14.161 | - | |
Personeelsbeloningen | 5.129 | - | - | - | 5.129 | - | |
Kortlopend | |||||||
Handelsvorderingen (tegen kostprijs) | 984.968 | - | - | - | 984.968 | - | |
Handelsvorderingen (afschrijving) | (16.340) | - | - | - | (16.340) | - | |
Overige vorderingen (tegen kostprijs), te ontvangen rente en overlopende rekeningen | 219.056 | - | - | - | 219.056 | - | |
Overige vorderingen (afschrijving) | (378) | - | - | - | (378) | - | |
Reële waarde van financiële instrumenten aangehouden voor kasstroomafdekking | 2 | 64.096 | - | - | 64.096 | - | - |
Reële waarde vorderingen - financiële instrumenten gerelateerd aan reële waarde afdekking | 2 | 106.081 | 40.629 | 65.452 | - | - | - |
Geldmiddelen en kasequivalenten | 1.515.490 | - | - | - | 1.515.490 | - | |
Beleggingen op korte termijn: termijndeposito's bij banken | 1.082.190 | - | - | - | 1.082.190 | - | |
Beleggingen op korte termijn; termijndeposito's (andere) | 102.399 | - | - | - | 102.399 | - | |
Contanten en rekeningen-courant | 330.901 | - | - | - | 330.901 | - | |
Totaal financiële instrumenten (activa) | 2.924.903 | 40.629 | 65.452 | 64.096 | 2.735.181 | 19.545 | |
VERPLICHTINGEN | |||||||
Financiële schulden | 2.908.228 | - | - | - | 2.748.143 | - | |
Langlopend | |||||||
Bankleningen | 1.647.809 | - | - | - | 1.487.724 | - | |
Leaseverplichtingen | 50.700 | - | - | - | 50.700 | - | |
Overige leningen | 481.021 | - | - | - | 481.021 | - | |
Kortlopend | |||||||
Kortlopende bankleningen | 397.751 | - | - | - | 397.751 | - | |
Leaseverplichtingen | 16.156 | - | - | - | 16.156 | - | |
Bankvoorschotten in rekening-courant | 51.694 | - | - | - | 51.694 | - | |
Kortlopende lening: Commercial paper | 112.402 | - | - | - | 112.402 | - | |
Overige leningen | 150.694 | - | - | - | 150.694 | - | |
Handels- en overige schulden | 2.686.521 | 2.362 | 42.668 | 26.032 | 2.615.459 | - | |
Langlopend | |||||||
Langlopende handelsschulden | 32.296 | - | - | - | 32.296 | - | |
Overige langlopende schulden | 6.401 | - | - | - | 6.401 | - | |
Investeringssubsidies en uitgestelde baten uit subsidies | 56.409 | - | - | - | 56.409 | - | |
Kortlopend | |||||||
Handelsschulden | 1.772.833 | - | - | - | 1.772.833 | - | |
Ontvangen vooruitbetalingen op onderhanden projecten | 27.916 | - | - | - | 27.916 | - | |
Belastingen - andere dan winstbelastingen - verschuldigd | 24.903 | - | - | - | 24.903 | - | |
Bezoldigingen en personeelsvoordelen | 180.201 | - | - | - | 180.201 | - | |
Overige schulden | 211.487 | - | - | - | 211.487 | - | |
Te betalen dividenden | 11.637 | - | - | - | 11.637 | - | |
Te betalen opgelopen rente | 34.223 | - | - | - | 34.223 | - | |
Reële waarde financiële instrumenten aangehouden voor kasstroomafdekking | 2 | 26.032 | - | - | 26.032 | - | - |
Reële waarde schulden - financiële instrumenten gerelateerd aan reële waarde afdekking | 2 | 45.030 | 2.362 | 42.668 | - | - | - |
Overlopende rekeningen | 257.153 | - | - | - | 257.153 | - | |
Totaal financiële instrumenten (verplichtingen) | 5.594.749 | 2.362 | 42.668 | 26.032 | 5.363.602 | - |
Boekwaarde | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
In duizend € | Niveau | Reële waarde | Aangehouden voor handelsdoeleinden - economische afdekking | Administratieve verwerking van reëlewaarde afdekkingstransacties | Administratieve verwerking van kasstroom afdekkingstransacties | Leningen, vorderingen en schulden | Overige beleggingen in eigenvermogensinstrumenten gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in overige onderdelen van het totaalresultaat |
ACTIVA | |||||||
Overige beleggingen in eigenvermogensinstrumenten | 22.642 | - | - | - | - | 22.642 | |
Overige beleggingen in eigenvermogensinstrumenten - aandelen | 1 | 22.642 | - | - | - | - | 22.642 |
Toegekende leningen | 3.687 | - | - | - | 3.687 | - | |
Leningen aan geassocieerde ondernemingen en niet-geconsolideerde filialen | 3.687 | - | - | - | 3.687 | - | |
Handels- en overige vorderingen | 1.266.641 | 57.819 | 52.363 | 31.497 | 1.124.961 | - | |
Langlopend | |||||||
Contante garanties en deposito's | 10.696 | - | - | - | 10.696 | - | |
Overige vorderingen op meer dan één jaar | 10.983 | - | - | - | 10.983 | - | |
Personeelsbeloningen | 5.663 | - | - | - | 5.663 | - | |
Kortlopend | |||||||
Handelsvorderingen (tegen kostprijs) | 789.698 | - | - | - | 789.698 | - | |
Handelsvorderingen (afschrijving) | (18.851) | - | - | - | (18.851) | - | |
Overige vorderingen (tegen kostprijs), te ontvangen rente en overlopende rekeningen | 327.150 | - | - | - | 327.150 | - | |
Overige vorderingen (afschrijving) | (378) | - | - | - | (378) | - | |
Reële waarde van financiële instrumenten aangehouden voor kasstroomafdekking | 2 | 31.497 | - | - | 31.497 | - | - |
Reële waarde vorderingen - financiële instrumenten gerelateerd aan reële waarde afdekking | 2 | 104.882 | 52.519 | 52.363 | - | - | - |
Reële waarde vorderingen - financiële instrumenten gerelateerd aan PPA's | 3 | 5.300 | 5.300 | - | - | - | - |
Geldmiddelen en kasequivalenten | 2.012.523 | - | - | - | 2.012.523 | - | |
Beleggingen op korte termijn: termijndeposito's bij banken | 1.314.921 | - | - | - | 1.314.921 | - | |
Beleggingen op korte termijn; termijndeposito's (andere) | 10.356 | - | - | - | 10.356 | - | |
Contanten en rekeningen-courant | 687.246 | - | - | - | 687.246 | - | |
Totaal financiële instrumenten (activa) | 3.305.493 | 57.819 | 52.363 | 31.497 | 3.141.171 | 22.642 | |
VERPLICHTINGEN | |||||||
Financiële schulden | 3.398.958 | - | - | - | 3.436.739 | - | |
Langlopend | |||||||
Bankleningen | 2.224.700 | - | - | - | 2.262.480 | - | |
Leaseverplichtingen | 54.513 | - | - | - | 54.513 | - | |
Kortlopend | |||||||
Kortlopende bankleningen | 407.719 | - | - | - | 407.719 | - | |
Leaseverplichtingen | 20.749 | - | - | - | 20.749 | - | |
Bankvoorschotten in rekening-courant | 38.606 | - | - | - | 38.606 | - | |
Kortlopende lening: Commercial paper | 82.773 | - | - | - | 82.773 | - | |
Overige leningen | 569.897 | - | - | - | 569.897 | - | |
Handels- en overige schulden | 3.078.819 | 224 | 27.356 | 72.981 | 2.978.258 | - | |
Langlopend | |||||||
Langlopende handelsschulden | 160.562 | - | - | - | 160.562 | - | |
Overige langlopende schulden | 11.119 | - | - | - | 11.119 | - | |
Investeringssubsidies en uitgestelde baten uit subsidies | 55.403 | - | - | - | 55.403 | - | |
Kortlopend | |||||||
Handelsschulden | 1.650.913 | - | - | - | 1.650.913 | - | |
Ontvangen vooruitbetalingen op onderhanden projecten | 38.259 | - | - | - | 38.259 | - | |
Belastingen - andere dan winstbelastingen - verschuldigd | 46.707 | - | - | - | 46.707 | - | |
Bezoldigingen en personeelsvoordelen | 173.253 | - | - | - | 173.253 | - | |
Overige schulden | 439.286 | - | - | - | 439.286 | - | |
Te betalen dividenden | 11.550 | - | - | - | 11.550 | - | |
Te betalen opgelopen rente | 58.910 | - | - | - | 58.910 | - | |
Reële waarde financiële instrumenten aangehouden voor kasstroomafdekking | 2 | 72.981 | - | - | 72.981 | - | - |
Reële waarde schulden - financiële instrumenten gerelateerd aan reële waarde afdekking | 2 | 27.580 | 224 | 27.356 | - | - | - |
Reële waarde schulden - financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden | 2 | 6.109 | - | - | - | 6.109 | - |
Overlopende rekeningen | 326.187 | - | - | - | 326.187 | - | |
Totaal financiële instrumenten (verplichtingen) | 6.477.777 | 224 | 27.356 | 72.981 | 6.414.997 | - |
Leningen en schuldinstrumenten zijn uitgegeven tegen marktrentevoeten die geen grote verschillen zouden veroorzaken met de effectieve rentevoeten. Alle categorieën van financiële instrumenten van Umicore zijn gewaardeerd tegen reële waarde met uitzondering van de langlopende bankleningen waarvan de boekwaarde verschilt van de reële waarde (zie Toelichting F25).
De reële waarde van financiële instrumenten die op actieve markten worden verhandeld is gebaseerd op genoteerde marktprijzen aan het einde van de verslagperiode. De reële waarde van financiële instrumenten die niet op een actieve markt worden verhandeld wordt bepaald door middel van waarderingstechnieken, voornamelijk de Discounted Cash Flow-methode, met marktveronderstellingen die gelden aan het einde van de verslagperiode. Zo wordt de reële waarde van renteswaps berekend als de contante waarde van de geschatte toekomstige kasstromen. De reële waarde van valuta-,metaal- en energietermijncontracten wordt bepaald op basis van de genoteerde koersen aan het einde van de verslagperiode. Voor stroomafnameovereenkomsten waarvoor eigen gebruik niet kan worden toegepast, wordt de reële waarde bepaald aan de hand van termijnmarktprijzen van elektriciteit aan het einde van de verslagperiode voor drie jaar vooruit en marktgeoriënteerde indexering voor de jaren daarna, evenals een schatting van het toekomstige volume dat zal worden geproduceerd. De reële waarde van genoteerde financiële activa aangehouden door de Groep is hun genoteerde marktprijs aan het einde van de verslagperiode. Belangen in ondernemingen die niet van materieel belang zijn voor de geconsolideerde jaarrekening en waarvoor de reële waarde niet betrouwbaar kan worden bepaald zonder ongerechtvaardigde kosten of inspanningen worden gewaardeerd tegen historische kostprijs verminderd met bijzondere waardeverminderingen.
De reële waarde van financiële verplichtingen wordt geschat door de toekomstige contractuele kasstromen te disconteren tegen de actuele marktrente die beschikbaar is voor de Groep voor vergelijkbare financiële instrumenten. Er wordt verondersteld dat de boekwaarde minus de voorziening voor bijzondere waardevermindering van handelsvorderingen en -schulden hun reële waarde benadert.
Informatieverstrekking over waarderingen tegen reële waarde per niveau is gebaseerd op de volgende reëlewaardehiërarchie:
Niveau 1: reële waarde op basis van op een actieve markt genoteerde prijzen voor een identiek actief of een identieke verplichting;
Niveau 2: reële waarde op basis van andere inputs dan genoteerde prijzen die voor het actief of de verplichting waarneembaar zijn;
Niveau 3: reële waarde op basis van niet-waarneembare inputs.
Binnen de Groep wordt de reële waarde voor financiële activa tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in overige onderdelen van het totaalresultaat gewaardeerd als niveau 1.
Alle metaal-, energie- en valutaderivaten worden gewaardeerd als niveau 2.
Financiële instrumenten met betrekking tot stroomafnameovereenkomsten waarvoor eigen gebruik niet kan worden toegepast, worden gewaardeerd als niveau 3.
Tijdens het jaar waren er geen overdrachten tussen niveaus in de reëlewaardehiërarchie.
Umicore is gevoelig voor commodityprijzen, wisselkoersen en renterisico voor haar financiële instrumenten. De reële waarde van de financiële instrumenten weerspiegelt het verschil tussen de contractkoersen en de slotkoersen. De gevoeligheidsberekeningen worden uitgevoerd door de slotkoersen (commodityprijzen, wisselkoersen, elektriciteits- en gasprijzen en rentevoeten) met 10% te verhogen en te verlagen. De marktwaarden in de gewijzigde scenario's worden dan vergeleken met de oorspronkelijke marktwaarden.
De reële waarde van financiële instrumenten met betrekking tot kasstroomafdekkingen (verkoopcontracten) zou € 8,3 miljoen lager/hoger zijn geweest bij een stijging/daling van de metaalprijzen met 10%.
De reële waarde van financiële instrumenten met betrekking tot kasstroomafdekkingen (aankoopcontracten) zou € 14,0 miljoen hoger/lager zijn geweest bij een stijging/daling van de energieprijzen met 10%.
De reële waarde van overige afdekkingsconforme financiële instrumenten zou € 25,1 miljoen lager/hoger zijn voor commodityverkopen en € 9,9 miljoen hoger/lager zijn voor commodityaankopen bij een stijging/daling van de metaalprijzen met 10%.
De reële waarde van overige financiële instrumenten zou volgens economische logica € 25,1 miljoen lager/hoger zijn geweest voor commodityverkopen en € 0,7 miljoen hoger/lager zijn geweest voor commodityaankopen bij een stijging/daling van de metaalprijzen met 10%.
De reële waarde van overige financiële instrumenten volgens economische logica (niveau 3) zou € 1,1 miljoen lager/hoger zijn geweest voor commodityverkopen bij een daling/stijging van het elektriciteitsvolume met 10%. De reële waarde van die instrumenten zou € 8,6 miljoen lager/hoger zijn geweest bij een daling/stijging van de termijnmarktprijzen van elektriciteit met 10%.
De reële waarde van de valutatermijncontracten met betrekking tot kasstroomafdekkingen zou € 44,7 miljoen hoger zijn geweest bij een koersstijging met 10% van de EUR tegenover de USD en zou € 54,6 miljoen lager zijn geweest bij een koersdaling met 10% van de EUR tegenover de USD.
De reële waarde van valutatermijncontracten met betrekking tot kasstroomafdekkingen zou € 9,1 miljoen lager zijn geweest bij een koersstijging met 10% van de USD tegenover de KRW en zou € 9,1 miljoen hoger zijn geweest bij een koersdaling met 10% van de USD tegenover de KRW.
De reële waarde van valutatermijncontracten met betrekking tot kasstroomafdekkingen zou € 3,8 miljoen lager zijn geweest bij een koersstijging met 10% van de USD tegenover de CNY en zou € 3,8 miljoen hoger zijn geweest bij een koersdaling met 10% van de USD tegenover de CNY.
De reële waarde van valutatermijncontracten met betrekking tot kasstroomafdekkingen zou € 17,1 miljoen lager zijn geweest bij een koersstijging met 10% van de USD tegenover de BRL en zou € 17,1 miljoen hoger zijn geweest bij een koersdaling met 10% van de USD tegenover de BRL.
De reële waarde van valutatermijncontracten met betrekking tot kasstroomafdekkingen zou € 2,8 miljoen lager zijn geweest bij een koersstijging met 10% van de USD tegenover de CAD en zou € 3,5 miljoen hoger zijn geweest bij een koersdaling met 10% van de USD tegenover de CAD.
De reële waarde van de valutatermijncontracten met betrekking tot kasstroomafdekkingen zou € 8,5 miljoen lager zijn geweest bij een koersstijging met 10% van de EUR tegenover de PLN en zou € 10,4 miljoen hoger zijn geweest bij een koersdaling met 10% van de EUR tegenover de PLN.
De reële waarde van de overige valutatermijncontracten voor verkopen zou € 59,9 miljoen hoger zijn geweest bij een koersstijging met 10% van de EUR tegenover de USD en zou € 73,2 miljoen lager zijn geweest bij een koersdaling met 10% van de EUR tegenover de USD.
De reële waarde van de overige valutatermijncontracten voor aankopen zou € 10,6 miljoen lager zijn geweest bij een koersstijging met 10% van de EUR tegenover de USD en zou € 12,9 miljoen hoger zijn geweest bij een koersdaling met 10% van de EUR tegenover de USD.
De reële waarde van de nettopositie van vlottende activa en kortlopende verplichtingen die zijn blootgesteld aan de USD zou € 5,6 miljoen hoger zijn geweest bij een koersstijging met 10% van de EUR tegenover de USD en zou € 6,9 miljoen lager zijn geweest bij een koersdaling met 10% van de EUR tegenover de USD.
De reële waarde van de overige valutatermijncontracten voor verkopen zou € 14,4 miljoen hoger zijn geweest bij een koersstijging met 10% van de EUR tegenover de CNY en zou € 17,6 miljoen lager zijn geweest bij een koersdaling met 10% van de EUR tegenover de CNY.
De reële waarde van de nettopositie van vlottende activa en kortlopende verplichtingen die zijn blootgesteld aan de CNY zou € 13,3 miljoen lager zijn geweest bij een koersstijging met 10% van de EUR tegenover de CNY en zou € 16,2 miljoen hoger zijn geweest bij een koersdaling met 10% van de EUR tegenover de CNY.
De reële waarde van de overige valutatermijncontracten voor verkopen zou € 2,2 miljoen hoger zijn geweest bij een koersstijging met 10% van de EUR tegenover de PLN en zou € 2,7 miljoen lager zijn geweest bij een koersdaling met 10% van de EUR tegenover de PLN.
De reële waarde van de nettopositie van vlottende activa en kortlopende verplichtingen die zijn blootgesteld aan de PLN zou € 1,6 miljoen lager zijn geweest bij een koersstijging met 10% van de EUR tegenover de PLN en zou € 1,9 miljoen hoger zijn geweest bij een koersdaling met 10% van de EUR tegenover de PLN.
De reële waarde van de overige valutatermijncontracten voor verkopen zou € 11,6 miljoen lager zijn geweest bij een koersstijging met 10% van de EUR tegenover de KRW en zou € 13,0 miljoen hoger zijn geweest bij een koersdaling met 10% van de EUR tegenover de KRW.
De reële waarde van de overige valutatermijncontracten voor aankopen zou € 1,3 miljoen hoger zijn geweest bij een koersstijging met 10% van de KRW tegenover de USD en zou € 1,1 miljoen lager zijn geweest bij een koersdaling met 10% van de KRW tegenover de USD.
De reële waarde van de nettopositie van vlottende activa en kortlopende verplichtingen die zijn blootgesteld aan de KRW zou € 5,9 miljoen lager zijn geweest bij een koersstijging met 10% van de EUR tegenover de KRW en zou € 7,3 miljoen hoger zijn geweest bij een koersdaling met 10% van de EUR tegenover de KRW.
De reële waarde van langlopende leningen zou € 34,2 miljoen lager zijn geweest bij een stijging met 10% van de rentevoeten en zouden € 35,1 miljoen hoger zijn geweest bij een daling met 10% van de rentevoeten.
Umicore dekt haar structureel en transactionelegebonden commodity- (metaal en energie), valuta- en renterisico’s af door gebruik te maken van resp. commodityderivaten (voornamelijk genoteerd op de London Metal Exchange), valutaderivaten en valutaswaps met erkende makelaars en banken.
Referentie- of contractueel bedrag | Reële waarde | Wijziging in reële waarde | |||
---|---|---|---|---|---|
In duizend € | 31/12/2023 | 31/12/2024 | 31/12/2023 | 31/12/2024 | 31/12/2024 |
Termijncontracten commodity's verkoop | 145.109 | 105.020 | 25.360 | 22.071 | (3.289) |
Termijncontracten commodity's aankoop | (91.956) | (108.168) | (8.450) | (3.550) | 4.900 |
Termijncontracten valuta verkoop | 862.143 | 760.779 | 27.038 | (50.779) | (77.817) |
Termijncontracten valuta aankoop | (532.080) | (95.951) | 3.164 | 3.275 | 111 |
Termijncontracten (cross-currency) renteswaps | 617.724 | 899.135 | (9.049) | (12.500) | (3.451) |
Totale impact reële waarde- dochterondernemingen | 38.063 | (41.484) | (79.547) | ||
opgenomen in handels- en overige vorderingen | 64.096 | 31.497 | |||
opgenomen in handels- en overige schulden | (26.032) | (72.981) | |||
Totale impact reële waarde geassocieerde ondernemingen en joint ventures | (218) | (1.897) | |||
Totaal | 37.846 | (43.381) |
De principes en de documentatie over de afgedekte risico’s alsook de timing met betrekking tot de kasstroomafdekkingsactiviteiten van de Groep zijn vermeld in Toelichting F3 Beheer van financiële risico’s.
De reële waarde van de effectieve afdekkingsinstrumenten wordt in eerste instantie opgenomen in de reëlewaardereserves opgenomen in het eigen vermogen, en niet uit de balans verwijderd als de onderliggende voorspelde of aangegane transacties zich voordoen (zie Toelichting F24).
De termijnverkoopovereenkomsten voor commodity's dienen voornamelijk om de volgende commodity's af te dekken: goud, zilver, palladium, platina, rodium, nikkel, lood, kobalt en koper. De termijnkoopovereenkomsten voor commodity's dienen voornamelijk om de prijsrisico’s voor elektriciteit, gas en stookolie en aluminium af te dekken.
De valutatermijncontracten dienen om USD af te dekken tegenover EUR, KRW, CNY, BRL en CAD en EUR tegenover PLN, voor de structurele valutablootstelling. De voorwaarden voor de termijncontracten zijn gangbare marktvoorwaarden.
Valutaswapcontracten dienen als afdekking van de uitgifte van US Private Placements en van de leningen aan entiteiten binnen de Groep die een andere functionele valuta hebben dan de valuta van de lening.
Na de beslissing om de bouw van de Battery Materials-fabriek in Canada ‘on hold’ te zetten, heeft de Groep zijn termijncontracten afgewikkeld in 2024, die oorspronkelijk bedoeld waren om toekomstige investeringsuitgaven af te dekken. Dit werd bereikt door het afsluiten van compenserende termijncontracten. Die contracten worden nu geclassificeerd als financiële instrumenten aangehouden voor handelsdoeleinden. Umicore stelde geen andere ineffectiviteit van kasstroomafdekkingen vast in de winst-en-verliesrekeningen voor 2023 en 2024.
De reële waarde van de afdekkingsinstrumenten weerspiegelt het verschil tussen de contractkoersen en de slotkoersen. De totale reële waarde van financiële instrumenten voor kasstroomafdekkingen had een negatief effect op de reëlewaardereserves in het eigen vermogen eind 2024. Dat negatieve effect is het meest significant voor verkochte valutatermijncontracten en valutaswaps, deels gecompenseerd door verkochte commodity’s. Alle afdekkingsinstrumenten hebben hun vervaldag binnen de drie jaar, met uitzondering van de valutaswaps gerelateerd aan de nieuwe uitgave van US Private Placements die een langere looptijd hebben.
Referentie- of contractueel bedrag | Reële waarde | Wijziging in reële waarde | |||
---|---|---|---|---|---|
In duizend € | 31/12/2023 | 31/12/2024 | 31/12/2023 | 31/12/2024 | 31/12/2024 |
Termijncontracten commodity's verkoop (IFRS 9 hedge accounting) | 333.053 | 316.806 | 57.703 | 30.601 | (27.102) |
Termijncontracten commodity's verkoop (economische afdekking) | 192.036 | 303.253 | 36.812 | 52.508 | 15.696 |
Termijncontracten commodity's aankoop (IFRS 9 hedge accounting) | (46.583) | (157.593) | (2.369) | (5.666) | (3.297) |
Termijncontracten commodity’s verkoop (economische afdekking) | (4.368) | (100.797) | 1.455 | 5.087 | 3.632 |
Termijncontracten valuta verkoop | 1.112.287 | 1.332.316 | 4.290 | (18.283) | (22.573) |
Termijncontracten valuta aankoop | (433.505) | (944.144) | (36.840) | 18.355 | 55.195 |
Totale impact reële waarde- dochterondernemingen | 61.051 | 82.602 | 21.551 | ||
opgenomen in handels- en overige vorderingen (IFRS 9 - hedge accounting) | 65.452 | 52.363 | |||
opgenomen in handels- en overige vorderingen (economische afdekking) | 40.629 | 57.819 | |||
opgenomen in handels- en overige schulden (IFRS 9 - hedge accounting) | (42.668) | (27.356) | |||
opgenomen in handels- en overige schulden (economische afdekking) | (2.362) | (224) | |||
Totaal | 61.051 | 82.602 |
De principes en de documentatie over de afdekking van het transactionelerisico door de Groep zijn vermeld in Toelichting F3 Beheer van financiële risico’s. Conform Umicore’s beleid voor economische afdekking worden er financiële instrumenten voor valuta- en commodity-afdekking gebruikt om de reële waarde van de onderliggende afgedekte posities (activa, verplichtingen en vaststaande toezeggingen) te beschermen en worden die opgenomen tegen reële waarde op de verslagdatum. Umicore mag hedge accounting volgens de criteria van IFRS 9 (zie Toelichting F2.22.1) toepassen voor de reëlewaardeafdekking van haar blootstelling aan valutarisico.
Voor de reëlewaardeafdekking van haar blootstelling aan commodityrisico mag Umicore geen hedge accounting volgens de criteria van IFRS 9 toepassen voor sommige metalen. De principes van hedge accounting zijn toegestaan voor koper, lood en nikkel. Bij afwezigheid van hedge accounting worden financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waarde alsof ze worden aangehouden voor handelsdoeleinden. Dergelijke instrumenten worden echter gebruikt om bestaande transacties te dekken, die worden beschouwd als afgedekte posities onder Umicore’s beleid voor afdekking van transactionelerisico (voornamelijk voorraden en vaststaande toezeggingen) en bijgevolg zijn deze instrumenten voor afdekking van commodity's aangehouden voor handelsdoeleinden niet van speculatieve aard.
De reële waarden worden onmiddellijk opgenomen in de winst-en-verliesrekening onder ‘Overige bedrijfsopbrengsten’ voor de commodity-instrumenten en onder ‘Financieringskosten (netto)’ voor de valuta-instrumenten. De aanpassingen voor de afgedekte posities evenals de afdekkingsinstrumenten worden opgenomen in het volgende deel van het overzicht van de financiële positie: 'handels- en overige vorderingen' en 'handels- en overige schulden'.
De reële waarde van de afdekkingsinstrumenten weerspiegelt het verschil tussen de contractkoersen en de slotmarktkoersen. Gezien de intentie van het beleid van de Groep inzake afdekking van het transactionelerisico is de netto-impact op de bedrijfsopbrengsten van wijzigingen in reële waarde van zowel afdekkingsinstrumenten en afgedekte posities neutraal. De opname van de wijzigingen in reële waarde van financiële instrumenten onder reëlewaardeafdekking had een positief effect op de bedrijfsopbrengsten eind 2024. Het gros van de reële waarden van de afdekkingsinstrumenten is niet significant aangezien de slotkoers niet materieel afwijkt van de uitoefenprijzen. Enkel voor verkochte en aangekochte commodity's is de reële waarde significant. Dit heeft betrekking op metaalafdekkingsinstrumenten waarvan het merendeel een vervaldag heeft binnen het volgende jaar. De termijnverkoopovereenkomsten voor commodity's dienen voornamelijk om de volgende commodity's af te dekken: nikkel, lood en koper. De termijnkoopovereenkomsten voor commodity's dienen voornamelijk om nikkel, lood en koper af te dekken. De valutatermijncontracten dienen voornamelijk om de USD af te dekken tegenover de EUR, de BRL en de KRW, en de EUR tegenover de CNY, de KRW en de PLN.
De termijncontracten die de economische logica volgen zijn contracten ter afdekking van de volgende commodity's: zilver, goud, platina, palladium en lithium.
31/12/2023 | 31/12/2024 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
In duizend € | Reële waarde afgedekte posities | Reële waarde afdekkings instrumenten | Reële waarde afgedekte posities | Reële waarde afdekkings instrumenten | Wijziging in reële waarde afgedekte posities | Wijziging in reële waarde afdekkings instrumenten | Ineffectiviteit |
Transactionele metaalafdekkingen | (58.031) | 61.908 | (9.891) | 22.868 | 48.140 | (39.040) | 9.100 |
De voornaamste bron van ineffectiviteit van de reëlewaardeafdekkingen vloeit voort uit verschillen in looptijd tussen het afdekkingsinstrument en de onderliggende afgedekte positie. Wat de reëlewaardeafdekkingen voor valuta betreft, zijn de afgedekte posities een afspiegeling van de afdekkingsinstrumenten en worden ze opgenomen in verschillende rubrieken van de balans.
Vroegste contractuele vervaldag (niet-gedisconteerd) – referentiebedragen | Vroegste contractuele vervaldag (niet-gedisconteerd ) – reële waarde | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
In duizend € | < 1 maand | 1 – 3 maand | 3 maand tot 1 jaar | 1 – 5 jaar | Totaal | < 1 maand | 1 – 3 maand | 3 maand tot 1 jaar | 1 – 5 jaar | Totaal |
FINANCIËLE INSTRUMENTEN ACTIVA (REËLE WAARDE) | ||||||||||
Renterisico | ||||||||||
Renteswaps (met meerdere valuta's) | - | - | - | 9.217 | 9.217 | - | - | - | 228 | 228 |
Commodityrisico | ||||||||||
Totaal termijncontracten verkoop (kasstroomafdekking) | 6.818 | 13.241 | 43.139 | 72.368 | 135.566 | 3.375 | 4.759 | 14.977 | 3.257 | 26.368 |
Totaal termijncontracten aankoop (kasstroomafdekking) | 317 | 634 | 1.585 | - | 2.536 | 11 | 25 | 105 | - | 141 |
Totaal termijncontracten verkoop (reële waarde - IFRS 9 hedge accounting) | 57.693 | 60.772 | 113.224 | 39.074 | 270.763 | 4.544 | 10.609 | 32.187 | 11.548 | 58.888 |
Totaal termijncontracten aankoop (reële waarde - IFRS 9 hedge accounting) | 1.468 | 957 | - | - | 2.425 | 66 | 2 | - | - | 68 |
Totaal termijncontracten verkoop (reëlewaardeafdekking) | 7.844 | 21.510 | 25.477 | 44.462 | 99.293 | 4.084 | 10.815 | 9.543 | 14.557 | 38.999 |
Totaal termijncontracten aankoop (reëlewaardeafdekking) | 1 | 1.987 | - | - | 1.988 | 1.555 | 75 | - | - | 1.630 |
Wisselkoersrisico | ||||||||||
Termijncontracten valuta verkoop (kasstroomafdekking) | 24.746 | 52.313 | 238.371 | 184.134 | 499.564 | 1.222 | 2.395 | 14.192 | 10.714 | 28.523 |
Termijncontracten valuta aankoop (kasstroomafdekking) | 4.839 | 9.679 | 48.044 | 82.959 | 145.521 | 760 | 1.498 | 6.432 | 145 | 8.835 |
Termijncontracten valuta verkoop (reële waarde - IFRS 9 hedge accounting) | 192.401 | 368.968 | 220.042 | 14.679 | 796.090 | 1.330 | 2.711 | 1.798 | 50 | 5.889 |
Termijncontracten valuta aankoop (reële waarde - IFRS 9 hedge accounting) | 33.927 | 14.814 | 2.817 | 2.924 | 54.482 | 240 | 219 | 154 | (6) | 607 |
FINANCIËLE INSTRUMENTEN VERPLICHTINGEN (REËLE WAARDE) | ||||||||||
Renterisico | ||||||||||
Renteswaps (met meerdere valuta's) | - | 25.000 | 195.000 | 388.507 | 608.507 | - | (469) | (5.264) | (3.544) | (9.277) |
Commodityrisico | ||||||||||
Totaal termijncontracten verkoop (kasstroomafdekking) | 426 | 854 | 3.862 | 4.401 | 9.543 | (15) | (32) | (223) | (738) | (1.008) |
Totaal termijncontracten aankoop (kasstroomafdekking) | - | - | 32.948 | 56.472 | 89.420 | - | - | (987) | (7.604) | (8.591) |
Totaal termijncontracten verkoop (reële waarde - IFRS 9 hedge accounting) | 22.130 | 21.407 | 18.753 | - | 62.290 | (690) | (263) | (232) | - | (1.185) |
Totaal termijncontracten aankoop (reële waarde - IFRS 9 hedge accounting) | 19.302 | 24.856 | - | - | 44.158 | (999) | (1.438) | - | - | (2.437) |
Totaal termijncontracten verkoop (reëlewaardeafdekking) | - | 73.654 | 19.089 | - | 92.743 | - | (801) | (1.386) | - | (2.187) |
Totaal termijncontracten aankoop (reëlewaardeafdekking) | 2.380 | - | - | - | 2.380 | (175) | - | - | - | (175) |
Wisselkoersrisico | ||||||||||
Termijncontracten valuta verkoop (kasstroomafdekking) | 29.906 | 4.320 | 130.712 | 197.641 | 362.579 | (1.345) | (508) | (3.719) | 4.087 | (1.485) |
Termijncontracten valuta aankoop (kasstroomafdekking) | - | - | 43.710 | 342.849 | 386.559 | - | - | (657) | (5.014) | (5.671) |
Termijncontracten valuta verkoop (reële waarde - IFRS 9 hedge accounting) | 156.626 | 58.915 | 72.301 | 28.355 | 316.197 | (735) | (339) | (449) | (76) | (1.599) |
Termijncontracten valuta aankoop (reële waarde - IFRS 9 hedge accounting) | 232.993 | 35.061 | 90.980 | 19.989 | 379.023 | (1.264) | (342) | (2.525) | (33.316) | (37.447) |
Vroegste contractuele vervaldag (niet-gedisconteerd) – referentiebedragen | Vroegste contractuele vervaldag (niet-gedisconteerd ) – reële waarde | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
In duizend € | < 1 maand | 1 – 3 maand | 3 maand tot 1 jaar | 1 – 5 jaar | Totaal | < 1 maand | 1 – 3 maand | 3 maand tot 1 jaar | 1 – 5 jaar | Totaal |
Financiële instrumenten Activa | ||||||||||
Renterisico | ||||||||||
Renteswaps (met meerdere valuta's) | - | 9.811 | 195.000 | 60.000 | 264.811 | - | 22 | 1.856 | (131) | 1.747 |
Commodityrisico | ||||||||||
Totaal termijncontracten verkoop (kasstroomafdekking) | 2.912 | 8.351 | 41.229 | 30.885 | 83.376 | 1.910 | 3.138 | 13.177 | 8.019 | 26.244 |
Totaal termijncontracten aankoop (kasstroomafdekking) | 419 | 849 | 2.682 | 397 | 4.347 | 15 | 30 | 154 | 33 | 231 |
Totaal termijncontracten verkoop (reële waarde - IFRS 9 hedge accounting) | 107.283 | 107.465 | 78.199 | 23.859 | 316.806 | 6.493 | 7.321 | 14.206 | 2.580 | 30.601 |
Totaal termijncontracten aankoop (reële waarde - IFRS 9 hedge accounting) | 472 | - | - | - | 472 | 17 | - | - | - | 17 |
Totaal termijncontracten verkoop (reëlewaardeafdekking) | 7.563 | 82.966 | 187.204 | 25.521 | 303.253 | 4.056 | 6.964 | 30.994 | 10.495 | 52.508 |
Totaal termijncontracten aankoop (reëlewaardeafdekking) | 1.077 | - | - | - | 1.077 | 12 | - | - | - | 12 |
Totaal termijncontracten aankoop (reëlewaardeafdekking) - PPA's | - | - | - | 93.595 | 93.595 | - | - | - | 5.300 | 5.300 |
Wisselkoersrisico | ||||||||||
Termijncontracten valuta aankoop (kasstroomafdekking) | 7.021 | 7.021 | 70.208 | 11.701 | 95.951 | 375 | 358 | 2.473 | 69 | 3.275 |
Termijncontracten valuta verkoop (reële waarde - IFRS 9 hedge accounting) | 36.756 | 53.057 | 80.618 | - | 170.431 | - | 1.262 | 1.993 | - | 3.255 |
Termijncontracten valuta aankoop (reële waarde - IFRS 9 hedge accounting) | 186.446 | 111.070 | 157.813 | 16.743 | 472.072 | 6.021 | 3.395 | 8.384 | 690 | 18.490 |
Financiële instrumenten Verplichtingen | ||||||||||
Renterisico | ||||||||||
Renteswaps (met meerdere valuta's) | - | - | - | 634.325 | 634.325 | - | - | - | (14.247) | (14.247) |
Commodityrisico | ||||||||||
Totaal termijncontracten verkoop (kasstroomafdekking) | 1.170 | 1.488 | 9.433 | 9.553 | 21.644 | (452) | (150) | (2.188) | (1.382) | (4.173) |
Totaal termijncontracten aankoop (kasstroomafdekking) | - | - | 31.659 | 72.162 | 103.821 | - | - | 1.581 | (5.363) | (3.782) |
Totaal termijncontracten aankoop (reële waarde - IFRS 9 hedge accounting) | 51.087 | 63.677 | 42.357 | - | 157.121 | (1.089) | (2.266) | (2.328) | - | (5.683) |
Totaal termijncontracten aankoop (reëlewaardeafdekking) | 6.126 | - | - | - | 6.126 | (224) | - | - | - | (224) |
Wisselkoersrisico | ||||||||||
Termijncontracten valuta verkoop (kasstroomafdekking) | 46.263 | 61.565 | 335.680 | 317.271 | 760.779 | (3.224) | (4.257) | (22.244) | (21.054) | (50.779) |
Termijncontracten valuta verkoop (reële waarde - IFRS 9 hedge accounting) | 502.447 | 336.940 | 294.641 | 27.857 | 1.161.885 | (1.877) | (3.519) | (15.273) | (869) | (21.538) |
Termijncontracten valuta aankoop (reële waarde - IFRS 9 hedge accounting) | 186.446 | 111.070 | 157.813 | 16.743 | 472.072 | (11) | (22) | (102) | - | (135) |
Het kasstroomoverzicht classificeert de operationele, investerings- en financieringsactiviteiten voor de verslagperiode. Voor de kasstromen uit operationele activiteiten past Umicore de indirecte methode toe.
Het resultaat van de periode wordt aangepast voor:
de effecten van niet-geldelijke transacties zoals voorzieningen, bijzondere waardeverminderingsverliezen, mark-to-market enz., en de wijzigingen in de behoefte aan bedrijfskapitaal;
baten of lasten verbonden aan kasstromen uit investerings- of financieringsactiviteiten.
In duizend € | 2023 | 2024 |
---|---|---|
Aanpassingen voor niet-contante transacties | ||
Afschrijvingen | 298.526 | 285.186 |
(Terugneming van een) Bijzonder waardeverminderingsverlies | 45.790 | 958.986 |
Mark-to-market-effect van voorraden en verplichtingen | 20.805 | (54.032) |
Wisselkoersverschillen op langlopende leningen | (31.459) | 45.354 |
(Terugneming van een) Bijzonder waardeverminderingsverlies op overige financiële activa | 444 | 236 |
Afschrijving van voorraden en bijzondere waardevermindering van financiële activa | 6.744 | 472.521 |
Afschrijving op overheidssubsidies | (14.909) | (14.276) |
Op aandelen gebaseerde betalingen | 14.117 | 6.876 |
Wijziging in voorzieningen | (35.131) | 175.306 |
Totaal | 304.930 | 1.876.158 |
Aanpassingen voor posten die afzonderlijk of onder de investerings- of financieringskasstromen opgenomen moeten worden | ||
Winstbelastingen van de periode | 104.941 | 106.954 |
Rentelasten (-baten) | 78.347 | 74.676 |
(Winst) Verlies op vervreemding van vaste activa | 5.545 | 97 |
Dividendinkomsten | (237) | (237) |
Totaal | 188.596 | 181.490 |
Analyse wijziging in werkkapitaalvereisten | ||
Voorraden | 543.568 | 598.430 |
Handels- en overige vorderingen | 457.555 | 132.904 |
Handels- en overige schulden | (510.721) | 377.900 |
Zoals in geconsolideerde balans | 490.402 | 1.109.234 |
Niet-geldelijke posten (*) | (97.527) | (676.646) |
Elders vermelde posten (**) | 18.611 | (10.622) |
Impact van bedrijfscombinatie | - | 178 |
Omrekeningsverschillen | (65.004) | (30.590) |
Zoals in geconsolideerde kasstroomoverzicht | 346.482 | 391.554 |
(*) In 2024 omvatten de niet-geldelijke posten voornamelijk de bijzondere waardevermindering op langlopende voorraden zoals vermeld in Toelichting F18 voor € 458,9 miljoen en de schommeling van de uitstaande schuld voor de kapitaalverhoging in de joint venture IONWAY die in december 2023 en 2024 werd goedgekeurd en volledig werd betaald in respectievelijk januari 2024 en 2025 (€ 150 miljoen). Daarnaast hebben de niet-geldelijke posten voornamelijk betrekking op het mark-to-market-effect van strategische afdekking en afdekking van het transactionele risico, evenals afschrijvingen op vorderingen.
(**) Posten die elders worden vermeld zijn het gevolg van wijzigingen in rente, te betalen of te ontvangen belastingen en overheidssubsidies.
In duizend € | Nettogeldmiddelen en -kasequivalenten | Leningen (zonder bank voorschotten in rekening-courant) | IFRS Netto financiële schulden | exclusief effect van herwaardering (*) | Netto financiële schulden |
---|---|---|---|---|---|
Aan einde van vorige boekjaar | (1.463.796) | 2.696.449 | 1.232.653 | 33.181 | 1.265.834 |
Kasstroom van periode | (510.121) | 656.953 | 146.832 | - | 146.832 |
Overige niet-geldelijke wijzigingen | 42.566 | 42.566 | - | 42.566 | |
Overige financieringskasstroom die geen deel uitmaakt van de netto financiële schulden | (30.000) | (30.000) | - | (30.000) | |
Effect van herwaardering | 32.165 | 32.165 | (32.165) | - | |
Aan einde van boekjaar | (1.973.917) | 3.398.132 | 1.424.215 | 1.016 | 1.425.231 |
(*) Het effect van herwaardering komt overeen met het effect van herwaardering van financiële schulden uitgedrukt in een andere valuta dan de functionele valuta van de entiteit en waarvoor de Groep is afgedekt |
De nettogeldmiddelen en -kasequivalenten omvatten voorschotten in rekening-courant zoals vermeld in Toelichting F23. De overige financieringskasstroom bevat een bedrag van € 30 miljoen geclassificeerd onder overige handelsschulden.
De nettokasstroom uit operationele activiteiten bedraagt € 869 miljoen. Het nettowerkkapitaal van de Groep daalde met € 392 miljoen tegenover eind 2023. De werkkapitaalvereisten verbeterden in alle segmenten. Bij Catalysis en Recycling is een verdere daling het gevolg van lagere prijsniveaus van platinagroepmetalen en verdere optimalisatiemaatregelen.
De nettogeldmiddelen gebruikt in investeringsactiviteiten daalden in 2024 met € 173 miljoen tegenover 2023. De investeringsuitgaven bedroegen € 555 miljoen (tegenover € 857 miljoen in 2023), exclusief de geactiveerde O&O-kosten conform Umicore's definitie van investeringsuitgaven (zie Woordenlijst). Die daling is volledig het gevolg van de daling bij Battery Materials na een strikte beperking van de investeringen om de bestaande verplichtingen tegenover klanten te ondersteunen. De geactiveerde ontwikkelingsuitgaven bedroegen € 28 miljoen, in lijn met 2023.
Tijdens het jaar droeg Umicore € 175 miljoen aan eigen vermogen bij aan IONWAY, haar joint venture met PowerCo.
In duizend € | 2023 | 2024 | |
---|---|---|---|
Verwerving van materiële activa | a | 807.474 | 526.107 |
Verwerving van immateriële activa | b | 77.268 | 56.131 |
Verwervingen van activa | c=a+b | 884.742 | 582.238 |
Geactiveerde O&O-kosten | d | 27.935 | 27.573 |
Investeringsuitgaven | e=c-d | 856.807 | 554.665 |
De kasstromen uit financieringsactiviteiten zijn voornamelijk het gevolg van de nettostijging van de schuldgraad (€ 678,4 miljoen), gecompenseerd door de betaling van dividenden (€ 194,2 miljoen) en rente (€ 86,5 miljoen).
Het effect van wisselkoerswijzigingen in het kasstroomoverzicht omvat enerzijds het effect van wisselkoerswijzigingen op aangehouden liquide middelen en anderzijds het effect van omrekeningsverschillen op de eliminaties van leningen tussen entiteiten binnen de Groep.
In duizend € | 2023 | 2024 |
---|---|---|
Door derden gestelde garanties voor rekening van de Groep | 57.930 | 33.310 |
Door de Groep gestelde garanties voor rekening van derden | 3.801 | 3.279 |
Ontvangen garanties | 60.206 | 96.120 |
Goederen en waarden aangehouden door derden in eigen naam maar op risico van de Groep | 1.584.430 | 888.856 |
Verplichtingen tot aankoop en verkoop van vaste activa | 170.102 | 162.783 |
Commerciële verplichtingen voor aangekochte commodity's (te ontvangen) | 591.583 | 676.025 |
Commerciële verplichtingen voor verkochte commodity's (te leveren) | 1.909.043 | 2.131.713 |
Goederen en waarden van derden aangehouden door de Groep | 4.519.851 | 3.787.340 |
Totaal | 8.896.946 | 7.779.426 |
Dit zijn gewaarborgde en niet-gewaarborgde zekerheden verstrekt door derden aan de crediteuren van de Groep als zekerheidsstelling voor de aflossing van de werkelijke en mogelijke schulden en verplichtingen van de Groep.
Dit zijn zekerheden of niet-opzegbare verbintenissen gegeven door de Groep ten gunste van derden als zekerheidsstelling voor de aflossing van de schulden en bestaande of mogelijke verbintenissen door de derden jegens hun crediteuren.
Er zijn geen verplichtingen uit hoofde van een lening aan derden.
Dit zijn ontvangen zekerheden als zekerheidsstelling voor de aflossing van schulden en bestaande of mogelijke verbintenissen van derden tegenover de Groep, met uitzondering van garanties en zekerheden in geldmiddelen.
De ontvangen garanties hebben voornamelijk betrekking op leveranciersgaranties gedekt door bankinstellingen. Die garanties dienen om de goede uitvoering van werken door de leverancier te dekken.
Sommige ontvangen garanties hebben betrekking op klantgaranties, voornamelijk ontvangen van de moedermaatschappij van een klant namens een van haar dochterondernemingen. Een klein deel van de ontvangen garanties heeft betrekking op huurgaranties.
Alle garanties worden opgenomen tegen normale marktvoorwaarden en hun reële waarde is gelijk aan de boekwaarde. Geen enkele van deze garanties is in onderpand gegeven.
Dit zijn goederen en waarden opgenomen in de balans van de Groep waarvoor de Groep de risico’s draagt en de winst neemt, maar waarbij deze goederen en waarden zich niet bevinden in de gebouwen van de Groep. Het betreft voornamelijk voorraden die worden geleased aan derden of die in consignatie of onder maakloonovereenkomsten worden gehouden door derden.
Zoals verder beschreven in Toelichting E2-2, blijft Umicore jaarlijks € 25 miljoen investeren in voortdurende verbeteringen van de milieuprestaties voor de locatie Hoboken. Dit bedrag is alleen in de bovenstaande tabel opgenomen voor zover er een vaste verplichting met leveranciers is.
Dit zijn vaststaande toezeggingen om metalen te leveren aan klanten of aangeleverd te krijgen van leveranciers tegen vaste prijzen.
Dit zijn goederen en waarden die door de Groep worden aangehouden worden, maar die geen eigendom zijn van de Groep. Het betreft voornamelijk voorraden die worden geleased van derden of die in consignatie of onder maakloonovereenkomsten met derden worden gehouden. Dit omvat in mindere mate ook een aantal niet-metaal-leases die niet onder IFRS 16 vallen door hun lagere waarde of kortere termijn.
De Groep leaset metalen (voornamelijk goud, zilver, platina en palladium) van en aan banken of andere derden voor specifieke, meestal korte periodes. De Groep betaalt of ontvangt hiervoor vergoedingen. Op 31 december 2024 was het nettosaldo van de leaseschuld € 1.107 miljoen, tegenover € 1.275 miljoen eind 2023. Die daling is vooral het gevolg van lagere volumes. Zoals toegelicht in Toelichting F2.8 vallen die metaalleases niet onder IFRS 16.
De Groep is betrokken in een aantal claims en rechtszaken die verband houden met de normale bedrijfsvoering. Hiervoor zijn de nodige voorzieningen aangelegd. Het management vindt het niet waarschijnlijk dat dergelijke claims en rechtszaken een materieel negatief effect zullen hebben op de financiële positie van Umicore.
In duizend € | 2023 | 2024 |
---|---|---|
Transacties met joint ventures en geassocieerde ondernemingen | ||
Bedrijfsopbrengsten | 111.853 | 47.320 |
Bedrijfskosten | (196.897) | (60.300) |
Financiële opbrengsten | 895 | 297 |
Ontvangen dividenden | (5.872) | (3.716) |
In duizend € | 2023 | 2024 |
---|---|---|
Uitstaande saldo's met joint ventures en geassocieerde ondernemingen | ||
Kortlopende handels- en overige vorderingen | 35.832 | 19.355 |
Kortlopende handels- en overige schulden | 174.526 | 262.983 |
De transacties met geassocieerde ondernemingen en joint ventures zijn voornamelijk commerciële transacties, verkopen en aankopen van goederen en diensten.
Tijdens het jaar droeg de Groep bij aan de kapitaalverhoging van IONWAY voor € 325 miljoen, waarvan € 250,0 miljoen werd goedgekeurd in december 2024 en volledig werd betaald eind januari 2025. Dat bedrag is opgenomen onder ‘Kortlopende handels- en overige schulden’ in de bovenstaande tabel.
Buiten haar aandeel in het kapitaal van haar geassocieerde ondernemingen en joint ventures heeft Umicore geen verdere verplichtingen of garanties die voortvloeien uit haar betrokkenheid in die ondernemingen.
Er zijn geen transacties met entiteiten die in handen zijn van managers op sleutelposities.
In duizend € | 2023 | 2024 |
---|---|---|
Raad van toezicht | ||
Bezoldigingen en overige personeelsvoordelen | 1.195 | 1.134 |
Vast gedeelte | 462 | 333 |
Variabel gedeelte (op basis van aantal bijgewoonde vergaderingen) | 431 | 582 |
Waarde van de toegekende aandelen | 298 | 214 |
Voordeel in natura bedrijfswagen voorzitter | 4 | 4 |
Er is geen variabel of ander vergoedingselement (uitgezonderd de aanwezigheidsvergoedingen) verbonden aan het bestuurdersstatuut. Er zijn geen leningen of garanties toegekend door de onderneming aan leden van de raad van toezicht.
In duizend € | 2023 | 2024 |
---|---|---|
ELT | ||
Bezoldigingen en overige personeelsvoordelen | 12.030 | 13.689 |
Kortetermijnpersoneelsbeloningen | 6.639 | 5.872 |
Vergoedingen na uitdiensttreding | 1.177 | 1.136 |
Overige langetermijnpersoneelsbeloningen | 528 | (978) |
Op aandelen gebaseerde betalingen | 3.686 | 3.044 |
Ontslagvergoedingen | - | 4.615 |
De gegevens hierboven bieden zicht op de boekhoudkundige verwerking van de remuneratie van de raad van toezicht en het ELT en verschillen enigszins van de informatie in het remuneratieverslag in het deel 'Corporate governance'.
In de tabellen hierboven zijn de socialezekerheidsbijdragen van de werkgever, indien toepasselijk, opgenomen onder de kortetermijnpersoneelsbeloningen. Die zijn niet vermeld in het remuneratieverslag.
De cijfers met betrekking tot de jaarlijkse variabele remuneratie gelinkt aan het referentiejaar 2024 opgenomen in de kortetermijnpersoneelsbeloningen, geven het niveau weer van de overlopende posten op de balansdatum. Het remuneratieverslag vermeldt de werkelijk betaalde bedragen met betrekking tot het referentiejaar 2024.
Variabele remuneratie op lange termijn (PSU-regelingen 2022,2023 en 2024 voor resp. het referentiejaar 2022, 2023 en 2024) is opgenomen in de overige langetermijnpersoneelsbeloningen.
De PSU-lasten worden opgenomen als lasten uit hoofde van personeelsbeloningen gedurende de wachtperiode (d.w.z. de periode waarin de dienst en, indien van toepassing, de prestatiegebonden voorwaarden vervuld zijn). De geaccumuleerde lasten die worden opgenomen voor de PSU-regelingen op elke verslagdatum weerspiegelen het al vervallen deel van de wachtperiode en de beste schatting door de Groep van het aantal beloningen dat uiteindelijk onvoorwaardelijk zal worden. De lasten of baten in de winst-en-verliesrekening voor een periode vertegenwoordigen de beweging in de geaccumuleerde lasten die zijn opgenomen aan het begin en aan het einde van die periode.
Het toekenningsniveau voor onvoorwaardelijke toezegging in 2025, 2026 en 2027 (voor resp. de PSU-regeling 2022, 2023 en 2024) zal afhankelijk zijn van prestatie-indicatoren op lange termijn en de precieze toekenningsniveaus zullen worden opgenomen in het remuneratieverslag van resp. 2024, 2025 en 2026.
Wat op aandelen gebaseerde incentives betreft, vertegenwoordigen de cijfers over de toekenning van aandelen zoals opgenomen in de op aandelen gebaseerde betalingen hierboven de waarde van de aandelen toegekend in 2024 voor diensten gepresteerd in 2023. Het remuneratieverslag vermeldt de waarde van de aandelen toegekend in 2025 voor diensten gepresteerd in het verslagjaar 2024.
Na de jaarafsluiting kondigde Umicore de verkoop aan van haar Platinum Active Pharmaceutical Ingredient-activiteiten buiten Zuid-Amerika aan Heraeus Precious Metals, de edelmetaaldivisie van de Heraeus-groep. De verkoop kadert in de strategie van Umicore en onze efficiëntie-inspanningen, en heeft geen betrekking op Umicore’s Platinum API-activiteiten en productiefaciliteit in Zuid-Amerika, noch op de niet-platina-moleculen, die Umicore over de hele wereld zal blijven leveren. Daarom zijn er per 31 december 2024 geen voor verkoop aangehouden activa met betrekking tot die transactie.
De raad van toezicht zal op de jaarlijkse algemene vergadering van 24 april 2025 een jaarlijks brutodividend van € 0,50 per aandeel voor 2024 voorstellen. Dat is een daling tegenover het dividend van € 0,80 per aandeel uitbetaald voor het boekjaar 2023. Gezien het interimdividend van € 0,25 per aandeel uitbetaald in augustus 2024 en onder voorbehoud van goedkeuring door de aandeelhouders zal op 30 april 2025 een brutobedrag van € 0,25 per aandeel worden uitbetaald.
Na de verslagdatum zijn mogelijke nieuwe handelstarieven aangekondigd, met name in de VS, die een impact kunnen hebben op de activiteiten van de Groep. De Groep beoordeelt momenteel de mogelijke financiële en operationele gevolgen van die wijzigingen. De Groep heeft een veerkrachtig bedrijfsmodel en een wendbare wereldwijde voetafdruk, met productiefaciliteiten in meerdere geografische regio's. Die gediversifieerde productieaanwezigheid helpt de Groep om zijn toeleveringsketen en productiestrategieën aan te passen om mogelijke negatieve gevolgen zoveel mogelijk te beperken en zijn markten efficiënt te blijven bedienen.
(EUR) | 2023 | 2024 |
---|---|---|
Winst per aandeel - gewoon | 1,60 | -6,15 |
Winst per aandeel - verwaterd | 1,60 | -6,15 |
Aangepaste gewone winst per aandeel | 1,86 | 1,06 |
De hiernavolgende winsten zijn als teller gebruikt voor de berekening van de gewone en verwaterde winst per aandeel:
In duizend € | Toelichtingen | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|
Netto geconsolideerd resultaat, aandeel van de Groep | F9 | ||
Uit voortgezette bedrijfsactiviteiten | 385.075 | (1.479.879) | |
Aangepast netto geconsolideerd resultaat, aandeel van de Groep | F9 | 446.688 | 255.251 |
De hiernavolgende aandelenaantallen worden gebruikt als noemer voor de berekening van de winst per aandeel voor zowel de basisberekening als de berekening na verwatering:
2023 | 2024 | |
---|---|---|
Totaal aantal uitgegeven aandelen per 31 december | 246.400.000 | 246.400.000 |
waarvan ingekochte eigen aandelen | 5.999.083 | 5.918.866 |
waarvan uitstaande aandelen | 240.400.917 | 240.481.134 |
Gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen | 240.381.166 | 240.464.112 |
Potentiële verwatering door aandelenoptieplannen | 31.674 | 145.978 |
Aangepast gewogen gemiddeld aantal uitstaande aandelen | 240.412.840 | 240.610.090 |
Het totaal aantal uitstaande aandelen is exclusief ingekochte eigen aandelen, die worden aangehouden voor bestaande aandelenoptieplannen of PSU's of die beschikbaar zijn voor verkoop. De noemer voor de berekening van de verwaterde winst per aandeel houdt rekening met een aanpassing voor aandelenopties en PSU’s.
In 2024 werden geen nieuwe aandelen gecreëerd. In de loop van het jaar gebruikt Umicore 80.217 van haar ingekochte eigen aandelen voor toegekende aandelen. In 2024 heeft Umicore geen eigen aandelen teruggekocht. Per 31 december 2024 bezat Umicore 5.918.866 eigen aandelen, wat overeenstemt met 2,40% van alle uitgegeven aandelen op die datum.
Er werden geen nieuwe standaarden, wijzigingen of interpretaties van standaarden uitgegeven die voor het eerst verplicht van toepassing waren voor het boekjaar startend op 1 januari 2024 met een materiële impact op de geconsolideerde jaarrekening van de Groep. De Groep heeft geen andere standaarden, interpretaties of wijzigingen die zijn uitgegeven maar nog niet van kracht zijn, vervroegd toegepast.
In april 2024 publiceerde de IASB IFRS 18, die IAS 1 Presentatie van de jaarrekening vervangt. IFRS 18 introduceert nieuwe vereisten voor de presentatie in het overzicht van het totaalresultaat, inclusief gespecificeerde totalen en subtotalen. Daarnaast zijn entiteiten verplicht om alle baten en lasten in het overzicht van het totaalresultaat te classificeren in één van vijf categorieën: operationeel, investeren, financieren, winstbelastingen en beëindigde bedrijfsactiviteiten, waarbij de eerste drie categorieën nieuw zijn. Het vereist ook informatieverstrekking over nieuwe door het management gedefinieerde prestatiemaatstaven als subtotalen van baten en lasten, en bevat nieuwe vereisten voor het samenvoegen en splitsen van financiële informatie op basis van de geïdentificeerde 'rollen' van de primaire jaarrekening en de toelichtingen. Daarnaast zijn er wijzigingen met een beperkt toepassingsgebied aangebracht in IAS 7 Kasstroomoverzicht, waaronder het wijzigen van het uitgangspunt voor het bepalen van kasstromen uit bedrijfsactiviteiten volgens de indirecte methode, van 'winst of verlies' naar 'operationele winst of verlies' en het verwijderen van het optionele karakter voor de classificatie van kasstromen uit dividenden en rente. Daarnaast zijn er gevolgwijzigingen in verschillende andere standaarden. IFRS 18, en de wijzigingen aan de andere standaarden, is van kracht voor verslagperioden die op of na 1 januari 2027 aanvangen, maar eerdere toepassing is toegestaan en moet worden vermeld. IFRS 18 zal met terugwerkende kracht van toepassing zijn. De Groep brengt momenteel nog alle gevolgen van de wijzigingen voor de primaire jaarrekening en de toelichtingen bij de jaarrekening in kaart.
De wereldwijde vergoeding voor de commissaris en de aan hem verbonden vennootschappen bedroeg € 3,0 miljoen, inclusief een bedrag van € 2,4 miljoen voor de wettelijke controleopdrachten (€ 0,6 miljoen voor de controle van de moedermaatschappij) en € 0,6 miljoen voor de niet-wettelijke controlediensten, inclusief controlegerelateerde diensten, overige assurancediensten (€ 0,4 miljoen) en niet-controlediensten (€ 0,2 miljoen).
Conform IFRS 5 heeft de Groep bepaalde activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop vanaf november 2024. Die activa hebben betrekking op een groep activa en bepaalde verbonden verplichtingen die in groepsverband in één enkele transactie afgestoten worden.
De activa voldoen aan de criteria voor classificatie als aangehouden voor verkoop, wat onder meer inhoudt dat ze in hun huidige staat onmiddellijk beschikbaar zijn voor verkoop en dat de verkoop hoogstwaarschijnlijk binnen één jaar vanaf de datum van classificatie zal plaatsvinden. Het management houdt vast aan zijn plan om de activa te verkopen en er is een redelijke verwachting dat een verkoop binnen de komende 12 maanden zal plaatsvinden.
Op 31 december 2024 waren de volgende vaste activa geclassificeerd als aangehouden voor verkoop:
€ 19,0 miljoen aan immateriële activa (geactiveerde ontwikkelingsuitgaven)
€ 13,0 miljoen aan materiële vaste activa, voornamelijk machines en uitrusting voor € 3,2 miljoen en activa in aanbouw voor € 9,1 miljoen
Daarnaast is € 1,9 miljoen aan vlottende activa en € 2,6 miljoen aan verbonden verplichtingen geherclassificeerd.
Die activa en passiva maken deel uit van de business group Corporate.
De jaarrekening van Umicore wordt hieronder weergegeven volgens een verkort schema.
Overeenkomstig het Belgisch Wetboek van vennootschappen en verenigingen zal de jaarrekening van Umicore samen met het managementverslag en het commissarisverslag worden neergelegd bij de Nationale Bank van België.
Deze documenten kunnen op aanvraag worden verkregen bij:
UMICORE
Broekstraat 31
B-1000 Brussel
(België)
In zijn verslag heeft de commissaris geen voorbehoud gemaakt betreffende de jaarrekening van Umicore.
De wettelijke reserve van € 55,0 miljoen die opgenomen is in de ingehouden winsten is niet beschikbaar voor uitkering.
In duizend € | 31/12/2022 | 31/12/2023 | 31/12/2024 | ||
---|---|---|---|---|---|
Verkorte balans per 31 december | |||||
1. Activa | |||||
Vaste activa | 3.543.162 | 4.046.489 | 4.482.896 | ||
I. | Oprichtingskosten | 6.228 | 3.516 | 1.141 | |
II. | Immateriële vaste activa | 114.396 | 144.008 | 169.591 | |
III. | Materiële vaste activa | 461.517 | 480.383 | 496.150 | |
IV. | Financiële vaste activa | 2.961.021 | 3.418.582 | 3.816.014 | |
Vlottende activa | 2.631.586 | 2.181.524 | 2.199.331 | ||
V. | Vorderingen op meer dan één jaar | 435.442 | 369.433 | 298.768 | |
VI. | Voorraden en bestellingen in uitvoering | 720.577 | 719.706 | 528.896 | |
VII. | Vorderingen op ten hoogste één jaar | 1.173.296 | 698.070 | 791.957 | |
VIII. | Geldbeleggingen | 226.272 | 248.506 | 394.804 | |
IX. | Liquide middelen | 4.603 | 8.012 | 55.849 | |
X. | Overlopende rekeningen | 71.396 | 137.797 | 129.057 | |
Totaal van de activa | 6.174.748 | 6.228.013 | 6.682.227 | ||
2. Passiva | |||||
Eigen vermogen | 2.528.617 | 2.468.343 | 2.122.122 | ||
I. | Kapitaal | 550.000 | 550.000 | 550.000 | |
II. | Uitgiftepremies | 848.130 | 848.130 | 848.130 | |
III. | Herwaarderingsmeerwaarden | 91 | 91 | 91 | |
IV. | Reserves | 417.915 | 354.530 | 264.076 | |
V. | Overgedragen resultaat | 492.586 | 441.225 | 679.878 | |
Vbis. | Resultaat van de periode | 209.830 | 268.439 | (222.805) | |
VI. | Kapitaalsubsidies | 10.065 | 5.928 | 2.753 | |
Voorzieningen en uitgestelde belastingen | |||||
VII.A. | Voorzieningen voor risico's en kosten | 180.279 | 210.808 | 242.580 | |
Schulden | 3.465.852 | 3.548.861 | 4.317.524 | ||
VIII. | Schulden op meer dan één jaar | 1.619.444 | 2.001.803 | 2.413.468 | |
IX. | Schulden op ten hoogste één jaar | 1.697.439 | 1.272.472 | 1.681.400 | |
X. | Overlopende rekeningen | 148.969 | 274.586 | 222.656 | |
Totaal van de passiva | 6.174.748 | 6.228.013 | 6.682.227 |
In duizend € | 31/12/2022 | 31/12/2023 | 31/12/2024 | ||
---|---|---|---|---|---|
Resultatenrekening | |||||
I. | Bedrijfsopbrengsten | 7.093.132 | 4.686.933 | 4.138.201 | |
II. | Bedrijfskosten | (6.932.583) | (4.554.619) | (4.434.043) | |
III. | Bedrijfsresultaat | 160.549 | 132.314 | (295.842) | |
IV. | Financiële opbrengsten | 292.050 | 427.845 | 687.602 | |
V. | Financiële kosten | (142.949) | (280.583) | (621.719) | |
VI. | Resultaat uit de normale bedrijfsactiviteiten vóór belasting | 309.650 | 279.576 | (229.959) | |
X. | Belastingen op het resultaat | (12.969) | (11.137) | 7.154 | |
XI. | Resultaat van de periode | 296.681 | 268.439 | (222.805) | |
XIII. | Te bestemmen resultaat van het boekjaar | 296.681 | 268.439 | (222.805) |
In duizend € | 2022 | 2023 | 2024 | ||
---|---|---|---|---|---|
Resultaatverwerking | |||||
A. | Te bestemmen winst (te verwerken verlies) | 789.267 | 838.640 | 486.860 | |
1. | Winst (verlies) van het boekjaar | 296.681 | 268.439 | (222.805) | |
2. | Overgedragen winst (verlies) | 492.586 | 570.201 | 709.665 | |
C. | Toevoeging aan het eigen vermogen | (26.826) | 63.384 | 90.454 | |
3. | Aan de reserve voor eigen aandelen | (26.826) | 63.384 | 90.454 | |
D. | Over te dragen winst (verlies) (1) | 570.201 | 709.665 | 457.073 | |
2. | Over te dragen winst (verlies) | 570.201 | 709.665 | 457.073 | |
F. | Uit te keren winst (1) | (192.241) | (192.359) | (120.241) | |
1. | Dividenden | ||||
gewone aandelen | (192.241) | (192.359) | (120.241) | ||
(1) Het werkelijke bedrag van deze twee rubrieken zal worden aangepast op basis van het werkelijke bedrag van het aantal eigen aandelen aangehouden door Umicore op de datum van de algemene vergadering van aandeelhouders van 24 april 2025. Het brutodividend van EUR 0,50 per aandeel zal worden voorgesteld. |
In duizend € | Aantal aandelen | ||||
---|---|---|---|---|---|
Staat van het kapitaal | |||||
A. | Maatschappelijk kapitaal | ||||
1. | Geplaatst kapitaal | ||||
Aan einde van vorige boekjaar | 550.000 | 246.400.000 | |||
Aan einde van boekjaar | 550.000 | 246.400.000 | |||
2. | Samenstelling van het kapitaal | ||||
2.1. | Soorten aandelen | ||||
Gewone aandelen | 550.000 | 246.400.000 | |||
2.2. | Aandelen op naam of gedematerialiseerde | ||||
Op naam | 45.427.977 | ||||
Gedematerialiseerde | 200.972.023 | ||||
E. | Toegestaan, niet-geplaatst kapitaal | 55.000 |
% kapitaal | Aantal aandelen | Bekendmakingsdatum | ||
---|---|---|---|---|
G. | Aandeelhouderstructuur (1) | |||
BlackRock, Inc. | 3,35 | 8.251.052 | 3/12/2024 | |
Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij / Société Fédérale de Participations et d’Investissement (SFPIM) | 5,00 | 12.320.000 | 8/5/2024 | |
Norges Bank | 5,30 | 13.054.028 | 12/08/2022 | |
Baillie Gifford & Co and Baillie Gifford Overseas Ltd. | 9,91 | 24.420.971 | 06/09/2022 | |
Groupe Bruxelles Lambert S.A. | 16,49 | 40.623.159 | 15/03/2023 | |
Overige | 57,55 | 141.811.924 | 31/12/2024 | |
Eigen aandelen aangehouden door Umicore | 2,40 | 5.918.866 | 31/12/2024 | |
100,00 | 246.400.000 | |||
waarvan free float | 100,00 | 246.400.000 | ||
(1) Op 31 december 2024, 8.276.120 opties op Umicore-aandelen worden uitgeoefend. |
Hierbij verklaren wij dat – voor zover ons bekend – de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2024, opgesteld in overeenstemming met de International Financial Reporting Standards (IFRS) zoals aanvaard binnen de Europese Unie en met de in België van toepassing zijnde wettelijke voorschriften, een getrouw beeld geeft van het activa, de verplichtingen, de financiële positie en de winst of het verlies van de Groep en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen, en dat het managementverslag een getrouw beeld geeft van de ontwikkeling en de resultaten van het bedrijf en van de positie van de Groep en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen als geheel, en een beschrijving geeft van de voornaamste risico’s en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden.
7 maart 2025,
BART SAP
CHIEF EXECUTIVE OFFICER
De duurzaamheidsverklaring is opgesteld in overeenstemming met de Europese standaarden voor duurzaamheidsrapportering (ESRS – European Sustainability Reporting Standards) en de Belgische wettelijke vereisten. Het geeft een duidelijk beeld van de duurzaamheidsgerelateerde impacts en hun relevantie voor Umicore’s resultaten en strategie. De scope omvat volledig geconsolideerde bedrijfsactiviteiten en de materiële impacts, risico's en kansen verbonden aan activiteiten in zowel de upstream- als de downstreamwaardeketen. Afwijkingen van die scope worden toegelicht waar relevant. De mate waarin beleid, maatregelen, maatstaven en doelen verder reiken dan Umicore’s eigen activiteiten varieert naargelang de aard van de thema’s. Dit wordt gerapporteerd waar relevant. Duurzaamheidsgegevens worden verzameld via systemen voor het beheer van milieu- en sociale gegevens en geïntegreerd in een centrale rapporteringstool. Prestatie-indicatoren worden gerapporteerd met vergelijkingsgegevens indien beschikbaar.
De rapporteringsscope van de duurzaamheidsverklaring is identiek aan die van de jaarrekening, zoals vermeld in Toelichting F2.
Gezien de gevoelige aard van bepaalde informatie opteerde Umicore ervoor om in haar duurzaamheidsverklaring geen nadere informatie te geven over intellectuele eigendom en commerciële en technische knowhow. Dit verslag bevat geen informatie over op handen zijnde ontwikkelingen of kwesties waarover wordt onderhandeld.
Tenzij anders vermeld zijn de cijfers in de duurzaamheidsverklaring niet gevalideerd door een andere externe instantie dan de assurance provider.
In de duurzaamheidsrapportering definieert Umicore de tijdshorizonten als korte termijn (1 tot 3 jaar), middellange termijn (3 tot 10 jaar) en lange termijn (10 tot 30 jaar). Die definities wijken af van de termijnen die zijn voorgeschreven door de European Sustainability Reporting Standards (ESRS), maar stemmen zo overeen met die in Umicore's inschatting van klimaatrisico's en klimaatkansen, zoals toegelicht in het geïntegreerd jaarverslag 2023 en ons klimaattransitieplan. Dat zorgt voor consistentie in onze duurzaamheidsrapportering.
Umicore’s duurzaamheidsrapportering omvat maatstaven afgeleid uit gegevens over de upstream- en downstreamwaardeketen, waaronder schattingen. Vooral voor de Scope 3-broeikasgasemissies worden geschatte gegevens gebruikt wanneer er geen directe metingen beschikbaar zijn.
Umicore's schatting van de Scope 3-emissies omvat alle upstream- en downstreamcategorieën voor de referentiejaren 2019 en 2023. Die berekeningen zijn standaard gebaseerd op gevestigde databases zoals ecoinvent, Defra en EEIOA. Indien beschikbaar hanteren we emissiefactoren uit levenscyclusanalyses van sectorverenigingen. Er wordt voortdurend ingezet op het verbeteren van die emissiefactoren, onder meer door samen te werken met leveranciers om leverancierspecifieke productgegevens op te nemen. Het resultaat van die inspanningen was dat Umicore in 2023 een eerste reeks leverancierspecifieke productemissiefactoren toepaste voor een beperkt aantal producten in categorie 3.1.
De nauwkeurigheid van die schattingen wordt beïnvloed door de beschikbaarheid van gegevens en de kwaliteit daarvan. In de loop der jaren is op dit vlak vooruitgang geboekt. Zo konden door de betere gegevenskwaliteit in 2023 kleine correcties worden gemaakt van de schattingen uit 2019 voor de downstreamverwerking en de end-of-life-verwerking van verkochte producten. En ook al betreft het kleine correcties, dit getuigt van Umicore’s voortdurende inzet om methodologieën steeds verder te verfijnen en solide rapporteringspraktijken te garanderen.
Om de nauwkeurigheid van de Scope 3-berekeningen nog te verbeteren, werken we samen met leveranciers om meer specifieke gegevens te integreren en zo minder te moeten vertrouwen op standaard- of indirecte maatstaven. Die acties sluiten aan bij de Greenhouse Gas Protocol Corporate Value Chain (Scope 3) Accounting and Reporting Standard en zorgen voor een transparante en consistente aanpak van de rapportering van emissies in de waardeketen.
Wanneer schattingen worden gebruikt voor bv. de geconsolideerde rapportering voor de hele Groep, worden die schattingen en praktijken beschreven in de grondslagen voor financiële verslaggeving die van toepassing zijn op de gegevens of informatie, met inbegrip van de daarmee samenhangende meetonzekerheid.
In de huidige verslagperiode voerde Umicore wijzigingen door in de opstelling en presentatie van haar duurzaamheidsinformatie in lijn met de nieuwe vereisten van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), de Europese richtlijn voor duurzaamheidsrapportering. Die wijzigingen getuigen van ons streven naar transparantie en naleving van evoluerende regelgeving, evenals onze ambitie om stakeholders zinvolle en relevante duurzaamheidsinformatie te verstrekken. Onder de belangrijkste wijzigingen vermelden we wijzigingen aan het formaat van de duurzaamheidsverklaring en aan de gerapporteerde inhoud om te voldoen aan de verplichte rapporteringseisen.
Om te voldoen aan de CSRD hebben we nieuwe kritieke prestatie-indicatoren (KPI's) ingevoerd, met het oog op afstemming met de eisen van de richtlijn en om het toepassingsgebied van onze gerapporteerde duurzaamheidsgegevens uit te breiden. Daarnaast hebben we een aantal maatstaven verfijnd of aangepast met aanvullende parameters, waardoor de consistentie met de definities uit de regelgeving is gewaarborgd en de verstrekte informatie fijnmaziger is. Voor sommige maatstaven resulteerden de aanpassingen van definities of rapporteringsbegrenzingen in wijzigingen van het toepassingsgebied. Daarnaast werden voor de rapportering van dit jaar maatstaven verwijderd die voordien werden gerapporteerd, maar niet verplicht waren onder de CSRD-rapporteringseisen. In sommige gevallen zijn maatstaven vervangen om stakeholders meer relevante en concrete inzichten te bieden inzake de impact en voortgang van onze duurzaamheidsinitiatieven. Elke verandering in de opstelling van een indicator wordt beschreven in de overeenkomstige grondslag voor financiële verslaggeving.
Er zijn geen fouten in voorgaande perioden die een wijziging of vermelding vereisen in de duurzaamheidsverklaring van de huidige verslagperiode. Duidelijk onbelangrijke zaken worden niet aangepast. In geval van fouten in voorgaande perioden worden die vermeld in het overeenkomstige boekhoudkundige beginsel of in het deel over dat thema.
Voor een volledige tabel met de rapporteringseisen uit andere EU-wetgeving, opgenomen in bijlage B bij ESRS 2 en waar die datapunten te vinden zijn, zie bijlage 1 bij de duurzaamheidsverklaring.
Voor een volledige tabel met de rapporteringseisen en de specifieke datapunten (indien van toepassing), zie bijlage 2 bij de duurzaamheidsverklaring.
Umicore werkte haar kader voor duurzaamheidsrapportering uit in lijn met de CSRD en de European Sustainability Reporting Standards (ESRS). Voor de verslagperiode 2024 lag onze focus op de naleving van de rapporteringseisen voor het eerste jaar zoals voorgeschreven door de ESRS. We maakten gebruik van de infaseringsbepalingen zoals beschreven in bijlage C van ESRS 1 met het oog op een solide en doeltreffende implementatie van de rapporteringsverplichtingen. Meer specifiek maakten we gebruik van de infaseringsbepalingen voor het eerste jaar voor het rapporteren van beoogde financiële effecten met betrekking tot materiële milieuthema’s (ESRS E1-9) en voor materiële sociale (sub)thema’s. Voor meer informatie over welke infaseringsopties zijn gebruikt in de overzichtstabel voor ESRS-rapportering, zie bijlage 2.
Centraal in die aanpak staat ons streven naar transparantie en voortdurende verbetering. In toekomstige rapporteringscycli zullen we onze informatieverstrekking geleidelijk uitbreiden om aan de rapporteringseisen te voldoen. Met die gefaseerde aanpak kunnen we stakeholders relevante en voor beslissingen bruikbare duurzaamheidsinformatie verstrekken en tegelijk het ESRS-kader op een pragmatische en doeltreffende manier implementeren.
De taken en verantwoordelijkheden van bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen inzake duurzaamheidsthema’s komen uitgebreid aan bod onder Toelichtingen G4 en G5 in de verklaring inzake corporate governance, waarin de samenstelling van en het toezicht op de raad van toezicht en het ELT van Umicore worden beschreven.
Naast ons Enterprise Risk Management-raamwerk (beschreven in Toelichting G14 van de verklaring inzake corporate governance) werken we jaarlijks onze dubbele-materialiteitsanalyse bij. Hierbij identificeren we duurzaamheidsgerelateerde impacts, risico's en kansen (IRO's) rond ESG-thema’s (milieu, sociaal en governance). De uiteindelijke lijst van materiële IRO's wordt geïntegreerd in onze Enterprise Risk Management-tool ter ondersteuning van besluitvorming, risicoprioritering en strategische planning om de toewijzing van middelen en de waardecreatie op lange termijn te sturen.
Umicore’s raad van toezicht keurt de strategische richting en de doelen inzake duurzaamheid goed. Het duurzaamheidscomité en het auditcomité van de raad van toezicht monitoren en overzien de dubbele-materialiteitsanalyse, inclusief de impacts, risico's en kansen. Het benoemings- en remuneratiecomité zorgt ervoor dat duurzaamheidsprestaties worden meegenomen in de remuneratie van het management.
Het ELT is verantwoordelijk voor het bepalen en goedkeuren van de duurzaamheidsstrategie en voor het beheer en de prestaties inzake materiële IRO's, die minstens twee keer per jaar worden beoordeeld. Materiële IRO's die voortvloeien uit de dubbele-materialiteitsanalyse worden meegenomen in de overwegingen van het ELT over de algemene bedrijfsstrategie. De verantwoordelijkheid voor de algemene positieve impact van Umicore ligt bij de CEO. De Executive Vice President ESG zorgt ervoor dat de Groep de duurzaamheidsdoelen en -maatregelen realiseert.
Via het duurzaamheidscomité en het auditcomité beoordeelt de raad van toezicht de duurzaamheidsthema’s minstens vier keer per jaar, met input van interne of (waar relevant) externe experts. De thema’s omvatten Umicore’s dubbele-materialiteitsanalyse, de IRO-rapporteringseisen, het stappenplan voor decarbonisering en de CSRD-duurzaamheidsverklaring. De comités worden geïnformeerd over alle materiële IRO's.
Materiële IRO's worden minstens twee keer per jaar besproken door het ELT. Elk duurzaamheidsthema en -doel wordt toegewezen aan een relevante afdeling voor due diligence.
De integratie van duurzaamheidsdoelstellingen in beloningsregelingen voor relevant personeel komt aan bod in Toelichting G13 van de governanceverklaring, met inbegrip van evaluatiecriteria en hun afstemming op duurzaamheidsdoelstellingen.
Kernelementen van due diligence | Alinea’s in de duurzaamheidsverklaring |
---|---|
a) Due diligence integreren in governance, strategie en businessmodel | Zie ESRS GOV-1, ESRS GOV-2, ESRS GOV-3, ESRS GOV-5, CG Toelichting G4, CG Toelichting G5. |
b) Getroffen stakeholders betrekken bij alle belangrijke stappen van de due diligence | Zie ESRS GOV-2, ESRS 2 SBM-2, ESRS 2 IRO-1, S1-3, S1-2, S2-2 en S2-3, G1-1 |
c) Negatieve impacts in kaart brengen en beoordelen | Zie ESRS 2 IRO-1 en ESRS 2 SBM-3 |
d) Maatregelen nemen om die negatieve impacts aan te pakken | Zie de thematische standaard met het beleid, de maatregelen en de maatstaven die het scala aan maatregelen weergeven om op impacts te acteren |
e) De effectiviteit van die inspanningen monitoren en daarover communiceren | Zie de thematische standaard met het beleid, de maatregelen en de doelen om de effectiviteit te monitoren |
Rapporteringseisen voor risicobeheersing en interne controles over duurzaamheidsrapportering komen aan bod in Toelichting G14 van de verklaring inzake corporate governance.
De activiteiten van Umicore zijn ingedeeld in business groups en business units, die verschillende eindmarkten bedienen. Zo zijn onze inkomsten en ons klantenbestand gezond gediversifieerd. Voor meer informatie over onze producten en diensten en de markten en klanten die ze bedienen, zie Over ons. Umicore produceert geen producten voor en levert geen diensten aan activiteiten met betrekking tot steenkool, olie en gas, controversiële wapens of tabak.
Het totale personeelsbestand van de bedrijfsactiviteiten van Umicore komt aan bod in S1-6.
Umicore’s gesloten kringloopmodel is gericht op het creëren van positieve economische, sociale en milieu-impact. Duurzaamheid is verankerd in onze activiteiten, met belangrijke bedrijfsdoelstellingen gericht op de bevordering van circulariteit, de overgang naar schone mobiliteit en innovatie inzake duurzame materialen.
Onze duurzaamheidsambities worden gerealiseerd via onze vier business groups: Battery Materials, Catalysis, Recycling en Specialty Materials. Elk van die business groups streeft ernaar producten en diensten te leveren die de milieu-impact zoveel mogelijk helpen te beperken.
Door een brede waaier aan markten te bedienen (van de auto-industrie tot hightech fabricage) en wereldwijd actief te zijn, kunnen we tegemoet komen aan de vraag naar circulaire oplossingen dicht bij onze klanten en andere stakeholders. Een van de hoekstenen van onze aanpak is de samenwerking met innovatiepartners, zowel in de industrie als in de academische wereld. Onze strategie speelt in op wereldwijde megatrends, zoals de elektrificatie van mobiliteit, decarbonisering en de transitie naar een circulaire economie. Onze innovatiepijlers helpen ons bij te dragen aan elk van die megatrends.
Circulariteit door metaalrecyclage vormt een belangrijk onderdeel van de activiteiten van Umicore. Op het gebied van schone mobiliteit ontwikkelen we hoogperformante batterijmaterialen en katalyseoplossingen om de wereldwijde verschuiving naar emissiearme en emissievrije voertuigen te ondersteunen. Om de decarbonisering te ondersteunen, bevorderen we koolstofarme technologieën en processen, zoals innovaties in waterstofproductie en koolstofafvang.
Onze uitdagingen bestaan er onder meer in te voldoen aan de groeiende vraag naar geavanceerde materialen, de impact op het milieu zoveel mogelijk te beperken en de complexiteit van wereldwijde toeleveringsketens te beheersen. Om die uitdagingen aan te gaan, breiden we onze recyclagecapaciteiten uit om kritieke metalen efficiënt en op schaal terug te winnen, versnellen we het onderzoek naar de batterijchemicaliën en brandstofceltechnologieën van de volgende generatie en versterken we de samenwerking met stakeholders om oplossingen te ontwikkelen voor duurzame waardecreatie.
Het bedrijfsmodel van Umicore geeft voorrang aan duurzaamheid, ethische bevoorrading en innovatie doorheen de waardeketen. Door nauw samen te werken met stakeholders op alle niveaus – zowel intern als extern – ontwikkelt Umicore aangepaste materialen en processen die de veiligheid, de gezondheid, de recycleerbaarheid en de efficiëntie verbeteren. Die geïntegreerde aanpak beperkt de milieu-impact van activiteiten zoveel mogelijk en levert tegelijkertijd aanzienlijke voordelen, zoals het verminderen van emissies, het recycleren van metalen en het bouwen aan de mobiliteit van de toekomst. De relaties met stakeholders en de bijdragen van hoogopgeleide werknemers staan centraal in de verwezenlijking van Umicore’s missie om een evenwicht te vinden tussen economische, sociale en milieu-impact met het oog op een duurzamere toekomst. Voor meer informatie, zie Over ons.
Als beursgenoteerde onderneming met activiteiten op vijf continenten werkt Umicore samen met diverse stakeholders in haar waardeketen, van wie de belangen en standpunten een directe invloed hebben op ons succes. Onze lokale aanpak zorgt voor aangepaste betrokkenheidsstrategieën in lijn met onze bedrijfs- en duurzaamheidsdoelstellingen. Umicore betrekt stakeholders en gebruikers van de duurzaamheidsverklaring, waaronder:
Leveranciers
De teams van Purchasing & Transportation en Business Supply versterken de betrokkenheid van leveranciers via fysieke meetings, online gesprekken en een leveranciersportaal. Het doel van die interacties bestaat erin samenwerking, de naleving van het beleid voor verantwoorde bevoorrading en de transparantie in de toeleveringsketen te bevorderen. De ingewonnen inzichten dienen als input voor de inkoopstrategieën.
Werknemers
De werknemers staan centraal in het succes van Umicore. De teams van People & Organization (P&O) en Internal Communication versterken de betrokkenheid van de werknemers via enquêtes, town hall meetings, opleidingen en leerplatforms. Die interacties zijn bedoeld om de werknemers te betrekken bij de doelstellingen van de Groep, input te verzamelen voor verbeteringen op de werkplek en de betrokkenheid en het welzijn te bevorderen. De resultaten dienen als input voor het beleid op de werkplek, opleidingsprogramma's voor werknemers en initiatieven zoals mechanismen voor interne koolstofbeprijzing. Umicore ondersteunt collectieve arbeidsonderhandelingen en heeft een wereldwijde overeenkomst voor duurzame ontwikkeling met IndustriALL Global Union om thema’s zoals arbeidsomstandigheden, mensenrechten en milieubescherming aan te pakken.
Klanten
De commerciële teams van de business units onderhouden contacten met de klanten via nauwe samenwerking, tevredenheidsenquêtes en een focus op het leveren van duurzame, hoogwaardige materiaaloplossingen.
Lokale gemeenschappen
De sitemanagementteams versterken het engagement met lokale gemeenschappen via activiteiten zoals openbare raadplegingen, town hall meetings en partnerschappen om lokale problemen aan te pakken en een vertrouwensband op te bouwen. De ingewonnen feedback dient als input voor de effectbeoordelingen op siteniveau en de gemeenschapsprogramma's.
Beleggers
Het Investor Relations-team versterkt de betrokkenheid van de beleggers via roadshows, fysieke, online en hybride events, jaarlijkse algemene vergaderingen, directe communicatie, persberichten en andere publicaties met updates over de resultaten van de Groep. Die interacties zijn bedoeld om transparantie te bieden, feedback te verzamelen over de strategische prioriteiten van de kapitaalmarkt en financiële en ESG-doelstellingen op elkaar af te stemmen.
Regelgevende en overheidsinstanties
De contacten met regelgevende en overheidsinstanties worden beheerd door het Government Affairs-team, dat samenwerkt met de Umicore-deskundigen ter zake bij contacten met sectorverenigingen. Die interacties in de vorm van directe deelname aan beleidsdialogen en reacties op openbare raadplegingen zorgen voor betrokkenheid bij evoluerende regelgeving en een proactieve bijdrage aan beleidsvorming.
Umicore zet zich in voor schone mobiliteit, initiatieven inzake circulaire economie en efficiënt grondstoffengebruik in haar bijdragen aan ontwikkelingen op het vlak van regelgeving. De resultaten dienen als input voor de strategische planning, vooral op gebieden als circulaire economie of regelgeving voor batterijen en normen voor verantwoorde bevoorrading. Die activiteiten zorgen voor een betere afstemming met de regelgeving en bevorderen innovatie op de lange termijn.
Umicore erkent ook de natuur als een stille stakeholder. Hoewel de dubbele-materialiteitsanalyse biodiversiteit (ESRS E4) niet identificeerde als een materieel thema voor de Groep hebben milieudeskundigen bijgedragen aan de effectbeoordelingen van duurzaamheidsthema's in de DMA om de belangen van de natuur te vertegenwoordigen. Intern dienen de milieuprestatiebeoordelingen als input voor de sitemanagementplannen.
We analyseren systematisch de stakeholderbelangen door middel van onze betrokkenheidsactiviteiten, dubbele-materialiteitsanalyses en due-diligenceprocessen. Belangrijke belangen van stakeholders – zoals decarbonisering, transparantie van de toeleveringsketen, praktijken in de circulaire economie, duurzaamheidsgovernance en risicobeheersing – dienen als input voor prestatiebeoordelingen en strategische analyses.
De standpunten en belangen van stakeholders worden regelmatig gecommuniceerd aan het ELT en de raad van toezicht via vaste rapporteringskanalen. Het gaat hierbij onder meer om duurzaamheidsevaluaties, risicobeoordelingen en individuele gesprekken met leden. De raad van toezicht beoordeelt de relevantie en het strategisch belang van de stakeholderbelangen en zorgt ervoor dat ze afgestemd zijn op de regelgeving en de strategische prioriteiten.
Umicore evalueert de impacts, risico's en kansen met betrekking tot materiële ESG-thema’s (milieu, sociaal en governance) door te analyseren hoe die elementen aansluiten bij onze strategie en ons bedrijfsmodel. Die beoordeling omvat inzichten verkregen door contacten met zowel interne als externe stakeholders en zorgt ervoor dat we zowel de impact-materialiteit als de financiële materialiteit behandelen. Het resultaat is een uitgebreid overzicht van onze materiële impacts, risico's en kansen doorheen de waardeketen.
De huidige financiële effecten van de geïdentificeerde materiële risico's en kansen zijn beperkt en niet materieel. De middelen die worden gebruikt voor de naleving van de CSRD en de EU-taxonomie zijn licht gestegen tegenover het vorige verslagjaar. Met name de kosten voor assurance met een beperkte mate van zekerheid over duurzaamheidsrapportering zijn aanzienlijk gestegen door de implementatie van de CSRD.
2024 was het eerste jaar waarin Umicore een dubbele-materialiteitsanalyse uitvoerde zoals gedefinieerd door de ESRS. Dat resulteerde in een nieuwe aanpak voor de rapportering over onze materiële impacts, risico's en kansen. We rapporteren materiële IRO's die vallen onder de ESRS-rapporteringseisen. We rapporteren geen bijkomende entiteitspecifieke informatie.
Aan het begin van elk hoofdstuk over een materieel thema staat een beschrijving van de geïdentificeerde impacts, risico's en kansen. Die beschrijvingen bevatten ook de locaties binnen de waardeketen en de verwachte tijdshorizon van de impacts. Voor meer informatie over de belangrijkste risico's voor de Groep, zie Toelichting G14 van de verklaring inzake corporate governance.
Umicore voerde in 2023 een dubbele-materialiteitsanalyse (DMA) uit en wijzigde in 2024 haar aanpak in lijn met de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), de Europese richtlijn voor duurzaamheidsrapportering. Bij die evaluatie op groepsniveau werden ESG-kwesties (milieu, sociaal en governance) in de hele waardeketen beoordeeld. Het jaarlijkse DMA-proces zorgt voor een voortdurende evaluatie van impacts, risico's en kansen en de integratie van de resultaten in ons risicobeheerkader. Zo wordt duurzaamheid naast andere bedrijfsprioriteiten een motor voor waardecreatie op lange termijn.
De beoordeling werd ondersteund door een AI-platform voor het analyseren van ESG-impacts, risico's en kansen uit bedrijfsdocumenten, regelgeving, nieuws, media en interne enquêtes. Indirecte stakeholderinzichten uit het platform werden aangevuld met directe betrokkenheid van de belangrijkste stakeholders. De relevante interne deskundigen ter zake evalueerden de financiële materialiteit en beoordeelden de impact-materialiteit.
Materiële thema's werden geïdentificeerd via een proces in twee stappen: het bepalen van een drempelwaarde voor materialiteit om te voldoen aan de vereiste van het tweeledige perspectief en vervolgens een drempelwaarde voor relevantie om prioriteit te geven aan onderwerpen met materiële implicaties. De uitkomsten werden besproken met het ELT en beoordeeld door de raad van toezicht om het toepassingsgebied, de relevantie en het strategische belang van die onderwerpen af te stemmen op zowel de vereisten van de regelgeving als de strategische prioriteiten.
Om de materiële impacts, risico's en kansen te identificeren hebben we ons gericht op activiteiten, geografische gebieden, zakelijke relaties en andere factoren die leiden tot een verhoogd risico op ongunstige impacts. Hierbij werd onze betrokkenheid volledig opgenomen in de beoordeling, hetzij direct via onze activiteiten, hetzij indirect via onze ruimere zakelijke relaties.
Impact-materialiteit
Umicore beoordeelt impact-materialiteit door de potentiële en daadwerkelijke impacts van onze activiteiten in kaart te brengen, met inbegrip van upstream- en downstreamactiviteiten, producten, diensten en zakelijke relaties, met een invloed op zowel mensen als het milieu. Dat proces is ingebed in ons due-diligencekader om die impacts systematisch te identificeren, beoordelen, prioriteren en monitoren.
Voor elke ESRS werd een beroep gedaan op interne experts ter zake om het belang van die impacts te beoordelen. De respondenten beoordeelden de ecologische, sociale en economische implicaties van de activiteiten, producten en relaties van Umicore. Impacts werden beoordeeld op basis van hun schaal, reikwijdte en onomkeerbaarheid (voor negatieve impacts) en hun waarschijnlijkheid (voor potentiële impacts).
Financiële materialiteit
Umicore beoordeelt de financiële materialiteit zowel aan de hand van financiële, commerciële en reputatierisico's verbonden aan ESG-thema’s, als aan de hand van die uit zakelijke relaties. Die beoordeling wordt uitgevoerd met input van de relevante interne experts en met behulp van speciale tools. Geavanceerde modellering evalueert de potentiële financiële impact van fysieke klimaatrisico's op de activa van de Groep, aan de hand van locatiespecifieke gegevens over klimaatgevaren en scenarioanalyses. Die inzichten ondersteunen de prioritering van duurzaamheidsrisico's in ons algehele risicobeheerkader. We pasten dezelfde drempels voor financiële materialiteit toe als in ons Enterprise Risk Management-raamwerk.
De duurzaamheidsrisico's zijn geïntegreerd in Umicore’s bredere risicobeheerkader. Het proces maakt gebruik van geavanceerde beoordelingstools om risico's, kansen en afhankelijkheden te evalueren en zorgt tegelijkertijd voor afstemming met het totale risicoprofiel van de Groep. Aan risico's en kansen wordt een score toegekend op basis van hun omvang, waarschijnlijkheid (alleen voor risico's en kansen) en soort van financiële impact. Belangrijk hierbij was de samenwerking tussen de verschillende afdelingen en tools voor het behoud van de gegevensintegriteit, op basis van duidelijk afgebakende rollen, grenswaardes en interne-controlecycli. De beheersing van duurzaamheidsrisico's is geïmplementeerd op basis van risico's binnen de bedrijfsprocessen en valt onder de interne-controlecycli. Voor meer informatie over de interne-controleprocedures, zie Toelichting G14 van de verklaring inzake corporate governance.
Met het oog op consistentie sluiten beoordelingen van de financiële materialiteit aan op de algemene beoordeling van de bedrijfsvoeringsrisico’s. Geïdentificeerde impacts, risico's en kansen (IRO's) worden vergeleken met de beoordeling van de bedrijfsvoeringsrisico’s met het oog op aansluiting. De definitieve lijst van materiële IRO's wordt gevalideerd door het ELT van Umicore en beoordeeld door het duurzaamheidscomité en het auditcomité van de raad van toezicht. Na validatie worden IRO's geïntegreerd in onze Enterprise Risk Management-tool.
Bijlagen 1 en 2 van de duurzaamheidsverklaring geven een overzicht van alle ESRS-rapporteringseisen uit ESRS 2 en de thematische standaarden die voor Umicore als materieel worden beschouwd. Die vereisten dienden als leidraad bij het opstellen van onze duurzaamheidsverklaring. Rapporteringseisen uit de thematische standaarden E4, S3 en S4 zijn uitgesloten, omdat die onder onze drempelwaardes voor materialiteit vallen. De tabellen verwijzen naar specifieke informatie in de duurzaamheidsverklaring en geven aan waar informatie buiten de duurzaamheidsverklaring en opgenomen door middel van verwijzing te vinden is in dit jaarverslag.
De Europese Unie stelde een actieplan op om duurzame groei te financieren, met als doel kapitaalstromen om te buigen naar duurzamere economische activiteiten. Dit maakt deel uit van de inspanningen om de doelstellingen van de Europese Green Deal te bereiken en Europa tegen 2050 klimaatneutraal te maken.
In 2021 introduceerde de Europese Unie de EU-taxonomie, een classificatiesysteem dat duidelijk maakt welke economische activiteiten als ecologisch duurzaam kunnen worden aangemerkt. De EU-Taxonomieverordening omvat zes milieudoelstellingen:
Klimaatmitigatie
Klimaatadaptatie
Duurzaam gebruik en bescherming van water en mariene hulpbronnen
Transitie naar een circulaire economie
Preventie en bestrijding van verontreiniging
Bescherming en herstel van de biodiversiteit en ecosystemen
Umicore onderzocht of haar producten en diensten in aanmerking komen voor de Taxonomieverordening (EU) 2020/852 en de vervolgens gepubliceerde gedelegeerde handelingen. In het Geïntegreerd Jaarverslag 2021 rapporteerden we over de beoordeling van het in aanmerking komen voor de taxonomie van onze economische activiteiten voor twee van de zes milieudoelstellingen: klimaatmitigatie en klimaatadaptatie. In het Geïntegreerd Jaarverslag 2022 beoordeelden we de in aanmerking komende activiteiten van Umicore op basis van de afstemmingscriteria van de EU-Taxonomieverordening voor dezelfde twee milieudoelstellingen.
In november 2023 publiceerde de EU Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2486 (‘de Gedelegeerde Handeling Milieu’) tot aanvulling van de EU-Taxonomieverordening (EU) 2020/852 door technische screeningcriteria vast te stellen om de voorwaarden te bepalen waaronder een specifieke economische activiteit kan worden aangemerkt als substantieel bijdragend aan het duurzaam gebruik en de bescherming van water en mariene hulpbronnen, aan de transitie naar een circulaire economie, aan de preventie en bestrijding van verontreiniging of aan de bescherming en het herstel van de biodiversiteit en ecosystemen.
De EU heeft ook Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2485 goedgekeurd tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2139 door vaststelling van aanvullende technische screeningcriteria om de voorwaarden te bepalen waaronder specifieke economische activiteiten kunnen worden aangemerkt als substantieel bijdragend aan de klimaatmitigatie of klimaatadaptatie.
De resultaten van Umicore's beoordeling van het in aanmerking komen voor en de afstemming op de EU-taxonomie van 2024 vindt u in de onderstaande punten.
Op basis van de lijst van in aanmerking komende economische activiteiten die tot nu toe in de Taxonomieverordening worden aangewezen als activiteiten die substantieel bijdragen aan de zes doelstellingen evalueerden we welke van de economische activiteiten van Umicore beschouwd kunnen worden als in aanmerking komende economische activiteiten. Hiervoor werd de in 2023 uitgevoerde beoordeling van het in aanmerking komen opnieuw bekeken.
In die beoordeling hielden we rekening met de omzetgenererende economische activiteiten van Umicore die verband houden met producten en diensten die op de markt worden gebracht. Interne industriële activiteiten die geen omzet genereren werden buiten beschouwing gelaten. De interne loop tussen de business units van Umicore is een belangrijk kenmerk van de manier waarop het unieke businessmodel van Umicore de complementariteit van haar activiteitenportefeuille maximaliseert en tegelijk de impact op het klimaat en het milieu zoveel mogelijk beperkt.
Die beoordeling bevestigde opnieuw dat een subset van Umicore’s producten en diensten bijdraagt tot twee voor de EU-taxonomie in aanmerking komende activiteiten waarvan is vastgesteld dat ze aanzienlijk bijdragen aan de doelstelling van klimaatmitigatie. Die activiteiten zijn 'fabricage van batterijen’ en ‘fabricage van apparatuur voor de productie en het gebruik van waterstof’. Er is bevestigd dat die voor de EU-taxonomie in aanmerking komende activiteiten op de EU-taxonomie zijn afgestemd. Bovendien, zoals vereist door Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1214 van de Commissie, wordt expliciet vermeld dat geen van de Umicore-activiteiten die beoordeeld zijn voor de taxonomierapportering verband houden met activiteiten die vermeld zijn in de aanvullende gedelegeerde handeling klimaat inzake nucleaire en gasactiviteiten. Voor meer informatie, zie Bijlage 3 in de duurzaamheidsverklaring.
OP EU-TAXONOMIE AFGESTEMDE ACTIVITEITEN | Omzet1 | CapEx2 | OpEx3 |
---|---|---|---|
Op de EU-taxonomie afgestemde activiteiten voor klimaatmitigatie (in miljoen euro)4 | 709 | 350 | 124 |
Op de EU-taxonomie afgestemde activiteiten voor klimaatmitigatie (in %)4 | 4,8% | 55,5% | 37,1% |
Totaal Umicore-activiteiten (in miljoen euro)4 | 14.854 | 632 | 336 |
In samenwerking met de business units bepaalden we waar Umicore-producten en -diensten in aanmerking komen voor de activiteiten die worden beschouwd als bijdragend tot de zes doelstellingen van de EU-taxonomie.
Een belangrijk aandachtspunt bij de beoordeling was het vermijden van dubbeltellingen, wat wij op twee manieren aanpakten:
door alle transacties tussen groepsondernemingen uit te sluiten en enkel rekening te houden met de omzetgenererende economische activiteit voor een specifieke business unit of business group
door een activiteit slechts mee te tellen voor één enkele doelstelling indien Umicore-activiteiten in aanmerking konden komen voor verschillende doelstellingen van de EU-taxonomie
We beoordeelden onze taxonomierapportering van voorgaande jaren opnieuw in het licht van de laatste versie van de Gedelegeerde Handelingen. In lijn met de rapportering van vorig jaar worden in de huidige technische screeningbeschrijving van de voor de EU-taxonomie in aanmerking komende activiteiten enkele belangrijke Umicore-activiteiten specifiek uitgesloten.
In onze business group Catalysis zijn de activiteiten die gericht zijn op het beperken van toxische luchtvervuiling uitgesloten van de taxonomie omdat de in aanmerking komende activiteit gericht is op emissievrije voertuigen. Umicore’s recyclageactiviteiten spelen een cruciale rol in de transitie van het gebruik van primaire grondstoffen naar een maximaal (her)gebruik van secundaire grondstoffen. Die zijn inherent minder koolstofintensief en vallen momenteel niet onder het toepassingsgebied van de EU-taxonomierapportering, omdat de in aanmerking komende activiteiten zoals vandaag bepaald in de Gedelegeerde Handelingen gericht zijn op de transformatie en voorbehandeling van afval.
Economische activiteiten die nog niet onder de EU-taxonomie vallen, zijn opgenomen als niet voor de taxonomie in aanmerking komende activiteiten. Umicore’s producten en diensten zijn evenzeer gericht op het leveren van oplossingen voor een duurzame toekomst als op het ondersteunen van de transitie. We zullen blijven zorgen voor een transparante rapportering en we blijven de ontwikkeling van nieuwe in aanmerking komende activiteiten en rapporteringscriteria op de voet volgen, als onderdeel van het onlangs aangekondigde nieuwe mandaat van de Europese Commissie om het taxonomiekader te vereenvoudigen en de effectiviteit ervan te verbeteren.
Umicore heeft activiteiten die overeenstemmen met deze voor de taxonomie in aanmerking komende activiteit: “De fabricage van batterijen, batterijpakken en accu's voor vervoer, stationaire en niet aan het net gekoppelde energieopslag en andere industriële toepassingen. Dit omvat de fabricage van de respectieve componenten (actieve materialen voor batterijen, batterijcellen, behuizingen en elektronische onderdelen) en de recycling van afgedankte batterijen.”
Umicore levert actieve materialen voor herlaadbare batterijen voor gebruik in elektrische voertuigen, energieopslagsystemen en draagbare elektronica. Dat is een faciliterende activiteit omdat die kan bijdragen aan de substantiële reductie van broeikasgasemissies voor vervoer, stationaire en niet aan het net gekoppelde energieopslag. De fabricage van batterijmaterialen voor de markt van draagbare elektronica wordt niet beschouwd als een in aanmerking komende activiteit omdat er geen rechtstreeks verband is met substantiële broeikasgasemissiereducties. In de beoordeling is enkel rekening gehouden met de kathodematerialen voor gebruik voor elektrische voertuigen en energieopslagsystemen. Dat omvat ook alle specifieke O&O-activiteiten rond anodematerialen voor elektrische voertuigen en energieopslagsystemen.
Naast de fabricage van materialen voor herlaadbare batterijen levert Umicore recyclagediensten voor lithium-ionbatterijen over de hele waardeketen van alle mogelijke toepassingen over de hele wereld. Umicore streeft ernaar totaaloplossingen aan te bieden voor recyclingdiensten voor lithium-ionbatterijen met toonaangevende terugwinningsniveaus voor kritieke metalen zoals nikkel, kobalt en lithium. De recyclingdiensten over de hele waardeketen werden opgenomen in de beoordeling.
Umicore’s activiteit draagt bij aan de doelstelling van klimaatmitigatie omdat batterijen voor elektrische voertuigen en energieopslagsystemen een alternatief vormen voor voertuigen met een verbrandingsmotor en energieopwekkingstechnologieën die broeikasgassen uitstoten.
Umicore heeft activiteiten die overeenstemmen met deze voor de EU-taxonomie in aanmerking komende economische activiteit: “Fabricage van apparatuur voor de productie en het gebruik van waterstof”.
Umicore produceert protonuitwisselingsmembraanbrandstofcel (PEMFC)-katalysatoren voor de productie van waterstofenergie in voertuigen. Voertuigen aangedreven door brandstofcellen bieden het beste van twee werelden: een groter rijbereik en korte oplaadtijden in combinatie met een nuluitstoot tijdens de gebruiksfase. Die voordelen maken wagens aangedreven door brandstofcellen bijzonder aantrekkelijk voor langeafstands- of energie-intensief vervoer. Umicore’s activiteit is een faciliterende activiteit voor de productie en het gebruik van waterstof omdat het kan bijdragen aan de substantiële reductie van broeikasgasemissies voor vervoer. Daarbij werd enkel rekening gehouden met de business line voor brandstofcellen en werd de business line voor stationaire katalysatoren buiten beschouwing gelaten.
Om de afstemming van Umicore’s voor de EU-taxonomie in aanmerking komende activiteiten te beoordelen, analyseerden we de afstemmingscriteria zoals bepaald in de gedelegeerde handelingen van de EU-Taxonomieverordening. Het proces omvatte drie stappen voor de afstemmingsbeoordeling:
Voor de economische activiteiten van Umicore die werden geïdentificeerd als voor de taxonomie in aanmerking komend werden de technische screeningcriteria nauwkeurig geanalyseerd. Zowel 'fabricage van batterijen' als 'fabricage van apparatuur voor de productie en het gebruik van waterstof' werden beoordeeld als activiteiten die een substantiële bijdrage leveren aan de klimaatmitigatie conform de activiteitspecifieke criteria. Beide economische activiteiten faciliteren andere sectoren om broeikasgasemissies te beperken (verminderen of vermijden) door de elektrificatie van het vervoer en de toepassing van energieopslagsystemen.
Om te beoordelen of Umicore’s in aanmerking komende economische activiteiten voldoen aan de DNSH-criteria hebben we alle relevante activiteiten getoetst aan de specifieke criteria zoals vastgelegd voor de EU-taxonomievereisten. Er werd geoordeeld dat onze in aanmerking komende activiteiten voor klimaatmitigatie geen ernstige afbreuk doen aan de EU-doelstellingen inzake de vijf andere milieudoelstellingen. Umicore heeft daarom haar economische activiteiten getoetst aan de specifieke vereisten, waaronder het bestaan van de vereiste klimaatrisico- en kwetsbaarheidsbeoordeling van de activiteiten, beoordelingen van risico’s van milieudegradatie, de toepassing van circulaire ondernemingspraktijken, het vermijden van gevaarlijke stoffen en milieueffectbeoordelingen. Op basis van de uitgevoerde beoordeling concludeerde Umicore dat haar in aanmerking komende activiteiten voldoen aan de DNSH-criteria.
Als laatste stap in de taxonomie-afstemmingsbeoordeling heeft Umicore haar in aanmerking komende economische activiteiten getoetst aan de minimumgaranties. De minimumgaranties vereisen de uitvoering van een taxonomie-activiteit in overeenstemming met de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen en de leidende beginselen van de VN inzake bedrijfsleven en mensenrechten, met inbegrip van de verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie betreffende de fundamentele principes en rechten op het werk, de acht fundamentele verdragen van de IAO en het Internationaal Statuut van de Rechten van de Mens. Umicore voerde een beoordeling uit van haar relevante processen, procedures, beleidslijnen en interne controles inzake de minimumgaranties en evalueerde het relevante resultaat van de praktijken inzake nalevingsbeheer. Daarbij baseerden we ons op de richtlijnen uit het eindverslag over minimumgaranties van het EU-platform voor duurzame financiering. Door middel van die beoordeling evalueerden we of de beheerprocessen en de resultaten van die processen zijn afgestemd op de vereisten van de minimumgaranties.
Op basis van de drie stappen van de afstemmingsbeoordeling zoals hierboven beschreven concludeerde Umicore dat de activiteiten die zijn geïdentificeerd als voor de taxonomie in aanmerking komend ook op de taxonomie zijn afgestemd.
De internationale standaarden voor financiële verslaggeving (IFRS – International Financial Reporting Standards) vereisen het rapporteren van omzet in de gesegmenteerde informatie (Toelichting F7 van de jaarrekening). Omzet wordt gedefinieerd als de som van alle uitgaande verkoopfacturen en omvat de metaalverkoop. Bij een stijging van de metaalprijzen stijgt de omzet. Omdat dit niet het gevolg is van een toegenomen bedrijfsactiviteit, leidt het ook niet automatisch tot een betere rentabiliteit. De door Umicore gepubliceerde IFRS-omzet werd geanalyseerd en de Groep concludeerde dat de definitie overeenstemt met de omzet-KPI vereist voor EU-taxonomiedoeleinden. Om dubbeltellingen te vermijden, is enkel externe omzet in aanmerking genomen.
Voor de KPI rond investeringsuitgaven (CapEx) vereist de EU-taxonomie de opname van alle toevoegingen aan materiële en immateriële activa tijdens het boekjaar, vóór waardeverminderingen, afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. Het omvat ook de materiële en immateriële activa die voortvloeien uit bedrijfscombinaties en de leaseovereenkomsten die leiden tot de opname van een met een gebruiksrecht overeenstemmend actief conform IFRS 16.
De definitie van geactiveerde uitgaven bij Umicore (zie Woordenlijst) is restrictiever dan de definitie in de EU-taxonomie omdat het gaat over geactiveerde investeringen in materiële en immateriële activa, met uitzondering van geactiveerde O&O-kosten. Als immateriële activa geactiveerde O&O-kosten (€ 28 miljoen onder Toelichtingen F8 en F14), nieuwe geactiveerde leaseovereenkomsten (€ 30 miljoen onder Toelichting F16) en bedrijfscombinaties (€ 20 miljoen onder Toelichtingen F16 en F14), indien van toepassing tijdens de periode, vertegenwoordigen dus verschillen tussen de CapEx-KPI zoals vermeld in de Umicore-jaarrekening en de CapEx-KPI zoals gedefinieerd door de EU-taxonomie. Om dubbeltellingen te vermijden, zijn enkel externe investeringsuitgaven in aanmerking genomen voor de EU-taxonomie.
Voor de KPI rond bedrijfsuitgaven (OpEx) vereist de EU-taxonomie de opname van een beperkt aantal posten in vergelijking met het aantal posten opgenomen in de totale bedrijfsuitgaven zoals gerapporteerd door Umicore in de jaarrekening (Toelichting F9 van de jaarrekening). De EU-taxonomie omvat enkel directe niet-geactiveerde kosten in verband met onderzoek en ontwikkeling, maatregelen voor de renovatie van gebouwen, leaseovereenkomsten van korte duur, onderhoud en reparatie, en alle andere directe uitgaven in verband met het dagelijkse onderhoud van materiële vaste activa door de onderneming of door derden waaraan activiteiten zijn uitbesteed die nodig zijn voor een continu en doeltreffend functioneren van dergelijke activa. Om dubbeltellingen te vermijden, zijn enkel de kosten geïnitieerd in de oorspronkelijke in aanmerking komende activiteit in aanmerking genomen. Umicore’s joint ventures en geassocieerde ondernemingen werden niet opgenomen in de beoordeling van Umicore’s in aanmerking komende activiteiten.
Tot slot dient te worden opgemerkt dat de toerekening in de teller voor de drie vereiste EU-taxonomie-KPI’s is gebaseerd op Umicore’s interne financiële verslaggeving, waarin die KPI's worden vastgelegd per business line of per specifieke markt. De respectieve business unit-controllers hebben in onderling overleg vastgesteld welke van hun activiteiten in aanmerking komen en hebben de gegevens centraal gerapporteerd.
De gerapporteerde KPI's voor het in aanmerking komen voor en de afstemming op de EU-taxonomie zijn nauw verbonden met Umicore’s financiële resultaten. Voor meer informatie, zie Jaarrekening.
J: Ja, activiteit in aanmerking voor de taxonomie en activiteit afgestemd met de taxonomie voor het relevante milieuobjectief
N: Neen, activiteit in aanmerking voor de taxonomie, maar niet in afstemming voor het relevante milieuobjectief
NIAK: Niet in aanmerking, activiteit komt niet in aanmerking voor het relevante milieuobjectief
IAK: Activiteit is in aanmerking voor het relevante milieuobjectief
KM: Klimaatmitigatie
KA: Klimaatadaptati.
WMH: Duurzaam gebruik en bescherming van water en mariene hulpbronnen
CE: Transitie naar een circulaire economie
PBV: Preventie en bestrijding van verontreiniging
BIO: Bescherming en herstel van de biodiversiteit en ecosystemen
Boekjaar 2024 | 2024 | Criteria voor substantiële bijdrage | DNSH-criteria (‘Geen ernstige afbreuk doen aan’) | ||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Economische activiteiten | Code | Omzet | Aandeel van omzet, jaar 2024 | Klimaatmitigatie | Klimaatadaptatie | Water | Verontreiniging | Circulaire economie | Biodiversiteit | Klimaatmitigatie | Klimaatadaptatie | Water | Verontreiniging | Circulaire economie | Biodiversiteit | Minimumgaranties | Aandeel van op taxonomie afgestemde (A.1.) of ervoor in aanmerking komende (A.2.) omzet, jaar 2023 | Categorie faciliterende activiteit | Categorie transitie-ondersteunende activiteit |
EUR | % | J; N; NIAK | J; N; NIAK | J; N; NIAK | J; N; NIAK | J; N; NIAK | J; N; NIAK | J/N | J/N | J/N | J/N | J/N | J/N | J/N | % | F | T | ||
A. VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN | |||||||||||||||||||
A.1. Ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd) | |||||||||||||||||||
3.4. Fabricage van batterijen | KM 3.4. | 686.898.734 | 4,6% | J | NIAK | NIAK | NIAK | NIAK | NIAK | J | J | J | J | J | J | 7,9% | F | ||
3.2. Fabricage van apparatuur voor de productie en het gebruik van waterstof | KM 3.2. | 22.514.350 | 0,2% | J | NIAK | NIAK | NIAK | NIAK | NIAK | J | J | J | J | J | J | 0,2% | F | ||
Omzet van ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd) (A.1) | 709.413.084 | 4,8% | 4,8% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 8,1% | ||||||||||
Waarvan faciliterend | 709.413.084 | 4,8% | 4,8% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 8,1% | F | |||||||||
Waarvan transitie-ondersteunend | 0 | 0% | 0% | 0% | T | ||||||||||||||
A.2 Voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) | |||||||||||||||||||
IAK; NIAK | IAK; NIAK | IAK; NIAK | IAK; NIAK | IAK; NIAK | IAK; NIAK | ||||||||||||||
3.4. Fabricage van batterijen | KM 3.4. | 0 | 0% | J | NIAK | NIAK | NIAK | NIAK | NIAK | 0% | |||||||||
3.2. Fabricage van apparatuur voor de productie en het gebruik van waterstof | KM 3.2. | 0 | 0% | J | NIAK | NIAK | NIAK | NIAK | NIAK | 0% | |||||||||
Omzet van voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) (A.2) | 0 | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | ||||||||||
A. Omzet van voor de taxonomie in aanmerking komende activiteiten (A1 + A2) | 709.413.084 | 4,8% | 4,8% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 8,1% | ||||||||||
B. NIET VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN | |||||||||||||||||||
Omzet van niet voor de taxonomie in aanmerking komende activiteiten | 14.144.267.710 | 95,2% | |||||||||||||||||
TOTAAL | 14.853.680.794 | 100% |
Aandeel van omzet/totale omzet | ||
---|---|---|
Op de taxonomie afgestemd per doelstelling | Voor de taxonomie in aanmerking komend per doelstelling | |
KM | 4,8% | 4,8% |
KA | - | - |
WTR | - | - |
CE | - | - |
PBV | - | - |
BIO | - | - |
Boekjaar 2024 | 2024 | Criteria voor substantiële bijdrage | DNSH-criteria (‘Geen ernstige afbreuk doen aan’) | ||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Economische activiteiten | Code | CapEx | Aandeel van CapEx, jaar 2024 | Klimaatmitigatie | Klimaatadaptatie | Water | Verontreiniging | Circulaire economie | Biodiversiteit | Klimaatmitigatie | Klimaatadaptatie | Water | Verontreiniging | Circulaire economie | Biodiversiteit | Minimumgaranties | Aandeel van op taxonomie afgestemde (A.1.) of ervoor in aanmerking komende (A.2.) CapEx, jaar 2023 | Categorie faciliterende activiteit | Categorie transitie-ondersteunende activiteit |
EUR | % | J; N; NIAK | J; N; NIAK | J; N; NIAK | J; N; NIAK | J; N; NIAK | J; N; NIAK | J/N | J/N | J/N | J/N | J/N | J/N | J/N | % | F | T | ||
A. VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN | |||||||||||||||||||
A.1. Ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd) | |||||||||||||||||||
3.4. Fabricage van batterijen | KM 3.4. | 327.340.410 | 51,8% | J | NIAK | NIAK | NIAK | NIAK | NIAK | J | J | J | J | J | J | 66,3% | F | ||
3.2. Fabricage van apparatuur voor de productie en het gebruik van waterstof | KM 3.2. | 23.139.962 | 3,7% | J | NIAK | NIAK | NIAK | NIAK | NIAK | J | J | J | J | J | J | 1,3% | F | ||
CapEx van ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd) (A.1) | 350.480.372 | 55,5% | 55,5% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 67,5% | ||||||||||
Waarvan faciliterend | 350.480.372 | 55,5% | 55,5% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 67,5% | F | |||||||||
Waarvan transitie-ondersteunend | 0 | 0% | 0% | 0% | T | ||||||||||||||
A.2 Voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) (g) | |||||||||||||||||||
IAK; NIAK | IAK; NIAK | IAK; NIAK | IAK; NIAK | IAK; NIAK | IAK; NIAK | ||||||||||||||
3.4. Fabricage van batterijen | KM 3.4. | 0 | 0% | J | NIAK | NIAK | NIAK | NIAK | NIAK | 0% | |||||||||
3.2. Fabricage van apparatuur voor de productie en het gebruik van waterstof | KM 3.2. | 0 | 0% | J | NIAK | NIAK | NIAK | NIAK | NIAK | 0% | |||||||||
CapEx van voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) (A.2) | 0 | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | ||||||||||
A. CapEx van voor de taxonomie in aanmerking komende activiteiten (A1 + A2) | 350.480.372 | 55,5% | 55,5% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 67,5% | ||||||||||
B. NIET VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN | |||||||||||||||||||
CapEx van niet voor de taxonomie in aanmerking komende activiteiten | 281.370.494 | 44,5% | |||||||||||||||||
TOTAAL | 631.850.866 | 100% |
Aandeel van CapEx/totale CapEx | ||
---|---|---|
Op de taxonomie afgestemd per doelstelling | Voor de taxonomie in aanmerking komend per doelstelling | |
KM | 55,5% | 55,5% |
KA | - | - |
WTR | - | - |
CE | - | - |
PBV | - | - |
BIO | - | - |
Boekjaar 2024 | 2024 | Criteria voor substantiële bijdrage | DNSH-criteria (‘Geen ernstige afbreuk doen aan’) | ||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Economische activiteiten | Code | OpEx | Aandeel van OpEx, jaar 2024 | Klimaatmitigatie | Klimaatadaptatie | Water | Verontreiniging | Circulaire economie | Biodiversiteit | Klimaatmitigatie | Klimaatadaptatie | Water | Verontreiniging | Circulaire economie | Biodiversiteit | Minimumgaranties | Aandeel van op taxonomie afgestemde (A.1.) of ervoor in aanmerking komende (A.2.) OpEx, jaar 2023 | Categorie faciliterende activiteit | Categorie transitie-ondersteunende activiteit |
Tekst | EUR | % | J; N; NIAK | J; N; NIAK | J; N; NIAK | J; N; NIAK | J; N; NIAK | J; N; NIAK | J/N | J/N | J/N | J/N | J/N | J/N | J/N | % | F | T | |
A. VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN | |||||||||||||||||||
A.1. Ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd) | |||||||||||||||||||
3.4. Fabricage van batterijen | KM 3.4. | 118.569.907 | 35,3% | J | NIAK | NIAK | NIAK | NIAK | NIAK | J | J | J | J | J | J | 32,0% | F | ||
3.2. Fabricage van apparatuur voor de productie en het gebruik van waterstof | KM 3.2. | 5.825.335 | 1,7% | J | NIAK | NIAK | NIAK | NIAK | NIAK | J | J | J | J | J | J | 1,7% | F | ||
OpEx van ecologisch duurzame activiteiten (op taxonomie afgestemd) (A.1) | 124.395.242 | 37,1% | 37,1% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 33,7% | ||||||||||
Waarvan faciliterend | 124.395.242 | 37,1% | 37,1% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 33,7% | F | |||||||||
Waarvan transitie-ondersteunend | 0 | 0% | 0% | 0% | T | ||||||||||||||
A.2 Voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) | |||||||||||||||||||
IAK; NIAK | IAK; NIAK | IAK; NIAK | IAK; NIAK | IAK; NIAK | IAK; NIAK | ||||||||||||||
3.4. Fabricage van batterijen | KM 3.4. | 0 | 0% | IAK | NIAK | NIAK | NIAK | NIAK | NIAK | 0% | |||||||||
3.2. Fabricage van apparatuur voor de productie en het gebruik van waterstof | KM 3.2. | 0 | 0% | IAK | NIAK | NIAK | NIAK | NIAK | NIAK | 0% | |||||||||
OpEx van voor de taxonomie in aanmerking komende, maar ecologisch niet duurzame activiteiten (niet op taxonomie afgestemde activiteiten) (A.2) | 0 | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | ||||||||||
A. OpEx van voor de taxonomie in aanmerking komende activiteiten (A1 + A2) | 124.395.242 | 37,1% | 37,1% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 33,7% | ||||||||||
B. NIET VOOR DE TAXONOMIE IN AANMERKING KOMENDE ACTIVITEITEN | |||||||||||||||||||
OpEx van niet voor de taxonomie in aanmerking komende activiteiten | 211.320.967 | 62,9% | |||||||||||||||||
TOTAAL | 335.716.209 | 100% |
Aandeel van OpEx/totale OpEx | ||
---|---|---|
Op de taxonomie afgestemd per doelstelling | Voor de taxonomie in aanmerking komend per doelstelling | |
KM | 37,1% | 37,1% |
KA | - | - |
WTR | - | - |
CE | - | - |
PBV | - | - |
BIO | - | - |
Umicore is een belangrijke speler in de overgang naar een koolstofarme economie. Onze strategie is afgestemd op de doelstelling van de Overeenkomst van Parijs om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5°C. In 2023 publiceerden we op onze website ons klimaattransitieplan met onze ambities voor het decarboniseren van zowel onze eigen activiteiten als die in de waardeketen, waaronder Scope 1-, Scope 2- en Scope 3-emissies. Onze aanpak is verankerd in ons unieke circulaire businessmodel en is gekoppeld aan ons engagement om onze expertise en middelen in te zetten om veilige, innovatieve en duurzame oplossingen te ontwikkelen die de levenskwaliteit van mensen en de planeet verbeteren.
Voor meer informatie over onze doelen voor emissiereductie, met inbegrip van Umicore’s acties voor klimaatmitigatie en decarboniseringshefbomen ter ondersteuning van ons klimaattransitieplan, zie E1-3 en E1-4.
Umicore rapporteert volgens de EU-taxonomie. Enkele Umicore-activiteiten zijn afgestemd op de vastgelegde criteria en de doelstellingen van de taxonomie zijn inherent geïntegreerd in de kernelementen van ons businessmodel. In 2024 bedroegen Umicore’s op de taxonomie afgestemde investeringsuitgaven € 350,5 miljoen (zie EU-taxonomie). Umicore is niet uitgesloten van de op de Overeenkomst van Parijs afgestemde EU-benchmarks en heeft geen investeringsuitgaven voor economische activiteiten in steenkool, olie en gas.
Umicore’s klimaattransitieplan is geïntegreerd in onze bedrijfsstrategie en financiële planning via een raamwerk dat kosten en koolstofimpact tegen elkaar afweegt en dat transparantie biedt voor de besluitvorming. Zo kan Umicore de klimaatimpacts van bedrijfsbeslissingen beoordelen. Het raamwerk heeft geleid tot een update van ons intern CapEx-beleid. De decarbonisering van onze bedrijfsactiviteiten is afhankelijk van een evenwichtige toewijzing van bedrijfsuitgaven aan operationele uitmuntendheid, waaronder verbetering van de energie-efficiëntie, de transitie naar hernieuwbare energie en de overstap van fossiele brandstoffen naar biobrandstoffen. Bedrijfsuitgaven kunnen worden toegewezen aan procesefficiëntie-upgrades en kunnen worden ingezet voor de implementatie van technologieën zoals de elektrificatie van warmte. Umicore gebruikt een marginale reductiekostencurve om de kosteneffectiviteit van emissiereductieoplossingen te beoordelen en initiatieven te prioriteren om de milieudoelen te behalen met een zo optimaal mogelijk gebruik van financiële middelen.
Locked-in emissies van Umicore’s fabricageactiviteiten en productportfolio worden actief beheerd via innovatie, oplossingen voor hernieuwbare energie, verbetering van de energie-efficiëntie en samenwerking met leveranciers. Dat stelt Umicore in staat om de decarboniseringsdoelen te halen en tegelijk de complexiteit van de emissies van langlopende activa en de afhankelijkheid van de waardeketen aan te pakken. Locked-in emissies dragen bij aan risico's tijdens de transitie naar een koolstofarme economie. Wijzigingen in de regelgeving kunnen verdere investeringen vereisen voor het decarboniseren van bestaande activa of het invoeren van nieuwe technologieën. De marktdynamiek, vooral de toenemende keuze voor elektrische voertuigen, kan een invloed hebben op de vraag naar technologieën voor verbrandingsmotoren en zo aanpassingen vereisen in de portfolio. Onze sterke focus op samenwerking in de waardeketen zorgt voor afstemming met de doelstellingen in ons klimaattransitieplan.
Umicore’s productportfolio weerspiegelt die tweeledige focus, namelijk op emissiereductie en op het ondersteunen van de wereldwijde transitie naar schonere technologieën. Autokatalysatoren blijven een essentiële oplossing om verontreiniging door het gebruik van verbrandingsmotoren zoveel mogelijk te beperken. De brandstofcelkatalysatoren van Umicore bieden mogelijkheden voor waterstofmobiliteit door middel van praktische oplossingen om de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen in zwaar vervoer te verminderen. Kathodematerialen voor elektrische voertuigen en energieopslagsystemen dragen bij aan de emissiereductie tijdens de gebruiksfase van eindproducten. Voortdurende verbeteringen in de productie-efficiëntie zijn dan weer gericht op het verminderen van hun koolstofintensiteit. Umicore‘s gesloten-kringloopdiensten voor recyclage – bv. van gebruikte autokatalysatoren – beperken zoveel mogelijk de uitstoot aan het einde van de levensduur door waardevolle metalen terug te winnen voor hergebruik. Die processen verminderen de afhankelijkheid van primaire grondstoffen en de bijbehorende emissies. Door recyclage- en raffinageprocessen worden metalen teruggewonnen uit secundaire bronnen, waardoor de behoefte aan (meer koolstofintensieve) primaire grondstoffen afneemt. Dat sluit aan bij het streven naar een circulaire economie. Met producten en innovaties zoals PEM-brandstofcellen en kathodematerialen speelt Umicore een belangrijke rol als leverancier van oplossingen voor schone mobiliteit. Zo helpen we onze klanten hun decarboniseringsdoelstellingen te verwezenlijken.
Umicore’s klimaattransitieplan werd goedgekeurd door het ELT. De CEO en het ELT zijn verantwoordelijk voor het aansturen en uitvoeren van Umicore’s stappenplan voor decarbonisering. De raad van toezicht, ondersteund door het duurzaamheidscomité, is verantwoordelijk voor het toezicht op het transitieplan en voor de afstemming ervan op Umicore’s duurzaamheidsdoelstellingen op lange termijn. Updates over de implementatie van het transitieplan worden ter beoordeling voorgelegd aan het ELT en de raad van toezicht, om afstemming met strategische prioriteiten en externe verplichtingen te waarborgen.
Eind 2024 bedroegen de broeikasgasemissies van onze eigen activiteiten (marktgebaseerd Scope 1+2) 564.066 ton CO2e, een daling met 28,8% tegenover de baseline van 2019. De Scope 3-emissies bedroegen 6,5 miljoen ton CO2e, een daling met 21,4% tegenover de baseline van 2019. De voortgang van die implementatie wordt gemeten aan de hand van de werkelijke broeikasgasuitstoot op basis van monitoring met een tool voor gegevensmodellering. Voor meer informatie over de broeikasgasuitstoot in 2024 en de evolutie op lange termijn, zie E1-6. Voor een overzicht van Umicore’s maatregelen tijdens het verslagjaar en de geplande initiatieven om ons transitieplan te implementeren, zie E1-3.
Subthema | IRO-type | Omschrijving | Plaats in waardeketen | Tijdshorizon |
---|---|---|---|---|
Broeikasgasemissiereductie | Positieve impact | Umicore’s producten, waaronder materialen voor herlaadbare batterijen, stellen downstreamgebruikers in staat om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en ondersteunen schonere technologieën en duurzame praktijken. | Downstream | Alle tijdshorizonten |
Broeikasgasemissiereductie | Negatieve impact | De Scope 3-emissies blijven substantieel. Het nauwkeurig meten van de Scope 3-emissies in wereldwijde toeleveringsketens blijft een uitdaging en bemoeilijkt transparantie en een effectieve vermindering van de Scope 3-emissies. | Upstream | Alle tijdshorizonten |
Broeikasgasemissiereductie | Negatieve impact | De blijvende afhankelijkheid van fossiele brandstoffen voor de energiebehoefte en sommige processen zorgt mee voor de blijvende uitstoot van broeikasgassen binnen onze eigen activiteiten, hoewel er inspanningen worden gedaan om die impacts verder te verminderen. | Kernactiviteit | Alle tijdshorizonten |
Broeikasgasemissiereductie | Negatieve impact | Umicore’s autokatalysatoren worden gebruikt in voertuigen met verbrandingsmotor, die broeikasgassen uitstoten tijdens hun gebruiksfase. Het gebruik van hernieuwbare brandstoffen in voertuigen met verbrandingsmotor kan de broeikasgasemissies aanzienlijk verminderen. | Downstream | Alle tijdshorizonten |
Broeikasgasemissiereductie | Transitiekans | Door de toenemende vraag naar verantwoord geproduceerde metalen en materialen kan Umicore bijdragen tot de ontwikkeling van en innovatie in technologieën voor hernieuwbare energie, elektrische voertuigen en duurzame infrastructuur, en zo de transitie naar een koolstofarme economie helpen te versnellen. | Downstream | Middellange en lange termijn |
Broeikasgasemissiereductie | Transitierisico | Het concurrentielandschap voor duurzame producten en diensten hangt sterk af van ondersteunende evoluties in de regelgeving. | Eigen activiteit | Alle tijdshorizonten |
Klimaatverandering | Klimaatgebonden fysiek risico (RCP 8.5-scenario) | Klimaatverandering door extreme weeromstandigheden en chronische afwijkingen in temperatuur en neerslagpatronen vormt een aanzienlijk risico voor Umicore’s activiteiten. | Kernactiviteiten | Lange termijn |
De oorzaken van Umicore’s klimaatveranderingsimpacts zijn terug te vinden in de hele waardeketen, waarbij de meeste het gevolg zijn van de upstreamactiviteiten van zakelijke relaties. Zowel de impacts van upstreamactiviteiten als die van onze eigen industriële activiteiten komen echter aan bod in Umicore’s strategie en stappenplan voor decarbonisering. Voor meer informatie over hoe Umicore die potentiële en/of daadwerkelijke impacts beheert, zie E1-3. Voor informatie over de belangrijkste risico's voor de Groep, zie Toelichting G14 in de verklaring inzake corporate governance.
Umicore past sinds 2019 progressief de aanbevelingen toe van de Task Force on Climate-Related Financial Disclosures (TCFD). Dit resulteerde in nieuwe systemen voor het modelleren van klimaatrisico's en klimaatkansen en de actualisering van het risico- en kansenregister van ons Enterprise Risk Management (ERM)-systeem. Umicore staat bloot aan twee hoofdtypes van klimaatrisico's met een mogelijke impact op haar activiteiten en strategische doelstellingen: transitierisico's en fysieke risico's. Zowel fysieke als transitierisico's worden opgevolgd en zijn geïntegreerd in Umicore’s risicobeheerkader. Zo vrijwaren we onze veerkracht en onze strategische positie in de transitie naar een koolstofarme economie.
Umicore’s veerkrachtanalyse evalueert ons vermogen om het hoofd te bieden aan de gevolgen van klimaatverandering en ons eraan aan te passen. Het geldt voor onze activiteiten en waardeketen. Het omvat een analyse van potentiële fysieke en transitierisico's met een mogelijke impact op het al dan niet behalen van de decarboniseringsdoelstellingen.
Om de fysieke risico's te analyseren, past Umicore zowel een ‘tussentijds’ 3,0°C-scenario (RCP 4,5) als een ‘worst-case’ 4,5°C-scenario (RCP 8,5) toe om chronische en acute risico's te identificeren, zoals extreme weersomstandigheden, waterschaarste en overstromingen. We brengen in kaart in welke mate onze activa en bedrijfsactiviteiten mogelijk blootgesteld zijn aan en gevoelig zijn voor geïdentificeerde klimaatgevaren. Die beoordeling houdt rekening met de waarschijnlijkheid, de omvang en de duur van die gevaren, alsook met hun geospatiale coördinaten. We gebruiken een ERM-tool om de blootstelling van onze activa en bedrijfslocaties aan klimaatgevaren te evalueren.
Umicore voerde kwalitatieve en kwantitatieve scenarioanalyses uit om de impact van klimaatrisico's en klimaatkansen over verschillende tijdshorizonten in te schatten. Voor transitierisico's analyseerden we twee scenario's: een 1,8°C-scenario (RCP 2,6, afgestemd op de Overeenkomst van Parijs) en een 3,0°C-scenario. Die analyse helpt bij het evalueren van potentiële markt-, beleids-, juridische en technologische veranderingen met een mogelijke impact op onze activiteiten. De materiële klimaatgebonden fysieke en transitierisico's die voortvloeiden uit de veerkrachtanalyse worden gerapporteerd in ESRS 2 – SBM-3.
In 2022 kwantificeerden we de financiële gevolgen van klimaatrisico's verder, toegespitst op gevolgen voor de EBITDA en dat heeft onze veerkrachtplanning versterkt. Die informatie is opgenomen in onze financiële en ESG-dashboards om ervoor te zorgen dat klimaatrisico's en klimaatkansen steeds worden meegenomen in onze besluitvormingsprocessen.
Umicore verbetert voortdurend haar risico-inventaris en rapportering om klimaat- en milieurisico's proactief te beperken en kansen voor de transitie naar koolstofarme energie te benutten. We volgen ontwikkelingen op, verfijnen onze risicoanalyses en nemen de resultaten mee op in onze bedrijfs- en financiële strategie. Onze strategische planning omvat veerkracht en aanpassingsvermogen tegenover klimaatrisico's en klimaatkansen. Het stappenplan voor decarbonisering van de Groep richt zich op operationele uitmuntendheid, emissiereductie en de overstap naar koolstofarme energie op een manier die de toegang tot betaalbaar kapitaal en de financiële stabiliteit vrijwaart. De business units zijn verantwoordelijk voor de integratie van de decarboniseringsinspanningen in hun operationele budgetten.
Doel | Raamwerk dat Umicore’s missie, waarden en duurzaamheidsdoelstellingen vastlegt |
Scope | Geldt voor alle Umicore-werknemers en alle stakeholders |
Governance | ELT |
Beschikbaarheid | Umicore-website |
Behandelde ESRS-thema’s |
|
De Umicore Way is de hoeksteen van alles wat we doen bij Umicore. Het legt onze missie vast om ‘Materials for a better life’ te leveren, evenals ons engagement om onze positieve impact op het milieu en de samenleving te maximaliseren en de veiligheid en het welzijn van onze werknemers te garanderen. De Umicore-waarden zijn openheid, innovatie, respect, teamwerk en engagement. De Umicore Way wordt aangevuld met uitgebreide bedrijfscodes en charters, waaronder onze gedragscode, de Belgische Corporate Governance Code 2020, ons corporate governance charter en de Umicore Dealing Code. Voor meer informatie, zie de Umicore-website of de verklaring inzake corporate governance.
Doel | Leidraad voor maatregelen rond materiële milieuthema's |
Scope | Wereldwijde geconsolideerde activiteiten van de Umicore-Groep |
Governance | ELT |
Beschikbaarheid | Umicore-website |
Behandelde ESRS-thema’s |
|
Onze Environmental Stewardship Policy legt de beginselen vast voor het beheer van de milieu-impact van onze activiteiten. Umicore werkte dit beleid uit om de materiële klimaatimpacts, -risico's en -kansen te beheren, waaronder die verbonden aan klimaatmitigatie en -adaptatie. Het beleid vormt de basis voor onze aanpak van klimaatgebonden uitdagingen en het stimuleren van operationele uitmuntendheid.
Om de gevolgen van klimaatverandering te beperken, hebben we ons duidelijke doelen gesteld om broeikasgasemissies te verminderen en onze koolstofvoetafdruk te verbeteren, in lijn met wereldwijde inspanningen om de temperatuurstijging te beperken. Umicore is zich bewust van de fysieke risico's door klimaatverandering nam maatregelen om onze veerkracht in het licht van klimaatgebonden verstoringen te versterken. We beoordelen de kwetsbaarheid van onze activiteiten voor extreme weersomstandigheden, waterschaarste en temperatuurstijgingen en we ontwikkelen adaptatiestrategieën om de duurzaamheid van onze onderneming te waarborgen.
Umicore’s stappenplan voor decarbonisering omvat drie hefbomen: emissies vermijden, emissiebronnen vervangen en emissies opvangen die we niet kunnen vermijden. Efficiënt en duurzaam energieverbruik is fundamenteel voor onze inspanningen rond klimaatmitigatie en operationele uitmuntendheid. We optimaliseren de energie-efficiëntie, implementeren technologieën om het energieverbruik zoveel mogelijk te beperken en verbeteren voortdurend processen om onze energievraag te verlagen. We investeren ook in technologieën voor hernieuwbare energie en streven naar een maximaal gebruik van koolstofarme energie voor onze activiteiten.
Doel | Leidraad voor verantwoorde bevoorrading door ethische, duurzame en transparante inkoop te garanderen |
Scope | Wereldwijde bevoorrading en inkoop binnen de Umicore-Groep, met inbegrip van grondstoffen, onderdelen en diensten |
Governance | ELT |
Beschikbaarheid | Umicore-website |
Behandelde ESRS-thema’s |
|
De Umicore Global Sustainable Sourcing Policy (UGSSP) zet onze aanpak van directe en indirecte inkoop uiteen en benadrukt ons engagement voor duurzame ontwikkeling. Dit beleid bevordert eerlijk zakendoen, mensenrechten, veiligheid en gezondheid en het beheer van de klimaat- en milieu-impacts binnen onze toeleveringsketen. Daarnaast, en specifiek voor grondstoffenleveranciers, kunnen we eisen dat ze emissies naar water en lucht en broeikasgasemissies in kaart brengen en monitoren, doelen en actieplannen opstellen, de energie-efficiëntie verbeteren en meer inzetten op hernieuwbare energie. De UGSSP wordt aangevuld met een aantal specifieke raamwerken voor grondstoffen (beschikbaar op de Umicore-website) om een verantwoorde inkoop van grondstoffen te garanderen:
Verantwoorde wereldwijde toeleveringsketen voor mineralen uit conflict- en risicogebieden
Raamwerken voor het duurzaam inkopen van kobalt, lithium en nikkel
Die raamwerken zijn gericht op het beheren van materiaalspecifieke risico's en het bevorderen van duurzaamheid en strenge normen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen in onze upstream waardeketen.
Doel | Leidraad voor de lokale implementatie van het groepsbeleid inzake milieu, veiligheid en gezondheid (EHS) |
Scope | Wereldwijde geconsolideerde activiteiten van de Umicore-Groep |
Governance | ELT |
Beschikbaarheid | Umicore-website |
Behandelde ESRS-thema’s |
|
Umicore’s Group EHS Guidance Note legt een gestructureerd kader vast voor het beheer van EHS-aspecten in alle geconsolideerde bedrijfsactiviteiten van Umicore. De Guidance Note is afgestemd op internationaal erkende standaarden zoals ISO 14001, OHSAS 18001 en ISO 45001 en bepaalt verantwoordelijkheden, procedures en prestatiedoelstellingen om de naleving van de regelgeving en de voortdurende verbetering van het verantwoord milieubeheer te garanderen. Wat het klimaat betreft, bevat de Guidance Note eisen voor energie-efficiëntiebeoordelingen en moedigt het sites aan om maatregelen te nemen om broeikasgasemissies te verminderen, waaronder regelmatige energiescans en het opnemen van energie-efficiëntie-evaluaties in voorstellen voor kapitaalinvesteringen.
ISO 14001 is een wereldwijd kader voor milieubeheer dat een standaard biedt voor het identificeren, beheren, monitoren en voortdurend verbeteren van milieuprestaties. Milieuverantwoordelijkheid is verankerd in onze activiteiten en onze sites implementeren al jaren op ISO 14001 afgestemde beheersystemen met het oog op gestructureerde governance, naleving en voortdurende verbetering. Ons doel is om ISO 14001-certificering te behalen voor al onze sites. In de loop der jaren hebben we onze certificeringsgraad steeds verder uitgebreid. Eind 2024 was 98%1 van de sites al gecertificeerd. In 2025 moeten alle sites gecertificeerd zijn. ISO 14001-certificering is een continu proces dat moet worden volgehouden om de certificering te behouden. Om te zorgen dat onze milieubeheerpraktijken blijven voldoen aan de standaarden en wettelijke vereisten, voeren we regelmatig interne en externe audits uit, implementeren we waar nodig corrigerende maatregelen en verbeteren we voortdurend onze processen voor verzameling van data en rapportering.
De voortgang van ons transitieplan en de effectiviteit van onze acties kunnen worden gemeten aan de hand van onze prestaties op jaarbasis. In 2024 zagen we een daling met 10,7% in de Scope 1- en 2- (marktgebaseerde) emissies tegenover 2023, terwijl de Scope 3-emissies met 10,8% daalden tegenover 2023. Voor meer informatie over de prestaties inzake broeikasgasemissies, zie E1-6.
Umicore’s op de EU-taxonomie afgestemde investeringsuitgaven voor klimaatmitigatie in 2024 bedroegen € 350,5 miljoen en de bedrijfsuitgaven € 124,4 miljoen. Voor meer informatie, zie EU-taxonomie.
De volgende activiteiten dragen bij aan het doel om onze gecombineerde Scope 1- en Scope 2-emissies tegen 2030 met 50% te verminderen tegenover de baseline van 2019. Voor meer informatie over de prestaties inzake broeikasgasemissies, zie E1-6.
Operationele uitmuntendheid staat centraal bij Umicore en energie-efficiëntie is essentieel voor zowel het beheren van de kosten van onze activiteiten als het verminderen van hun koolstofvoetafdruk. In de eerste fase van ons energie-efficiëntieprogramma identificeren we via energiescans en -audits potentiële efficiëntiemaatregelen, die vervolgens worden geëvalueerd op hun business- en decarboniseringspotentieel. Quick-wins, waaronder het promoten van praktijken zoals het uitschakelen van installaties wanneer ze niet in gebruik zijn, krijgen prioriteit. De impact van het programma op de koolstofvoetafdruk zal afhangen van de specifieke maatregelen die op elke site worden genomen. Er zijn geen vooropgestelde criteria voor uitgaven, omdat die afhangen van de gekozen maatregelen. De financiële en milieu-impacts van de maatregelen zullen worden gemonitord en gerapporteerd. Dit programma is beschikbaar voor alle Umicore-sites, met een tijdshorizon tot 2035.
Bij de transitie naar koolstofarme en bij voorkeur hernieuwbare elektriciteit is de vervanging van emissiebronnen een belangrijke hefboom voor decarbonisering. Umicore ondertekende stroomafnameovereenkomsten met leveranciers van hernieuwbare energie, zoals Engie, Storm, Axpo en Ignitis, om hernieuwbare elektriciteit te leveren aan haar fabriek voor kathodematerialen in Polen en andere grote sites. We sloten meerdere kortetermijnovereenkomsten voor hernieuwbare elektriciteit voor Umicore-sites wereldwijd. Het ondertekenen van overeenkomsten voor koolstofarme energie is een continu proces. In 2024 werd één bijkomende overeenkomst voor de afname van hernieuwbare stroom ondertekend, namelijk met Gasum voor onshore windenergie voor de fabriek in Kokkola (Finland).
Welke emissiereducties worden behaald door de overstap naar andere energiebronnen hangt af van het aantal overeenkomsten voor koolstofarme stroom, waaronder overeenkomsten voor hernieuwbare energie, en de elektriciteitsnetmix in de landen waar die overeenkomsten worden gesloten. De OpEx-impact hangt af van het verschil tussen de marktprijs van elektriciteit en de prijs vastgelegd in die overeenkomsten.
Umicore investeert ook in onsite opwekking van hernieuwbare elektriciteit (bv. zonnepanelen op daken op onze eigen installaties), waar dat haalbaar is. In 2024 produceerden we 1.235 MWh uit onsite installaties voor hernieuwbare energie op activa die eigendom zijn van Umicore. In 2024 werd (in samenwerking met Storm) een extra windturbine in gebruik genomen op onze site in Olen (België). Voor meer informatie over ons energieverbruik en onze energiemix, zie E1-5.
Umicore's salpeterzuurfabriek, die eind 2022 werd geopend, elimineert N₂O-emissies op de site in Hoboken (België). Als een belangrijk onderdeel van onze strategie voor klimaatmitigatie is de fabriek specifiek gericht op het verminderen van de broeikasgasemissies van onze eigen activiteiten. Hierbij wordt technologie voor het afvangen van broeikasgassen ingezet als een belangrijke hefboom voor decarbonisering. De fabriek heeft zijn koolstofvoetafdruk verkleind door emissies af te vangen, onze totale N₂O-emissies met 20% te verlagen en een jaarlijkse broeikasgasemissiereductie met ongeveer 40.000 ton CO₂e te realiseren (goed voor 13% van de totale broeikasgasemissies van de site). Zo wordt afval omgezet in een hulpbron als onderdeel van ons gesloten kringloopmodel.
De volgende activiteiten dragen bij aan ons doel om ervoor te zorgen dat de Scope 3 categorie 1-emissies niet meer dan 6,8 miljoen ton bedragen tegen 2030. Voor meer informatie over de prestaties inzake broeikasgasemissies, zie E1-6.
Umicore betrekt haar leveranciers om de bewustwording rond decarbonisering te bevorderen, om inzicht te krijgen in de uitdagingen waarmee zij te maken krijgen en om manieren te vinden om hen te ondersteunen in hun decarboniseringstraject. Die inspanningen om leveranciers te betrekken verbeteren de nauwkeurigheid en volledigheid van onze Scope 3-emissiegegevens en ondersteunen een betere modellering en inventarisrapportering. Het stelt ons ook in staat om partners te identificeren die onze decarboniseringsdoelstellingen onderschrijven en zo langetermijnrelaties aan te gaan op basis van gedeelde milieuverbintenissen.
Betrokkenheid van leveranciers heeft geen impact op de uitgaven. De actie prioriteert onze leveranciers van batterijmaterialen en edelmetalen. De voortgang van het initiatief wordt gemeten aan de hand van het percentage Scope 3 categorie 1-emissies dat door betrokken leveranciers wordt gedekt.
Het gebruik van niet-primaire materialen is een integraal onderdeel van Umicore’s circulair bedrijfsmodel. De inkoop van secundaire grondstoffen, die een lagere koolstofvoetafdruk hebben dan primaire grondstoffen, is een kerncompetentie in ons bedrijf en een belangrijke hefboom voor het beheer van onze Scope 3 categorie 1-emissies. Doorheen alle Umicore-activiteiten recycleren we 28 materialen die non-ferro- en edelmetalen bevatten. Vooral de bronnen van batterijmaterialen en edelmetalen zijn echter van belang voor onze Scope 3 categorie 1-emissievoetafdruk. Umicore koopt ook materialen in van leveranciers die ambitieuze decarboniseringsplannen invoerden of al koolstofarme materialen aanbieden.
De impact van die activiteit hangt af van de beschikbaarheid van secundaire en koolstofarme materialen en hoe ze voldoen aan de vraag van Umicore. Hoewel bevoorrading met koolstofarme (bevattende) materialen kostenafwegingen met zich mee kan brengen, worden grondstofkosten vooral beïnvloed door metaalprijzen en gebruik. Een eventuele financiële impact gerelateerd aan bevoorrading zou worden gerapporteerd onder ‘Grond- en hulpstoffen' in Toelichting F9No section found van de jaarrekening.
Umicore onderzoekt mogelijkheden voor koolstofafvang op industriële schaal op maat van de aard van onze bedrijfsactiviteiten. Meer specifiek ontving een proefproject voor koolstofopslag dat in 2025 van start gaat € 1,2 miljoen aan financiering, waarvan 70% wordt gefinancierd door EU-project Aurora. Umicore onderzoekt ook opties om traditionele uitstootbronnen te vervangen door koolstofarme energie, met name via een project om conventioneel aardgas te vervangen door biogas op sommige sites in België. Dat project bevindt zich in een vroege fase en heeft een geschat emissiereductiepotentieel van ongeveer 80.000 ton per jaar.
In 2024 bedroegen Umicore’s totale uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling € 258 miljoen.
Doel 1 | Doel 2 | |
---|---|---|
Tijdsbestek | 2030 | 2030 |
Nulmeting (t) (basisjaar) | 791.810 (2019) | 6.816.941 (2019) |
Broeikasgasemissiereductie (%) | 50% (absolute waarde) | 42% (intensiteitswaarde) |
Gedekte emissie-scope | Scope 1 en marktgebaseerde Scope 2 | Scope 3, cat. 3.1 |
Brutodoel (J/N) | Ja | Ja |
Dit doel heeft betrekking op de wereldwijde activiteiten van Umicore. Tussentijdse doelen omvatten onder meer een vermindering met 20% van de Scope 1- en Scope 2-emissies (marktgebaseerd) tegenover de baseline van 2019 en een aandeel van 60% hernieuwbare elektriciteit wereldwijd en van 100% in Europa tegen 2025. De reductiedoelstelling tegen 2030 is gevalideerd door het Science Based Targets initiative (SBTi) en sluit aan bij de 1,5°C-doelstelling van de Overeenkomst van Parijs.
Umicore verminderde haar gecombineerde Scope 1- en Scope 2 (marktgebaseerd)-emissies in 2024 met 28,8% ten opzichte van de baseline 2019. Daarmee liggen we voor op het tussentijds doel van 2025. Voor meer informatie, zie E1-6.
In 2021 analyseerden we de groeiprognoses – inclusief trends in mobiliteitsshift en elektrificatie – om de behoeften aan energie en hulpbronnen te voorspellen. Elke business unit leverde input die de toekomstige activiteitsniveaus vertaalde in geschatte impacts voor Scope 1- en Scope 2-emissies. Umicore hanteerde de Absolute Contraction Approach (ACA) van het Science Based Targets initiative (SBTi), door de Science Based Target Setting Tool v2.0 toe te passen bij het bepalen van onze doelen. De Scope 2-emissies worden berekend via de marktgebaseerde methode. Dat zorgt voor afstemming met de begrenzingen van onze emissie-inventaris en onze jaarlijkse rapportering.
Om vertekening door COVID-19 te vermijden, werd 2019 als basisjaar genomen. Er waren geen wijzigingen aan het doel of de onderliggende methodologieën sinds de invoering ervan in 2021. We monitoren jaarlijks de voortgang met speciale tools die brandstof-, elektriciteits-, stoom- en warmteverbruik en procesemissies registreren. Onze broeikasgasboekhouding voldoet aan de GHG Protocol Corporate Standard volgens de consolidatiemethode van operationele zeggenschap (in gebruik sinds 2011). De assurance op de baseline-emissie-inventaris wordt uitgevoerd door een externe partij. Zie E1-5 over de grondslagen voor financiële verslaggeving.
Centraal in Umicore’s ambitie voor een nuluitstoot voor Scope 1 en 2 staat een uitgebreide decarboniseringsstrategie rond drie kernhefbomen: emissies vermijden, vervangen en afvangen.
Emissies vermijden: We zetten in op een maximale energie-efficiëntie in al onze bedrijfsactiviteiten door uitgebreide energiescans uit te voeren op belangrijke productiesites om procesverbeteringen en energiebesparingsmaatregelen te identificeren en te implementeren.
Emissiebronnen vervangen: Deze hefboom is gericht op hernieuwbare energie en ligt in lijn met onze transitie naar koolstofarme energie. Het afsluiten van langlopende stroomafnameovereenkomsten (PPA's) is essentieel, vooral gezien de uitbreiding van onze activiteiten voor batterijmaterialen. Daarnaast zijn onze O&O-teams steeds op zoek naar innovatieve oplossingen – zoals de overstap van fossiele brandstoffen naar biobrandstoffen en de inzet van elektrificatie (bv. elektrische ovens) – voor een verdere emissiereductie naar 2035.
Emissies opvangen: Voor emissies die niet kunnen worden vermeden door energie-efficiëntiemaatregelen of de energietransitie richten we ons op afvang. Dit omvat onder meer het aangaan van partnerschappen en het ontwikkelen van technologieën via marktonderzoek en open innovatie met toonaangevende industriële en academische partners.
Die aanpak zorgt ervoor dat onze doelen solide en transparant blijven en afgestemd zijn op zowel de klantverwachtingen als de internationale klimaatdoelstellingen.
Dit doel heeft betrekking op Umicore’s Scope 3 categorie 1-emissies, die alle emissies van gekochte goederen en diensten over Umicore’s waardeketen omvatten. De Scope 3 categorie 1-emissies dekken meer dan 80% van Umicore’s Scope 3-voetafdruk. Het op intensiteit gebaseerd doel tegen 2030 is gevalideerd door het Science Based Targets initiative (SBTi) en sluit aan bij de doelstelling van de Overeenkomst van Parijs om de temperatuurstijging ruim onder de 2°C te houden.
Umicore verminderde de koolstofintensiteit van gekochte materialen in 2024 met 22,9% tegenover de baseline 2019. Dat toont dat we goed op weg zijn naar het 2030-doel. Voor meer informatie, zie E1-6 en E5-4.
In 2023 legden we een kritieke indicator vast: tegen 2030 moet onze samenwerking met grondstoffenleveranciers minstens 80% van onze verwachte Scope 3.1-emissies dekken. Daartoe zal Umicore ervoor zorgen dat jaarlijks minstens 10% van de verwachte Scope 3.1-emissies in 2030 worden gedekt door leveranciersbetrokkenheid.
In 2022 werd het op intensiteit gebaseerde doel voor Scope 3.1-emissies opgezet op basis van de verwachte behoeften. Elke business unit leverde groeiprognoses van de volumes ingekochte materialen van 2022 tot 2030. Die businessplannen werden gebruikt om de emissies van gekochte goederen en diensten te modelleren. Umicore paste de fysieke-intensiteitsmethode toe, waarbij de Science-Based Targeting Tool v1.2.1 werd gebruikt om reductiedoelen te bepalen. De berekeningen voor alle Scope 3-categorieën sluiten aan bij de Greenhouse Gas Protocol Corporate Value Chain (Scope 3) Accounting and Reporting Standard, waarbij de consolidatiemethode van operationele zeggenschap wordt gebruikt.
Om vertekening door COVID-19 te vermijden, werd 2019 als basisjaar genomen. Er waren geen wijzigingen aan het doel of de onderliggende methodologieën sinds de invoering ervan in 2022. We monitoren jaarlijks de voortgang en implementeerden in 2024 een nieuwe tool voor gegevensbeheer. Onze Scope 3-broeikasgasboekhouding voldoet aan de GHG Protocol Corporate Value Chain (Scope 3) Standard volgens de consolidatiemethode van operationele zeggenschap (in gebruik sinds 2018). De assurance op de baseline-emissie-inventaris wordt uitgevoerd door een externe partij. Voor meer informatie, zie E1-5 over de grondslagen voor financiële verslaggeving.
Umicore’s ambitie om de Scope 3-emissies van gekochte goederen en diensten (categorie 3.1) te decarboniseren steunt op drie kernhefbomen: leveranciers betrekken, materialen recycleren en de toeleveringsketen optimaliseren.
Leveranciers betrekken: We gebruiken onze bestaande aanpak van verantwoorde grondstoffen om nauw samen te werken met onze leveranciers en inzicht te krijgen in de emissiegegevens voor Umicore-specifieke toeleveringsstromen, de decarboniseringsplannen en de impact op onze Scope 3.1-voetafdruk. We zijn ook steeds op zoek naar strategische partnerschappen op lange termijn om duurzaamheid in de waardeketen te bevorderen.
Materialen recycleren: We maken gebruik van onze leidende positie inzake eco-efficiënte recyclage en raffinage van edele, speciale, secundaire en basismetalenhoudende materialen. Onze recyclingdiensten verwerken meer dan 200 soorten metaalhoudende materialen, waaronder industrieel afval en materialen aan het einde van hun levensduur. Zo bieden we onze klanten duurzame bevoorradingsoplossingen. Ons businessmodel is afgestemd op duurzame praktijken en we zetten maximaal in op intern hergebruik van gerecycleerde metalen.
De toeleveringsketen optimaliseren: Koolstofarme grondstoffen inkopen, upstream kansen onderzoeken, processen optimaliseren en koolstofarme precursormaterialen produceren zijn belangrijke aspecten van Umicore’s jarenlange aanpak voor de bevoorrading met grondstoffen.
Die aanpak zorgt ervoor dat ons Scope 3-doel solide en transparant blijft en volledig afgestemd is op zowel de klantverwachtingen als de internationale klimaatdoelstellingen.
Umicore heeft haar energierapportering aangepast in lijn met de rapporteringseisen van ESRS E1-5. De energiecijfers hebben betrekking op alle geconsolideerde productiesites en worden verzameld via onder meer directe metingen, leveranciersgegevens en facturen van nutsbedrijven, waarbij lokale factoren in aanmerking worden genomen bij de berekening van de energie-inhoud van brandstoffen. Bij gebrek aan directe metingen worden schattingen gehanteerd.
Het netto-energieverbruik wordt berekend als de som van de totale energie-input:
Ingekochte directe en indirecte energie uit hernieuwbare en niet-hernieuwbare bronnen.
Niet-hernieuwbare bronnen: Voornamelijk afkomstig van brandstof gebruikt in productieprocessen en de verwarming van gebouwen, met aardgas als primaire brandstof. Daarnaast draagt netstroom die niet onder overeenkomsten voor hernieuwbare energie valt bij aan ons verbruik van niet-hernieuwbare energie.
Hernieuwbare energiebronnen: Omvat elektriciteit via overeenkomsten voor windenergie, zonne-energie, energie uit biomassa, energie uit waterkracht (inclusief op zee) en geothermische energie, evenals hernieuwbare energie uit de netmix. Umicore’s site in Nysa (Polen) verbruikt bijvoorbeeld 100% hernieuwbare energie dankzij stroomafnameovereenkomsten.
Zelf opgewekte energie (via bv. zonnepanelen)
Van dit totaal wordt energie verkocht aan derden afgetrokken om het netto-energieverbruik te bepalen. Voorheen werd verkochte energie opgenomen in de totale verbruikscijfers. In 2024 verfijnden we onze methode echter om die uit te sluiten, met het oog op volledige afstemming met rapporteringseisen van ESRS E1-5.
De energie-intensiteit wordt berekend door het totale absolute energieverbruik (MWh) te delen door de inkomsten exclusief metalen (zie Toelichting F7No section found) (in miljoen euro).
Umicore’s bedrijfsactiviteiten bestrijken meerdere sectoren uit de EU-nomenclatuur van de economische activiteiten (NACE), waaronder vervaardiging van anorganische chemische producten, metaalproductie en materiaalterugwinning. De technische deskundigengroep (TEG – technical expert group) inzake duurzame financiering van de EU consolideerde die activiteiten in het ‘eindverslag over klimaatbenchmarks en de openbaarmaking van ESG-informatie’ in bredere ‘sectoren met een grote klimaatimpact’, die aansluiten bij specifieke NACE-secties die kritiek zijn voor de transitie naar een koolstofarme economie. De meeste activiteiten van Umicore vallen onder Sectie C: Vervaardiging, waaronder de vervaardiging van geavanceerde materialen, non-ferrometalen en anorganische chemicaliën en de recyclage van producten aan het einde van hun levensduur. Die activiteiten ondersteunen oplossingen en technologieën die essentieel zijn voor de energietransitie, waaronder schone mobiliteit, efficiënt grondstoffengebruik en circulariteit. Onze benadering van energieverbruik is gericht op efficiëntie, emissiereductie en de transitie naar koolstofarme energiebronnen.
(MWh) | 2024 |
---|---|
(1) Brandstofverbruik uit kolen en kolenproducten | 133.121 |
(2) Brandstofverbruik uit ruwe olie en petroleumproducten | 123.729 |
(3) Brandstofverbruik uit aardgas | 557.038 |
(4) Brandstofverbruik uit andere fossiele bronnen | 4.375 |
(5) Verbruik van ingekochte of verworven elektriciteit, warmte, stoom en koeling uit fossiele bronnen | 403.632 |
(6) Totaal verbruik van fossiele energie | 1.221.896 |
Aandeel van fossiele bronnen in totale energieverbruik (%) | 65,3% |
(7) Verbruik uit nucleaire bronnen | 156.192 |
Aandeel van verbruik uit nucleaire bronnen in totale energieverbruik (%) | 8,3% |
(8) Brandstofverbruik uit hernieuwbare bronnen, incl. biomassa (ook industrieel en gemeentelijk afval van biologische oorsprong, biogas, hernieuwbare waterstof, enz.) | 3.992 |
(9) Verbruik van ingekochte of verworven elektriciteit, warmte, stoom en koeling uit hernieuwbare bronnen | 487.949 |
(10) Verbruik van zelfopgewekte hernieuwbare energie uit andere bronnen dan brandstof (‘non-fuel’) | 1.235 |
(11) Totaal verbruik van hernieuwbare energie | 493.176 |
Aandeel van hernieuwbare bronnen in totaal energieverbruik (%) | 26,4% |
Totaal energieverbruik | 1.871.264 |
(MWh / miljoen euro)1 | 2024 |
---|---|
Totaal energieverbruik van activiteiten in sectoren met een grote klimaatimpact per netto-opbrengst van activiteiten in sectoren met een grote klimaatimpact | 541 |
Umicore’s totale energieverbruik daalde met 5,8%, van 1.986.795 MWh in 2023 tot 1.871.264 MWh in 2024. Die daling is deels het gevolg van de lagere activiteitsniveaus in Battery Materials in 2024 en van een tijdelijke productiestilstand op de site in Hoboken (België) in het laatste kwartaal van 2024. Het verbruik van hernieuwbare energie steeg van 387.000 MWh in 2023 tot 493.756 MWh in 2024, een stijging met 27,6% op jaarbasis. Het totale elektriciteitsverbruik wereldwijd bedroeg 902.243 MWh, waarvan 46,3% uit hernieuwbare bronnen, tegenover 41,0% in 2023. In Europa, dat een aanzienlijk aandeel in de elektriciteitsbehoefte van de Groep vertegenwoordigt, was het aandeel van hernieuwbare energie 64,8% (tegenover 57,4% in 2023), vooral door het toegenomen aantal operationele stroomafnameovereenkomsten in Finland en België.
(MWh) | 2024 |
---|---|
Productie van hernieuwbare energie | 1.235 |
Productie van niet-hernieuwbare energie | 95.540 |
Umicore berekent haar absolute CO2e-emissies van Scope 1, 2 en 3 conform het Greenhouse Gas Protocol (WBCSD en WRI 2004, inclusief het amendement voor Scope 2 van 2015).
Scope 1-broeikasgasemissies: De directe broeikasgasemissies van processen die eigendom zijn van en worden gecontroleerd door Umicore omvatten CO2, CH4 en N2O van de verbranding van brandstoffen voor stationair en mobiel gebruik. Biogeen CO2 wordt berekend met behulp van energiegegevens van biogene brandstoffen en IPCC-standaardemissiefactoren voor vaste en vloeibare biobrandstoffen en gasvormige biomassa. Sinds 2024 is de Scope 1-boekhouding uitgebreid met koelmiddellekkages. Daarnaast omvatten de Scope 1-emissies het percentage Scope 1-emissies van gereglementeerde emissiehandelsystemen. De sites die hieronder vallen zijn Olen en Hoboken (België) (EU-ETS) en Cheonan (Korea) (K-ETS).
Scope 2-broeikasgasemissies: De indirecte emissies van ingekochte energie hebben betrekking op elektriciteit, stoom, perslucht en warmte. De Scope 2-emissies worden gekwantificeerd met behulp van zowel marktgebaseerde als locatiegebaseerde CO₂-emissiefactoren. Voor ingekochte stoom en thermische energie gebruiken we leverancierspecifieke gegevens over het biomassa-aandeel. Voor elektriciteit wordt biogene CO₂ berekend met behulp van het biomassa-netmixaandeel (afkomstig van het IEA of de AIB) en een emissiefactor (biogeen CO2/MWh) van ecoinvent v3.10, volgens een marktgebaseerde aanpak.
Marktgebaseerde emissiefactoren weerspiegelen specifieke energieovereenkomsten, inclusief groenestroomcertificaten (indien van toepassing) of, als er geen specifieke overeenkomsten zijn, de restmix van het net (indien beschikbaar) of regiospecifieke mixen als die gegevens beschikbaar zijn.
Locatiegebaseerde emissiefactoren gebruiken landspecifieke netgemiddelden.
De totale CO2-uitstoot van de Groep wordt gepresenteerd als 'CO2e marktgebaseerd’ en 'Co2e locatiegebaseerd’.
Gegevens over emissiefactoren zijn afkomstig van het Internationaal Energie Agentschap (IEA) (2024), de Association of Issuing Bodies (AIB) voor de Europese restmix, regionale agentschappen (bv. US EPA eGrid en Canada National Inventory Report) en/of leverancierspecifieke informatie. IPCC-conversiefactoren (6th Assessment) worden toegepast om CH4- en N2O-emissies om te zetten naar CO2e, met behulp van standaard IPCC netto calorische waardes en emissiefactoren voor brandstoffen gebruikt bij stationaire en mobiele verbranding, met gebruik van leverancierspecifieke brandstofgegevens indien beschikbaar.
Scope 3-broeikasgasemissies: De schatting van Umicore’s Scope 3-emissies omvat alle upstream en downstream Scope 3-categorieën conform de Greenhouse Gas Protocol Corporate Value Chain (Scope 3) Accounting and Reporting Standard, die 15 emissiecategorieën omvat. De emissies worden geschat door de activity-based of spend-based gegevens te vermenigvuldigen met de relevante koolstofemissiefactoren.
Onze emissiefactoren komen uit databases (bv. ecoinvent, Defra, EEIOA) en worden, waar beschikbaar, aangevuld met gemiddelde gegevens van sectorverenigingen uit levenscyclusanalyses. In 2023 introduceerden we leverancierspecifieke productemissiefactoren voor een beperkt aantal producten in categorie 3.1. We blijven samenwerken met leveranciers om de productemissiefactoren verder te verfijnen.
In de loop der jaren is de gegevenskwaliteit verbeterd, wat bijdraagt aan schommelingen in de berekende impacts. In onze gegevens voor 2024 werd 19,3% van onze Scope 3-emissies berekend aan de hand van primaire gegevens rechtstreeks afkomstig van leveranciers en partners in de waardeketen.
Gekochte goederen en diensten (categorie 3.1): De emissiefactoren komen uit ecoinvent (v3.11 voor de inventaris van 2024), levenscyclusanalyses van metaalverenigingen of andere literatuurbronnen. De indirecte maatstaven (‘proxies’) zijn toegepast als directe factoren niet beschikbaar waren. Gerecycleerde materialen worden verondersteld een emissiefactor nul te hebben. Tolling-activiteiten zijn inbegrepen, hoewel ze niet specifiek worden genoemd in het GHG Protocol. Voor aangekochte metalen worden alleen fysieke transacties in aanmerking genomen. Voor 2024 gebruikten we 90 leverancierspecifieke productemissiefactoren. Het cijfer voor 2023 is aangepast als correctie voor dubbeltellingen en interne stromen.
Kapitaalgoederen (categorie 3.2): De emissiefactoren van de US Supply Chain Greenhouse Gas Emission Factors v1.3 zijn toegepast, uitgedrukt als emissies per 1USD (2022), met een omrekening naar de EUR-koers voor 2022. Ze werden geselecteerd om overeen te stemmen met de CapEx-categorieën voor aanzienlijke investeringen in de rapportering van Umicore.
Brandstof- en energieactiviteiten (categorie 3.3): We gebruiken de Well-To-Tank-conversiefactoren van Defra voor brandstoffen/energie voor 2023. Voor elektriciteit van overzee zijn de emissiefactoren van het IEA voor 2023 gebruikt. Het cijfer voor 2023 is aangepast als correctie voor het weglaten van de brandstof- en energiegerelateerde emissies van corporate afdelingen.
Upstreamvervoer en -distributie (categorie 3.4): Er worden gegevens verzameld over de bestemming en de vervoerswijze. Bij gebrek aan specifieke gegevens worden standaardafstanden tussen steden (bv. Brugge-Aarlen in België) en aannames (zeevervoer voor intercontinentaal vervoer, wegvervoer voor continentaal vervoer) toegepast. Bij multimodaal vervoer werd alleen het langste deel in aanmerking genomen (bv. voor verscheping van goederen van Japan naar Duitsland werd alleen het traject over zee in aanmerking genomen en niet het traject per vrachtwagen van de haven naar de fabriek). De rechtstreekse betaling door Umicore voor de meeste vervoerskosten heeft een significante impact op de emissies van upstreamvervoer en -distributie (3.4), terwijl de downstream-impact (3.9) kleiner is.
Afvalverwerking (categorie 3.5): De standaardemissiefactoren uit ecoinvent (v3.11 voor de inventaris van 2024) zijn toegepast.
Zakenreizen (categorie 3.6): Voor zakenreizen binnen Europa en zakenreizen van sites in Brazilië en Australië worden gegevens over directe broeikasgasemissies van reisorganisaties gebruikt. Voor andere regio's wordt een spend-based schatting met behulp van de US Supply Chain Greenhouse Gas Emission Factors v1.3 toegepast.
Woon-werkverkeer van werknemers (categorie 3.7): Dit wordt berekend op basis van de gemiddelde verdeling per vervoerswijze per site en gemiddelde woon-werkafstand per site van een Umicore-enquête uit 2023 (exclusief België). Voor de berekening van categorie 3.7 in België gebruiken we de gemiddelde verdeling per vervoerswijze van werknemers in België, zoals verstrekt door Umicore’s People & Organization-afdeling. Het cijfer voor 2019 is aangepast als correctie voor dubbeltellingen.
Upstream geleasede activa (categorie 3.8): Dit omvat emissies van geleasede bedrijfsvoertuigen en lease-gerelateerde emissies, met behulp van de US Supply Chain Greenhouse Gas Emission Factors v1.3.
Downstreamvervoer en -distributie (categorie 3.9): Gebruikt dezelfde aannames als categorie 3.4.
Downstreamverwerking van verkochte producten (categorie 3.10): Geldt voor de verwerking van kathodepoeders in batterijen, koper in koperen buizen/pijpen en lood in lood-zuurbatterijen voor PMR en UBM. De emissies worden toegewezen op basis van de massaverhouding van het Umicore-product in het eindproduct. De verhouding van 2024 werd ook toegepast op het cijfer van 2023.
Gebruiksfase van verkochte producten (categorie 3.11): Geen van Umicore’s producten zijn brandstoffen of grondstoffen (‘feedstocks’), verbruiken rechtstreeks energie in de gebruiksfase of bevatten of vormen broeikasgassen die in die fase worden uitgestoten.
Downstream end-of-life-verwerking van verkochte producten (categorie 3.12): In aanmerking genomen voor actieve kathodematerialen in batterijen, lood-zuurbatterijen, koperen buizen/pijpen en autokatalysatoren die niet door Umicore worden gerecycleerd. Zij vertegenwoordigen de belangrijkste activiteiten van Umicore.
Downstream geleasede activa (categorie 3.13): De operationele activa van Umicore die aan andere entiteiten worden geleased worden gerapporteerd in Scope 1 en 2 volgens de consolidatiemethode van operationele zeggenschap.
Franchises (categorie 3.14): Umicore heeft geen franchises.
Investeringen (categorie 3.15): In 2024 waren de Scope 1- en Scope 2-emissies van de vier joint ventures beschikbaar. Voor IONWAY worden de emissies gerapporteerd als nul omdat de productie nog niet is gestart. De emissies worden verwerkt volgens het principe van aandeel in het eigen vermogen.
Umicore past aannames en schattingen toe met een impact op de gerapporteerde cijfers, vooral voor de Scope 3-emissies. Gezien de complexiteit en afhankelijkheid van externe gegevensbronnen bestaat er een zekere mate van onzekerheid in de berekeningen. De schattingen zijn gebaseerd op historische gegevens, sectorstandaarden en leveranciersinformatie waar beschikbaar. Voor een betere nauwkeurigheid van de Scope 3-emissies verfijnt Umicore haar methodes voortdurend, waarbij meer gebruik wordt gemaakt van gegevens uit primaire bronnen en minder wordt vertrouwd op aannames wanneer meer nauwkeurige gegevens beschikbaar worden. Hoewel we niet verwachten dat de biogene CO2-emissies afkomstig van de verbranding of biodegradatie van biomassa in Umicore’s upstream- en downstreamwaardeketen relevant zijn door de aard van onze hulpbronnen en de voorlopige informatie verzameld in 2024, zullen we die analyse in de toekomst verder verfijnen. Eventuele verfijningen in de gegevensverzameling of methode kunnen leiden tot aanpassingen in de cijfers in toekomstige rapporteringen.
De broeikasgasintensiteit, uitgedrukt in tCO₂e/€, wordt berekend op basis van dezelfde netto-inkomsten als voor de KPI inzake energie-intensiteit. Die maatstaf geeft de totale broeikasgasemissies weer in verhouding tot de inkomsten (exclusief metalen, zie Toelichting F7) in miljoen euro, rekening houdend met zowel locatiegebaseerde als marktgebaseerde methodes.
Broeikasgasemissies van joint ventures: Umicore rapporteert broeikasgasemissies van joint ventures. De Scope 1-emissies omvatten bruto directe emissies (tCO₂e) van processen die eigendom zijn van of worden gecontroleerd door Umicore in joint ventures. De Scope 2-emissies worden gerapporteerd met behulp van zowel locatiegebaseerde als marktgebaseerde benaderingen voor het elektriciteitsverbruik. De toegewezen emissies worden gerapporteerd onder Scope 3 categorie 15, terwijl de totale Scope 1- en Scope 2- emissies worden gerapporteerd onder de broeikasgasemissies van joint ventures.
(tCO2e) | 2019 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|
Scope 1-emissies | |||
Bruto Scope 1-emissies | 389.101 | 317.908 | 277.717 |
Percentage Scope 1-emissies van gereglementeerde emissiehandelssystemen (%) | - | - | 81,0% |
Scope 2-emissies | |||
Bruto locatiegebaseerde Scope 2-emissies | 429.177 | 377.519 | 340.738 |
Bruto marktgebaseerde Scope 2-emissies | 402.715 | 314.097 | 286.349 |
Significante Scope 3-emissies | |||
Totaal bruto indirecte (Scope 3-)emissies | 8.224.693 | 7.252.813 | 6.467.283 |
1 Gekochte goederen en diensten | 6.816.941 | 5.988.009 | 5.339.902 |
2 Kapitaalgoederen | 137.760 | 130.486 | 66.475 |
3 Brandstof- en energieactiviteiten (niet opgenomen in Scope 1 of Scope 2) | 119.080 | 121.596 | 108.780 |
4 Upstreamvervoer en -distributie | 178.180 | 440.118 | 420.088 |
5 Afval geproduceerd bij activiteiten | 22.140 | 38.977 | 38.363 |
6 Zakelijk reisverkeer | 10.159 | 6.340 | 4.105 |
7 Woon-werkverkeer werknemers | 14.689 | 14.785 | 14.560 |
8 Upstream geleasede activa | 12.269 | 7.824 | 12.936 |
9 Downstreamvervoer | 40.157 | 36.186 | 31.550 |
10 Verwerking verkochte producten | 279.806 | 185.054 | 188.198 |
11 Gebruik verkochte producten | - | - | - |
12 End-of-life-verwerking verkochte producten | 512.125 | 260.967 | 224.771 |
13 Downstream geleasede activa | - | - | - |
14 Franchises | - | - | - |
15 Investeringen | 81.387 | 22.471 | 17.555 |
Totale broeikasgasemissies (locatiegebaseerd) | 9.042.971 | 7.948.239 | 7.085.738 |
Totale broeikasgasemissies (marktgebaseerd) | 9.016.509 | 7.884.817 | 7.031.349 |
(tCO2e / miljoen euro)1 | 2023 | 2024 |
---|---|---|
Totale broeikasgasemissies (locatiegebaseerd) per netto-opbrengst | 2.101 | 2.047 |
Totale broeikasgasemissies (marktgebaseerd) per netto-opbrengst | 2.085 | 2.032 |
De totale marktgebaseerde emissies (Scope 1 en 2) daalden met 10,7% op jaarbasis, van 631.942 ton CO2e in 2023 tot 564.066 ton CO2e in 2024, met verminderingen in alle business groups en verminderingen op jaarbasis voor zowel Scope 1 (-12,6%) als Scope 2 (-8,8%). De totale locatiegebaseerde emissies bedroegen 618.455 ton CO2e. Zoals gerapporteerd voor 2023 is het totaal van de marktgebaseerde Scope 1- en Scope 2-emissies lager dan het totaal van de locatiegebaseerde emissies, door het feit dat er veel sites zijn met overeenkomsten voor hernieuwbare elektriciteit en onsite installaties voor hernieuwbare elektriciteit.
Met 83,9% van de totale emissies in 2024 dragen onze sites in Hoboken en Olen (België) het meest bij aan onze Scope 1-emissies. In vergelijking met het vorige jaar daalden de Scope 1-emissies met 12,6%, vooral door een tijdelijke stilstand van bepaalde installaties op de site van Hoboken als gevolg van operationele onderbrekingen na een brandincident in het laatste kwartaal. Daarnaast hebben eerdere inspanningen voor decarbonisering, zoals de installatie van een salpeterzuurfabriek in Hoboken, bijgedragen aan de algemene vermindering. De salpeterzuurfabriek die stikstofoxide afvangt en omzet in salpeterzuur resulteerde in een daling met 35.629 tCO2e in 2024. Daarnaast rapporteren we afzonderlijk biogene CO₂-emissies uit verbranding van biomassa. Voor de verslagperiode 2024 bedroegen die emissies 803 ton.
De locatiegebaseerde Scope 2-emissies daalden met 9,7% tegenover 2023, van 377.519 ton CO2e tot 340.738 ton CO2e, als gevolg van lagere emissiefactoren (omdat elektriciteitsnetten minder koolstofintensief worden) en lagere activiteitsniveaus. De marktgebaseerde Scope 2-emissies daalden met 8,8% tegenover 2023, van 314.097 ton CO2e tot 286.349 ton CO2e. Drie van de vier business groups rapporteerden marktgebaseerde Scope 2-reducties in 2024, als gevolg van de implementatie van bijkomende overeenkomsten voor hernieuwbare elektriciteit op meerdere sites wereldwijd.
Bij Umicore volgen we een strikte hiërarchie voor de netemissiefactoren (EF), gebaseerd op het Greenhouse Gas Protocol. We geven voorrang aan het gebruik van leverancierspecifieke emissiefactoren (overeenkomsten en energiecertificaten zoals de Garantie van Oorsprong en andere erkende certificaten) wanneer die beschikbaar zijn. Als die niet beschikbaar zijn, dan baseren we ons op de meest recente emissiefactoren voor restmixen en regionale, subnationale of nationale emissiefactoren (in die volgorde van voorkeur).
Voor de verslagperiode 2024 werd 50,8% van onze Scope 2-emissies gedekt door contractuele instrumenten. Hiervan was 35,4% afkomstig van de aankoop van elektriciteit afgenomen samen met specifieke energieopwekkingsattributen en 0,3% van elektriciteit zonder die claims voor energie-attributen. Daarnaast rapporteren we biogene CO₂-emissies apart van Scope 2. Voor deze verslagperiode was 42.619 ton aan CO₂-emissies afkomstig van verbranding van biomassa.
De totale bruto Scope 3-emissies daalden met 10,8%, van 7.252.813 ton CO2e in 2023 tot 6.467.283 ton CO2e in 2024. In 2024 varieerden de materiële prestatiewijzigingen per categorie, als gevolg van markttrends en specifieke operationele factoren. Categorie 1 daalde met 10,8%, vooral als gevolg van markttrends in alle business units. In 2023 kende de zilvermarkt een aanzienlijke hausse, wat leidde tot een stijging van de vraag naar zilver. Die vraag bleef echter niet op hetzelfde niveau in 2024. Categorie 2 daalde met 49,1%, als gevolg van de bijzondere waardevermindering van Umicore Battery Materials. Daarnaast is er een daling in categorie 6 met 35,3%. Die wijziging is het gevolg van de reisbeperkingen in 2024. Categorie 8 kende dan weer een stijging met 65,3% in 2024, als gevolg van de toevoeging van leaseovereenkomsten aan deze categorie in dit verslagjaar, tegenover enkel nieuwe leaseovereenkomsten in het vorige jaar. Voor de nog niet genoemde Scope 3-categorieën waren er in 2024 geen significante wijzigingen tegenover 2023.
De Scope 1- en Scope 2-emissies van de joint ventures daalden met 22,0% tegenover 2023. Het hier gerapporteerde cijfer wijkt af van de waarde gerapporteerd onder Scope 3 categorie 15 omdat die categorie het principe van aandeel in het eigen vermogen volgt.
(tCO2e) | 2023 | 2024 |
---|---|---|
Scope 1-emissies – joint ventures | ||
Bruto Scope 1-emissies | 13.816 | 6.951 |
Scope 2-emissies – joint ventures | ||
Bruto locatiegebaseerde Scope 2-emissies | 42.305 | 36.827 |
Bruto marktgebaseerde Scope 2-emissies | 42.305 | 36.827 |
Totaal Scope 1 en 2-emissies – joint ventures | 56.121 | 43.778 |
In het kader van de verdere implementatie van de TCFD-aanbevelingen startte Umicore in 2022 een project rond interne koolstofbeprijzing. Het doel hiervan is om onze kwantificaties van de klimaattransitierisico’s te verfijnen en om later ook tools te zoeken voor de evaluatie van bedrijfsstrategieën binnen ons stappenplan voor decarbonisering.
In 2023 ontwikkelden we een ‘Value Tradeoff Framework’ voor Scope 1-, 2- en 3-emissies. Dat raamwerk past een gedifferentieerde schaduwprijs toe op basis van de regionale classificaties van het Internationaal Energieagentschap of een minimale interne koolstofprijs van € 80/tCO₂e als die hoger is. Het raamwerk omvat ook een marginale reductiekostencurve om de kosteneffectiviteit van emissiereductieoplossingen te evalueren en initiatieven in lijn met onze milieudoelen te prioriteren met een zo optimaal mogelijk gebruik van financiële middelen. Het raamwerk, waarnaar wordt verwezen in E1-1 en dat is gevalideerd door het ELT, wordt gebruikt bij financieel materiële project- en businesscase-evaluaties om toekomstige koolstofkosten te beoordelen en waardeafwegingen te identificeren.
In 2024 testten we de schaduwprijselementen in twee interne businesscases: één met een mogelijke impact op de Scope 1-emissies en de andere met een mogelijke impact op de Scope 3.1-emissies. De resultaten van die testen vormden de basis voor een update van ons interne CapEx-beleid en hebben bijgedragen tot de ontwikkeling van een ontwerpversie van een beleid voor interne koolstofbeprijzing, dat in 2025 verder wordt uitgewerkt.
Let wel: het raamwerk wordt niet gebruikt voor het beoordelen van de nuttige levensduur, de restwaarde of bijzondere waardeverminderingen van activa, noch voor de waardering tegen reële waarde van activa verworven via overnames.
Subthema | IRO-type | Omschrijving | Plaats in waardeketen | Tijdshorizon |
---|---|---|---|---|
Emissies naar lucht | Positieve impact | Umicore’s producten en diensten helpen emissies naar lucht te verminderen en de luchtkwaliteit te verbeteren door hun downstreamgebruik. | Downstream | Alle tijdshorizonten |
Emissies naar lucht | Negatieve impact | Umicore’s activiteiten kunnen leiden tot emissies naar lucht van onder meer NOx, SOx, VOS en metaaldeeltjes uit processen zoals smelten en materiaalbehandeling. Die emissies kunnen een negatieve invloed hebben op de luchtkwaliteit en zo op lokale gemeenschappen en het milieu. | Kernactiviteit | Korte termijn |
Emissies naar lucht | Kans | Innovatieve materialen en processen ontwikkelen om verontreinigende stoffen van downstreamtoepassingen te verminderen (bv. schone mobiliteit) biedt kansen voor Umicore om de omzet te verhogen en/of nieuwe inkomstenstromen te creëren. | Downstream | Alle tijdshorizonten |
Emissies naar lucht | Risico | Emissies naar lucht door de activiteiten in Hoboken zijn onderworpen aan vergunningsvereisten. Niet-naleving van die vereisten kan leiden tot financiële sancties, juridische aansprakelijkheden en reputatieschade. | Eigen activiteiten | Middellange en lange termijn |
Beheer van schadelijke stoffen | Risico | Blootstelling aan chemische stoffen met intrinsieke gevaarlijke eigenschappen kan significante veiligheids-, gezondheids- en milieurisico's met zich meebrengen. Daarnaast kan onjuist beheer van die chemische stoffen leiden tot aanzienlijke financiële claims en hogere kosten voor onderzoek en ontwikkeling om veiligere alternatieven te vinden. | Kernactiviteit | Alle tijdshorizonten |
Emissies naar lucht houden verband met Umicore’s industriële activiteiten, meer bepaald metaalraffinage en -recyclage. Die impact wordt opgenomen in Umicore’s programma voor het beheer van de luchtkwaliteit. Voor meer informatie over hoe Umicore die potentiële en/of daadwerkelijke impacts beheert, zie E2-2.
Ook waterverontreiniging werd geëvalueerd in het kader van de bredere IRO-beoordeling voor water en mariene hulpbronnen, aangezien Umicore watergerelateerde impacts holistisch evalueert. Voor meer informatie over het beheer van waterverontreiniging, zie E3.
Verontreinigingsbeheer wordt beheerst door de relevante beleidslijnen zoals beschreven in E1-2. Dit deel richt zich op relevante aspecten van die beleidslijnen.
Umicore beperkt emissies naar lucht in haar eigen activiteiten zoveel mogelijk door strikte monitoring, controle en voortdurende verbetering, in lijn met de toepasselijke wet- en regelgeving. Door middel van geavanceerde technologieën voor emissiereductie en procesoptimalisaties verminderen we de voornaamste verontreinigende stoffen, waaronder fijnstof, zwaveloxiden, stikstofoxiden en vluchtige organische stoffen, maar ook metalen die specifiek zijn voor onze productieprocessen. Zo voldoen we aan de lokale wetgeving.
Umicore hanteert strikte controles op (zowel directe als indirecte) emissies naar lucht, water en bodem. De EHS Guidance Note schrijft een uitgebreide risicobeoordeling voor om potentiële verontreinigingsbronnen te identificeren en te prioriteren. De upstreamimpacts worden beheerd via Umicore’s Global Sustainable Sourcing Policy. Hoewel er geen formeel beleid is voor potentiële en bestaande downstreamimpacts, past Umicore een gestructureerd, op risico gebaseerd due-diligence-proces toe om die impacts te beoordelen en te beperken.
Doel | Zorgen voor kennis over en risicobeheer van gevaarlijke producten |
Scope | Wereldwijde geconsolideerde activiteiten van de Umicore-Groep |
Governance | ELT |
Beschikbaarheid | Umicore-website |
Behandelde ESRS-thema’s |
|
Bepaalde chemische stoffen en materialen zijn inherent gevaarlijk, maar wel onmisbaar voor de groene transitie. Bij Umicore erkennen we dat de duurzame technologieën die de maatschappij verwacht (zoals energieopslag, recyclage en hoogperformante elektronica) soms het gebruik vereisen van bepaalde zorgwekkende stoffen (ZS) en zeer zorgwekkende stoffen (ZZS), tot er levensvatbare alternatieven worden gevonden.
Umicore’s beleid voor verantwoord productbeheer is erop gericht ervoor te zorgen dat producten veilig worden gebruikt, verwerkt en verwijderd conform alle wettelijke vereisten. Het beleid integreert overwegingen inzake milieu, veiligheid en gezondheid in elke fase van de productontwikkeling, ondersteunt uitgebreide duurzaamheidsbeoordelingen, zowel upstream als downstream, en bevordert actief overleg met stakeholders. Het is een hoeksteen van onze inspanningen om het gebruik van zorgwekkende stoffen te verminderen in zowel onze eigen bedrijfsactiviteiten als onze waardeketen.
Elke business unit wordt aangemoedigd om (waar mogelijk) een substitutieplan te implementeren om de afhankelijkheid van die stoffen zoveel mogelijk te beperken. Het doel is om (waar mogelijk) het gebruik en de productie van zeer zorgwekkende stoffen uit te faseren, met name voor niet-essentiële toepassingen. Die aanpak omvat een uitgebreide evaluatie van chemische risico's en veiligheid binnen zowel onze eigen productieprocessen als de bredere waardeketen. Die gestructureerde aanpak van verontreinigingsbeheer zorgt voor solide en transparante praktijken, in lijn met zowel de regelgeving als ons engagement voor duurzame bedrijfsactiviteiten.
Umicore’s aanpak voor acties rond verontreiniging sluiten vooral aan bij de lagen ‘vermijden’ en ‘minimaliseren’ van de mitigatieladder door te focussen op proactieve uitstootbeperkingen, gerichte site-interventies en materiaalsubstitutie. Waar de mitigatiemogelijkheden beperkt zijn, zorgen maatregelen zoals de ontwikkeling van groene bufferzones en veiligheidsmaatregelen voor chemische stoffen voor een effectief verontreinigingsbeheer.
In 2024 voerde Umicore een standaardprocedure voor emissiebeoordeling in voor alle geconsolideerde productiesites. Het doel is een consistente monitoring van gegevens en meer betrouwbare en transparante emissiegegevens. Die wereldwijd toegepaste aanpak focust op het beheer van emissies naar lucht en draagt bij aan Umicore’s inspanningen voor een betere luchtkwaliteit. Het zorgt ook voor meer transparante rapportering en ondersteunt onze algemene doelstelling om de impact zoveel mogelijk te beperken.
Een uitgebreide beoordeling in 2024 van emissiegegevens voor alle sites wereldwijd resulteerde in een lijst van 18 sites die het nieuw ontwikkelde Ambient Air Quality Program (AAQP) prioritair zouden implementeren.
Het Ambient Air Quality Program is een belangrijk onderdeel van Umicore’s strategie voor verontreinigingsbeheer. Het programma, dat al resulteerde in een daling met 25% van de diffuse emissies, richt zich rechtstreeks op de emissiehotspots en bevordert operationele uitmuntendheid in verontreinigingsbeheer.
Het AAQP wordt geïmplementeerd op 18 prioritaire sites wereldwijd en omvat gerichte monitoring en interventies en periodieke herbeoordelingen. Sites met prioriteit 1 zijn actief betrokken sinds 2024 (waarbij gestructureerde feedback gepland staat voor 2025), terwijl sites met prioriteit 2 en 3 in 2025 worden opgenomen. Door regelmatige opvolging en engagement op siteniveau zorgt Umicore ervoor dat de inspanningen voor emissiereductie worden geleverd waar ze het meest nodig zijn. Verdere acties en regelmatige monitoring zullen worden ondernomen in lijn met de doelstellingen van het programma. Zo kan flexibel worden ingespeeld op de prestaties van de sites en de veranderende milieuomstandigheden. Na 2025 wordt het programma voortgezet met regelmatige monitoring en mogelijke herprioritering. Voor 2029 staat een formele herbeoordeling gepland om te garanderen dat het AAQP blijft aansluiten op evoluerende emissiegegevens en operationele behoeften. Voor alle nieuwe productiesites zullen we een prioriteitsbeoordeling uitvoeren voor opname in het AAQP na hun eerste jaarlijkse rapporteringscyclus. Nieuwe sites worden naast bestaande sites opgenomen in een vijfjaarlijkse herbeoordelingscyclus.
Umicore’s Hoboken-site, een van de grootste metaalrecyclagesites ter wereld, ligt in het hart van Hoboken (België), een stad met meer dan 200 jaar rijke industriële geschiedenis. Umicore zoekt dan ook al jarenlang een evenwicht tussen geavanceerde uitstootbeperking en de uitdagingen van een aangrenzende woonwijk. Eeuwen van industriële activiteiten hebben bijgedragen aan verhoogde lood-in-bloed-waardes bij de lokale gemeenschap. Hoewel de aanhoudende herstelmaatregelen de luchtkwaliteit drastisch verbeterden, werd in de zomer van 2020 een piek waargenomen in de lood-in-bloedwaardes bij kinderen, ondanks het feit dat de emissies van de fabriek onder de lokale wettelijke norm lagen. De extreme weersomstandigheden en de COVID-19-lockdown creëerden uitzonderlijke omstandigheden, die de blootstellingsrisico's verhoogden en de nood aan verdere beschermingsmaatregelen duidelijk maakten.
Umicore heeft hierop tal van maatregelen ingevoerd om de emissies te verminderen en het milieubeheer te verbeteren. De wegen en de terreinen op de site en in de omliggende buurt worden intensiever schoongemaakt en grondstoffen worden nu opgeslagen in volledig overdekte ruimten. Om te anticiperen op extreme weersomstandigheden door klimaatverandering zijn procedures aangepast, waaronder het gebruik van een weerbarometer om de verwerking van grondstoffen te beperken op basis van de omstandigheden. Nieuwe meettechnieken en uitgebreide onderzoeken naar stofbronnen worden toegepast om de emissies te verminderen en processen aan te passen. Bij investeringen wordt voorrang gegeven aan stofreductie boven nieuwe installaties.
Daarnaast ontwikkelde Umicore een groene zone van één hectare binnen de siteperimeter en een groene zone van vijf hectare naast de site als buffer tussen de industriële activiteiten en de nabijgelegen woningen. Het project omvatte verschillende stappen, waaronder Umicore’s vrijwillige aanbod om de huizen van de dichtst gelegen omwonenden te kopen, de daaropvolgende sloop van die huizen en de aanplanting van groen, die eind 2024 van start ging. Umicore werkte samen met een onafhankelijke schatter-expert en betaalde een billijke vergoeding aan de gezinnen die ermee instemden te verhuizen.
Met het oog op meer veiligheid voor de omwonenden en betere verkeersstromen wordt de openbare weg die door de site loopt afgesloten en geïntegreerd in de site. Langs de groene bufferzone wordt een nieuwe weg met apart fietspad aangelegd voor meer toegankelijkheid voor voetgangers, fietsers en voertuigen.
Die acties kaderen in een bredere en langdurige strategie om de gezondheid van de omwonenden te beschermen en de milieukwaliteit te verbeteren, voortbouwend op tientallen jaren van verontreinigingsbestrijding en duurzaam herstel. Overleg met de plaatselijke gemeenteraad en de bewoners en een open dialoog met alle stakeholders zijn cruciaal geweest voor het succes van die initiatieven. Umicore blijft jaarlijks € 25 miljoen investeren in de voortdurende verbetering van haar milieuprestaties.
Umicore heeft geen doelen inzake verontreiniging vastgelegd die vallen onder de scope van ESRS E2.
ESRS heeft betrekking op puntbronnen van emissies naar lucht, terwijl Umicore zich richt op diffuse emissies uit processen zoals smelten en materiaalbehandeling, die de luchtkwaliteit kunnen aantasten. Die vrijwillige doelstelling (die buiten de scope van de CSRD valt) is gericht op de preventie en de beheersing van luchtverontreinigende stoffen door de diffuse emissies met 25% te verminderen tegen 2025. Het doel werd intern ontwikkeld met behulp van geavanceerde modellering en het monitoren van emissies om bronnen te identificeren en mitigatiestrategieën te implementeren. Die methode sluit aan bij de beste praktijken voor de bestrijding van luchtverontreiniging en houdt rekening met wetenschappelijk bewijs over de verspreiding van verontreinigende stoffen.
Op de site in Hoboken (België) volgen zes meetstations de dagelijkse fijnstofconcentraties (PM10) voor een groot aantal metalen. Umicore behaalde haar doel (een daling met 25% tegenover de baseline van 2020) in 2022, vooral dankzij operationele uitmuntendheid en de ultramoderne faciliteiten. De emissies zijn sinds 2022 onder het reductieniveau van 25% gebleven en eind 2024 lagen de diffuse emissies meer dan 50% lager dan de baseline.
Umicore heeft geen doelen vastgelegd voor emissies naar water of bodem of voor het gebruik van (zeer) zorgwekkende stoffen.
Umicore’s rapportering over verontreinigende emissies omvat emissies naar lucht en water en voldoet aan de ESRS E2-normen en de toepasselijke wettelijke drempelwaardes (Bijlage II, Verordening (EG) nr. 166/2006). Alleen verontreinigende stoffen met geaggregeerde emissies boven die drempelwaarden voor alle geconsolideerde productiesites worden gerapporteerd.
Voor de rapporteringsmethode zijn we overgestapt van impactfactorberekeningen naar rapportering in belastingen met het oog op afstemming met de huidige wettelijke vereisten en gestandaardiseerde praktijken. De rapporteringsscope werd in 2024 uitgebreid met niet-metaalemissies en omvat nu alle geconsolideerde productiesites, waardoor de gegevens vollediger zijn. Er zijn datalacunes voor sommige verontreinigende stoffen die niet onder lokale vergunningen vallen. We werken actief aan een oplossing hiervoor.
De gerapporteerde luchtverontreinigende stoffen buiten broeikasgassen omvatten SOx, NOₓ, NH₃ en metalen. Voor water vallen zowel metalen als niet-metalen verontreinigende stoffen (zoals arseen, koper, lood, nikkel, zink, chloriden en fluoriden) onder de rapporteringsscope.
De emissiegegevens zijn vooral afkomstig van directe metingen (continue monitoring) en periodieke metingen (geplande monsternames en laboratoriumanalyses), die meer dan de helft van de ingevoerde gegevens vertegenwoordigen. Als die methoden niet beschikbaar zijn, worden de emissies berekend of geschat door middel van door de sector erkende methoden. Elke site voert zijn emissiegegevens in via Umicore’s milieurapporteringssysteem, waarbij de monitoringfrequentie wordt bepaald door operationele omstandigheden, het type verontreinigende stof en de lokale vergunningsvereisten.
(t) | Emissies naar lucht 2023 | Emissies naar lucht 2024 |
---|---|---|
Ammoniak (NH3) | - | 172,15 |
Arseen en verbindingen (als As) | 0,03 | 0,02 |
Koper en verbindingen (als Cu) | 0,08 | 0,21 |
Nikkel en verbindingen (als Ni) | 0,13 | 0,17 |
Stikstofoxiden (NOx/NO2) | - | 183,48 |
Zwaveloxiden (SOx/SO2) | - | 549,69 |
In 2024 rapporteerden we emissies naar lucht voor zes verbindingen die de toepasselijke rapporteringsdrempels overschreden. In vergelijking met 2023 en conform de regelgeving zijn enkele bijkomende verontreinigende stoffen opgenomen in de rapporteringsscope: ammoniak (NH₃), stikstofoxiden (NOₓ/NO₂) en zwaveloxiden (SOₓ/SO₂). Die verontreinigende stoffen zijn afkomstig van verschillende industriële processen: NH₃ wordt gebruikt als reagens bij de productie van PCAM. Hoewel een groot deel ervan geregenereerd wordt, komt er nog steeds een aanzienlijke hoeveelheid vrij in de lucht. NOₓ- en Soₓ-emissies zijn dan weer vooral het gevolg van brandstofverbranding en pyrometallurgische processen, waarbij activiteiten bij hoge temperaturen bijdragen aan het vrijkomen ervan.
Bij de metaalemissies bleef de uitstoot van arseen (As) relatief stabiel, terwijl die van koper (Cu) en nikkel (Ni) toenamen. De stijging in nikkelemissies werd vooral veroorzaakt door de opname van bijkomende geconsolideerde productiesites in de rapporteringsscope in vergelijking met 2023. Ook de toename in koperemissies is deels te wijten aan die scope-uitbreiding, naast variaties in de samenstelling van verwerkte materialen en operationele aanpassingen.
We blijven werken aan het optimaliseren van procesomstandigheden en het implementeren van gerichte emissiebeperkingsmaatregelen om onze milieu-impact zoveel mogelijk te beperken. Ook in de toekomst blijven we ons inzetten om onze metaalemissies naar lucht te verminderen door de ontwikkeling van het programma voor verantwoord luchtbeheer. Die inspanningen kaderen in onze bredere strategie om onze milieuvoetafdruk zoveel mogelijk te beperken en onze prestaties inzake luchtkwaliteit te verbeteren.
(t) | Emissies naar water 2023 | Emissies naar water 2024 |
---|---|---|
Arseen en verbindingen (als As) | 0,14 | 0,16 |
Cadmium en verbindingen (als Cd) | 0,01 | 0,02 |
Chloriden (als totaal Cl) | - | 5.187,09 |
Koper en verbindingen (als Cu) | 0,16 | 0,25 |
Fluoriden (als totaal F) | - | 4,34 |
Lood en verbindingen (als Pb) | 0,06 | 0,25 |
Kwik en verbindingen (als Hg) | 0,001 | 0,002 |
Nikkel en verbindingen (als Ni) | 0,44 | 0,82 |
Totaal stikstof | - | 114,28 |
Totaal organische koolstof (TOC) (als totaal C of COD/3) | - | 210,03 |
Zink en verbindingen (als Zn) | 0,15 | 0,24 |
In 2024 namen we bijkomende verontreinigende stoffen op in onze rapportering over emissies naar water. Van de nieuw gemonitorde niet-metalen verontreinigende stoffen vormen chloriden de grootste toevoeging. In tegenstelling tot andere verontreinigende stoffen zijn chloriden zeer goed oplosbaar en worden ze niet afgebroken of verwijderd in conventionele waterzuiveringsinstallaties. Daardoor blijft hun concentratie in afvalwater grotendeels ongewijzigd, door factoren zoals de samenstelling van grondstoffen, chemische processen en koelwatercycli eerder dan door de efficiëntie van de waterzuivering. Het is belangrijk op te merken dat chloride-emissies milieurisico's met zich mee kunnen brengen, vooral in zoetwatersystemen, omdat de meeste van onze waterlozingen naar oppervlaktewater gaan. We blijven die emissies monitoren om een mogelijke milieu-impact zoveel mogelijk te beperken en verantwoord waterbeheer te garanderen.
De totale metaalemissies naar water stegen voor alle gemonitorde verontreinigende stoffen tegenover 2023, vooral door de scope-uitbreiding en variaties in de procesgrenswaardes. Met name de nikkelemissies (Ni) verdubbelden bijna tegenover 2023, toen ze aanzienlijk lager lagen door lagere productievolumes op een van de sites met hoge emissies. Ondanks die stijging liggen de niveaus voor 2024 echter in de lijn van de historische patronen op onze site in Kokkola (Finland) van 2020 tot 2022. Er werden ook significante stijgingen van de loodemissies (Pb) vastgesteld, vooral door de lozing van hemelwater op de site van Hoboken (België). De ongewoon hoge neerslag in 2024 droeg bij tot capaciteitsoverschrijdingen op bepaalde sites, een bewijs van de gevoeligheid van emissies voor klimaatgebonden gebeurtenissen. Ook in de toekomst blijven we ons inzetten om onze processen te optimaliseren en maatregelen te nemen om onze emissies waar mogelijk te beheersen.
Bepaalde chemische stoffen en materialen zijn inherent gevaarlijk, maar wel onmisbaar voor de groene transitie. Gevaarlijke chemische stoffen hebben intrinsieke eigenschappen die, als ze niet goed worden beheerd, significante veiligheids-, gezondheids- en milieurisico's met zich mee kunnen brengen. De Europese Green Deal omvat kritieke gebieden zoals klimaat, circulariteit, toelevering van kritieke grondstoffen en beheer van chemische stoffen. Naast die overkoepelende megatrend rond duurzaamheid blijft de naleving van regelgeving rond chemische stoffen een belangrijk instrument op internationaal niveau.
Bij Umicore zijn we ons bewust van de complexe rol die bepaalde zorgwekkende stoffen (ZS) en zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) spelen in het behalen van de duurzaamheidsdoelstellingen, met name wat betreft anorganische chemicaliën en metaalchemie, die centraal staan in onze activiteiten. Die stoffen spelen een cruciale rol voor de ontwikkeling van duurzame technologieën zoals energieopslag, recyclage en hoogperformante elektronica, die fundamenteel zijn voor een koolstofarme toekomst.
Metalen en anorganische chemicaliën vormen unieke uitdagingen door technologische beperkingen (in tegenstelling tot organische chemicaliën, waarbij alternatieven makkelijker toegankelijk zijn). Om die uitdagingen aan te gaan, zorgen we ervoor dat de toepassing ervan beperkt blijft tot kritieke functies. Voor activiteiten met gebruik van anorganische metaalchemie blijft onze primaire focus op recyclage en het verminderen van de uitstoot in het milieu. We beheren bijbehorende risico's via veiligheidsinformatiebladen, uitgebreide risicobeoordelingen en de naleving van nationale en internationale regelgeving voor chemische stoffen. Daarbij zorgen we ervoor dat de mogelijke impact op milieu en gezondheid zoveel mogelijk wordt beperkt, met primaire focus op recyclage en het verminderen van de uitstoot in het milieu.
Onze praktijken sluiten aan bij internationale raamwerken zoals het Global Framework on Chemicals – For a Planet Free of Harm from Chemicals and Waste. De raamwerken sturen ons bij ons streven om milieu en gezondheid te beschermen en ondersteunen tegelijkertijd de cruciale rol van die stoffen in onze bedrijfsactiviteiten.
Die rapportering getuigt van ons streven naar transparantie, voortdurende verbetering en verantwoord beheer van chemische stoffen. Onze strenge beperkingsmaatregelen en proactieve aanpak zorgen voor een veilige en verantwoorde verwerking van die stoffen.
Zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) zijn een specifieke subgroep van gevaarlijke stoffen zoals bepaald in artikelen 57 en 59, lid 1 van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (REACH). Zorgwekkende stoffen (ZS) hebben dan weer een bredere definitie en omvatten zowel ZZS als andere chemische stoffen. ZS zijn ingedeeld volgens tabel 2 van bijlage II van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2772. Voor rapporteringsdoeleinden verwijzen de gerapporteerde hoeveelheden ZS en ZZS naar de gebruikte, ontstane en ingekochte hoeveelheden voor productie, evenals de hoeveelheden die de sites verlaten als (onderdeel van) een product dat we op de markt brengen.
De rapportering is gestructureerd per belangrijke gevarenklasse op basis van specifieke gevarenaanduidingen:
Gevaren voor de gezondheid: stoffen met gevarenaanduiding H3xx of EUH3xx
Gevaren voor het milieu: stoffen met gevarenaanduiding H4xx of EUH4xx
Om dubbeltelling te voorkomen, wordt een stof die onder meerdere gevarenklassen binnen dezelfde categorie valt (gevaren voor de gezondheid of voor het milieu) slechts één keer geteld binnen die categorie. Er dient te worden vermeld dat het totale gewicht afzonderlijk wordt gerapporteerd voor gevaren voor de gezondheid en voor het milieu.
De gegevens voor die berekeningen worden handmatig afgeleid uit de beschikbare gegevens van de verschillende productie- en inkoopsystemen. Voor de verslagperiode 2024 werd de scope eerst beperkt tot een aantal business units en enkel de Europese bedrijfsactiviteiten binnen die business units werden opgenomen. Daardoor zijn de cijfers onderhevig aan onzekerheid, maar er worden actieplannen ontwikkeld om de nauwkeurigheid te verbeteren en de rapportering in toekomstige cycli uit te breiden.
(t) | Ontstaan, gebruikt bij productieprocessen of ingekocht | Verlaten de faciliteiten als emissies, producten of als deel van producten of diensten |
---|---|---|
Gevaren voor de gezondheid (H3xx) | 11.515 | 68.739 |
Gevaar voor het milieu (H4xx) | 11.480 | 13.325 |
Het gros van de ZZS-volumes gerapporteerd als ‘verlaten de faciliteiten als producten’ heeft betrekking op lood en kobaltzouten. Het is belangrijk op te merken dat die stoffen nooit direct toegankelijk zijn voor consumenten, omdat ze geïntegreerd zijn in complexe industriële processen en hightech recyclagesystemen.
Lood is een essentieel element voor de circulaire economie van de EU. Het fungeert als een dragermetaal dat de recyclage en terugwinning mogelijk maakt van waardevolle metalen gebruikt in producten zoals mobiele telefoons en zonnepanelen. Door die metalen aan het einde van hun levensduur opnieuw in de productcyclus te brengen, helpt lood de materiaalwaarde te behouden en afval zoveel mogelijk te beperken. Bij hightech recyclage speelt lood een centrale rol bij het terugwinnen van edelmetalen (waaronder platina) uit e-scrap en andere complexe producten.
Kobaltzouten zijn onmisbaar in technologieën voor opwekking van hernieuwbare energie en batterijen, met name voor de opslag van groene stroom en de aandrijving van elektrische voertuigen. Kobaltzouten staan sinds 2008 – 2010 op de ZZS-kandidatenlijst. Ze werden streng onderzocht door de Europese Commissie en haar relevante agentschappen om de meest geschikte risicobeheermaatregelen te bepalen ter bescherming van milieu en gezondheid. In plaats van een vergunning of beperking op te leggen, was de meest geschikte maatregel een bindende grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling (BOEL – binding occupational exposure limit) in de hele EU voor kobalt en anorganische kobaltverbindingen, een proces dat nog lopende is. Voor meer informatie over BOEL-metingen, zie S1-4.
(t) | Ontstaan, gebruikt bij productieprocessen of ingekocht | Verlaten de faciliteiten als emissies, producten of als deel van producten of diensten |
---|---|---|
Gevaren voor de gezondheid (H3xx) | 39.410 | 23.094 |
Gevaar voor het milieu (H4xx) | 36.836 | 20.547 |
Veel non-ferrometalen en metaalverbindingen aan de basis van de groene transitie zijn geclassificeerd als zorgwekkende stoffen door hun gevaarlijke eigenschappen. Een significant deel van de ZS-volumes gerapporteerd als ‘verlaten de faciliteiten als producten’ heeft betrekking op nikkelverbindingen. Hoewel die verbindingen onderworpen zijn aan strenge gevarenclassificaties, zijn ze onmisbaar voor een breed scala aan hoogperformante en milieuvriendelijke toepassingen. Nikkelverbindingen zijn essentieel voor geavanceerde technologieën in uiteenlopende sectoren zoals transport, lucht- en ruimtevaart, elektronica, katalysatoren, batterijen, verf en coatings en keramiek.
Bij Umicore erkennen we de cruciale rol van nikkelverbindingen in het stimuleren van duurzame innovatie. Het gebruik ervan is onderworpen aan strikte veiligheidsprotocollen en voldoet aan internationale richtlijnen en beste praktijken. Dit zorgt ervoor dat, terwijl nikkelverbindingen bijdragen aan belangrijke industriële processen, mogelijke risico’s voor milieu en gezondheid effectief worden beperkt. Onze aanpak is bedoeld om de groene transitie op verantwoorde wijze te ondersteunen en stakeholders ervan te verzekeren dat die stoffen veilig worden beheerd in al onze bedrijfsactiviteiten.
Subthema | IRO-type | Omschrijving | Plaats in waardeketen | Tijdshorizon |
---|---|---|---|---|
Water | Negatieve impact | Een hoog waterverbruik van mijnbouwactiviteiten door upstreambedrijven kan de beschikbaarheid van water in lokale ecosystemen aanzienlijk verminderen. Dat kan de waterstress in getroffen regio's verergeren, de toegang van gemeenschappen tot water verstoren en uitdagingen vormen voor duurzaam waterbeheer in onze hele toeleveringsketen. | Upstream | Korte termijn |
Waterverontreiniging | Negatieve impact | Afvalwater geproduceerd door upstreamactiviteiten kan de waterkwaliteit negatief beïnvloeden, verontreinigende stoffen in het lokale watersysteem brengen, aquatische ecosystemen aantasten en de beschikbaarheid van schoon water voor gemeenschappen en andere gebruikers verminderen. | Upstream | Korte termijn |
Zie E1-SBM 3 voor meer informatie over waterrisico's verbonden aan klimaatrisico's en E3-2 voor meer informatie over Umicore’s beheer van die potentiële of daadwerkelijke impacts. Die impacts zijn eerder terug te voeren op Umicore’s zakelijke relaties dan rechtstreeks op onze eigen bedrijfsactiviteiten.
Het beleid beschreven onder E1-2 zet ons beheer van water en mariene hulpbronnen uiteen. Dit deel richt zich op relevante aspecten van het geldende beleid, met focus op het zoveel mogelijk beperken van waterverbruik, het beschermen van de waterkwaliteit en het verminderen van onze impact op aquatische ecosystemen.
We monitoren de volumes wateronttrekking en implementeren geavanceerde behandelingsprocessen om ervoor te zorgen dat geloosd water voldoet aan de lokale wettelijke normen. Onze aanpak omvat een verantwoord gebruik en voorziening van waterbronnen binnen onze eigen bedrijfsactiviteiten. Op sites in gebieden met waterstress geven we prioriteit aan waterrecyclage en -hergebruik om onze totale watervoetafdruk te verkleinen, met name door water zoveel mogelijk te recycleren en te hergebruiken binnen onze activiteiten.
Performante praktijken voor afvalwaterbehandeling zijn geïntegreerd in al onze activiteiten om duurzaam hergebruik van water mogelijk te maken en zo de afhankelijkheid van primaire waterbronnen te verminderen en zoveel mogelijk te beperken, met name in regio's met waterschaarste.
In lijn met onze Environmental Stewardship Policy hebben we strenge beperkingsmaatregelen en geavanceerde technologieën geïmplementeerd om schadelijke waterverontreiniging te voorkomen, te verminderen of zoveel mogelijk te beperken door onze processen voortdurend te verfijnen.
Het programma voor verantwoord waterbeheer richt zich vooral op onze geconsolideerde productiesites in regio's met waterstress. De nadruk ligt daarbij op waterverbruik en -besparing, efficiënt watergebruik en initiatieven voor waterrecyclage, waar mogelijk, om de totale wateronttrekking uit primaire bronnen zoveel mogelijk te beperken.
In lijn met de UGSSP wordt van leveranciers van specifieke grondstoffen verwacht dat ze hun waterverbruik opvolgen, gebieden met waterstress in kaart brengen en plannen ontwikkelen om het waterverbruik te verminderen, met name in die hoogrisicogebieden.
Umicore heeft geen specifiek beleid inzake duurzaam beheer van oceanen en zeeën of een beleid voor de vermindering van downstream-waterverbruik.
Umicore’s aanpak inzake het beheer van water en mariene hulpbronnen sluit aan bij de lagen ‘vermijden’ en ‘minimaliseren’ van de mitigatieladder. We evalueren waterstress proactief, optimaliseren het watergebruik en beperken lozingen zoveel mogelijk door gerichte interventies en geavanceerde monitoring. Waar de primaire mitigatiemogelijkheden beperkt zijn, zorgen gerichte risicobeoordelingen en herstelmaatregelen voor een effectief verantwoord waterbeheer en de bescherming van aquatische ecosystemen.
Umicore voerde in 2024 een uitgebreide beoordeling uit om geconsolideerde productiesites in kaart te brengen die zich in gebieden met grote of extreem grote waterstress bevinden. Met behulp van de Aqueduct-tool van het World Resources Institute werden alle sites wereldwijd geëvalueerd, met bijzondere aandacht voor de sites in gebieden met het grootste risico op waterschaarste. Die beoordeling identificeerde locaties in gebieden met hoge en extreem hoge waterstress, met als resultaat een lijst met prioritaire sites als baseline voor gericht waterbeheer. Door te focussen op die hoogrisicolocaties worden solide waterbeheersystemen geïmplementeerd waar ze het hardst nodig zijn en ondersteunen we onze inspanningen om verontreiniging te voorkomen. Ook nieuwe productiesites worden geëvalueerd en bij updates van de Aqueduct-tool volgen herbeoordelingen.
Ook in 2024 voerden we op onze geconsolideerde productiesites wereldwijd een analyse uit van de waterverbruikspatronen om de sites met het hoogste verbruik te identificeren. Op basis hiervan kunnen we onze waterbesparingsinitiatieven doeltreffender inzetten en verkleinen we onze totale watervoetafdruk, met name in regio's met significante watergerelateerde risico's. De inzichten uit die analyse laten toe om grondstoffen efficiënt toe te wijzen. Via regelmatige updates in 2025 kunnen we onze strategieën voor waterbeheer voortdurend verfijnen op basis van de meest recente verbruiksgegevens.
In 2024 voltooiden we ook een beoordeling van de waterlozing op alle geconsolideerde productiesites om de locaties met de hoogste lozingsvolumes in kaart te brengen en te onderzoeken welke verontreinigende stoffen worden geloosd. Zo kunnen we de sites die het meest bijdragen aan waterverontreiniging identificeren en een lijst opstellen met prioritaire hoogrisicosites. Dat is essentieel om gerichte herstelmaatregelen te ontwikkelen om emissies te verminderen en de waterkwaliteit te verbeteren, en om de milieu-impact op lokale ecosystemen te beperken. Voortdurende monitoring en periodieke updates zorgen ervoor dat de beperkende maatregelen doeltreffend blijven in lijn met onze milieudoelstellingen.
Voortbouwend op die individuele beoordelingen ontwikkelden we eind 2024 een geïntegreerd raamwerk voor prioritering van sites dat gegevens over waterstress, -verbruik en -lozing consolideert. Op basis daarvan kunnen we sites rangschikken volgens hun potentiële milieu-impact en de urgentie om in te grijpen. Zo kunnen we gerichte strategieën voor waterbeheer ontwikkelen. Dankzij dat raamwerk kunnen we onze middelen efficiënt inzetten en vooral op gebieden die het meest voor verbetering vatbaar zijn. Het raamwerk zal regelmatig worden bijgewerkt op basis van veranderende milieu- en operationele omstandigheden.
Vanaf 2025 implementeert Umicore een gerichte risicobeoordeling voor sites die als prioritair werden aangeduid. Dat zal dienen als input voor de ontwikkeling van aangepaste waterbeheerplannen om sitespecifieke uitdagingen aan te pakken en hun weerbaarheid tegen watergerelateerde risico's te versterken. In 2023 en 2024 werden voorlopige beoordelingen afgerond voor belangrijke sites in Hoboken en Olen (België) en Kokkola (Finland). Het legde de basis voor toekomstige site-specifieke waterbeheerplanning. De risicobeoordelingen worden voortgezet in 2025 en zullen elke vijf jaar worden herhaald.
Die acties, ondersteund door voortdurende monitoring en regelmatige updates, versterken Umicore’s engagement voor duurzaam watergebruik, efficiënt gebruik van grondstoffen en proactief verantwoord milieubeheer.
Het doel van het wateractieplan is om tegen 2025 uitgebreide strategieën voor waterbeheer te implementeren in 100% van onze geconsolideerde productiesites met waterstress. Als een sleutelonderdeel van onze Environmental Stewardship Policy is dit doel vooral gericht op industriële activiteiten in regio's waar waterschaarste een aanzienlijk risico vormt.
De prestaties ten opzichte van het doel worden voortdurend opgevolgd via een geïntegreerd raamwerk met zowel kwantitatieve maatstaven als regelmatige risicobeoordelingen. Kritieke maatstaven omvatten het aantal productiesites geïdentificeerd als sites met waterstress, de volumes waterverbruik, de lozingsniveaus en de verontreinigingsbelastingen. Over het algemeen bevestigt dit monitoringproces dat ons programma voor verantwoord waterbeheer volgens plan verloopt.
Het doel werd vastgelegd in 2022 via een uitgebreid evaluatieproces. In eerste instantie werden met onze beoordeling van locaties met waterstress vier sites met waterstress geïdentificeerd: Shirwal (India), Olen en Hoboken (België) en Bangkok (Thailand). Uitgebreide risicobeoordelingen in 2023 en 2024 in Hoboken, Olen (België) en Kokkola (Finland) boden een beter inzicht in de sitespecifieke uitdagingen door de fysieke, regelgevende en reputatierisico's te categoriseren over uiteenlopende tijdshorizonten. In 2024 breidden we, met behulp van de laatste versie van de WRI Aqueduct-tool, de scope uit naar 16 sites; zeven met ‘extreem hoge’ waterstress en negen met ‘hoge’ waterstress. Die bredere beoordeling zorgt voor meer inzicht in waterrisico's en versterkt ons engagement voor verantwoord waterbeheer.
Ondanks de scope-uitbreiding blijft de geboekte vooruitgang in overeenstemming met het oorspronkelijke doel. We monitoren de prestaties voortdurend via sitespecifieke risicobeoordelingen, om te garanderen dat de oorspronkelijke plannen worden gevolgd zonder significante afwijkingen. We betrekken actief experts en lokale gemeenschappen en vergroten het bewustzijn over waterduurzaamheid in al onze bedrijfsactiviteiten. Die contacten waren heel nuttig bij het vastleggen van dit doel.
De baselinegegevens werden vastgelegd op basis van de eerste risicobeoordelingen en worden voortdurend verfijnd via onze geïntegreerde monitoringsystemen.
In 2025 worden de risicobeoordelingen uitgebreid voor prioritaire sites, om het waterverbruik te verminderen en de efficiëntie te verbeteren. Daarna worden om de vijf jaar herbeoordelingen uitgevoerd. Onze aanpak omvat het verbeteren van het waterbeheer en het versterken van de gegevenskwaliteit door opleidingen. Hoewel er aanvankelijk geen tussentijdse doelen waren vastgelegd, bevestigt de opname van bijkomende sites de dynamische aard van onze inspanningen.
Bij de recente scopewijziging nam het aantal sites geïdentificeerd in gebieden met waterstress significant toe door bijgewerkte gegevens, methodes en het gebruik van de nieuwste WRI Aqueduct-tool. Regelmatige evaluaties, ondersteund door ons Enterprise Risk Management-systeem, zorgen voor betere monitoring en rapportering. Hoewel de scope-uitbreiding niet echt was voorzien, zorgt het prioriteren van hoogrisicosites ervoor dat middelen worden ingezet waar ze het meest nodig zijn en dat waterverbruik, lozingen en sitespecifieke risicofactoren worden beheerd.
Voortdurend overleg met experts en lokale gemeenschappen bevordert de gegevenskwaliteit en draagt bij aan een beter waterbeheer. Die systematische aanpak zorgt ervoor dat de prestaties transparant worden gemeten en dat onze inspanningen voor verantwoord waterbeheer solide en doeltreffend blijven, in lijn met veranderende milieuomstandigheden.
Hoewel Umicore geen doel heeft vastgelegd voor het verantwoord beheer van mariene hulpbronnen, focust dit vrijwillige doel op het beheer van materiële impacts, risico's en kansen in gebieden met waterstress, waaronder het verbeteren van de waterkwaliteit en het verzekeren van duurzaam watergebruik.
Umicore monitort systematisch de onttrekking, de lozing en het verbruik van water in alle geconsolideerde productiesites met het oog op een nauwkeurige en correcte rapportering conform ESRS E3-4.
Het waterverbruik wordt berekend als het verschil tussen:
Wateronttrekking: de totale hoeveelheid water die wordt onttrokken binnen Umicore’s eigen operationele begrenzing uit alle bronnen, met inbegrip van natuurlijke bronnen, bevoorrading door derden en water gegenereerd als bijproduct van onze processen. Het meeste water dat in onze bedrijfsactiviteiten wordt gebruikt, komt uit zoetwaterbronnen en wordt vooral gebruikt in productieprocessen.
Waterlozing: de totale hoeveelheid water die onze operationele begrenzing verlaat en vrijkomt in het oppervlaktewater, grondwater of zeewater of bij derden. Waterlozing omvat zowel lozing uit puntbronnen op gedefinieerde locaties als stromen van diffuse bronnen die over land worden verspreid.
De fundamentele beginselen voor de berekening van waterverbruik zijn ongewijzigd gebleven tegenover de vorige verslagperioden. Alle sites hebben hun watergegevens in voorgaande verslagjaren consistent gerapporteerd, zodat de rapporteringsscope ongewijzigd blijft.
In 2024 werd de methode bijgewerkt, waarbij bepaalde afvalwaterstromen die van de sites werden afgevoerd per vrachtwagen werden geherclassificeerd als afvalstromen in plaats van waterlozingen. Hierdoor kunnen de gerapporteerde lozingsvolumes een lichte daling vertonen en de cijfers voor waterverbruik een lichte stijging. Door het beperkte volume van de getroffen stromen blijft de totale impact echter minimaal. Variaties in de gerapporteerde cijfers zijn dan ook eerder het gevolg aan aanpassingen aan de rapporteringsmethode dan aan veranderingen in het daadwerkelijke waterverbruik.
In 2024 werden nieuwe rapporteringsmaatstaven voor recyclage, hergebruik en opslag van water geïntroduceerd:
Gerecycleerd en hergebruikt water: de totale hoeveelheid (behandeld of onbehandeld) water dat meer dan eens wordt gebruikt voordat het Umicore’s operationele begrenzing verlaat. Dit kan binnen hetzelfde proces, in een ander proces binnen dezelfde site of in een andere Umicore-site.
Wateropslag: de totale hoeveelheid water in reservoirs, tanks, residubekkens of andere opslaggebieden binnen onze sites, waarbij veranderingen in de opslag de variatie in volumes over de verslagperioden weergeven.
Omdat die nieuwe maatstaven in 2024 werden ingevoerd, hebben nog niet alle sites de mogelijkheid om ze rechtstreeks te monitoren. Waar nog geen directe metingen beschikbaar zijn, worden vooral schattingen gebruikt en zijn vergelijkingen met voorgaande jaren niet mogelijk. We werken actief aan het verbeteren van het proces voor gegevensverzameling en van de monitoringmogelijkheden met het oog op een meer consistente en gestandaardiseerde aanpak van de rapportering van waterrecyclage, -hergebruik en -opslag in de komende jaren.
Alle watergegevens worden verzameld in een nieuw systeem voor milieurapportering, dat in 2024 werd ingevoerd. Sitespecifieke mogelijkheden en lokale vereisten bepalen of gegevens worden verkregen via directe metingen, schattingen, berekeningen of gemodelleerde beoordelingen. Waar beschikbaar worden watervolumes, inclusief onttrekking en lozing, voortdurend gemeten via sensoren en monitoringsystemen. Dat vormt het gros van de ingevoerde gegevens. Voor waterverbruik, waar metingen niet mogelijk zijn, worden berekeningen of schattingen op basis van operationele gegevens, industrienormen of beoordelingen door derden gebruikt. Het overgrote deel van de gegevens over waterverbruik in het systeem zijn afkomstig van directe en gevalideerde metingen. Slechts een klein deel (minder dan 4%) is gebaseerd op gemodelleerde gegevens.
Voor waterrecyclage is de afhankelijkheid van schattingen echter aanzienlijk groter, gezien de complexiteit van het traceren van hergebruikstromen in verschillende processen. Hoewel sommige recyclage- en hergebruikvolumes rechtstreeks worden gemeten, is het overgrote deel afgeleid van operationele aannames en indirecte berekeningen op basis van procesefficiënties, en productiegegevens.
Waterintensiteit wordt berekend als het totale waterverbruik in kubieke meter (m³) per miljoen euro van de totale omzet van de Groep zoals gerapporteerd in de jaarrekening.
(m³) | 2023 | 2024 |
---|---|---|
Waterverbruik in gebieden met waterrisico | - | 1.170.274 |
Waterverbruik in gebieden zonder waterrisico | - | 374.551 |
Totaal waterverbruik | 1.500.110 | 1.544.825 |
Met behulp van de nieuwste WRI Aqueduct 4.0 Water Risk Atlas-tool (gelanceerd in augustus 2023) voerden we een bijgewerkte waterstressbeoordeling uit in lijn met de meest recente gegevens en methodes. Bij die beoordeling werden bijkomende sites in regio's met hoge of extreem hoge waterstress geïdentificeerd, met een aanzienlijke concurrentie voor waterbronnen. In ons jaarverslag over 2023 waren slechts vier sites in gebieden met waterstress geïdentificeerd. Op basis van de beoordeling in 2024 werden de volgende sites in gebieden met extreem hoge waterstress geïdentificeerd: Bangkok (Thailand), Brugge (België), Hoboken (België), Olen (België), Shirwal (India) en Suzhou (China). Daarnaast werden ook verschillende sites in gebieden met hoge waterstress geïdentificeerd: Burlington (Canada), Fort Saskatchewan (Canada), Hanau (Duitsland), La Vergne (VS), Markham (Canada), Pforzheim (Duitsland), Port Elizabeth (Zuid-Afrika), Rayong (Thailand) en Schwäbisch Gmünd (Duitsland). De bedrijfsactiviteiten in gebieden met hoge waterstress vertegenwoordigen samen 7,5% van ons totale waterverbruik, die in gebieden met extreem hoge waterstress 68,3%.
(m³) | 2024 |
---|---|
Totale hoeveelheid gerecycled/hergebruikt water | 11.589.530 |
Totale hoeveelheid opgeslagen water | 14.695 |
Totaal waterverbruik per netto-inkomsten (m³ / miljoen euro1 | 446 |
2024 is het eerste jaar waarvoor deze cijfers worden gerapporteerd en de methoden voor gegevensverzameling worden nog ontwikkeld in lijn met de nieuwe vereisten. Hoewel de huidige gegevens een eerste beoordeling bieden, zullen verdere verbeteringen zorgen voor meer consistentie.
Subthema | IRO-type | Omschrijving | Plaats in waardeketen | Tijdshorizon |
---|---|---|---|---|
Transitie naar circulaire economie | Positieve impact | Umicore’s duurzame producten en recyclageprocessen komen mens en milieu ten goede en maken de transitie naar een circulaire en koolstofarme economie mogelijk. | Downstream | Korte en middellange termijn |
Beheer van (niet-)gevaarlijk afval | Positieve impact | De herbestemming en recyclage van gevaarlijk en niet-gevaarlijk afval in de activiteiten van Umicore beperkt de milieu-impact zoveel mogelijk, behoudt hulpbronnen en ondersteunt actief de transitie naar een circulaire economie. | Kernactiviteit | Korte termijn |
Beheer van gevaarlijk afval | Negatieve impact | Gevaarlijk afval afkomstig van Umicore’s activiteiten kan leiden tot verontreiniging bij een onjuiste verwerking en zo een impact hebben op de volksgezondheid en het milieu. | Kernactiviteit | Korte termijn |
Transitie naar circulaire economie | Kans | Door volledig circulaire recyclage mogelijk te maken en duurzame producten aan te bieden kan Umicore aanzienlijk bijdragen tot de circulaire economie. Die aanpak genereert nieuwe inkomstenstromen en versterkt de reputatie van Umicore. Tegelijk helpt het onze klanten om hun koolstofvoetafdruk te verkleinen. | Downstream | Alle tijdshorizonten |
De vermelde impacts zijn rechtstreeks terug te voeren op de activiteiten van Umicore. Recyclage van complexe afvalstromen staat centraal in ons bedrijfsmodel en onze bedrijfsstrategie. E5-2 beschrijft hoe Umicore die materiële risico's beheerst en materiële kansen benut, alsook de effectiviteit van die maatregelen.
Materiaalgebruik en circulariteit vallen onder de beleidslijnen beschreven in E1-2. Dit deel richt zich op relevante aspecten daarvan en andere belangrijke beleidslijnen.
Umicore’s bedrijfsmodel is sterk gebaseerd op de principes van circulaire economie en integreert een efficiënt gebruik van kritieke grondstoffen, innovatieve recyclage en verantwoord productbeheer doorheen onze waardeketen. Circulariteit is een integraal onderdeel van onze strategische planning en ons risicobeheer. Duurzame praktijken worden zo meegenomen in de besluitvorming op elk niveau. Die aanpak bevordert zowel onze economische als onze milieuprestaties. Ons bedrijfsmodel zorgt voor minder afhankelijkheid van ‘virgin’ (nieuwe) grondstoffen en stimuleert innovatie in recyclage en het gebruik van secundaire grondstoffen. Die aanpak van circulariteit is verder uitgewerkt in Umicore’s Environmental Stewardship Policy.
Umicore streeft naar verantwoord beheer van zowel gevaarlijke als niet-gevaarlijke stoffen in al haar activiteiten. Door strenge normen te hanteren voor het gebruik, de verwerking en de verwijdering van dergelijke materialen beperken we de milieurisico’s en geven we prioriteit aan veiligheid. We zetten ons ook in voor innovatie op dit gebied, door waar mogelijk te zoeken naar alternatieven voor alle gevaarlijke stoffen en door veiligere en duurzamere praktijken te ondersteunen in al onze activiteiten. In lijn met de hiërarchie van preventie, reductie, hergebruik en recyclage schrijft de EHS Guidance Note voor dat elke site systematisch afvalstromen en de bijbehorende risico's (waaronder gevaarlijk afval) identificeert, procedures opstelt voor opslag, verwerking en verwijdering conform de lokale regelgeving en de milieu-impact zoveel mogelijk beperkt, en dat elke site de afvalproductie monitort en rapporteert, samen met acties om afval aan de bron te verminderen en de opties voor recyclage of terugwinning te vergroten. Veilig en effectief beheer van gevaarlijk afval omvat nauwgezette behandeling, verwerking en verwijdering om de veiligheid van mens en milieu te garanderen. We traceren en verminderen afval via systematische initiatieven voor recyclage, terugwinning van afval en afvalbeperking. Zo verminderen we de milieu-impact van onze processen en dragen we positief bij aan efficiënt grondstoffengebruik.
Onze praktijken voor duurzame bevoorrading zijn gebaseerd op uitgebreide leveranciersbeoordelingen en traceerbaarheidsmaatregelen. Zo wordt de verantwoorde inkoop van zowel primaire/virgin (nieuwe) als secundaire (niet-virgin, pre-consumer en post-consumer) grondstoffen gegarandeerd.
Bij Umicore worden circulaire principes stevig verankerd in ons bedrijfsmodel en in de strategieën van de business units. Business units over de hele Groep (vooral binnen de business group Recycling, maar ook andere zoals Automotive Catalysts en Electro-Optic Materials) passen circulariteitsbeginselen toe op basis van hun unieke waardeketendynamiek. Die beginselen zijn de leidraad voor onze inspanningen voor efficiënt grondstoffengebruik, verantwoord afvalbeheer en de creatie van duurzame waarde.
We nemen het voortouw in de sector voor het terugwinnen van waardevolle materialen uit afval. We leveren hoogrenderende, hoogzuivere recyclageprocessen om materialen opnieuw in de productie op te nemen. In alle bedrijfsactiviteiten samen winnen we 28 edel- en non-ferrometalen terug uit complexe afvalstromen. Onze batterijrecyclagefabriek in Hoboken (België) heeft een jaarlijkse capaciteit van 7.000 ton lithium-ionbatterijen en batterijproductieschroot. Onze ultramoderne recyclage-installatie in Hoboken (België) kan 17 verschillende waardevolle metalen terugwinnen uit meer dan 200 soorten complexe afvalstromen.
Complexe afvalstromen omvatten elektronisch schroot (bv. printplaten, mobiele telefoons en andere kleine apparaten), lege herlaadbare batterijen, industrieel afval, tussenproducten en nog veel meer. We maximaliseren het gebruik van die secundaire (niet-virgin, pre-consumer en post-consumer) materialen in onze bedrijfsactiviteiten. Ze bevatten een breed scala aan materialen, waaronder gevaarlijke stoffen, waaruit onze unieke en innovatieve metallurgische processen de terugwinning van metalen en de opbrengst maximaliseren.
In 2024 was 52% van onze metaalhoudende grondstoffen afkomstig van secundaire (niet-virgin) bronnen. Die verhouding schommelt van jaar tot jaar op basis van marktbeschikbaarheid, inkoopvoorwaarden en productiebehoeften.
Metalen kunnen oneindig worden (her)gebruikt met behoud van hun kwaliteit en functionaliteit. Het recycleren en raffineren van metalen is echter zeer complex en wordt beïnvloed door de aard van de inputmaterialen. Hoewel onze aanpak gericht is op het maximaliseren van terugwinningsopbrengst via innovatieve, efficiënte processen en het minimaliseren van afvalproductie, betekent de complexe aard van onze inputmaterialen dat onze activiteiten zowel niet-gevaarlijk als gevaarlijk afval genereren. Daarom implementeren we strikte praktijken voor afval(stoffen)beheer om uitstromen verantwoord te behandelen en passen we de afvalhiërarchie toe door prioriteit te geven aan terugwinning, recyclage en hergebruik boven verwijdering. De verwachte resultaten: minder afvalproductie en een zoveel mogelijk beperkte milieu-impact van afvalverwijdering. We ontwikkelen afvalstrategieën voor al onze sites, volgen de strikte milieuprocedures en lokale regelgeving en beheren gevaarlijke stoffen op een veilige manier.
Ons gesloten kringloopmodel transformeert afval in waardevolle hulpbronnen. We werken samen met leveranciers, klanten en industriële partners om oplossingen te creëren voor een veerkrachtige, circulaire economie.
Onze circulaire aanpak omvat zowel ’short-loop’- als ‘long-loop’-recyclage. Al tientallen jaren leveren we materialen met gerecycleerde inhoud – waarbij onze leveranciers vaak ook klanten zijn – door zowel productieschroot en -residuen (short-loop) als complexere afvalstromen (long-loop) te recycleren. In 2024 lanceerden we Nexyclus™, een certificering voor 100% gerecycleerde metalen met audit door een externe partij voor zilver, goud, platina, palladium en rodium. Hiermee komen we tegemoet aan de toenemende vraag naar op verantwoorde wijze betrokken, koolstofarme metalen en bieden we onze klanten meerdere opties voor gerecycleerde inhoud en chain-of-custody-certificeringen.
De Umicore-producten en -materialen zijn ontworpen voor een efficiënt gebruik van grondstoffen en circulariteit, zodat waardevolle metalen in de economie blijven via voortdurende terugwinning en herintegratie. Als producent van intermediaire materialen (geen afgewerkte consumptiegoederen) richten we ons op het leveren van zeer goed recycleerbare inputmaterialen (zoals batterijmaterialen, autokatalysatoren, edelmetaal en brandstofcelcomponenten) die aan het einde van hun levenscyclus efficiënt kunnen worden teruggewonnen.
Umicore heeft geen doelen inzake materiaalgebruik en circulaire economie vastgelegd die vallen onder de scope van ESRS E5.
Door ons bedrijfsmodel monitoren we voor circulariteit, naast de algemene financiële resultaten van de Groep en de business groups, ook het percentage van de inkomsten uit recyclageactiviteiten. Dat wordt gerapporteerd in combinatie met het percentage van de inkomsten uit oplossingen voor schone mobiliteit. In 2024 was 74,0%1 van Umicore’s inkomsten afkomstig van schone mobiliteit en recyclage (in lijn met 73,8% in 2023).
We monitoren en rapporteren onze vooruitgang inzake afval(stoffen)beheer, met onder meer maatstaven voor gevaarlijk en niet-gevaarlijk afval en het percentage gerecycleerd afval. Om de doeltreffendheid van ons beleid en onze acties te monitoren, implementeerden we een nalevingsauditcyclus en audits op dataverificatie.
Onze focus ligt op het behouden van flexibiliteit in onze recyclagediensten en het ondersteunen van groei in schone technologieën. Onze recyclagediensten zijn erop gericht om zelfs materialen met lage concentratie te valoriseren (terugwinnen en hergebruiken), ook al kan dit gevolgen hebben voor de afvalvolumes.
Umicore heeft haar rapportering aangepast aan de eisen van ESRS E5-4. Bij Umicore is de materiaalinstroom het totale volume van materialen (zowel producten als materialen) die worden gebruikt in de productieprocessen van onze geconsolideerde activiteiten wereldwijd. Voor Umicore zijn ‘producten’ in materiaalinstromen beperkt tot verpakking. Van de materialen zijn metaalhoudende materialen het meest relevant voor Umicore. Het gaat dan om kritieke grondstoffen en zeldzame aardmetalen (antimoon, bismut, boraat, kobalt, gallium, germanium, hafnium, lichte zeldzame aardmetalen, indium, magnesium, niobium, platinagroepmetalen, fosfor, scandium, siliciummetaal, tantaal, wolfraam, vanadium, lithium, titanium, strontium) en diverse hulpmaterialen die essentieel zijn voor ons werk met metalen, batterijmaterialen, katalysatoren en geavanceerde materiaaltechnologieën.
Die metaalhoudende grondstoffen worden gecategoriseerd op basis van hun oorsprong en aard:
Primaire materialen: metaalhoudende inputmaterialen die nooit zijn gebruikt of verwerkt tot een eindproduct dat verder gaat dan wat nodig is voor de fabricage
Secundaire materialen: metaalhoudende inputmaterialen die eerder zijn gebruikt of verwerkt en vervolgens worden teruggewonnen, gerecycleerd of gerecupereerd voor hergebruik of verdere verwerking tot nieuwe producten of onderdelen. Secundaire inputmaterialen worden verder ingedeeld als:
Pre-consumer secundaire materialen: inputmaterialen die worden teruggewonnen uit industriële processen binnen onze waardeketen voordat producten op de markt worden gebracht
Post-consumer secundaire materialen: inputmaterialen die afkomstig zijn van producten die al op de markt zijn gebracht en minstens één levenscyclus hebben doorlopen
We rapporteren de verhouding tussen primaire en secundaire materialen van onze instroom van metaalhoudende materialen. In tegenstelling tot de vorige rapportering (waarbij het aandeel van secundaire materialen werd bepaald door het absolute gewicht te meten van secundaire grondstoffen uit externe bronnen tegenover de totale instroom van metaalhoudende materialen) is de berekening nu ook gebaseerd op het totale gewicht van de producten, in lijn met de eisen van ESRS E5-4.
Een andere classificatie maakt onderscheid tussen biologische en niet-biologische (technische) materialen. Biologische materialen, afkomstig van levende organismen en vaak hernieuwbaar en biologisch afbreekbaar, vertegenwoordigen een minimale fractie van onze totale instroom. Onze focus blijft op niet-biologische (technische) materialen, zoals kritieke grondstoffen en inputmaterialen op basis van mineralen, die centraal staan in onze bedrijfsactiviteiten.
De gegevens worden verzameld via Umicore’s milieurapporteringssysteem met het oog op een consistente en nauwkeurige opvolging voor alle business units. De materiaalgegevens hebben betrekking op materiaalinstromen gebruikt in productieprocessen (zowel metaalhoudende grondstoffen als hulpstoffen) en verpakking. Cijfers zijn gebaseerd op geleverde waardes, waar nodig omgerekend naar gewicht. Voor verpakking geven de verzamelde cijfers alleen direct gemeten tonnages weer en nog geen berekende omzettingen of schattingen. Daarom zijn verpakkingsgegevens voor rapportering opgenomen onder de hulpstoffen. De inspanningen voor gegevensverzameling en -consolidatie zijn gericht op verdere verbetering van de gegevenskwaliteit en naleving van de eisen van ESRS E5.
(kg) | 2024 |
---|---|
Metaalhoudende grondstoffen | 586.135.143 |
waarvan secundair (%) | 52,0% |
Hulpstoffen | 392.481.572 |
Totale materiaalinstromen | 978.616.715 |
Aandeel van secundaire grondstoffen in metaalhoudende grondstoffen (%) | 31,0% |
Water is een belangrijke hulpbron voor Umicore’s productieprocessen en is opgenomen in onze materiaalinstroom. Voor een uitsplitsing van de watervolumes, zie ESRS E3.
Bij Umicore ontwerpen we onze producten en materialen met het oog op efficiënt grondstoffengebruik en circulariteit. Zo zorgen we ervoor dat waardevolle metalen voortdurend worden teruggewonnen en opnieuw in de economie worden opgenomen. Als producent van intermediaire materialen in plaats van afgewerkte consumptiegoederen zijn duurzaamheid en repareerbaarheid van producten niet van toepassing. In plaats daarvan richten we ons op de productie van zeer goed recycleerbare materialen, waaronder batterijmaterialen (NMC, 100% recycleerbaar), autokatalysatoren, edelmetaal en brandstofcelcomponenten, die aan het einde van hun levenscyclus kunnen worden teruggewonnen.
Onze kathodematerialen voor lithium-ionbatterijen zijn afhankelijk van kritieke componenten zoals nikkel en kobalt, die 100% recycleerbaar zijn. Met name onze NMC-kathodematerialen (nikkel-mangaan-kobalt) bieden aanzienlijke voordelen tegenover alternatieve chemische verbindingen op de markt. NMC-kathodes leveren niet alleen een hoge energiedichtheid en betere prestaties, ze bevatten ook hoogwaardige metalen die volledig teruggewonnen en hergebruikt kunnen worden. Umicore zorgt ervoor dat die kritieke metalen efficiënt terug in de productie worden gebracht, wat uiteindelijk bijdraagt tot een duurzame mobiliteitsshift en tot de circulaire economie.
Katalysatoren zijn een ander belangrijk voorbeeld. Hoewel de edelmetalen (zoals platina, palladium en rodium) in katalysatoren in kleine hoeveelheden aanwezig zijn, zijn ze essentieel voor de prestaties en vertegenwoordigen ze een aanzienlijke economische waarde. Wanneer katalysatoren het einde van hun nuttige levensduur hebben bereikt, worden die metalen door onze geavanceerde recyclageprocessen teruggewonnen. Daardoor is er minder behoefte aan nieuwe ontginning en wordt efficiënt grondstoffengebruik bevorderd.
Onze geavanceerde raffinageactiviteiten zetten complexe metaalhoudende afvalstromen afkomstig van onder meer productieschroot en industriële residuen om in hoogzuivere uitstromen. Die metalen kunnen aan het einde van hun levenscyclus opnieuw worden gevaloriseerd (teruggewonnen en hergebruikt), waardoor ze hun nut behouden. Met name de outputmetalen van onze business units Precious Metals Refining en Jewelry & Industrial Metals zijn 100% recycleerbaar. Die hoogzuivere producten zijn belangrijk voor onze downstream inspanningen inzake circulariteit en zorgen ervoor dat de teruggewonnen metalen maximale waarde opleveren in de hele waardeketen.
Ons Nexyclus™-certificeringsprogramma ondersteunt downstream circulariteit door onze klanten in staat te stellen verifieerbare beweringen te doen over gerecycleerde inhoud in hun eindproducten. Nexyclus™ biedt drie certificeringstrajecten: Book & Claim, Mass Balance en Material Segregation. Die voldoen elk aan internationaal erkende normen (bv. ISO 14021 en ISO 22095) en zijn onderworpen aan audits door externe partijen. Dit programma bevestigt ons engagement voor traceerbaarheid en zorgt ervoor dat gerecycleerde edelmetalen zoals zilver, goud en platinagroepmetalen duidelijk gedocumenteerd zijn doorheen de waardeketen. Zo stimuleert Umicore niet alleen efficiënt grondstoffengebruik en afvalbeperking, maar versterkt ze ook haar rol als belangrijke partner in de circulaire economie wereldwijd.
Afval wordt geclassificeerd als gevaarlijk of niet-gevaarlijk afval, conform lokale regelgeving en sectornormen. Vervolgens wordt het verder ingedeeld naar verwijderingsmethode:
Afval omgeleid van verwijdering: materialen geclassificeerd als voorbereiding voor hergebruik, recyclage en andere nuttige toepassingen
Afval toegeleid naar verwijdering: materialen die gestort, verbrand of op een andere manier verwijderd worden
Voor deze verslagperiode paste Umicore haar methode aan in lijn met ESRS E5-5:
De scope van het gerapporteerde afval omvat naast de voordien al gerapporteerde industriële en algemene afvalstromen nu ook sloopafval, bodemsaneringsafval en radioactief afval.
Vloeibaar afval dat van de site wordt afgevoerd per vrachtwagen wordt nu geclassificeerd als vloeibaar afval in plaats van waterlozing, hoewel de impact op de totale volumes minimaal blijft.
Het niet-recyclagepercentage wordt berekend door het totale volume niet-gerecycleerd afval (123.814.991 m3) te delen door de som van alle afval omgeleid van verwijdering buiten de site en alle afval toegeleid naar verwijdering, zowel op als buiten de site. Alleen afval dat Umicore's operationele begrenzing verlaat, wordt in de berekening opgenomen. Interne herbestemming wordt uitgesloten.
Door veranderingen in de methode zijn er geen vergelijkingen mogelijk met de gegevens van het vorige jaar. Die aangepaste aanpak biedt echter een transparant inzicht in de terugwinning van afval en het hergebruik ervan in externe recyclagestromen.
Gegevens over afval worden verzameld via Umicore's milieurapporteringssysteem. Een significante meerderheid van de gegevens is afkomstig van directe metingen (via weegsystemen of facturatiegegevens), een ander aanzienlijk deel is afkomstig van berekeningen op basis van operationele gegevens en gevalideerde sectorfactoren, en minder dan 1% is gebaseerd op modellering via in de sector erkende methodes. Wanneer directe metingen niet mogelijk zijn, maken we schattingen op basis van historische gegevens, leveranciersinformatie of procesaannames. Hoewel die methoden kunnen leiden tot kleine lacunes in de gegevens, verbeteren we actief de nauwkeurigheid door meer directe metingen uit te voeren en minder te vertrouwen op schattingen.
(kg) | 2024 |
---|---|
Gevaarlijk afval (excl. radioactief afval) | 96.618.120 |
Radioactief afval | 2.641 |
Totaal gevaarlijk afval | 96.620.761 |
Totaal niet-gevaarlijk afval | 39.087.441 |
Totaal afval | 135.708.202 |
Conform de afvalbalansmethode van 2024 zijn sloopafval, bodemsaneringsafval en radioactief afval (voordien niet gerapporteerd) nu wel opgenomen in de totale afvalvolumes. De toevoeging van 42.150 ton saneringsafval, goed voor 39,8% van het totale gerapporteerde afval, is een belangrijke factor in de stijging van de afvalvolumes tegenover 2023.
De uitgebreide en meer nauwkeurige categorisatie van de afvalstromen zorgt ervoor dat Umicore's prestaties inzake afvalterugwinning en recyclage uitgebreid beoordeeld worden.
(kg) | Gevaarlijk afval | Niet-gevaarlijk afval | Totaal |
---|---|---|---|
Omgeleid van verwijdering | |||
Voorbereiding voor hergebruik | 48.273 | 1.892.000 | 1.940.273 |
Recycling | 2.310.473 | 9.582.738 | 11.893.211 |
Andere nuttige toepassingen | 1.464.642 | 21.949.807 | 23.414.449 |
Totaal afval omgeleid van verwijdering | 3.823.388 | 33.424.545 | 37.247.933 |
Toegeleid naar verwijdering | |||
Afvalverbranding | 4.500.993 | 1.779.814 | 6.280.807 |
Vuilstortplaats | 76.228.541 | 3.485.417 | 79.713.959 |
Andere vormen van afvalverwijdering | 12.067.839 | 397.664 | 12.465.503 |
Totaal afval toegeleid naar verwijdering | 92.797.373 | 5.662.896 | 98.460.269 |
Afvalrecycling | |||
Totale hoeveelheid niet-gerecycled afval | 123.814.991 | ||
Aandeel niet-gerecycled afval (in %) | 91,2% |
Subthema | IRO-type | Omschrijving | Plaats in waardeketen | Tijdshorizon |
---|---|---|---|---|
Welzijn van werknemers en veiligheid en gezondheid op het werk | Positieve impact | Solide programma’s rond veiligheid en gezondheid, voortdurende opleiding en uitgebreide systemen voor veiligheids- en gezondheidsbeheer, in combinatie met proactieve initiatieven rond werknemersbetrokkenheid, ondersteunen een cultuur van responsabilisering en proactieve risicobeperking bij Umicore. Zo verbetert het welzijn van de werknemers, dalen de incident- en ziektecijfers, wordt een zorgzame veiligheids- en gezondheidscultuur bevorderd en beperken we de milieurisico's in alle activiteiten zoveel mogelijk. | Kernactiviteit | Alle tijdshorizonten |
Mensenrechten | Positieve impact | Het implementeren van een solide mensenrechtenbeleid en due-diligenceprocessen kan de naleving van de mensenrechten in onze eigen activiteiten verbeteren door ervoor te zorgen dat we impacts op mensenrechten identificeren, voorkomen en aanpakken. | Kernactiviteit | Alle tijdshorizonten |
Werknemersbetrokkenheid en -tevredenheid | Positieve impact | De betrokkenheid van de Umicore-werknemers versterken door de nadruk te leggen op leiderschap, operationele uitmuntendheid en zelfleiderschap. | Kernactiviteit | Korte termijn |
Veiligheid en gezondheid op het werk | Negatieve impact | De frequentiegraad van arbeidsongevallen met letsels bij zowel werknemers als aannemers is nog steeds hoog bij Umicore en vereist blijvende aandacht en specifieke initiatieven. | Kernactiviteit | Alle tijdshorizonten |
Veiligheid en gezondheid op het werk | Negatieve impact | Ondanks de bestaande processen, systemen en controles blijft de kans op een ernstig incident aanwezig. Naast procesveiligheidsincidenten kunnen activiteiten met hoog risico, uitgevoerd door eigen werknemers of door aannemers, nog steeds leiden tot een ernstig incident of zelfs een dodelijk ongeval. | Kernactiviteit | Alle tijdshorizonten |
Veiligheid en gezondheid op het werk | Negatieve impact | Overmatige beroepsmatige blootstelling aan gevaarlijke chemische stoffen boven de wettelijke normen en/of interne (Umicore-) grenswaardes kan leiden tot nadelige gevolgen voor de gezondheid. | Kernactiviteit | Alle tijdshorizonten |
Welzijn van de werknemers | Negatieve impact | Onvoldoende bewustzijn rond mentaal welzijn en onvoldoende ondersteuning binnen Umicore kunnen leiden tot verhoogde stressniveaus gedurende langere periodes bij werknemers. Dat kan resulteren in meer gevallen van burn-out, een verhoogd absenteïsme met gevolgen voor de organisatie, een hoger aantal arbeidsongevallen en een verminderde algemene veerkracht. | Kernactiviteit | Alle tijdshorizonten |
Werknemers aanwerven en talent beheren en behouden | Negatieve impact | Als we geen divers personeelsbestand met de juiste vaardigheden aantrekken, ontwikkelen en behouden, kunnen we onze wereldwijde markten niet optimaal bedienen en onze bedrijfsdoelstellingen niet behalen. | Kernactiviteit | Korte termijn |
Welzijn van de werknemers | Kans | Investeren in uitgebreide initiatieven rond welzijn, waaronder intensieve leertrajecten, ondersteuningsprogramma's en flexibele werkregelingen, kan de betrokkenheid van de werknemers en innovatie stimuleren en duurzame bedrijfsresultaten ondersteunen. | Kernactiviteit | Alle tijdshorizonten |
Veiligheid en gezondheid op het werk | Risico | Umicore moet een veilige werkomgeving garanderen. Het niet volledig integreren van de normen inzake veiligheid en gezondheid in de arbeidscultuur van Umicore kan leiden tot verwondingen voor werknemers of aannemers, productiestilstand of verminderde capaciteit, verlies van inkomstengenererende kansen, aanzienlijke kosten om gevaarlijke omstandigheden te corrigeren en gerechtskosten door rechtszaken wegens persoonlijke letsels of collectieve rechtszaken. Dat kan ook een negatieve invloed hebben op de werving en het behoud van werknemers, de reputatie van het bedrijf schaden en leiden tot juridische aansprakelijkheden. | Kernactiviteit | Alle tijdshorizonten |
Werknemers aanwerven en talent beheren en behouden | Risico | De industriële aard van Umicore’s activiteiten maakt het intrinsiek uitdagend om talent te blijven aantrekken. Door bekwaam en divers personeel aan te trekken en te ontwikkelen kunnen we sterke bedrijfsresultaten neerzetten met een goede afspiegeling van onze wereldwijde aanwezigheid. | Kernactiviteit | Alle tijdshorizonten |
Voor meer informatie over Umicore's acties inzake de potentiële en daadwerkelijke impacts op ons personeelsbestand, zie S1-4. Die materiële impacts - vooral die inzake welzijn, veiligheid en gezondheid van werknemers – zijn intrinsiek verbonden aan onze industriële activiteiten en vormen de basis van ons streven naar Zero Harm.
Umicore's personeelsbestand omvat zowel werknemers als medewerkers die niet in loondienst zijn. Werknemers zijn personen die rechtstreeks in dienst zijn van Umicore, met inbegrip van vaste, tijdelijke, voltijdse, deeltijdse werknemers en oproepkrachten. Medewerkers niet in loondienst zijn individuele opdrachtnemers die rechtstreeks arbeid leveren aan Umicore, evenals personen die worden gestuurd door uitzendbureaus of andere externe organisaties. Die categorieën omvatten de verschillende soorten personeelsleden die door de activiteiten van Umicore getroffen kunnen worden.
In het geval van materiële negatieve impacts erkent Umicore dat die systemisch of incidentspecifiek kunnen zijn. De industriële aard van onze activiteiten brengt verschillende veiligheids- en gezondheidsrisico’s met zich mee. Veiligheidsrisico's kunnen echter relevanter zijn bij werknemers die aan hogere industriële risico's worden blootgesteld. Alle andere geïdentificeerde impacts, risico's en kansen zijn van toepassing op het volledige personeelsbestand van Umicore.
Wereldwijde uitdagingen in het aantrekken en binden van talent hebben een impact op ons vermogen om een gemotiveerd en bekwaam personeelsbestand te behouden. Binnen de eigen activiteiten van Umicore identificeerden we geen activiteiten met een significant risico op incidenten van dwangarbeid of kinderarbeid. Umicore's personeelsinitiatieven hebben wereldwijd een positieve materiële impact in alle gebieden waar Umicore actief is. Programma's gericht op het verbeteren van welzijn, veiligheid en gezondheid van werknemers, evenals bredere initiatieven inzake mensenrechten, komen ten goede aan al onze werknemers wereldwijd.
We zijn ons bewust van de impact van de wereldwijde transitie op ons personeel. Het welzijn van de werknemers blijft dan ook een prioriteit. Al meer dan 20 jaar streeft Umicore's bedrijfsmodel naar meer circulariteit en minder afhankelijkheid van primaire materialen. Daarin speelt duurzaamheid altijd een sleutelrol in de betrokkenheid van werknemers.
Doel | Internationaal erkende mensenrechten en arbeidsrechten respecteren en respectvolle, inclusieve, veilige en billijke arbeidsomstandigheden bieden |
Scope | Alle werknemers van Umicore, met inbegrip van werknemers in dochterondernemingen en in joint ventures onder operationele zeggenschap van Umicore en onderaannemers die op Umicore-sites werken |
Governance | ELT |
Beschikbaarheid | Umicore-website |
Behandelde ESRS-thema’s |
|
Umicore's mensenrechtenbeleid bevestigt ons engagement om de internationaal erkende mensenrechten en arbeidsrechten te respecteren conform de regelgeving en normen van de Verenigde Naties en de Internationale Arbeidsorganisatie. Het beleid legt duidelijke verwachtingen vast voor verantwoord gedrag, waaronder:
Negatieve impacts op mensenrechten vermijden, voorkomen en beperken
Fundamentele arbeidsrechten naleven, waaronder vrijwaring van dwangarbeid, kinderarbeid en discriminatie
Veilige en gezonde werkomgeving verzekeren
Gelijke kansen en non-discriminatie bevorderen
Doeltreffende klachtenmechanismen en processen voor herstel van negatieve impacts inzake mensenrechten voorzien
De verantwoordelijke leden van het ELT zorgen voor de effectieve implementatie van het beleid. Het toezicht op de governance wordt uitgeoefend door het duurzaamheidscomité van de raad van toezicht van Umicore. Het gedragscodecomité beoordeelt de gerapporteerde inbreuken en de reactie van het management.
Ons beleid voldoet aan internationaal erkende externe normen, waaronder:
Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de VN
Leidende beginselen van de VN inzake bedrijfsleven en mensenrechten
Beginselen van het VN Global Compact
Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten
Internationaal verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten
Verklaring van de IAO inzake de fundamentele principes en rechten op het werk
Kernverdragen van de IAO, waaronder over kinderarbeid, dwangarbeid, discriminatie en vrijheid van vereniging
Het beleid wordt ontwikkeld en bijgewerkt in overleg met de belangrijkste stakeholders, waaronder werknemers, zakenpartners, lokale gemeenschappen en kwetsbare groepen. Dat gebeurt in lijn met nationale wetgeving en internationale normen. We voeren risicogebaseerde due diligence uit om potentiële negatieve impacts voor getroffen groepen te identificeren en aan te pakken. Het beleid wordt intern gecommuniceerd via vertaald materiaal en verspreiding onder het management en werknemersvertegenwoordigers. Het is ook beschikbaar voor iedereen op de Umicore-website, samen met informatie over onzeklachtenmechanismen. Extern is het beleid openbaar beschikbaar op de website van Umicore, samen met klachtenmechanismen en mogelijkheden voor interne en externe stakeholders om inbreuken of problemen te rapporteren.
Umicore verbiedt uitdrukkelijk mensenhandel, dwangarbeid en kinderarbeid. Daarnaast streeft Umicore ernaar discriminatie uit te bannen door een inclusieve werkomgeving aan te moedigen. Onze procedures zijn ontwikkeld om discriminatie en intimidatie op basis van gender, religie, ras, genderidentiteit, nationale of sociale afkomst, culturele achtergrond, sociale klasse, fysieke en/of mentale beperking, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, leeftijd, politieke overtuiging of andere vormen van discriminatie die onder EU- en nationale wet- en regelgeving vallen te voorkomen en aan te pakken. Als onze activiteiten negatieve impacts op het gebied van mensenrechten veroorzaken of daartoe bijdragen, verbinden we ons ertoe tijdige en passende maatregelen te nemen zodat getroffen werknemers snel een eerlijke oplossing krijgen voor de geleden schade.
Doel | Solide veiligheidsnormen en -praktijken vastleggen |
Scope | Alle geconsolideerde Umicore-sites, zowel industrieel als administratief, en voor iedereen die op Umicore-sites werkt of aanwezig is, met inbegrip van werknemers, aannemers en bezoekers. |
Governance | ELT |
Beschikbaarheid | Intern |
Behandelde ESRS-thema’s |
|
Het veiligheidsbeleid van de Umicore-Groep legt kritieke normen vast om ‘nul ongevallen’ te bereiken en te behouden op al onze industriële en administratieve sites. Het beleid schrijft voor dat veiligheid centraal staat bij het plannen en uitvoeren van alle bedrijfsactiviteiten en dat veilig gedrag een voorwaarde is voor tewerkstelling. Dit beleid wordt in de praktijk gebracht via tien kritieke veiligheidsbeginselen, die als minimumvereisten dienen voor alle sites. Die beginselen zijn: leiderschap tonen inzake veiligheid, beroeps- en procesrisico's beheersen door middel van veiligheid ‘by design’ en uitgebreide risicoanalyses, duidelijke en toegankelijke veiligheidsbeheersystemen onderhouden, regelmatig opleidingen organiseren, voor goede orde en netheid zorgen, open communicatie over veiligheid bevorderen, leren van incidenten, voorbeeldige veiligheidsprestaties erkennen, transparant rapporteren met vooruitkijkende en terugblikkende indicatoren en voldoende middelen voorzien om veiligheidsdoelstellingen te behalen. Alle veiligheidsacties voldoen aan de lokale wettelijke vereisten en zijn afgestemd op sitespecifieke omstandigheden. Het veiligheidsbeleid van de Groep is geïntegreerd in Umicore's bredere EHS-raamwerk (milieu, veiligheid en gezondheid). Het ondersteunt ons beheersysteem ter voorkoming van arbeidsongevallen.
Umicore's Group EHS Guidance Note legt de EHS-vereisten vast voor alle business units en sites. Het biedt uitgebreide, groepsbrede normen in lijn met ISO 14001 en ISO 45001, die door elke site worden vertaald naar eigen EHS-beheersystemen en -procedures. De Guidance Note omvat het volledige spectrum van EHS-thema’s en legt de verwachtingen vast voor werkplekbeoordelingen, operationele procedures, communicatie over gevaren, opleidingsprogramma's en noodprotocollen. Het schrijft ook voor dat elke site een formeel systeem implementeert om risico’s te identificeren en te beheersen, zowel tijdens normale activiteiten als in noodsituaties, inclusief risico's inzake chemicaliën, processen en machines.
Alle nieuwe werknemers krijgen een introductiecursus rond veiligheid en gezondheid en er worden specifieke opleidingen ontwikkeld voor tijdelijk personeel en aannemers. Elk ongeval, incident of bijna-ongeval moet worden gerapporteerd, grondig worden onderzocht zonder vingerwijzingen en worden gevolgd door passende corrigerende maatregelen.
Umicore staat altijd open voor communicatie met organen voor werknemersvertegenwoordiging (die per land verschillen). In België heeft elke site een eigen ondernemingsraad, veiligheids- en gezondheidscomité en vakbondsafvaardiging, die maandelijks samenkomen om thema’s te bespreken. Daarnaast zijn er informele bijeenkomsten met vakbondsvertegenwoordigers met het oog op een continue dialoog en een snelle aanpak van nieuwe behoeften en problemen.
De Global Framework Agreement on Sustainable Development met IndustriALL ondersteunt ons engagement voor arbeids- en mensenrechten, met inbegrip van het recht van werknemers op collectieve arbeidsonderhandelingen. We onderschrijven het recht van onze werknemers op collectieve arbeidsonderhandelingen door een constructieve dialoog met hen aan te gaan. Hoewel dit in Europa gebruikelijk is, is dit elders minder gebruikelijk of gelden er lokaal wettelijke beperkingen voor.
Umicore bevraagt ook rechtstreeks haar personeel om inzicht te krijgen in de potentiële en daadwerkelijke impacts en die te kunnen aanpakken. Onze jaarlijkse wereldwijde personeelsenquête is een waardevolle tool hiervoor. Het helpt ons om kansen en problemen te identificeren, maatregelen te ontwikkelen, de effectiviteit ervan te beoordelen en interne initiatieven af te stemmen op de behoeften van werknemers. Voor meer informatie over de personeelsenquête van 2024, zie S1-4.
Umicore zorgt voor doeltreffende communicatiekanalen op de werkplek waarop personeelsleden hun bezorgdheden kenbaar kunnen maken en feedback geven. Voor meer informatie, zie G1-1.
Die kanalen omvatten vertrouwelijke meldingsmechanismen, zoals anonieme digitale platforms om potentiële bezorgdheden over mensenrechten of arbeidsrechten aan te pakken. We promoten die kanalen actief zodat werknemers weten dat ze beschikbaar zijn om zich veilig en vrij uit te spreken zonder angst voor represailles. Umicore volgt alle gerapporteerde bezorgdheden op in een gecentraliseerd systeem om terugkerende patronen te identificeren, risico's te beoordelen en weloverwogen corrigerende maatregelen te nemen. Als een materiële negatieve impact gerapporteerd wordt, evalueren we geval per geval of Umicore de impact veroorzaakte of eraan bijdroeg en identificeren we gepaste herstelmaatregelen.
Om het vertrouwen in die processen te versterken, krijgen werknemers regelmatig updates en opleidingen via interne communicatiekanalen (waaronder SharePoint) en geven we duidelijke richtlijnen met het oog op optimale toegankelijkheid en doeltreffendheid.
Umicore heeft een brede aanpak ingevoerd om materiële impacts op het personeel te beheren, met uitgebreide risicobeoordelingen, proactieve opleidingsprogramma's en processen voor voortdurende verbetering in lijn met onze Zero Harm-ambitie. Belangrijke initiatieven worden ondersteund door duidelijke prestatie-indicatoren, periodieke beoordelingen en gerichte herstelmaatregelen. Tijdige maatregelen zorgen ervoor dat onze aanpak dynamisch blijft en inspeelt op nieuwe uitdagingen.
Umicore's strategisch stappenplan voor veiligheid, gezondheid en welzijn op het werk vormt de leidraad voor onze aanpak op alle sites. We beginnen met een grondige beoordeling van de veiligheids- en gezondheidsrisico‘s en -blootstelling volgens de Umicore-normen. Op basis hiervan worden gerichte beheersingsacties en kritieke prestatie-indicatoren ontwikkeld. Financiële middelen voor het beheer van materialen voor het eigen personeel kunnen worden toegewezen op het niveau van de Groep, de business unit of de site. Vanuit organisatorisch oogpunt zorgen we ervoor dat er op de verschillende niveaus voldoende personeel aanwezig is om programma's voor veiligheid, gezondheid en welzijn uit te voeren, te implementeren en te handhaven. Onze werknemers krijgen opleidingen en middelen om kennis en expertise op te bouwen.
We voeren nalevingscontroles uit op meerdere niveaus om de naleving van onze normen en voortdurende verbetering te garanderen. Zelfevaluatiecontroles zijn gericht op de naleving van Umicore’s interne EHS-normen, terwijl audits door externe partijen de naleving van zowel de Umicore-normen als de lokale EHS-regelgeving beoordelen.
Umicore heeft verschillende maatregelen ingevoerd om het aantal incidenten op de werkplek te verminderen en om materiële risico's zoals productiestilstand en reputatieschade ten gevolge van veiligheidsincidenten aan te pakken. Voor Umicore is veiligheidscultuur en -gedrag een prioriteit, te beginnen met een uitgebreide introductiecursus rond veiligheid voor alle nieuwe werknemers, gevolgd door opleiding op de werkplek. In 2024 werden interactieve en innovatieve opleidingsmethoden ingezet in de regionale workshops over veiligheid en gezondheid, op maat van de regiospecifieke behoeften. In 2024 waren er onder meer workshops over werken op hoogte (Azië-Pacific), elektrische veiligheid (Europa en Noord-Amerika) en mentaal welzijn (Zuid-Amerika).
Het Coaching for Safety-programma, dat in 2022 van start ging, richt zich op ongeveer 2.500 leidinggevenden (bijna 20% van Umicore's personeelsbestand). Tegen eind 2024 waren bijna alle senior leidinggevenden en operationeel managers ingeschreven. In 2025 wordt het programma verder uitgerold naar alle leidinggevenden. Sinds de start namen al 1.748 leidinggevenden deel aan de workshops en de vervolgactiviteiten van het programma.
Alle werkgerelateerde letsels en gezondheidssymptomen worden grondig geanalyseerd. De bevindingen worden gerapporteerd aan het management en de veiligheidscomités met het oog op corrigerende maatregelen. In 2024 deden we een beroep op ARMS Reliability om 180 kampioenen in oorzaakanalyse op te leiden. In 2025 zal dit initiatief verder intern worden uitgerold. De EHS-afdeling van de Groep deelt elke maand rapporten over veiligheidsincidenten met de EHS-community wereldwijd, de managementteams van de business units en het ELT.
In 2023 introduceerden we nieuwe groepsbrede normen in voor taken met hoog risico (waaronder lockout-tagout (LOTO), openen van leidingen, werken in warme omstandigheden en werken op hoogte). De implementatie op de sites startte in 2024 en gaat verder in 2025.
Er wordt een verbeterde procesveiligheidsstandaard toegepast (die werd gepubliceerd in 2024) om procesveranderingen te beheren en resterende risico's te beoordelen. Dankzij regelmatige beoordelingen van procesrisicoscenario's kunnen we bepalen of verdere investeringen nodig zijn waar resterende risico's nog niet in de laagrisicozone vallen.
Umicore zet zich al vele jaren in om een aantrekkelijke werkplek te bieden en verankerde welzijn als kernwaarde in de Umicore Way. Ons Wellbeing@Work-programma, dat in 2022 werd gelanceerd, richt zich op mentaal, fysiek en sociaal welzijn en gezondheid op het werk. In 2024 bereikten we 65% van het management met onze workshops van een halve dag voor senior leidinggevenden en onze e-learningmodules over mentaal welzijn. Voor 2025 staan bijkomende opleidingen ingepland. Het programma richt zich op vier belangrijke gebieden: mentaal, fysiek en sociaal welzijn en gezondheid op het werk, afgestemd op individuele behoeften en site-specifieke omstandigheden.
Umicore legde vrijwillige, wetenschappelijk onderbouwde doelen vast om de beroepsmatige blootstelling aan gevaarlijke stoffen te verminderen. Daarbij streven we naar nul overschrijdingen van de belangrijkste biomarkerniveaus. Verscherpte technische controlemaatregelen op basis van blootstellingsgegevens moeten de beroepsmatige blootstelling op specifieke sites verder verminderen. Voor werknemers met mogelijke blootstelling aan de doelmetalen worden de vereiste persoonlijke beschermingsmiddelen, opleidingen en regelmatige gezondheidsmonitoring voorzien in lijn met de wettelijke vereisten.
Significante verbeteringen in 2024, zoals een overschrijdingsgraad van 0% voor kobalt op sites zoals Cheonan (Korea) en Nysa (Polen), tonen aan dat die maatregelen doeltreffend zijn. De beste praktijken worden ook gedeeld tussen de sites om voortdurende verbetering te stimuleren. Andere sites waar kobalt- en nikkelpoeder wordt verwerkt voerden in 2024 aanzienlijke verbeteringen door. Tussen de sites worden actief beste praktijken en opgedane ervaringen gedeeld om de hygiëne op de werkplek voortdurend te verbeteren.
Umicore's aanpak voor het aantrekken, behouden en engageren van talent is gericht op een ondersteunende, inclusieve en dynamische werkomgeving. We investeren in uitgebreide leiderschapsontwikkeling, voortdurend prestatiebeheer en gerichte initiatieven die ervoor zorgen dat onze werknemers zich gewaardeerd en ondersteund voelen. We streven naar een personeelsbestand met diverse perspectieven en ervaringen om innovatie en prestaties te bevorderen. Door actief feedback te vragen via tools zoals de personeelsenquête en door onze personeelsstrategieën af te stemmen op de veranderende behoeften van onze werknemers, bouwen we aan een gemotiveerd en deskundig team dat essentieel is voor duurzame groei en operationele uitmuntendheid.
Umicore erkent dat diversiteit en inclusie een belangrijke bijdrage leveren tot innovatie, betere resultaten en een betere afspiegeling van de wereldwijde markten die we bedienen. We bevorderen gelijke kansen, eerlijkheid en een inclusieve werkomgeving. We zorgen ervoor dat iedereen gelijk wordt behandeld en eerlijk wordt betaald voor gelijke inspanningen.
Umicore heeft verschillende initiatieven geïmplementeerd, waaronder een opleiding over onbewuste vooroordelen, die sinds 2022 verplicht is voor alle managers. 83,6% van de managers heeft die opleiding al gevolgd. In 2023 en 2024 volgden onze recruiters en wervingsmanagers een opleiding over onbewuste vooroordelen en gedragsgerichte sollicitatiegesprekken. Campagnes voor employer branding en vacatures gebruiken ook onbevooroordeelde taal.
Umicore versterkt de betrokkenheid van werknemers door in te zetten op leiderschapsontwikkeling, operationele uitmuntendheid, duurzaamheid en zelfleiderschap. Dankzij onze personeelsenquête van 2024 kregen we belangrijke inzichten in de motivatie en de betrokkenheid van onze werknemers. De resultaten werden op groepsniveau gedeeld. Alle leidinggevenden werden gevraagd om aan de slag te gaan met de resultaten en samen met hun team haalbare actieplannen op te stellen die operationele uitmuntendheid en algemene betrokkenheid aanmoedigen.
Teamleiders moeten op basis van de resultaten van de personeelsenquête van hun team één prestatiedoelstelling formuleren die gericht moet zijn op het verbeteren van de algemene betrokkenheid. De managementteams van de business unit en de afdelingen maken actieplannen rond werknemersbetrokkenheid.
De regeling voor kortetermijnincentives van het ELT is gekoppeld aan verbeteringen in de Employee Engagement Index. De volgende enquête is gepland voor september 2025.
In 2024 kondigde Umicore plannen aan om een antwoord te bieden op de uitdagende marktomstandigheden en haar veerkracht op lange termijn te versterken. Dit omvatte onder meer kostenbesparingen, met een evenredige inkrimping van het personeelsbestand in verschillende business units. Waar van toepassing gebeurde dit via sociaal overleg en onderhandelingen conform de lokale wetgeving. Umicore is zich bewust van de impact van die veranderingen. Daarom ondersteunen we de betrokken werknemers (waar mogelijk door hen over te plaatsen naar openstaande functies) en begeleiden we de teams in dit proces.
Umicore zet zich in om incidenten op de werkplek te vermijden en een veilige omgeving te garanderen voor alle werknemers en aannemers. Het doel heeft betrekking op alle werknemers en aannemers van Umicore in al onze activiteiten wereldwijd en het meet dodelijke ongevallen op het werk, ongevallen met werkverlet en te registreren letsels per miljoen gewerkte uren.
In 2021 consolideerde Umicore definities voor een solide baseline op basis van de werkelijke prestaties van 2022. Het doel werd vastgelegd in 2022 en sindsdien wordt elk jaar een verbetering met 10% op jaarbasis nagestreefd, in lijn met de beste praktijken in de sector. Er worden gestandaardiseerde berekeningen gebruikt en de onderliggende methodologie blijft ongewijzigd. Dat zorgt voor betrouwbare gegevens die vergelijkbaar zijn over de jaren heen. De TRIR biedt een stabiele basis voor het meten en verbeteren van de veiligheidsprestaties. De stakeholders waren niet rechtstreeks betrokken bij het vastleggen van het TRIR-doel op groepsniveau. Lokale comités, waaronder werknemersvertegenwoordigers, werden wel betrokken bij het vertalen van de doelen voor de Groep en de business units naar concrete lokale doelstellingen. Zo is het doel relevant en afgestemd op specifieke activiteiten.
De in 2022 vastgelegde baseline dient als referentie voor voortdurende monitoring. Gegevens worden verzameld, geanalyseerd en intern gerapporteerd via een maandelijks EHS-dashboardrapport. Periodiek worden sitebeoordelingen en audits gepland om te garanderen dat onze aanpak solide en doeltreffend blijft onder de veranderende operationele omstandigheden. De opmerkelijke verbeteringen van de TRIR bevestigen de doeltreffende implementatie van veiligheidsmaatregelen en solide monitoringsystemen.
De veiligheidsprestaties overtroffen de verwachtingen in 2024, met een daling van de TRIR bij personeel met 39,7% tegenover het vorige jaar. De voortdurende betrokkenheid zorgt voor transparantie en snelle corrigerende maatregelen.
Umicore legde twee doelen vast inzake veiligheid en gezondheid op het werk, in lijn met haar streven om de procesveiligheid en de bescherming van de werknemers voortdurend te verbeteren.
Umicore streeft naar een continue vermindering van de PSER met 10%1 op jaarbasis. Dit doel heeft betrekking op alle activiteiten van de Groep. De incidentclassificatie volgt vastgelegde sectorcriteria. Gegevens worden verzameld en geanalyseerd via een maandelijks EHS-dashboard, met periodieke sitebeoordelingen en audits om de doeltreffendheid en de afstemming op de operationele omstandigheden te garanderen. In 2024 overtrof Umicore haar doel met een PSER van 6,1, beter dan het doel van 7,5 en een verbetering tegenover de 8,3 in 2023. De voortdurende dalingen zijn het gevolg van corrigerende maatregelen op basis van prestatiebeoordelingen.
De doelstelling van geen overmatige blootstelling aan specifieke metalen, die werd bepaald op basis van gegevens over beroepsmatige blootstelling en gedefinieerde biomarkers (bv. drempelwaardes voor arseen en lood), sluit aan bij Umicore's Zero Harm-ambitie. Dit doel heeft betrekking op Umicore-werknemers met beroepsmatige blootstelling aan specifieke metalen (arseen, cadmium, kobalt, indium, nikkel, lood en platinazouten) en streeft naar nul overschrijdingen van interne grenswaardes, met inbegrip van een afzonderlijke benchmark voor overgevoeligheid voor platinazouten. Umicore’s overschrijdingsgraad is een interne drempelwaarde die vaak strenger is dan de wettelijke waardes (als die bestaan). Biomarkers voor blootstelling omvatten specifieke drempelwaardes voor stoffen zoals arseen (30 µg/g creatinine in urine) en lood (25 µg/100 mg bloed). De gegevens worden twee keer per jaar geëvalueerd aan de hand van biologische stalen van blootgestelde werknemers (met uitzondering van platinazouten). Monitoring hiervan wordt ondersteund door overleg met werknemers, workshops over veiligheid en het delen van interne kennis.
In 2024 daalde de overschrijding van onze interne drempelwaardes naar 0,69%1 (tegenover 0,72% in 2023) als gevolg van betere technische controles, opleidingen en monitoring. Het GLOBEL-initiatief (‘No One Beyond Exposure Limits’) in Cobalt & Specialty Materials draagt daar ook toe bij.
We geloven in gelijke kansen, rechtvaardigheid en diversiteit als voorwaarden voor een inclusieve werkomgeving. Umicore wil binnen de Groep gendergelijkwaardigheid waarborgen en diversiteit van denken stimuleren. Daarom streven we ernaar een inclusieve cultuur op te bouwen en het aantal vrouwen onder onze werknemers en ons management te verhogen. Onze ambitieuze doelstelling is om zo snel mogelijk genderevenwicht te bereiken, met een streefdoel van 35% vrouwen in managementposities tegen 2030 tegenover de baseline van 2019. Dit doel heeft betrekking op voltijdse Umicore-werknemers in managementfuncties wereldwijd.
Het doel werd vastgelegd in 2019 op basis van geconsolideerde interne personeelsgegevens in lijn met internationale benchmarks voor diversiteit. Er waren geen wijzigingen aan het doel en de desbetreffende maatstaven, onderliggende meetmethodes, significante aannames, beperkingen, bronnen en processen voor gegevensverzameling sinds de invoering ervan. Er werd niet overlegd met het personeel of met werknemersvertegenwoordigers om die doelen vast te leggen of om verbeteringen te identificeren op basis van Umicore’s prestaties op dit vlak.
In 2019 was 23,1% van de managementposities ingevuld door een vrouw. Via interne evaluaties en data-analyse monitoren we jaarlijks dat de voortgang aansluit bij de verwachtingen en identificeren we trends en significante veranderingen in de prestaties. Belangrijke hefbomen zijn het percentage interne promoties en het aantrekken en werven van divers en bekwaam talent. De prestaties tegenover die doelen worden jaarlijks opgevolgd. De resultaten worden openbaar gemaakt en gedeeld met de werknemers.
We vorderen gestaag richting genderevenwicht in het management, met duidelijke positieve trends in de recente jaarlijkse gegevens. Jaarlijkse opvolging via interne evaluaties toont een stijging van 27,19% in 2023 tot 28,1% in 2024. Initiatieven voor werving en behoud (bv. onbevooroordeelde wervingscampagnes) worden actief opgevolgd.
Bij Umicore worden de personeelsgegevens gerapporteerd per 31 december, op basis van het totale aantal werknemers die rechtstreeks in dienst zijn, conform de nationale arbeidswetgeving. Dit omvat arbeiders, bedienden, kaderleden en leden van het ELT (ongeacht hun eventuele status als zelfstandige). Het personeelsbestand omvat voltijdse, deeltijdse en tijdelijke werknemers, maar is exclusief personen met een ‘slapende’ arbeidsovereenkomst (bv. loopbaanonderbreking, verlengd ouderschapsverlof), langdurig zieken, vervroegd gepensioneerden en werknemers in onderaanneming.
De personeelsgegevens komen uit de systemen van People & Organization (P&O), waardoor de gerapporteerde cijfers overeenkomen met de werkelijke loonadministratie voor volledig geconsolideerde ondernemingen. Hoewel de methode voor het verzamelen van de werknemersgegevens niet gewijzigd is, is de structuur van de uitsplitsing aangepast conform de eisen van ESRS S1. Zo is er nu een extra uitsplitsing naar gender voor landen met een significante tewerkstelling (minstens 50 werknemers en 10% van het totale personeelsbestand). In sommige rechtsgebieden bestaat de mogelijkheid om zich onder een derde gender te registreren. Hoewel Umicore die optie erkent, beperkt de rapportering voor boekjaar 2024 zich tot mannen en vrouwen conform de nationale wetgeving.
Het personeelsbestand is onderverdeeld in drie soorten medewerkers:
Vaste werknemers: met een contract van onbepaalde duur, hoewel de specifieke voorwaarden kunnen verschillen per land
Tijdelijke werknemers: met een contract van bepaalde duur, meestal voor projectwerk, seizoensgebonden werk of kortlopende opdrachten
Oproepkrachten: bv. werknemers met nulurencontract, flexwerkers of oproepkrachten gerapporteerd binnen de categorie tijdelijke werknemers
De classificatie van werknemers volgt het nationale wettelijke kader van elk rechtsgebied. We blijven werken aan het verder verbeteren van de gegevenskwaliteit en de afstemming op de veranderende regelgeving.
Het personeelsverloop blijft een kritieke indicator van de stabiliteit van het personeelsbestand. Conform de eisen van ESRS S1-6 rapporteert Umicore over vrijwillig vertrek, ontslag, pensionering en overlijden in dienst, terwijl voordien enkel vrijwillig vertrek was opgenomen in de rapportering. Het percentage van het personeelsverloop van de verslagperiode wordt berekend als het totale aantal vertrekkende medewerkers gedeeld door het gemiddelde personeelsbestand, op basis van het personeelsbestand op 30 juni en 31 december. Werknemers van wie het contract van bepaalde duur afliep, worden hierin niet meegerekend.
België | Duitsland | China | Overige | |
---|---|---|---|---|
Man | 2.794 | 1.268 | 961 | 3.700 |
Vrouw | 688 | 485 | 390 | 1.295 |
Werknemers (totaal) | 3.482 | 1.753 | 1.351 | 4.995 |
In 2024 bedroeg het totale aantal werknemers voor volledig geconsolideerde ondernemingen 11.581, tegenover 11.948 eind 2023. Die nettodaling met 367 werknemers is vooral het gevolg van de aangekondigde personeelsinkrimping bij onze productiefabriek voor batterijmaterialen in Jiangmen (China) en in Hanau (Duitsland) in het kader van de eerder gecommuniceerde maatregelen voor operationele wendbaarheid in de business unit Automotive Catalysts. België, Duitsland en China zijn de grootste werkgelegenheidscentra met resp. 30,1%, 15,1% en 11,7% van het totale personeelsbestand wereldwijd.
In termen van genderverdeling bevat het personeelsbestand 75,3% mannen en 24,7% vrouwen, met een stijging van die laatste categorie tegenover 24,3% in 2023.
Totaal aantal werknemers | |
---|---|
Vaste werknemers | 11.251 |
Tijdelijke werknemers | 330 |
Totaal | 11.581 |
De overgrote meerderheid van de Umicore-werknemers (meer dan 97%) heeft een vast contract, terwijl minder dan 3% (ongeveer 330 werknemers) een tijdelijk contract heeft. Tijdelijke contracten worden aangeboden in specifieke situaties (zoals stages, duaal leren, seizoensarbeid, langdurige afwezigheid van vaste werknemers, projectgebonden opdrachten) of in specifieke landen of sites waar tijdelijke contracten de standaardpraktijk vormen. De oproepkrachten vertegenwoordigen een zeer beperkt aantal werknemers en hebben dan ook geen materiële impact op het getrouw beeld van de maatstaf. Zij worden daarom meegerekend bij de tijdelijke werknemers. Het aandeel tijdelijke werknemers in ons totale personeelsbestand daalde van 3,5% in 2023 tot 2,8% in 2024.
Personeelsverloop | |
---|---|
Aantal personeelsleden dat de onderneming heeft verlaten | 1.169 |
Percentage personeelsverloop | 9,9% |
In 2024 bedroeg het totale percentage van het personeelsverloop 9,9%, waarbij 1.169 werknemers uit dienst gingen. Hierbij steeg het percentage van vrijwillig vertrek van 4,7% in 2023 tot 5,1% in 2024.
Umicore rapporteert de cao-dekkingsgraad als het percentage werknemers in de Europese Economische Ruimte (EER) dat valt onder formele collectieve arbeidsovereenkomsten (cao's) die onderhandeld zijn met vakbonden of bevoegde werknemersvertegenwoordigers. In lijn met de eisen van ESRS S1-8 is de rapportering beperkt tot werknemers uit de EER. Een verdere uitsplitsing wordt alleen verstrekt voor landen die voldoen aan de drempel voor significante tewerkstelling. Werknemers die onder meerdere cao's vallen, worden slechts eenmaal geteld om consistentie te waarborgen. Van de EER-landen voldoen België en Duitsland aan de drempel voor gedetailleerde rapportering (meer dan 50 werknemers en minstens 10% van het totale personeelsbestand in de EER).
Over werknemersvertegenwoordiging en sociale dialoog rapporteren we als het percentage werknemers op sites met een formele werknemersvertegenwoordiging. De sociale dialoog vindt plaats via besprekingen tussen twee partijen (rechtstreeks overleg tussen management en werknemersvertegenwoordigers) of tussen drie partijen (met ook vertegenwoordigers van de overheid). Net als bij de cao’s wordt alleen over de EER-landen die in aanmerking komen in detail gerapporteerd.
In lijn met de eisen van ESRS S1-8 werd Umicore’s rapportering met ingang van boekjaar 2024 aangepast om een onderscheid te maken tussen cao-dekking en vakbondslidmaatschap en om werknemersvertegenwoordiging en sociale dialoog afzonderlijk te rapporteren. Hierdoor zijn directe vergelijkingen met vroegere rapporteringen niet mogelijk.
Sinds 1996 heeft Umicore een overeenkomst met de Europese ondernemingsraad (EOR), waarbij de laatste versie dateert van 2016. De EOR-overeenkomst heeft betrekking op alle Umicore-entiteiten in de EER (EU, Noorwegen, Liechtenstein en IJsland). Het biedt een gestructureerd platform voor werknemersvertegenwoordiging en een forum voor discussie over transnationale thema’s. Vertegenwoordigers worden benoemd conform de nationale wetgeving, waarbij de deelname is gebaseerd op de omvang van het personeelsbestand.
Cao-dekkingsgraad | |
---|---|
Percentage werknemers dat is gedekt door via collectieve onderhandelingen tot stand gekomen overeenkomsten (cao’s) in landen van de EER | 81,2% |
Percentage werknemers dat werknemersvertegenwoordigers heeft in landen van de EER | 96,8% |
Cao-dekkingsgraad | Sociale dialoog | |
---|---|---|
Werknemers (in EER) | Personeelsvertegenwoordiging (in EER) | |
0-19% | ||
20-39% | ||
40-59% | ||
60-79% | Duitsland | |
80-100% | België | België, Duitsland |
Bij Umicore wordt de diversiteit van het personeelsbestand gerapporteerd in lijn met de eisen van ESRS S1-9. De genderverdeling op het niveau van het hoger management wordt gerapporteerd in zowel aantal als percentage. Umicore definieert 'senior management’ als hogere kaderleden die verantwoordelijk zijn voor het vormgeven van de bedrijfscultuur, visie en strategische richting en het aandrijven van organisatorische verandering binnen hun teams en doorheen het bedrijf. De genderverdeling wordt berekend door het aantal mannelijke en het aantal vrouwelijke managers binnen het senior management op te tellen.
Voor de leeftijdsverdeling deelt Umicore de werknemers op in drie groepen: jonger dan 30 jaar, 30 tot 50 jaar en ouder dan 50 jaar, waarbij telkens het absolute aantal werknemers wordt gerapporteerd.
De scope en de methodologie voor gegevensverzameling blijven ongewijzigd tegenover 2023. Alleen de verdere uitsplitsingen zijn aangepast in lijn met de ESRS-eisen.
Aantal werknemers op niveau van senior management | Percentage werknemers op niveau van senior management | |
---|---|---|
Man | 138 | 80,2% |
Vrouw | 34 | 19,8% |
Overige | 0 | 0% |
Niet gerapporteerd | 0 | 0% |
Het senior management omvat 138 mannen en 34 vrouwen. Dat brengt het aandeel vrouwen in het senior management op 19,8% voor 2024, tegenover 17,6% voor 2023.
Leeftijdsgroep | Aantal werknemers |
---|---|
Jonger dan 30 jaar | 1.727 |
30 tot 50 jaar oud | 7.235 |
Ouder dan 50 jaar | 2.619 |
In Umicore’s wereldwijde personeelsbestand is 14,9% van de werknemers jonger dan 30 jaar, 62,5% tussen de 30 en 50 jaar en 22,6% ouder dan 50 jaar. Tegenover 2023 daalde het aandeel werknemers jonger dan 30 jaar van 16,6% tot 14,9%. Beide oudere leeftijdsgroepen kenden een stijging, vooral de groep van 30 tot 50 jaar.
Umicore verbindt zich ertoe om alle werknemers een leefbaar loon te bieden, zoals uiteengezet in Umicore’s mensenrechtenbeleid. Dat beleid garandeert eerlijke remuneratie op basis van het billijkheidsbeginsel en naleving van de hoogste toepasselijke norm van nationale wetgeving, nationale sectornormen of collectieve arbeidsovereenkomsten. Werknemers worden tijdig en rechtstreeks betaald volgens de toepasselijke wetgeving. Umicore verbiedt ten strengste onwettige inhoudingen op het loon of inhoudingen als disciplinaire maatregel.
Het percentage personen in Umicore’s eigen personeel dat valt onder de beheersystemen voor veiligheid en gezondheid op het werk wordt berekend op basis van het aandeel van het totale aantal werknemers in geconsolideerde operationele sites waarvan de activiteiten vallen onder een extern gecertificeerd systeem voor veiligheidsbeheer (ISO 45001).
Umicore’s rapportering van de prestaties inzake veiligheid en gezondheid is gebaseerd op duidelijk gedefinieerde en gestandaardiseerde criteria. Het gerapporteerde aantal dodelijke ongevallen omvat expliciet alle sterfgevallen als gevolg van arbeidsongevallen binnen Umicore’s bedrijfsactiviteiten wereldwijd, met inbegrip van zowel eigen werknemers als andere werknemers die op onze sites werkzaam zijn. Het totale aantal te registreren arbeidsongevallen omvat sterfgevallen, incidenten met werkverzuim en andere gevallen die medische zorg vereisen zonder werkverzuim.
De frequentiegraad van te registreren arbeidsongevallen is aangepast aan de rapporteringseisen van ESRS S1 en omvat nu enkel gevallen waarbij eigen werknemers van Umicore betrokken zijn en niet langer (zoals in vorige rapporteringen) aannemers en andere externe werknemers die op de sites van Umicore werkzaam zijn. Die frequentiegraad wordt berekend door het totale aantal te registreren ongevallen (inclusief sterfgevallen) te vermenigvuldigen met 1.000.000 en te delen door het totale aantal door Umicore-personeel gewerkte uren tijdens de verslagperiode. Dit levert dan een frequentiegraad per miljoen werkuren op.
De berekening van het aantal verzuimdagen als gevolg van arbeidsongevallen omvat alle kalenderdagen (vanaf de eerste volledige dag afwezigheid tot de terugkeer van de werknemer), inclusief weekends en feestdagen, ongeacht of de werknemer op die dagen zou werken. Het aantal verzuimdagen als gevolg van arbeidsongevallen wordt bepaald op basis van het ziekteverlof dat vermeld staat in het medisch attest van de werknemer, waarbij enkel rekening wordt gehouden met het deel daarvan in het verslagjaar. Voor sterfgevallen worden de gerapporteerde verzuimdagen beperkt tot 365 dagen per incident, zonder overdracht naar volgende jaren.
Er dient te worden opgemerkt dat ziektegevallen buiten beschouwing worden gelaten bij de berekeningen van veiligheid en gezondheid voor de verslagperiode, in lijn met de rapporteringeisen van ESRS S1.
Veiligheid en gezondheid | |
---|---|
Aandeel werknemers die onder het beheersysteem voor gezondheid en veiligheid op het werk vallen (%) | 71,0% |
Aantal te registreren arbeidsongevallen (alleen werknemers) | 97 |
Percentage te registreren arbeidsongevallen (alleen werknemers) | 4,7 |
Aantal verzuimdagen door letsel en overlijden als gevolg van arbeidsongevallen | 2308 |
Aantal sterfgevallen als gevolg van arbeidsongevallen en beroepsziekten van Umicore-werknemers | 0 |
Aantal sterfgevallen als gevolg van arbeidsongevallen en beroepsziekten van andere werknemers die op Umicore-sites werkzaam zijn | 0 |
Umicore heeft beheersystemen voor veiligheid en gezondheid op het werk op alle sites, en dus voor het volledige eigen personeel, in lijn met de EHS Guidance Note en de toepasselijke wetgeving. Hoewel ISO 45001-certificering vrijwillig is, hebben verschillende van onze sites ervoor gekozen om externe certificering te implementeren en te behalen voor hun veiligheidsbeheersysteem. Eind 2024 viel 71% van de werknemers op onze geconsolideerde productiesites onder dit extern gecertificeerde ISO 45001-systeem.
In de verslagperiode waren er geen sterfgevallen als gevolg van arbeidsongevallen onder onze werknemers of onder werknemers die op onze sites werkzaam zijn. Dit bevestigt Umicore’s uitgebreide veiligheids- en gezondheidspraktijken en ons streven naar uitmuntendheid op het vlak van veiligheid. In 2024 hadden Umicore-werknemers 97 arbeidsongevallen, wat resulteerde in 2.308 verzuimdagen. We eindigden 2024 met een totale frequentiegraad van te registreren letsels van 4,7, een aanzienlijke verbetering tegenover 7,8 in 2023. Die daling toont de effectiviteit aan van onze gerichte veiligheidsinitiatieven en voortdurende verbeteringsmaatregelen voor veiligheid op de werkplek, zoals beschreven in het deel over maatregelen. Die inspanningen hebben bijgedragen aan een veiligere werkomgeving en bevestigen Umicore’s engagement voor de voortdurende verbetering van onze prestaties inzake veiligheid en gezondheid in alle activiteiten wereldwijd.
De berekening van de bruto loonkloof man-vrouw (het gemiddeld verschil in loon tussen mannelijke en vrouwelijke werknemers) heeft inherente beperkingen door de verschillen in de samenstelling van het personeelsbestand, de functies en de anciënniteitsniveaus. Er zijn ook uitdagingen inzake gegevenscentralisatie en -consolidatie, die een impact hebben op de nauwkeurigheid van de rapportering. Met het oog op betere nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de gerapporteerde gegevens gebruikt Umicore een aangepaste loonkloof.
Umicore deed in 2024 voor het derde jaar op rij een beroep op Deloitte om de loongelijkheid tussen mannen en vrouwen voor zowel personeel als managers in Polen, de Verenigde Staten en Canada te evalueren. Hierbij wordt via een regressieanalyse inzicht verkregen in de verschillende loonbepalende factoren en wordt een aangepaste loonkloof berekend. De aangepaste loonkloof is het loonverschil na uitsluiting van alle andere elementen dan het geslacht (zoals leeftijd, loopbaan, opleiding enz.). In vorige jaren werd de beoordeling uitgevoerd voor managers in België en Duitsland en voor managers en kantoorpersoneel in China en Zuid-Korea.
Die landen vertonen een gemiddelde aangepaste loonkloof onder de EU-drempel van 5%, met uitzondering van één entiteit in Polen (met een aangepaste loonkloof net boven de drempel van 5%). De afwijking doet zich voor bij specifieke functieniveaus, soms in het voordeel van mannen, soms in het voordeel van vrouwen. Verdere analyse moet leiden tot de opstelling van een passend actieplan. Umicore blijft de regelgeving rond loontransparantie opvolgen en voorbereidende acties ervoor nemen, omdat de regelgeving geleidelijk zal worden omgezet in nationale wetgeving.
Umicore berekent haar jaarlijkse totale remuneratieverhouding door de totale remuneratie van de hoogstbetaalde persoon te vergelijken met de mediaan van de jaarlijkse totale remuneratie van alle werknemers van Umicore NV uitgezonderd die hoogstbetaalde persoon. Die aanpak weerspiegelt de beschikbaarheid van gegevens, aangezien volledige toegang tot wereldwijde remuneratiecijfers beperkt is. Umicore werkt aan de verbetering van die beschikbaarheid met het oog op het gebruik van de beoogde berekeningsmethode in de toekomst
Beloningsmaatstaven | |
---|---|
Jaarlijkse totale remuneratieverhouding | 27 |
Umicore zorgt ervoor dat alle gevallen van discriminatie en intimidatie uitgebreid worden onderzocht en gepast worden aangepakt. Discriminatie wordt gedefinieerd als oneerlijke of ongelijke behandeling op basis van beschermde kenmerken zoals gender, etnische afkomst, nationaliteit, religie, lichamelijke beperking, leeftijd of seksuele geaardheid. Intimidatie verwijst naar elk ongewenst gedrag dat de waardigheid aantast of een bedreigende, vijandige of beledigende omgeving creëert.
Om consistentie te garanderen en dubbeltelling te voorkomen, worden gegevens geconsolideerd uit meerdere rapporteringskanalen, waaronder de Integrity Line, de Security Incident Reporting Tool en de rapporten van People & Organization (P&O). Corporate Security en P&O voeren een gezamenlijk beoordelingsproces uit, waarbij twee keer per jaar de classificaties van de gerapporteerde gevallen worden geverifieerd en de gemelde gevallen van de Gedragscode worden beoordeeld. Samen met lokale P&O-vertegenwoordigers valideren ze gerapporteerde gevallen en vergelijken ze rapporten, terwijl Corporate Security ook alle gerelateerde boetes, geldstraffen of schadevergoedingen bijhoudt. De uiteindelijke geconsolideerde gegevens worden beoordeeld door het gedragscodecomité. Dat zorgt voor afstemming met de definities en disciplinaire maatregelen en valideert de classificatie en het aantal gerapporteerde gevallen.
Voor het evalueren van mensenrechtenschendingen verzamelde Umicore gestructureerd gegevens via een gerichte vragenlijst voor P&O-contactpersonen. Daarin werd gevraagd of zich incidenten hadden voorgedaan en werd informatie gevraagd over de gerapporteerde incidenten en eventuele financiële gevolgen. Elk jaar geeft de Legal-afdeling meer informatie over ernstige mensenrechtenschendingen, waaronder rechtszaken, boetes, geldstraffen en schadevergoedingen, of bevestigt die afdeling dat er geen dergelijke zaken waren in het verslagjaar.
1. Klachten ingediend via kanalen voor mensen in eigen personeelsbestand, inclusief Nationale Contactpunten voor OESO-multinationale ondernemingen
Incidenten en klachten | |
---|---|
Aantal incidenten van discriminatie, met inbegrip van intimidatie | 12 |
Bedrag aan boetes, geldstraffen en schadevergoedingen voor schade veroorzaakt door incidenten van discriminatie, met inbegrip van intimidatie (EUR) | 0 |
Aantal klachten om bezorgdheden aan de orde te stellen1 | 28 |
Bedrag aan boetes, geldstraffen en schadevergoedingen voor schade veroorzaakt door klachten (EUR) | 0 |
In 2024 ontving Umicore in totaal 28 klachten over discriminatie, waaronder intimidatie. Elke klacht werd uitgebreid onderzocht en geanalyseerd om de gegrondheid ervan te verifiëren en de nodige maatregelen te bepalen. Op basis hiervan werd de gegrondheid in 12 gevallen bevestigd. Dat leidde tot corrigerende acties en/of disciplinaire maatregelen (waaronder ontslag) waar nodig. In het verslagjaar waren er geen boetes, geldstraffen of schadevergoedingen nodig als gevolg van die incidenten.
Aantal ernstige problemen en incidenten op het gebied van mensenrechten met betrekking tot het eigen personeel | |
---|---|
Wegens niet-naleving van de UN Guiding Principles | 0 |
Wegens niet-naleving van de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen | 0 |
Wegens niet-naleving van de Verklaring van de IAO inzake fundamentele principes | 0 |
Overige | 0 |
Totaal aantal problemen en incidenten | 0 |
Totale bedrag aan boetes, geldstraffen en schadevergoedingen wegens ernstige problemen en incidenten op het gebied van mensenrechten met betrekking tot het eigen personeel (EUR) | 0 |
Subthema | IRO-type | Omschrijving | Plaats in waardeketen | Tijdshorizon |
---|---|---|---|---|
Verantwoord beheer van toeleveringsketens | Positieve impact | Door een beter inzicht in de uitdagingen van mogelijk getroffen gemeenschappen en werknemers in onze waardeketen bevordert Umicore zinvolle due diligence. Waar mogelijk werken we actief samen met werknemers, vakbonden, gemeenschapsvertegenwoordigers en ngo's om risico's beter te kunnen identificeren en doeltreffende praktijken voor risicobeperking te kunnen implementeren. | Upstream | Korte termijn |
Verantwoord beheer van toeleveringsketens | Negatieve impact | Beperkte feedback van leveranciers en lokale gemeenschappen over de economische, sociale en milieu-impact van hun activiteiten kan het moeilijker maken voor Umicore om de ruimere gevolgen van de activiteiten van haar toeleveringsketens ten volle te begrijpen en aan te pakken. | Upstream | Korte termijn |
Mensenrechten | Negatieve impact | Hoewel we van onze zakenpartners verwachten dat ze vergelijkbare V&G-systemen implementeren als wij blijven er door de aard van onze upstreamwaardeketen (mijnbouw, raffinage, verwerking) aanzienlijke V&G-risico's bestaan. Dat is nog relevanter in omstandigheden waar lokale regelgeving en internationale normen niet strikt worden gehandhaafd, waardoor de kans op ongevallen en niet-naleving toeneemt. | Upstream | Alle tijdshorizonten |
Verantwoord beheer van toeleveringsketens | Kans | Het toenemende bewustzijn rond duurzame en verantwoorde bevoorrading in mijnbouw en materialen vormt een belangrijke kans voor Umicore. Door het voortouw te nemen op het vlak van verantwoorde bevoorrading kan Umicore zich positioneren als voorkeurspartner op de markt en zo de bedrijfsreputatie en het klantenvertrouwen versterken en mogelijk nieuwe materialen en markten aanboren. | Upstream | Alle tijdshorizonten |
Mensenrechten en arbeidsrechten | Risico | De aard van Umicore’s upstreamactiviteiten houdt een inherent risico in op schendingen van de mensenrechten en arbeidsrechten binnen haar upstreamwaardeketen. Als die risico's niet doeltreffend worden beheerd, kan dit aanzienlijke schade veroorzaken en leiden tot juridische aansprakelijkheden en reputatieschade. | Upstream | Alle tijdshorizonten |
Verantwoord beheer van toeleveringsketens | Risico | Bevoorrading uit hoogrisicogebieden brengt aanzienlijke uitdagingen met zich mee, met betrekking tot aantasting van het milieu, ethische bevoorradingspraktijken en naleving van de regelgeving. Als die risico's niet worden aangepakt, kan dat leiden tot financiële claims, reputatieschade en verstoringen in Umicore’s toeleveringsketen. Dat kan het moeilijker maken om te voldoen aan de verwachtingen van de stakeholders en om de duurzaamheidsdoelstellingen te verwezenlijken. | Upstream | Korte tot middellange termijn |
Als wereldwijd actief bedrijf steunt Umicore op een uitgebreide waardeketen van leveranciers, aannemers en logistieke partners. We erkennen dat ons bedrijfsmodel zowel een directe als een indirecte impact heeft op werknemers in de waardeketen via activiteiten zoals de inkoop van grondstoffen, externe aanneming en distributie. We verbinden ons ertoe ervoor te zorgen dat alle partners voldoen aan onze minimumeisen inzake mensenrechten, sociale standaarden en milieu, veiligheid en gezondheid.
De materiële negatieve impact is van meer systemische aard in sommige delen van de waardeketen, door de context in specifieke landen of regio's. Via risicogebaseerde ESG-due diligence als integraal onderdeel van Umicore’s bedrijfsstrategie identificeert en beoordeelt de Groep voortdurend potentiële en daadwerkelijke negatieve impacts inzake mensenrechten en nemen we preventieve en risicobeperkende maatregelen waar nodig. Voor meer informatie over Umicore’s acties inzake potentiële en daadwerkelijke impacts, zie S2-4.
Umicore beschouwt het risico op kinder- en dwangarbeid als een materieel thema gezien de grote impact op de betrokken personen. Binnen Umicore’s waardeketen hebben we geografische zones en commodity's geïdentificeerd met een significant risico op kinderarbeid en dwangarbeid. Er zijn vooral grote risico's bij de inkoop van kobalt in de Democratische Republiek Congo en van nikkel in Indonesië. In die twee regio's blijven de significante veiligheids- en gezondheidsrisico's ook materieel door een gebrek aan afdoende veiligheidsprocessen, door ontoereikende persoonlijke beschermingsmiddelen en door een verhoogd risico op incidenten. Bij het identificeren van de soorten werknemers in de waardeketen die negatief beïnvloed (kunnen) worden, concentreerde Umicore zich op landen, waardeketens en activiteiten (mijnbouw- en raffinageactiviteiten) waar we de grootste risico's identificeerden. Werknemers van onderaannemers en migrerende werknemers worden beschouwd als bijzonder kwetsbare groepen, die een hoger risico lopen op dwangarbeid en op lagere veiligheids- en gezondheidsnormen.
Umicore werkt nauw samen met haar directe zakenpartners om die risico's te beperken en de werkomstandigheden te verbeteren. Door actief samen te werken met zakenpartners in regio's met hoog risico, maar ook met werknemers, vakbonden, vertegenwoordigers van de gemeenschap en ngo's in of rond onze leverancierssites met hoog risico, streeft Umicore ernaar om beter risico's te identificeren, doeltreffende beperkingsmaatregelen te nemen en een positieve impact te hebben voor de werknemers op het terrein.
Het beheer van werknemers in de waardeketen wordt bepaald door het beleid uiteengezet in S1-2. Dit deel richt zich op relevante bijkomende aspecten van die beleidslijnen.
Umicore’s mensenrechtenbeleid, dat uitvoerig wordt beschreven in S1-1, richt zich op het voorkomen van mensenhandel, dwangarbeid, kinderarbeid, discriminatie en onveilige werkomstandigheden. Het legt ook due diligence-processen en klachtenmechanismen op om impacts op mensenrechten in kaart te brengen, aan te pakken en te herstellen. Het mensenrechtenbeleid is van toepassing op zowel alle eigen activiteiten van Umicore als haar waardeketen, met inbegrip van leveranciers, aannemers en zakenpartners. Uitzonderingen zijn derden waar Umicore geen directe contractuele relatie mee heeft of invloed op heeft.
Onze verwachtingen ten opzichte van zakenpartners zijn vastgelegd in de UGSSP, die is afgestemd op het mensenrechtenbeleid, de Umicore Way, de Umicore-gedragscode en de algemene raamovereenkomst voor duurzame ontwikkeling tussen Umicore en IndustriALL Global Union. Het doel van de UGSSP bestaat erin de risico’s te beperken die verbonden zijn aan de toeleveringsketen, zowel voor directe als indirecte inkoop.
Umicore’s aanpak voor verantwoorde bevoorrading speelt een belangrijke rol bij het beperken van risico’s en het bevorderen van duurzaamheid in onze waardeketen. De Umicore Global Sustainable Sourcing Policy (UGSSP), die werd ingevoerd in 2022 als update van het vroegere charter voor duurzaam inkopen, zet onze brede aanpak uiteen voor het beheren van de ESG-risico's die verbonden zijn aan onze activiteiten. De UGSSP is afgestemd op ISO 20400 voor duurzame inkoop en wordt geïmplementeerd in alle inkoopcategorieën.
We eisen ook van onze leveranciers dat ze handelen met integriteit en actief duurzame inkoop bevorderen in hun volledige toeleveringsketen. Ze moeten voldoen aan alle lokale wetgeving, de veiligheid en gezondheid van hun werknemers centraal stellen, hun impact op het milieu en het klimaat zoveel mogelijk beperken en de internationale regelgeving rond mensenrechten naleven. Dat laatste omvat het bannen van kinder- en dwangarbeid en alle vormen van discriminatie.
Eind 2024 waren er geen gevallen gerapporteerd van niet-naleving van de leidende beginselen van de VN inzake bedrijfsleven en mensenrechten, de verklaring van de IAO betreffende de fundamentele principes en rechten op het werk of de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen door werknemers uit de waardeketen. In geval van materiële negatieve impacts zijn processen voorzien om snel corrigerende maatregelen te nemen, wat getuigt van ons engagement voor een duurzaam en verantwoord beheer van de toeleveringsketen.
Bij Umicore werken we direct of indirect samen met werknemers in de waardeketen en vertegenwoordigers van leveranciers om inzicht te krijgen in hun standpunten over impacts op de werkplek.
Umicore’s due-diligenceprocessen voor waardeketens met hoog risico steunen op de inzichten en standpunten van stakeholders, met inbegrip van werknemers in de waardeketen. Bij de beoordeling van zakenpartners voert Umicore vooral desktopresearch uit (met inbegrip van negatieve media- en ngo-rapporten) over de leverancier, de regio en de commodity/activiteit. Die risicobeoordeling omvat ook vragenlijsten voor leveranciers en rechtstreeks contact met de leverancier. Umicore bezoekt leveranciers en voert audits uit op basis van een risico-aanpak. Tijdens die bezoeken worden waar mogelijk interviews afgenomen met werknemers om meer inzicht te krijgen in hun situatie en bezorgdheden. Waar mogelijk overlegt Umicore met onderaannemers en migrerende werknemers om te bepalen welke acties kunnen worden genomen om potentiële negatieve impacts te beperken. Die input – hetzij rechtstreeks via de werknemers, hetzij via ngo's en andere partijen met inzicht in de situatie, zoals lokale gemeenschappen en vakbonden (waaronder IndustriALL) – helpt om risico's voor werknemers te identificeren en om de auditscope of gerichte risicobeperkende initiatieven te bepalen.
Dat overleg vindt plaats bij belangrijke projectfasen en gebeurt voortdurend bij doorlopende activiteiten. Daarbij worden audits door derden en interne feedbackmechanismen gebruikt om de effectiviteit van onze risicobeheerinspanningen te beoordelen en voortdurende verbetering te stimuleren. Audits door derden kunnen een belangrijk instrument zijn om leveranciers met hoog risico te betrekken en de effectiviteit van eventuele risicobeperkende maatregelen op te volgen. Een andere manier om de effectiviteit te beoordelen is het gebruik van feedbackmechanismen via de gevestigde klachtenkanalen van de Groep.
De verantwoordelijkheid voor het betrekken van werknemers in de waardeketen en de integratie van de resultaten in Umicore’s aanpak ligt bij het ESG Responsible Sourcing-team van de Groep en de relevante partners in de business units.
Het verkrijgen van inzicht in de standpunten van bijzonder kwetsbare groepen gebeurt op maat van elk specifiek geval. Door een meer algemene focus op het verbeteren van de mensenrechten en de werkomstandigheden voor werknemers in de waardeketen in regio's met hoog risico werden in 2024 geen specifieke acties ondernomen rond de standpunten van bijzonder kwetsbare of gemarginaliseerde groepen van werknemers in de waardeketen, zoals vrouwen, migrerende werknemers of werknemers met een beperking, buiten Umicore’s eigen personeel.
Umicore heeft due diligence-processen opgesteld om potentiële of daadwerkelijke risico's voor werknemers in de waardeketen te identificeren, te beheren en aan te pakken. Bij een materiële negatieve impact bepalen we geval per geval of Umicore de impact veroorzaakte of eraan bijdroeg en identificeren we gepaste herstelmaatregelen.
Umicore zette een klachtenmechanisme op dat online en telefonisch toegankelijk is, zodat de werknemers in de waardeketen hun bezorgdheden kenbaar kunnen maken en er een oplossing voor kunnen krijgen. Dit mechanisme wordt gepromoot via onze gedragscode en de Umicore Global Sustainable Sourcing Policy (UGSSP). Zo is er voor alle stakeholders een duidelijk kanaal om hun bezorgdheden kenbaar te maken en ondersteuning te vragen. Gerapporteerde problemen worden geregistreerd samen met bijbehorende risicobeperkende acties en tijdlijnen. Dit proces wordt regelmatig geëvalueerd om de effectiviteit ervan te beoordelen en eventueel aanpassingen door te voeren. Hoewel ons gestructureerde monitoringsysteem de transparantie en verantwoording verbetert, onderzoeken we momenteel manieren om formeel te beoordelen of werknemers in de waardeketen zich bewust zijn van het bestaan van die mechanismen en er vertrouwen in hebben. Voor meer informatie over het klachtenmechanisme, zie G1-1.
Umicore heeft een uitgebreid raamwerk opgezet voor materiële impacts op werknemers in de waardeketen, met proactief overleg met leveranciers, grondige due diligence en strenge certificerings- en bewustmakingsinitiatieven. Gestructureerde processen zorgen voor de identificatie, beperking en continue opvolging van risico's en kansen in de hele toeleveringsketen, bovenop wat van alle leveranciers wordt verwacht via de Umicore Global Sustainable Sourcing Policy, zoals beschreven onder S2-1. De middelen die beschikbaar worden gesteld voor het beheer van impacts, risico's en kansen inzake werknemers in de waardeketen worden beheerd door het ESG Responsible Sourcing-team van de Groep en specifieke afdelingen in business units.
De Umicore Global Sustainable Sourcing Policy (UGSSP), die werd ingevoerd in 2022 als update van het vroegere charter voor duurzaam inkopen, heeft ons engagement voor duurzaamheid uitgebreid met een aantal bijkomende ESG-criteria. Sinds 2023 zijn er jaarlijks opleidingen voor alle business units om de nodige vaardigheden inzake risicobeoordeling te voorzien binnen de teams. De leveranciers worden beoordeeld op hun naleving van de UGSSP. Dit wordt gemeten aan de hand van het totale aantal directe en indirecte leveranciers die ons beleid naleven. Eind 2024 hadden meer dan 650 van onze directe en indirecte leveranciers er zich uitdrukkelijk toe verbonden de UGSSP te zullen naleven of een beleid te hebben dat gevalideerd is als gelijkwaardig aan de vereisten van de UGSSP.
Voortbouwend op ons al lang bestaande Sustainable procurement framework for cobalt lanceerden we in april 2023 ook raamwerken voor nikkel en lithium om materiaalspecifieke risico's aan te pakken (bv. impacts op biodiversiteit voor nikkel en op waterverbruik voor lithium). Die raamwerken werden in februari 2025 onderworpen aan een audit door een externe partij voor het boekjaar 2024. Het jaarlijkse nalevingsverslag met assurance van een externe partij, dat beschikbaar is op de Umicore-website, bevat een beschrijving van de afwijkingen en de acties voor continue verbetering. Een specifiek comité voor de bevoorrading van batterijmaterialen, het Approval Committee, houdt toezicht op de uitvoering van die raamwerken en zorgt ervoor dat risicobeoordelingen van leveranciers, evaluaties ter plaatse en risicobeperkingsprogramma's systematisch worden uitgevoerd. Die due-diligenceprocessen, waaronder komende audits door een externe partij en regelmatige interne beoordelingen, bieden een solide basis voor het beheer van grondstoffenrisico's. Ze staan ook centraal in onze inspanningen voor verantwoorde bevoorrading.
Umicore sluit kobalt uit die afkomstig is van artisanale en kleinschalige mijnbouw (ASM – artisanal and small-scale mining) wegens de aanzienlijke risico's verbonden aan die activiteiten door mogelijke mensenrechtenschendingen zoals kinderarbeid en onveilige werkomstandigheden. We zijn ons bewust van het belang om die problemen aan te pakken en van het feit dat het levensonderhoud van vele lokale gemeenschappen kan afhangen van ASM. Daarom steunen we actief initiatieven voor het verbeteren van ASM-omstandigheden. Door samen te werken met partners streven we ernaar om de arbeidsomstandigheden te verbeteren, mensenrechten te beschermen en duurzaamheid binnen de waardeketen te stimuleren.
Door verantwoorde bevoorrading te verankeren in onze activiteiten beperken we niet alleen risico's, maar benutten we ook aanzienlijke kansen. Dit omvat onder meer het versterken van het klantvertrouwen, het verbeteren van de merkreputatie en het stimuleren van de invoering van duurzame praktijken in de hele sector, waardoor we onze toonaangevende positie op het gebied van verantwoord beheer van toeleveringsketens versterken.
In 2024 werd het Umicore Value Chain Due Diligence Centre of Excellence opgericht om alle Umicore-werknemers de juiste instrumenten aan te reiken voor due diligence en risicobeperking in onze eigen activiteiten en in de waardeketens, om ervoor te zorgen dat de toepasselijke regelgeving wordt nageleefd en om te reageren op vragen van klanten. Het centrum wordt beheerd door een kerngroep van experts uit verschillende afdelingen binnen de Groep, waaronder Group ESG, Corporate Security, Enterprise Risk Management en Trade Compliance, die opleiding en begeleiding voorzien voor stakeholders. In 2024 herzag en verfijnde het Centre of Excellence Umicore’s landenrisicolijst met een landspecifiek perspectief op een aantal risico's, waaronder governance, mensenrechten, milieu, fraude, belastingen en naleving van handelsnormen. Het centrum gaf opleidingen over thema’s als dwangarbeid en mensenrechten en het ontwikkelde een algemene richtlijn voor het screenen van zakenpartners om het risicobeheer en de besluitvormingsprocessen in de hele Groep te verbeteren.
Om de inkoop van conflictmineralen te voorkomen, voert Umicore een beleid voor verantwoorde wereldwijde toeleveringsketens voor conflictmineralen (d.w.z. tin, tantaal, wolfraam en goud). Onze leveranciers gebruiken het Conflict Mineral Reporting Template van het Responsible Minerals Initiative en onze activiteiten voldoen aan de EU-verordening rond conflictmineralen, die van kracht is sinds januari 2021. In 2024 werd een specifieke procedure voor wolfraam opgezet om de due-diligenceprocedures voor leveranciers van wolfraam te versterken. Een uitgebreide risicobeoordeling van Umicore's waardeketen voor wolfraam bracht geen materiële risico's aan het licht. Die aanpak zorgt ervoor dat de risico's inzake mensenrechten en het milieu in gebieden met hoog risico effectief worden beheerst via onze bevoorradingsprocessen.
Onze sites voor de raffinage van edelmetalen en batterijmaterialen worden jaarlijks onderworpen aan audits en certificering door de London Bullion Market Association (PMR, JIM), de London Platinum and Palladium Market (PMR), de Responsible Jewellery Council (RJC) en het Responsible Minerals Initiative (RMI). De auditcyclus voor 2024 door een externe partij loopt momenteel in 2025. De certificeringen zorgen ervoor dat onze interne processen en due-diligenceprocedures aansluiten bij de beste praktijken in de sector en de veranderende regelgevende regelgeving. Zo wordt het vertrouwen van stakeholders in de integriteit van onze toeleveringsketen versterkt.
We zorgen voortdurend voor bewustwording en capaciteitsopbouw bij onze interne teams en leveranciers via regelmatige opleidingen en gerichte communicatie. Onze praktijken voor verantwoorde bevoorrading worden gemonitord door onafhankelijke audits en worden openbaar gerapporteerd op onze website. Feedback uit die evaluaties wordt geïntegreerd in onze risicobeheerprocessen zodat onmiddellijk corrigerende maatregelen worden genomen. Die voortdurende evaluatie ondersteunt onze bredere strategie door de transparantie en de effectiviteit van ons toeleveringsketenbeheer te verbeteren.
Werknemers in de waardeketen kunnen hun bezorgdheden uiten via toegankelijke klachtenmechanismen, die worden gepromoot via onze gedragscode en de UGSSP. Gerapporteerde problemen worden geregistreerd en regelmatig geëvalueerd. De resulterende inzichten worden gebruikt om onze strategieën voor risicobeperking verder te verbeteren. Bovendien werkt Umicore samen met sectorgenoten, ngo's en andere stakeholders om systemische problemen in de mijnbouw- en grondstoffensectoren aan te pakken en zo voortdurende verbetering te stimuleren op het vlak van verantwoorde bevoorrading.
Umicore’s due diligence-processen werden ontwikkeld om de risico's en de impacts op het gebied van mensenrechten te identificeren en aan te pakken in de hele waardeketen voor batterijen. Die houdt inherent een hoog risico in door de geografische en operationele context, vooral bij mijnbouwactiviteiten. Dankzij die processen, zoals beschreven in onze Sustainable procurement frameworks voor kobalt, lithium en nikkel en in lijn met de OESO-richtsnoeren, kan Umicore proactief samenwerken met zakenpartners en stakeholders om risico’s doeltreffend te voorkomen, beperken en verhelpen. Dit doel heeft betrekking op alle upstream directe leveranciers van batterijmaterialen die kritiek zijn voor onze activiteiten.
Dit doel, gebaseerd op onze ruime ervaring met kobalt en (sinds 2023) nikkel en lithium, sluit aan bij de due-diligencekaders die de standaard vormen in de sector, zoals de OESO-richtsnoeren betreffende due diligence voor verantwoord ondernemerschap. Bij het vastleggen van dit doel werd rekening gehouden met de belangen en risico's van werknemers in de waardeketen (op basis van de beste praktijken in de sector) en met de verwachtingen van Umicore’s klanten voor batterijmaterialen.
Due-diligencebeoordelingen worden op voortschrijdende basis en minstens eenmaal per jaar uitgevoerd voor elke leverancier. De voortgang wordt continu bijgehouden in een geïntegreerd KPI-dashboard en jaarlijks wordt assurance op onze prestaties uitgevoerd door een externe partij. In 2024 werd over de activiteiten van 2023 een volledige audit door een externe partij uitgevoerd voor due diligence voor kobalt en beperkte audits voor nikkel en lithium (aangezien die raamwerken pas in 2023 werden gelanceerd). De prestaties voor het volledige jaar 2024 voor de due diligence voor alle batterijmaterialen werden in februari 2025 gecontroleerd door een externe partij, die bevestigde dat ons doel was bereikt. Onze inspanningen voor due diligence zorgen ervoor dat risicobeperkende strategieën waar nodig worden ontwikkeld. Umicore betrekt regelmatig werknemers en werknemersvertegenwoordigers in de waardeketen als onderdeel van haar due-diligenceproces (zoals beschreven in S2-2). Dat overleg helpt om de prestaties te monitoren en lessen en/of verbeterpunten te identificeren. Zo versterken we ons engagement voor duurzaamheid en ethische praktijken in de waardeketen voor batterijen.
De taken en verantwoordelijkheden en de deskundigheid van de leidinggevende en toezichthoudende organen inzake zakelijk gedrag komen uitgebreid aan bod in Toelichting G1 van de verklaring inzake corporate governance.
Subthema | IRO-type | Omschrijving | Plaats in waardeketen | Tijdshorizon |
---|---|---|---|---|
Bedrijfscultuur | Positief | Umicore bevordert een ethische bedrijfscultuur op basis van haar kernwaarden en stimuleert een veilige, inclusieve en ondersteunende werkomgeving. | Kernactiviteiten | Alle tijdshorizonten |
Klachtenmechanismen en herstel | Positief | Toegankelijke klachtenkanalen zijn beschikbaar voor stakeholders om vertrouwelijk hun verhaal te doen, zonder angst voor represailles. Dit bevordert de transparantie, de verantwoording en de ethische normen. Dit stimuleert een open dialoog en versterkt de relaties met stakeholders. | Kernactiviteiten, upstream en downstream | Alle tijdshorizonten |
Betrokkenheid van stakeholders | Kans | Effectieve betrokkenheid van stakeholders bevordert veerkracht en innovatie door in besluitvormingsprocessen rekening te houden met uiteenlopende standpunten. Die aanpak ondersteunt waardecreatie op lange termijn en versterkt de relaties binnen de waardeketen. | Volledige waardeketen | Alle tijdshorizonten |
Eerlijke concurrentie | Risico / kans | Mededingingswetten zijn door de overheid opgelegde regels die gelden voor alle bedrijven. Inbreuken op die wetgeving kunnen leiden tot aanzienlijke financiële sancties en reputatieschade. Het mededingingsrecht helpt ook Umicore’s commerciële belangen te verdedigen tegen mogelijk concurrentieverstorende praktijken van haar leveranciers. | Kernactiviteiten | Alle tijdshorizonten |
Bedrijfsethiek | Risico | Ethische risico's binnen de activiteiten (zoals omkoping en corruptie) kunnen – indien ze niet worden aangepakt met solide controles en ethisch toezicht – de processen verstoren, Umicore’s reputatie schaden, tot financiële en gerechtelijke sancties leiden en het vertrouwen van de stakeholders ondermijnen. | Kernactiviteiten | Alle tijdshorizonten |
Voor meer informatie over hoe Umicore die potentiële en/of daadwerkelijke impacts beheert, zie G1-1 tot G1-3.
Centraal in Umicore’s bedrijfscultuur staat de Umicore Way, die onze waarden en duurzaamheidsdoelstellingen uiteenzet. Het vormt de basis van onze aanpak inzake ethisch gedrag, betrokkenheid van stakeholders en verantwoorde groei. De Umicore Way wordt aangevuld met meer uitvoerige codes en charters, waaronder onze gedragscode en de Belgische Corporate Governance Code 2020. Samen vormen zij de leidraad voor Umicore’s bedrijfscultuur. Door openheid, innovatie, respect, teamwerk en engagement te stimuleren, creëren we een omgeving waarin werknemers hun verantwoordelijkheden begrijpen en hun bezorgdheden kunnen uiten zonder angst voor represailles.
Doel | Ervoor zorgen dat alle personen die optreden in naam van Umicore op een ethische manier handelen, in overeenstemming met de wet- en regelgeving, en met de normen die Umicore vastlegt op basis van haar beleidslijnen, richtlijnen en regels |
Scope | Alle werknemers van Umicore, met inbegrip van werknemers in dochterondernemingen en joint ventures onder operationele zeggenschap van Umicore en onderaannemers die op Umicore-sites werken |
Governance | ELT |
Beschikbaarheid | Umicore-website |
Behandelde ESRS-thema’s |
|
Onze gedragscode legt duidelijke verwachtingen vast voor wettige, ethische bedrijfsvoering. Met het oog op naleving biedt Umicore verschillende kanalen voor het identificeren en beheren van mogelijk wangedrag of inbreuken, waaronder de Integrity Line (een veilig en vertrouwelijk meldingssysteem) en de Security Incident Reporting Tool. Via die systemen kunnen werknemers en externe stakeholders corruptie, omkoping en andere vormen van niet-naleving melden.
Umicore’s klokkenluiderinstructies moedigen werknemers en stakeholders aan om incidenten rond wangedrag (zoals fraude, corruptie of veiligheidsinbreuken) te melden, in lijn met de Europese Klokkenluidersrichtlijn. Meldingen kunnen vertrouwelijk worden gedaan via veilige kanalen, met bescherming tegen represailles. Corporate Security beheert onderzoeken en zorgt ervoor dat alle meldingen discreet worden behandeld en dat klokkenluiders worden beschermd tegen negatieve gevolgen. Dit systeem zorgt voor effectiviteit en bevordert transparantie en verantwoording met inachtneming van Umicore’s ethische normen.
Doel | Corruptie en omkoping actief voorkomen |
Scope | Alle werknemers van Umicore wereldwijd (met inbegrip van tijdelijk personeel) en alle andere personen of entiteiten die handelen in naam van Umicore |
Governance | ELT |
Beschikbaarheid | Umicore-website |
Behandelde ESRS-thema’s |
|
Onze maatregelen tegen corruptie en omkoping zitten vervat in onze gedragscode en in een specifiek beleid in lijn met het VN-Verdrag tegen corruptie. Beide beleidslijnen onderstrepen de nultolerantie voor omkoping en corruptie en zetten werknemers en zakenpartners ertoe aan om ethische normen en wettelijke vereisten na te leven bij alle activiteiten wereldwijd. Ze bevestigen Umicore’s engagement voor verantwoord ondernemerschap.
Specifiek voor zakenpartners heeft Umicore ook de Umicore Global Sustainable Sourcing Policy. Bedrijfsethiek is daarin een belangrijk aspect waaraan zakenpartners zich moeten houden.
Umicore’s beleid tegen corruptie en omkoping omvat engagement op alle niveaus, verplichte opleidingen voor risicofuncties (bv. werknemers die contracten mogen ondertekenen) en een expliciet verbod op faciliterende betalingen en illegale bijdragen. Risicobeoordelingen, ondersteund door tools zoals de corruptieperceptie-index, helpen om landen of sectoren met hoog risico te identificeren, bieden input voor due diligence op zakenpartners en geven vorm aan gerichte strategieën voor risicobeperking.
Umicore beschikt over procedures om onverwijld, onafhankelijk en objectief incidenten op het gebied van zakelijk gedrag, met inbegrip van corruptie en omkoping, te onderzoeken. Naast klokkenluidersmeldingen kunnen Umicore-werknemers ook incidenten rechtstreeks melden aan het lijnmanagement of Corporate Security via de Security Incident Reporting Tool en het Hierarchy Reporting-mechanisme. Die systemen zorgen ervoor dat incidenten grondig, vertrouwelijk en met procedurele integriteit worden onderzocht om te acteren op potentiële incidenten inzake zakelijk gedrag.
Umicore heeft geen formeel opleidingsprogramma voor zakelijk gedrag, maar moedigt alle werknemers aan om belangrijke documenten zoals de gedragscode te lezen en te begrijpen. In bepaalde landen moeten nieuwe werknemers verplicht de Umicore Way en/of de gedragscode ondertekenen. Umicore heeft ook een intranetpagina ‘Welkom bij Umicore’, met de belangrijkste punten in verband met zakelijk gedrag. Die pagina is toegankelijk voor alle werknemers en dient als leidraad voor Umicore’s ethische praktijken en verwachtingen.
Vanaf 2025 zal Corporate Security een nieuwe risicoscreening implementeren op basis van de corruptieperceptie-index om de locaties met het hoogste potentiële risico te evalueren. Dit versterkt Umicore’s vermogen om corruptierisico's te beperken in al haar activiteiten wereldwijd.
Doel | Zorgen voor een transparante en uitgebreide rapportering over Umicore’s governancestructuur en -regels |
Scope | Alle werknemers van Umicore, met inbegrip van werknemers in dochterondernemingen en joint ventures onder operationele zeggenschap van Umicore en onderaannemers die op Umicore-sites werken |
Governance | ELT en raad van toezicht |
Beschikbaarheid | Umicore-website |
Behandelde ESRS-thema’s |
|
Ons corporate governance charter, dat gebaseerd is op de Belgische Corporate Governance Code 2020, zet de taken en verantwoordelijkheden uiteen van de aandeelhouders, de raad van toezicht, het ELT en de CEO bij het handhaven van ethische normen. Die governancestructuren zorgen samen voor een bedrijfscultuur van verantwoording, transparantie en respect voor alle stakeholders.
Umicore biedt werknemers en externe stakeholders verschillende kanalen om op vertrouwelijke wijze bezorgdheden te uiten over wangedrag, met inbegrip van corruptie, omkoping, fraude of inbreuken inzake persoonsgegevens. Die kanalen, zoals de Integrity Line, het kanaal voor meldingen van klokkenluiders, de Security Incident Reporting Tool en het Hierarchy Reporting-mechanisme, zorgen ervoor dat de EU-klokkenluidersrichtlijn wordt nageleefd door klokkenluiders te beschermen tegen represailles en door te eisen dat incidenten onverwijld en objectief worden onderzocht. De webpagina van de Integrity Line biedt duidelijke richtlijnen voor het indienen van bezorgdheden en de informatie is beschikbaar voor alle Umicore-werknemers via zowel het internet als het intranet.
De Corporate Security-afdeling voert onderzoeken en handhaaft daarbij strikte vertrouwelijkheid en procedurele integriteit. Er dient te worden vermeld dat inbreuken inzake persoonsgegevens binnen de 24 uur moeten worden gemeld om problemen snel te kunnen identificeren en verhelpen.
Umicore-werknemers kunnen gebruik maken van alle beschikbare mechanismen vermeld in S1-2, waaronder de Integrity Line en het meldingsproces uiteengezet in de gedragscode in het hoofdstuk over klachten en het kenbaar maken van bezorgdheden. Bovendien versterkt Umicore’s ‘I Speak Up’-campagne een cultuur van openheid en verantwoording, waarbij iedereen die kennis heeft van illegale activiteiten of wangedrag wordt aangemoedigd om zich te melden via deze veilige en vertrouwelijke kanalen.
Door middel van strikte ethische richtlijnen, vertrouwelijke meldingskanalen en nauwgezet toezicht zorgt Umicore ervoor dat materiële risico's inzake zakelijk gedrag onverwijld worden geïdentificeerd, geëvalueerd en verholpen conform de regelgeving.
Samenwerken met onze leveranciers in de hele waardeketen is essentieel voor Umicore's duurzaamheidsprestaties. Onze aanpak wordt vormgegeven door de UGSSP, die onze verwachtingen van leveranciers uiteenzet, in lijn met de beginselen van ISO 20400 voor duurzaam inkopen. We hanteren een risicogebaseerde aanpak voor screening van zakenpartners en due diligence. Daarbij moedigen we actieve betrokkenheid van leveranciers aan om potentiële risico's aan te pakken en de afstemming met onze duurzaamheiddoelstellingen te garanderen.
Naast algemene activiteiten voor indirecte inkoop worden ESG-criteria gebruikt bij de selectie van kritieke leveranciers via externe ESG-scores. Naast die criteria werken we voor directe inkoop ook samen met kritieke leveranciers via charters voor broeikasgassen. Zo voeren we een open dialoog over decarboniseringsdoelen, de koolstofvoetafdruk van producten en methoden voor koolstofboekhouding. Die samenwerking stelt ons in staat om de voortgang te monitoren, beste praktijken te delen en de duurzaamheidsprestaties in onze hele toeleveringsketen voortdurend te verbeteren.
Umicore verbindt zich tot eerlijke betalingspraktijken, met inbegrip van het voorkomen van laattijdige betalingen en de mogelijke negatieve impact daarvan op de liquiditeit van leveranciers. Onze inkoopprocessen zijn zo ontworpen om de naleving te garanderen van de specifieke betalingsvoorwaarden die met elke leverancier zijn overeengekomen, ongeacht hun grootte of geografische locatie. We streven ernaar contractuele verplichtingen onverwijld na te komen en houden toezicht op onze naleving om sterke, betrouwbare relaties te onderhouden. Door middel van tijdige en consistente betalingen nemen we onze verantwoordelijkheid om de financiële gezondheid van onze leveranciers te ondersteunen en dragen we bij aan een meer veerkrachtige toeleveringsketen.
Onze gedragscode, ons beleid tegen corruptie en omkoping en onze minimale internecontrolevereisten bieden een samenhangend kader voor de preventie van corruptie en omkoping. Dat raamwerk richt zich op de laag ‘voorkomen’ van de mitigatieladder door duidelijke gedragsverwachtingen te stellen, verboden activiteiten te identificeren en verplichte interne controles uiteen te zetten. Alle werknemers moeten de gedragscode lezen en, in bepaalde regio's, ondertekenen als onderdeel van hun onboarding. Die beleidslijnen staan gepubliceerd op ons intranet en op onze website en zijn zo toegankelijk voor interne en externe stakeholders.
Beschuldigingen van omkoping of corruptie worden onderzocht door het Corporate Security-team, een onafhankelijke afdeling die losstaat van de managementketen die bij het incident betrokken is. Die structuur, in lijn met de lagen ‘detecteren’ en ‘herstellen’ van de mitigatieladder, garandeert objectiviteit en vertrouwelijkheid doorheen het onderzoeksproces. Internal Audit kan ook worden geraadpleegd om de onafhankelijkheid te versterken en externe advocatenkantoren worden ingeschakeld als gespecialiseerde expertise vereist is. Na het afronden van een onderzoek worden de bevindingen gedeeld met de relevante leden van het ELT, en indien nodig met de raad van toezicht, met het oog op transparante governance en verantwoording.
Umicore communiceert regelmatig over haar nultolerantiebeleid via de ‘I Speak Up’-campagne. Het moedigt werknemers aan om bezorgdheden te uiten over omkoperij, corruptie of andere onethische praktijken. Er werd in 2024 geen groepsbreed opleidingsprogramma georganiseerd rond corruptie en omkoping. Dat zal in 2025 wel het geval zijn. Dat initiatief zal in de eerste plaats gericht zijn op werknemers die het grootste risico lopen en tegelijkertijd het algemene bewustzijn verhogen in de hele organisatie. Sinds 2024 zijn geen opleidingscijfers beschikbaar. Leden van de bestuurs-, leidinggevende en toezichthoudende organen kregen in 2024 geen specifieke opleiding over het voorkomen van corruptie en omkoping.
Umicore draagt haar engagement voor ethisch gedrag uit naar de hele waardeketen door anticorruptievereisten op te nemen in de Umicore Global Sustainable Sourcing Policy (UGSSP). Kritische derde partijen worden gescreend op 'Know Your Counterparty' (KYC), met vragenlijsten, controlelijsten en, indien nodig, uitgebreide due diligence om potentiële corruptierisico's te identificeren. Bij problemen implementeert Umicore risicobeperkende maatregelen, zoals versterkte monitoring of contractuele waarborgen, om onze integriteitsnormen te handhaven, in lijn met de laag ‘herstellen’ van de mitigatieladder. Via de risicogebaseerde aanpak zorgt Umicore ervoor dat ook leveranciers en partners aan ethische bedrijfsvoering doen. Dit versterkt Umicore’s overkoepelende doelstelling om corruptie en omkoping in al haar activiteiten wereldwijd te voorkomen en op te sporen.
Conform ESRS G1-3 verplichten Umicore’s gedragscode en haar beleid tegen corruptie en omkoping een strikte nultolerantie tegenover alle vormen van corruptie. De rapportering omvat enkel bevestigde incidenten die werden afgesloten in 2024, ongeacht wanneer ze plaatsvonden, en waarbij vooral Umicore-werknemers betrokken waren. Incidenten binnen de waardeketen worden alleen gerapporteerd als er Umicore-personeel rechtstreeks bij betrokken is. Disciplinaire maatregelen, waaronder ontslag, zijn alleen van toepassing op bevestigde incidenten.
Corruptie en omkoping | |
---|---|
Aantal veroordelingen voor overtredingen van wetgeving tegen corruptie en omkoping | 0 |
Bedrag van de boetes voor overtredingen van wetgeving tegen corruptie en omkoping (EUR) | 0 |
In 2024 werden geen bevestigde incidenten van corruptie of omkoping gerapporteerd en werden geen contracten met zakenpartners beëindigd om die redenen.
Bij Umicore engageren we ons voor een duurzame en circulaire economie door proactief samen te werken met overheden, beleidsmakers en stakeholders uit de sector. Onze inspanningen rond belangenbehartiging zijn gericht op het vormgeven van regelgeving die innovatie, decarbonisering en circulariteit van kritieke grondstoffen bevordert, in lijn met kerndoelstellingen en strategische verbintenissen inzake duurzaamheid. We richten ons op het bevorderen van kaders voor circulaire economie die duurzame materiaalstromen stimuleren, op het ondersteunen van beleid voor de transformatie naar schone mobiliteit en de duurzaamheid van de waardeketen voor batterijen, en op effectieve regelgeving voor verantwoorde bevoorrading die de transparantie van de toeleveringsketen verbetert, met behoud van een veerkrachtig en concurrerend kader. We evalueren voortdurend onze aanpak in lijn met strategische doelstellingen, ontwikkelingen van de regelgeving en verwachtingen van stakeholders. Onze belangrijkste boodschappen rond belangenbehartiging en beleidsaanbevelingen omvatten:
Klimaatmitigatie en klimaatadaptatie: het verwijderen van hinderpalen voor hernieuwbare energie en groene technologieën; de ondersteuning van de mobiliteitsshift en van concurrerende elektriciteitsprijzen. Voor meer informatie, zie E1.
Veiligheid, gezondheid en welzijn van werknemers: uitgebreide, wetenschappelijk onderbouwde regelgeving voor veiligheid en gezondheid. Voor meer informatie, zie S1.
Circulariteit, materialen en afvalbeheer: beleidslijnen voor een circulaire economie die efficiënt afvalbeheer en de terugwinning van kritieke grondstoffen stimuleren; inzameling, vervoer, hergebruik en recyclage van secundaire grondstoffen en investeringen in innovatieve materialen. Voor meer informatie, zie E5.
Verantwoord beheer van toeleveringsketens: transparantie en traceerbaarheid in toeleveringsketens, ethische bevoorrading en het stimuleren van verantwoorde praktijken. Voor meer informatie, zie S2.
Beheer van water en afvalwater: beste beschikbare technieken (BBT) en vereenvoudigde regelgeving om de sector te helpen naar efficiënte naleving en om innovatieve technologieën te bevorderen om de waterkwaliteit te verbeteren en de milieu-impact te verminderen. Voor meer informatie, zie E3.
Onze engagementen op basis van transparantie, integriteit en ethisch gedrag voldoen aan de geldende regelgeving. Het lid van het ELT dat verantwoordelijk is voor Government Affairs houdt toezicht op die activiteiten. In 2024 was dit de CEO. Umicore is geregistreerd in het EU-Transparantieregister onder het nummer 78662404191-38 en we zijn ingeschreven in nationale lobbyregisters in Duitsland onder Umicore NV (R002119) en Umicore AG (R002150). Geen van de leden van het ELT en de raad van toezicht hebben in de afgelopen twee jaar een vergelijkbare functie bekleed in het openbaar bestuur, met inbegrip van regelgevende instanties.
Umicore levert geen directe politieke bijdragen (financieel of in natura). Ons Government Affairs-team zorgt ervoor dat de uitgaven voor contacten met regelgevende en overheidsinstanties voldoen aan het beginsel van niet-financiële steun, zonder directe of indirecte bijdragen aan politieke partijen of individuele politici. Hoewel we ons onthouden van directe politieke bijdragen, werken we actief samen met sectorverenigingen, denktanks en belangenbehartigingsorganisaties die aansluiten bij onze duurzaamheidsdoelstellingen. Zo dragen we bij aan de ontwikkeling van verantwoorde sectorpraktijken die duurzaamheid op lange termijn en veerkracht ondersteunen.
Umicore houdt zich strikt aan de principes van ethische bedrijfsvoering en onthoudt zich van directe politieke bijdragen. De rapportering heeft uitsluitend betrekking op indirecte politieke bijdragen via tussenpersonen zoals lobbyisten, denktanks, beroepsverenigingen en belangenbehartigingsorganisaties die aansluiten bij relevante politieke belangen of doelen. Onze rapporteringsscope omvat specifiek verenigingen waar Umicore-collega's van Government Affairs of het ELT bestuursfuncties bekleden, verenigingen met actieve deelname van expert-collega's aan werkgroepen of comités, verenigingen die lidgeld ontvangen van ons Government Affairs-team en organisaties die indirect invloed uitoefenen op strategische beleidskwesties via het lidmaatschap van Umicore in andere primaire verenigingen. Met het oog op transparantie rapporteren we de totale monetaire waarde van indirecte politieke bijdragen, waarbij we lidmaatschapsgelden classificeren als financiële bijdragen. Bijdragen in natura worden momenteel echter niet in aanmerking genomen, omdat de waardering ervan aanzienlijk varieert afhankelijk van het soort steun.
(EUR) | Totaal |
---|---|
Jaarlijkse lidmaatschapsbijdrage voor sectorverenigingen | 2.465.304 |
De rapportering van betalingspraktijken monitort de betalingstermijn van facturen. Dit heeft betrekking op alle juridische entiteiten van Umicore waarvan de financiële gegevens worden beheerd in ons financieel hoofdsysteem. Er gelden enkele uitzonderingen voor business units met minimale betalingstermijnen en juridische entiteiten die buiten het genoemde financieel systeem vallen. Voor de beoordeling van de betalingsprestaties bekijken we zowel directe als indirecte aankopen, waarbij drie kritieke indicatoren worden geëvalueerd:
Gemiddelde betalingsduur: meet de tijd tussen het ontvangen van een factuur en het voltooien van de betaling
Percentage op tijd betaald: geeft het aandeel weer van de facturen die vóór de vervaldatum zijn betaald
Gemiddelde betalingstermijn: de overeengekomen betaalperiode, die per regio kan verschillen
Umicore houdt momenteel geen werkelijke betalingstermijnen bij per leverancierscategorie, maar wel gegevens over de gemiddelde betalingstermijn van facturen voor alle leveranciers.
Betalingspraktijken | |
---|---|
Hoe lang Umicore er gemiddeld over doet om een factuur te betalen (dagen) | 37,4 |
Aandeel tijdige betalingen | 74,0% |
Aantal juridische procedures wegens laattijdige betalingen die momenteel lopen | 4 |
Umicore heeft geen universele standaard voor het bepalen van betalingstermijnen. Doorgaans variëren de betalingstermijnen van 30 tot 60 dagen, conform de lokale wetgeving. Over betalingstermijnen wordt meestal onderhandeld op afdelingsniveau, met regionale verschillen op basis van lokale praktijken en overeenkomsten. Elke juridische entiteit specificeert zijn standaard betalingstermijnen in de algemene inkoopvoorwaarden, die met de bestelbon (PO – purchase order) worden meegestuurd. De betalingsvoorwaarden op de bestelbon hebben voorrang op die op de factuur. Sommige regio's hanteren een standaard betalingstermijn van 30 tot 60 dagen, terwijl andere kortere termijnen gebruiken voor specifieke soorten facturen of sectoren. In bepaalde gevallen zijn langere betalingstermijnen gebruikelijk, vooral in sommige Aziatische markten. In andere regio's worden dan weer kortere effectieve betalingstermijnen aangemoedigd via kortingen voor voortijdige betaling. Bovendien beïnvloeden culturele en marktspecifieke praktijken de betalingstermijnen in Umicore’s activiteiten wereldwijd. Wanneer standaard betalingstermijnen worden toegepast en facturen op tijd worden ingediend, worden betalingen over het algemeen volgens die voorwaarden uitgevoerd.
De onderstaande tabel bevat datapunten die voortkomen uit andere EU-wetgeving (zoals vermeld in ESRS 2 Bijlage B) en waar die te vinden zijn in de duurzaamheidsverklaring.
Rapporteringseis | Datapunt | Referentie SFDR | Referentie Pijler 3 | Referentie benchmarkverordening | Referentie EU-Klimaatwet | Pagina | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
ESRS 2 GOV-1 | § 21 (d) | Genderdiversiteit raad van bestuur | X | X | |||
ESRS 2 GOV-1 | § 21 (e) | Percentage onafhankelijke bestuurders | X | ||||
ESRS 2 GOV-4 | § 30 | Due-diligenceverklaring | X | ||||
ESRS 2 SBM-1 | § 40 (d) i | Betrokkenheid bij activiteiten m.b.t. activiteiten fossiele brandstoffen | X | X | X | n.v.t. | |
ESRS 2 SBM-1 | § 40 (d) ii | Betrokkenheid bij activiteiten m.b.t. chemische productie | X | X | n.v.t. | ||
ESRS 2 SBM-1 | § 40 (d) iii | Betrokkenheid bij activiteiten m.b.t. controversiële wapens | X | X | n.v.t. | ||
ESRS 2 SBM-1 | § 40 (d) iv | Betrokkenheid bij activiteiten m.b.t. teelt en productie tabak | X | n.v.t. | |||
ESRS E1-1 | § 14 | Transitieplan om tegen 2050 klimaatneutraliteit te bereiken | X | ||||
ESRS E1-1 | § 16 (g) | Ondernemingen uitgesloten van op Overeenkomst van Parijs afgestemde benchmarks | X | X | |||
ESRS E1-4 | § 34 | Doelen BKG-emissiereductie | X | X | X | ||
ESRS E1-5 | § 38 | Totale energieverbruik uit hernieuwbare bronnen, uitgesplitst naar bronnen (alleen sectoren met grote klimaatimpact) | X | ||||
ESRS E1-5 | § 37 | Energieverbruik en energiemix | X | ||||
ESRS E1-5 | § 40-43 | Energie-intensiteit activiteiten in sectoren met grote klimaatimpact | X | ||||
ESRS E1-6 | § 44 | Bruto Scope 1-, 2-, 3-emissies en totale BKG-emissies | X | X | X | ||
ESRS E1-6 | § 53-55 | Intensiteit bruto-BKG-emissies | X | X | X | ||
ESRS E1-7 | § 56 | BKG-verwijderingen en carbon credits | X | n.v.t. | |||
ESRS E1-9 | § 66 | Blootstelling benchmarkportefeuille aan fysieke klimaatrisico’s | X | Ingefaseerd, niet gerapporteerd in 2024 | |||
ESRS E1-9 | § 66 (a), 66 (c) | Uitsplitsing geldbedragen in acuut en chronisch fysiek risico, Locatie significante activa die materieel fysiek risico lopen | X | Ingefaseerd, niet gerapporteerd in 2024 | |||
ESRS E1-9 | § 67 (c) | Uitsplitsing boekwaarde vastgoedactiva naar energie-efficiëntieklasse | X | Ingefaseerd, niet gerapporteerd in 2024 | |||
ESRS E1-9 | § 69 | Mate blootstelling portefeuille aan klimaatkansen | X | Ingefaseerd, niet gerapporteerd in 2024 | |||
ESRS E2-4 | § 28 | Hoeveelheid emissies naar lucht, water en bodem van elke verontreinigende stof in bijlage II bij E-PRTR-verordening (Europees register uitstoot en overbrenging verontreinigende stoffen) | X | ||||
ESRS E3-1 | § 9 | Water en mariene hulpbronnen | X | ||||
ESRS E3-1 | § 13 | Specifiek beleid | X | ||||
ESRS E3-1 | § 14 | Duurzame oceanen en zeeën | X | ||||
ESRS E3-4 | § 28 (c) | Totale hoeveelheid gerecycled en hergebruikt water | X | ||||
ESRS E3-4 | § 29 | Totale waterverbruik in m3 per netto-opbrengst eigen activiteiten | X | ||||
ESRS 2 - SBM-1 E4 | § 16 (a) i | X | Niet materieel | ||||
ESRS 2 - SBM-1 E4 | § 16 (b) | X | Niet materieel | ||||
ESRS 2 - SBM-1 E4 | § 16 (c) | X | Niet materieel | ||||
ESRS E4-2 | § 24 (b) | Praktijken of beleid duurzaam beheer bodem / duurzame landbouw | X | Niet materieel | |||
ESRS E4-2 | § 24 (c) | Praktijken of beleid duurzaam beheer oceanen / zee | X | Niet materieel | |||
ESRS E4-2 | § 24 (d) | Beleid tegen ontbossing | X | Niet materieel | |||
ESRS E5-5 | § 37 | Niet-gerecycled afval | X | ||||
ESRS E5-5 | § 39 | Gevaarlijk afval en radioactief afval | X | ||||
ESRS 2 – SBM-3 S1 | § 14 (f) | Risico incidenten dwangarbeid | X | ||||
ESRS 2 – SBM-3 S1 | § 14 (g) | Risico incidenten kinderarbeid | X | ||||
ESRS S1-1 | § 20 | Toezeggingen op gebied van mensenrechtenbeleid | X | ||||
ESRS S1-1 | § 21 | Due-diligencebeleid rond kwesties aan de orde in fundamentele verdragen 1 t/m 8 van Internationale Arbeidsorganisatie | X | ||||
ESRS S1-1 | § 22 | Procedures en maatregelen ter voorkoming van mensenhandel | X | ||||
ESRS S1-1 | § 23 | Beleid of beheersysteem ter voorkoming van arbeidsongevallen | X | ||||
ESRS S1-3 | § 32 | Klachtenregelingen | X | ||||
ESRS S1-14 | § 88 (b,c) | Aantal sterfgevallen en aantal en aandeel arbeidsongevallen | X | X | |||
ESRS S1-14 | § 88 (e) | Aantal verzuimdagen als gevolg van letsel, ongevallen, dodelijke ongevallen of ziekte | X | ||||
ESRS S1-16 | § 97 (a) | Niet-gecorrigeerde loonkloof man-vrouw | X | X | |||
ESRS S1-16 | § 97 (b) | Ratio buitensporige beloning CEO | X | ||||
ESRS S1-17 | § 103 (a) | Gevallen van discriminatie | X | ||||
ESRS S1-17 | § 104 (a) | Niet-nakoming UNGP’s on Business and Human Rights en OESO-richtlijnen | X | X | |||
ESRS 2 – SBM-3 S2 | § 10 (b) | Aanzienlijk risico kinderarbeid of dwangarbeid in waardeketen | X | ||||
ESRS S2-1 | § 17 | Toezeggingen op gebied van mensenrechtenbeleid | X | ||||
ESRS S2-1 | § 18 | Beleid inzake werknemers in waardeketen | X | ||||
ESRS S2-1 | § 19 | Niet-nakoming UNGP’s on Business and Human Rights en OESO-richtlijnen | X | X | |||
ESRS S2-1 | § 19 | Due-diligencebeleid rond kwesties aan de orde in fundamentele verdragen 1 t/m 8 van Internationale Arbeidsorganisatie | X | ||||
ESRS S2-4 | § 36 | Mensenrechten-problemen en -incidenten m.b.t. upstream- en downstream-waardeketen | X | ||||
ESRS S3-1 | § 16 | Toezeggingen op gebied van mensenrechtenbeleid | X | Niet materieel | |||
ESRS S3-1 | § 17 | Niet-nakoming UNGP’s on Business and Human Rights, IAO-beginselen en/of OESO-richtlijnen | X | X | Niet materieel | ||
ESRS S3-4 | § 36 | Mensenrechtenproblemen en -incidenten | X | Niet materieel | |||
ESRS S4-1 | § 16 | Beleid inzake consumenten en eindgebruikers | X | Niet materieel | |||
ESRS S4-1 | § 17 | Niet-nakoming UNGP’s on Business and Human Rights en OESO-richtlijnen | X | X | Niet materieel | ||
ESRS S4-4 | § 35 | Mensenrechtenproblemen en -incidenten | X | Niet materieel | |||
ESRS G1-1 | § 10 (b) | VN-Verdrag tegen corruptie | X | ||||
ESRS G1-1 | § 10 (d) | Bescherming van klokkenluiders | X | ||||
ESRS G1-4 | § 24 (a) | Geldboetes voor overtredingen wetgeving tegen corruptie en omkoping | X | X | |||
ESRS G1-4 | § 24 (b) | Normen bestrijding corruptie en omkoping | X |
De onderstaande tabel biedt een overzicht van de rapporteringseisen die in de duurzaamheidsverklaring in acht zijn genomen. Het geeft ook aan waar informatie over specifieke rapporteringseisen buiten de duurzaamheidsverklaring (DUUR) en ‘opgenomen door middel van verwijzing' naar 'Over ons' of naar 'verklaring inzake corporate governance’ (CG) te vinden is in dit verslag.
Activiteiten in verband met kernenergie | ||
---|---|---|
1 | De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan onderzoek, ontwikkeling, demonstratie en uitrol van innovatieve installaties voor elektriciteitsopwekking die energie produceren uit nucleaire processen met een minimum aan afval van de splijtstofcyclus. | Nee |
2 | De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw en veilige exploitatie van nieuwe nucleaire installaties voor de productie van elektriciteit of proceswarmte, voor onder meer stadsverwarming of industriële processen zoals de productie van waterstof, alsook verbetering van de veiligheid daarvan, met gebruikmaking van de beste beschikbare technologieën. | Nee |
3 | De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de veilige exploitatie van bestaande nucleaire installaties die elektriciteit of proceswarmte produceren, voor onder meer stadsverwarming of industriële processen zoals de productie van waterstof uit kernenergie, alsook verbetering van de veiligheid daarvan. | Nee |
Activiteiten inzake fossiel gas | ||
---|---|---|
4 | De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw of exploitatie van installaties voor elektriciteitsopwekking die elektriciteit produceren uit fossiele gasvormige brandstoffen. | Nee |
5 | De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw, renovatie en exploitatie van installaties voor warmte-/koudekrachtkoppeling met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen. | Nee |
6 | De onderneming verricht, financiert of heeft blootstellingen aan de bouw, renovatie en exploitatie van installaties voor warmteopwekking die warmte/koude produceren met behulp van fossiele gasvormige brandstoffen. | Nee |
Het geconsolideerd jaarverslag 2024 van de Umicore-Groep is gepubliceerd in het Engels en het Nederlands op 21 maart 2025. Het is in overeenstemming met het Belgische Wetboek van vennootschappen en verenigingen en de wet van 2 december 2024 betreffende de openbaarmaking van duurzaamheidsinformatie. Het verslag beantwoordt aan alle vereisten van de geldende wet- en regelgeving voor Belgische ondernemingen en heeft betrekking op de activiteiten voor het boekjaar 2024, dat overeenstemt met het kalenderjaar.
Het geconsolideerd managementverslag geeft een getrouw beeld van de bedrijfsontwikkeling, de resultaten en de positie van de Groep, met inbegrip van de voornaamste risico's en onzekerheden.
De verklaring inzake corporate governance is opgesteld in overeenstemming met het Belgische Wetboek van vennootschappen en verenigingen, de Belgische Corporate Governance Code 2020 en meerdere EU-richtlijnen en -verordeningen.
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de internationale standaarden voor financiële verslaggeving (IFRS – International Financial Reporting Standards) zoals aangenomen door de EU en de Belgische wettelijke vereisten. Het geeft een getrouw beeld van de financiële positie van de Groep.
De duurzaamheidsverklaring is opgesteld in overeenstemming met de Europese standaarden voor duurzaamheidsrapportering (ESRS – European Sustainability Reporting Standards) en de Belgische wettelijke vereisten. Het geeft een duidelijk beeld van de duurzaamheidsgerelateerde impacts en hun relevantie voor Umicore’s resultaten en strategie.
Dit verslag is goedgekeurd voor publicatie door de raad van toezicht op 7 maart 2025.
Elk van de verklaringen en toelichtingen bevat de scope van alle gerapporteerde gegevens en een korte beschrijving van de methodologie achter alle prestatie-indicatoren.
De verklaring inzake corporate governance biedt transparantie over Umicore’s governancekader, leiderschapsstructuur, relaties met de aandeelhouders, belangrijkste beleidslijnen, remuneratie, auditpraktijken en risicobeheer.
De scope van de financiële verslaggeving van dit verslag omvat volledig geconsolideerde activiteiten en de financiële bijdragen van geassocieerde ondernemingen en joint ventures. Gegevens worden verzameld via processen voor financieel beheer en consolidatie.
De scope van de duurzaamheidsrapportering omvat volledig geconsolideerde activiteiten, met een bespreking van eventuele afwijkingen in relevante delen. Duurzaamheidsgegevens worden verzameld via systemen voor het beheer van milieu- en sociale gegevens en geïntegreerd in een centrale rapporteringstool. Prestatie-indicatoren worden gerapporteerd met vergelijkingsgegevens indien beschikbaar.
Dit verslag werd onafhankelijk geverifieerd door Ernst & Young (EY).
De financiële audit door EY is gebaseerd op de volledige geconsolideerde IFRS-jaarrekening, waarvoor het een niet-aangepast oordeel heeft uitgebracht. De verklaringen en het commissarisverslag zijn beschikbaar onder JaarrekeningNo section found en Assuranceverklaring.
EY's assuranceopdracht inzake duurzaamheid met een beperkte mate van zekerheid is gebaseerd op de volledige geconsolideerde ESRS-duurzaamheidsverklaring, waarvoor het de conclusie met beperkte mate van zekerheid formuleerde dat niets onder de aandacht van de commissaris is gekomen dat erop wijst dat het onderzoeksobject een materiële onjuistheid bevat. De verklaringen en het commissarisverslag zijn beschikbaar onder Duurzaamheidsverklaring en Assuranceverklaring met beperkte mate van zekerheid.
Umicore verbetert haar rapportering voortdurend door overleg met stakeholders. De belangrijkste sociale elementen van dit verslag worden voorgelegd aan de internationale vakbonden, terwijl het volledige document wordt voorgelegd aan de aandeelhouders tijdens de jaarlijkse algemene vergadering in april. Umicore houdt ook rekening met aanbevelingen voor verbetering van haar onafhankelijke auditor (EY) voor toekomstige rapportering. Feedback delen kan via de volgende link: umicore.com
Kerncijfers | H2 | H2 | |||
---|---|---|---|---|---|
(in miljoen €) | Noten | 2023 | 2024 | 2023 | 2024 |
Omzet | F9 | 8.254 | 7.407 | 18.266 | 14.854 |
Inkomsten (metaal niet inbegrepen) | 1.809 | 1.657 | 3.876 | 3.461 | |
Aangepaste EBITDA | F9 | 453 | 370 | 972 | 763 |
waarvan geassocieerde ondernemingen en joint ventures | F9 | 0 | 0 | 1 | 0 |
EBITDA -aanpassingen | F9 | (69) | (126) | (82) | (1.788) |
EBITDA | F9 | 384 | 244 | 890 | (1.025) |
Aangepaste EBITDA-marge | 25,0% | 22,3% | 25,0% | 22,0% | |
Aangepaste EBIT | F9 | 300 | 237 | 674 | 478 |
EBIT -aanpassingen | F9 | (69) | (126) | (82) | (1.788) |
Totale EBIT | F9 | 231 | 111 | 591 | (1.311) |
Aangepaste EBIT-marge | 16,6% | 14,3% | 17,4% | 13,8% | |
Effectieve aangepast belastingtarief | F9 | 16,8% | 22,6% | 21,6% | 29,4% |
Aangepaste nettoresultaat, aandeel van de Groep | F9 | 214 | 137 | 447 | 255 |
Nettoresultaat, aandeel van de Groep | F9 | 162 | (8) | 385 | (1.480) |
Uitgaven voor Onderzoek- en Ontwikkeling | F9 | 134 | 126 | 281 | 258 |
Investeringsuitgaven | F35 | 522 | 285 | 857 | 555 |
Nettokasstroom vóór financieringsactiviteiten | F35 | 247 | 89 | 94 | 93 |
Totaal activa, einde periode | 9.966 | 9.412 | 9.966 | 9.412 | |
Eigen vermogen van de aandeelhouders van de Groep, einde periode | 3.661 | 1.938 | 3.661 | 1.938 | |
Geconsolideerde netto financiële schulden, einde periode | F25 | 1.266 | 1.425 | 1.266 | 1.425 |
Schuldratio, einde periode | F25 | 25,5% | 42,6% | 25,5% | 42,6% |
Nettoschuld / aangepaste EBITDA van de voorbije 12 maanden | 1.30x | 1.87x | 1.30x | 1.87x | |
Aangewend kapitaal, einde periode | F32 | 5.002 | 3.485 | 5.002 | 3.485 |
Aangewend kapitaal, gemiddelde | F32 | 5.049 | 3.501 | 4.977 | 3.880 |
Rendement op aangewend kapitaal (ROCE) | F32 | 11,9% | 13,5% | 13,5% | 12,3% |
Personeelsbestand, einde periode (volledig geconsolideerde) | 11.948 | 11.581 | 11.948 | 11.581 | |
Personeelsbestand, einde periode (geassocieerde ondernemingen en joint ventures) | 2.109 | 2.071 | 2.109 | 2.071 | |
Totaal geregistreerd ongevallenpercentage voor Umicore personeel (STRIR – Staff Total Recordable Injury Rate) | 7,8 | 4,7 | 7,8 | 4,7 |
Aangepaste prestatie-indicatoren worden geacht een beter vergelijkbare indicatie te geven van de fundamentele resultaten van de Groep in de referentieperiodes. Ze worden gedefinieerd als de cijfers in de winst-en-verliesrekening na aanpassing voor de ‘Aanpassingen’ zoals hieronder gedefinieerd.
De Groep gebruikt de volgende ‘aangepaste’ prestatie-indicatoren: aangepaste EBIT, aangepaste EBITDA, aangepaste EBIT-marge, aangepaste EBITDA-marge, aangepaste winst per aandeel, aangepast nettoresultaat, aangepast effectief belastingtarief.
Die prestatie-indicatoren sluiten aan bij de rapportering van de resultaten aan de raad van toezicht en het ELT.
Elk van de aanpassingen in de winst-en-verliesrekening wordt beschouwd als significant in aard en/of waarde.
Die aanpassingen bestaan over het algemeen uit:
Herstructureringsmaatregelen
Bijzondere waardevermindering van activa gerelateerd aan herstructureringsmaatregelen
Andere baten of lasten uit gebeurtenissen of transacties die duidelijk verschillen van de normale bedrijfsactiviteiten van de Groep, zoals de beëindiging van activiteiten en milieuvoorzieningen die verband houden met historische vervuiling of niet-actieve sites
De uitsluiting van die posten uit de winst-en-verliesrekening biedt relevante bijkomende informatie over de resultaten van de Groep op langere termijn. De maatstaven sluiten dan namelijk aan bij de rapportering van de prestaties aan de raad van toezicht en het ELT.
Aangepast nettoresultaat, aandeel van de Groep / gemiddeld aantal (uitstaande aandelen – ingekochte eigen aandelen).
Aangepast nettoresultaat, aandeel van de Groep / gemiddeld aantal uitstaande aandelen.
Aangepast nettoresultaat, aandeel van de Groep / (gemiddeld aantal uitstaande aandelen + aantal mogelijke nieuwe aandelen uit te geven in het kader van de bestaande aandelenoptieplannen x verwateringseffect van de aandelenoptieplannen).
Een entiteit waarin Umicore een belangrijke invloed heeft op het financiële en operationele beleid, maar geen zeggenschap. Doorgaans blijkt dit uit een deelneming tussen 20% en 50%. Geassocieerde deelnemingen worden verwerkt volgens de ‘equity’-methode.
Voor een half jaar: gemiddelde van het aangewend kapitaal aan het begin en aan het einde van de verslagperiode. Voor een volledig jaar: gemiddelde van de halfjaargemiddelden.
Gewoon: gemiddeld aantal uitstaande aandelen.
Verwaterd: gemiddeld aantal uitstaande aandelen + aantal mogelijke nieuwe aandelen uit te geven in het kader van de bestaande aandelenoptieplannen x verwateringseffect van de aandelenoptieplannen.
Stof of metaboliet ervan die wordt gemeten in biologische vloeistoffen (bv. bloed) om de inwendige blootstelling in het lichaam vast te stellen.
Immateriële activa + materiële vaste activa + investeringen verwerkt volgens de 'equity'-methode + financiële activa gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in overige onderdelen van het totaalresultaat + werkkapitaal - omrekeningsreserves - kortlopende en langlopende voorzieningen anders dan voorzieningen voor personeelsbeloningen.
Het aangewend kapitaal bestaat uit de belangrijkste balansposten die het management actief en effectief kan beheren om de financiële resultaten te optimaliseren. Het dient als noemer voor rendement op aangewend kapitaal (ROCE – return on capital employed).
Geactiveerde investeringen in materiële vaste activa en immateriële activa, exclusief ontwikkelingskosten opgenomen als immateriële activa. De CapEx- indicator is een belangrijk onderdeel van het aangewend kapitaal van de Groep.
Katalyse is een chemisch proces waarbij de katalysator – als één van de elementen in het reactieproces – een chemische reactie mogelijk maakt of versnelt, zonder in het reactieproces te worden verbruikt, en dus kan worden hergebruikt.
De kathode is de positieve pool in een (oplaadbare) batterij. In de oplaadfase komen ionen vrij van de kathode, die migreren naar de anode (negatieve pool), waardoor elektriciteit wordt opgeslagen. In de ontladingsfase bewegen de ionen terug naar de kathode, waardoor elektriciteit vrijkomt.
Voor Umicore houdt een ‘gesloten kringloop’ in dat secundaire materialen van klanten (bv. productieresiduen) of materialen aan het einde van hun levensduur (bv. gebruikte mobiele telefoons, autokatalysatoren) worden teruggenomen en dat de teruggewonnen metalen opnieuw in de economische kringloop worden gebracht.
Een standaard meeteenheid die het aardopwarmingsvermogen (GWP – Global Warming Potential) van elk van de zes verschillende broeikasgassen aangeeft, uitgedrukt als de equivalente hoeveelheid koolstofdioxide (CO₂). Het wordt gebruikt om de impact te beoordelen van het vrijkomen of het voorkomen van het vrijkomen van verschillende broeikasgassen via een gemeenschappelijke meetbasis.
Mineralen die worden gewonnen in omstandigheden van gewapend conflict of schendingen van de mensenrechten, met name goud, tin, wolfraam en tantaal.
Umicore's volledig geconsolideerde ondernemingen die opgenomen zijn in haar financiële verslaggeving en duurzaamheidsrapportering.
Het Committee of Sponsoring Organizations (COSO of de Treadway Commission) is een private vrijwillige organisatie die een gemeenschappelijk model voor interne controle heeft opgesteld aan de hand waarvan bedrijven en organisaties hun controlesystemen kunnen beoordelen.
Emissies die afkomstig zijn van niet-puntbronnen, zoals stof van de verwerking van grondstoffen, in plaats van een specifiek afvoerkanaal zoals een schoorsteen.
Dit is het resultaat uit operationele activiteiten van volledig geconsolideerde ondernemingen en het aandeel van de Groep in het resultaat van ondernemingen verwerkt volgens de ‘equity’-methode. EBIT is een prestatie-indicator die dient als maatstaf voor de operationele winstgevendheid van de Groep, ongeacht de financieringsstructuur.
EBIT zoals hierboven gedefinieerd exclusief afschrijvingen van volledig geconsolideerde ondernemingen opgenomen in de winst-en-verliesrekening. De EBITDA-maatstaf biedt nuttige informatie om de operationele winstgevendheid van de Groep vóór niet-geldelijke effecten van afschrijvingen te beoordelen.
EBIT van volledig geconsolideerde ondernemingen (= resultaat uit operationele activiteiten) gedeeld door de inkomsten (exclusief metalen). Dit is een specifieke maatstaf voor de operationele winstgevendheid, uitgedrukt als percentage van de inkomsten.
EBITDA van volledig geconsolideerde ondernemingen gedeeld door de inkomsten (exclusief metalen). Dit is een specifieke maatstaf voor de operationele winstgevendheid, uitgedrukt als percentage van de inkomsten.
Ratio uitgedrukt als percentage van de belastinglasten ten opzichte van het resultaat vóór winstbelastingen van volledig geconsolideerde ondernemingen. Het ratio geeft een indicatie van het belastingtarief binnen de Groep.
Een voertuig (personenwagen of ander voertuig) dat geheel of gedeeltelijk wordt aangedreven door elektriciteit, meestal met een batterij in plaats van of naast een conventionele verbrandingsmotor.
Proces waarbij metaalionen in een oplossing (elektrolyt) door een elektrisch veld in beweging worden gebracht om een ander materiaal te coaten. Het proces wordt hoofdzakelijk gebruikt voor het aanbrengen van een laag materiaal om een gewenste eigenschap te verlenen aan dat andere materiaal.
Materialen die een eerste levenscyclus hebben beëindigd en via recyclage opnieuw zullen worden verwerkt tot een tweede, derde ... leven. Zie Materialen.
Energieverbruik: de som van het indirecte energieverbruik en het directe energieverbruik op onze O&O- en productiesites. Hieronder valt ook zelf opgewekte energie, waarvoor alleen het verbruik van brandstoffen in aanmerking wordt genomen. Dit voorkomt dubbeltelling van brandstofenergie (directe energie) die wordt omgezet in elektriciteit of warmte (indirecte energie) in warmtekrachtcentrales. Energie verkocht aan derden is hierin niet inbegrepen.
Indirect energieverbruik: verbruik van energie uit aangekochte/verworven elektriciteit, warmte, stoom en perslucht.
Direct energieverbruik: verbruik van energie uit niet-hernieuwbare bronnen (bv. aardgas, LPG, cokes, dieselolie) en hernieuwbare brandstoffen (bv. biogas, biodiesel).
Resultaat van een analyse voor biologische monitoring dat de (interne) grenswaarde overschrijdt.
Het blootstellingsniveau van een specifiek metaal wordt gedefinieerd als de verhouding tussen het aantal werknemers met een resultaat van biologische monitoring boven de Umicore-grenswaarde voor dat specifieke metaal en het totaal aantal werknemers waarvan is vastgesteld dat ze aan dat metaal zijn blootgesteld. Umicore’s grenswaarden zijn gebaseerd op beste praktijken in de sector en wetenschappelijke gegevens en worden regelmatig opnieuw geëvalueerd in het kader van nieuwe gegevens.
Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten verminderd met verwervingen van materiële vaste activa en verwervingen van immateriële activa. De vrije kasstroom is een maatstaf van de nettogeldmiddelen die nodig zijn om het bedrijf te ondersteunen (werkkapitaal en geactiveerde investeringen in materiële vaste activa en immateriële activa).
Dit zijn ondernemingen waarover de Groep zeggenschap heeft zoals gedefinieerd in de IFRS (over het algemeen meer dan 50% van de stemrechten).
Netto (financiële) schulden gedeeld door netto (financiële) schulden + eigen vermogen van de Groep. De schuldratio is een maatstaf voor de financiële hefboomwerking van de Groep. Het geeft aan in welke mate de bedrijfsactiviteiten worden gefinancierd door kredietverstrekkers ten opzichte van aandeelhouders.
Broeikasgassen zijn de zes gassen zoals vermeld in het Kyoto-protocol: koolstofdioxide (CO2), methaan (CH4), distikstofoxide (N2O), fluorkoolwaterstoffen (HFK's), perfluorkoolwaterstoffen (PFK's) en zwavelhexafluoride (SF6). Zie ook ‘Kyoto-protocol’.
Een maatstaf voor de hoeveelheid warmte die een broeikasgas vasthoudt in de atmosfeer over een bepaalde periode in vergelijking met koolstofdioxide (CO₂).
Grote dieselvoertuigen – hetzij op de weg (zoals vrachtwagens en bussen), hetzij niet op de weg (zoals zware installaties en mijnbouwapparatuur of locomotieven en landbouwapparatuur).
Specificatie van de International Standards Organization voor milieubeheersystemen (ref. ISO).
Een internationaal toegepaste Britse norm voor managementsystemen voor gezondheid en veiligheid op het werk.
Een contractuele overeenkomst waarbij Umicore en een andere partij een economische activiteit aangaan waarover zij gezamenlijke zeggenschap hebben. Joint ventures worden verwerkt volgens de ‘equity’-methode.
Internationaal verdrag van de United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC) dat vereist dat de landen vermeld in bijlage B van het verdrag (ontwikkelde landen) tussen 2008 en 2012 hun emissies verlagen tot 5% onder het niveau van 1990. In 2012 werd het protocol verlengd tot 2020, maar in 2015 werd het effectief vervangen door de Overeenkomst van Parijs, waarbij de ondertekenaars van de UNFCCC overeenkwamen om de opwarming ‘ruim onder’ 2°C te houden.
Voornamelijk personenwagens – op diesel, benzine of een andere brandstof.
Lichtbron op basis van halfgeleiders die tal van voordelen biedt tegenover traditionele gloeilampen, waaronder een langere levensduur en energiezuinigheid.
Kathodemateriaal gebruikt in oplaadbare lithium-ionbatterijen, vooral geschikt voor draagbare elektronische toepassingen.
Technologie voor oplaadbare batterijen waarbij lithium-ionen tijdens de oplaadfase van de positieve elektrode (kathode) naar de negatieve elektrode (anode) bewegen, waardoor elektriciteit wordt opgeslagen. Tijdens de ontladingsfase bewegen de lithium-ionen terug naar de kathode, waardoor elektriciteit vrijkomt.
Betrekkelijk nieuw type kathodemateriaal, dat wordt gebruikt in de opkomende (H)EV-markt en steeds meer in draagbare elektronische toepassingen.
Slotkoers x totaal aantal uitstaande aandelen.
Nettokasstroom uit operationele activiteiten verminderd met nettokasstroom uit (aangewend voor) investeringsactiviteiten. De nettokasstroom vóór financieringsactiviteiten geeft de kasmiddelen weer die de Groep ter beschikking heeft om financiële schulden terug te betalen of dividend uit te keren aan beleggers.
Financiële schulden (langlopend + kortlopend) verminderd met geldmiddelen en kasequivalenten zoals gedefinieerd in onze IFRS-cijfers, exclusief eventuele effecten van herwaardering van financiële schulden uitgedrukt in een andere valuta dan de functionele valuta van de entiteit en waarvoor de Groep is afgedekt. De nettoschuld is een belangrijke maatstaf voor de sterkte van de balans van de Groep. Het is een maatstaf voor de schuld na aftrek van financiële activa die kunnen worden ingezet om de brutoschuld terug te betalen
Netto (financiële) schulden gedeeld door de aangepaste EBITDA van de laatste 12 maanden. Het ratio is een maatstaf voor het vermogen van de Groep (uitgedrukt in aantal jaren) om de schulden terug te betalen via de operationele winstgevendheid.
In de automobielindustrie verwijst dit naar autofabrikanten.
Uitgegeven aandelen – ingekochte eigen aandelen.
Een combinatie van chassis en motortype gebruikt op één of meer modellen van personenwagens, soms van verschillende fabrikanten.
Platina, palladium, rodium, ruthenium, iridium en osmium (in het geval van Umicore verwijst het vooral naar de eerste drie).
Langetermijnovereenkomst voor de aankoop van elektriciteit. ‘Groene PPA’ verwijst naar een stroomafnameovereenkomst voor groene of hernieuwbare elektriciteit.
Chemische stof die deelneemt aan de chemische reactie waarbij een andere verbinding wordt geproduceerd.
Emissies die ontstaan bij productieprocessen, zoals CO2 die ontstaat bij de afbraak van calciumcarbonaat (CaCO3)
Veiligheidskwesties in verband met het gebruik en de opslag van gevaarlijke chemische stoffen die een gevaar kunnen vormen voor de werknemers, de omwonenden en het milieu.
Brutolasten voor onderzoek en ontwikkeling (O&O) opgenomen in de winst-en-verliesrekening en ontwikkelingskosten opgenomen als immateriële activa tijdens de verslagperiode. O&O-uitgaven van geassocieerde ondernemingen zijn niet inbegrepen in de gerapporteerde uitgaven voor O&O. Dit is een maatstaf van de totale O&O-inspanning in geldmiddelen, ongeacht of de kosten werden opgenomen in de lasten of geactiveerd.
Europees beleid om de risico's van chemische stoffen te beheren en informatie te verstrekken over de veiligheid van stoffen.
Aangepaste EBIT gedeeld door gemiddeld aangewend kapitaal. ROCE is een maatstaf voor de operationele winstgevendheid van de Groep in verhouding tot de aangewende kapitaalmiddelen.
Alle elementen van de inkomsten – waarde van de volgende aangekochte metalen: Au, Ag, Pt, Pd, Rh, Co, Ni, Pb, Cu, Ge, Li en Mn.
Om verstoringen door prijsschommelingen van metalen en met name edelmetalen te neutraliseren, gebruikt Umicore inkomsten exclusief de waarde van aangekochte metalen in plaats van omzet (die de waarde van de aangekochte metalen omvat) om haar resultaten op te volgen. Dit is een gangbare praktijk in de sector, die wordt gevolgd door directe concurrenten met vergelijkbare activiteiten.
Evaluatie van de risico's van bestaande stoffen voor de mens (met inbegrip van werknemers en consumenten) en voor het milieu, met het oog op een betere beheersing van die risico's.
Organisatie die broeikasgasdoelstellingen valideert. Het is een samenwerkingsverband met CDP, UN Global Compact, World Resources Institute en het Wereld Natuur Fonds (WWF).
Scope 1-CO2e-emissies: De directe broeikasgasemissies van een rapporterende organisatie.
Scope 2-CO2e-emissies: De indirecte broeikasgasemissies van een rapporterende organisatie door de opwekking van aangekochte/verworven elektriciteit, warmte, stoom en perslucht.
Scope 3-CO2e-emissies: De indirecte emissies van een rapporterende organisatie die upstream en downstream in de waardeketen plaatsvinden, inclusief aangekochte goederen en diensten, zakenreizen, woon-werkverkeer van werknemers, afvalverwijdering, gebruik van verkochte producten, transport en distributie (upstream en downstream), investeringen, geleasede activa en franchises.
Een persoon die geen deel uitmaakt van het totaal personeelsbestand van Umicore en die diensten verleent aan Umicore in een van haar sites onder contractueel bepaalde voorwaarden.
Aanbevelingen die in 2017 werden gelanceerd om de rapportering van klimaatgerelateerde financiële informatie te verbeteren en uit te breiden. Het informatieplatform van CDP biedt een mechanisme voor rapportering conform de TCFD-aanbevelingen.
Voorraden + handels- en overige vorderingen (kortlopend + langlopend) + vorderingen uit winstbelastingen - handels- en overige schulden (kortlopend + langlopend) - verschuldigde winstbelastingen.
Handels- en overige vorderingen en handels- en overige schulden houden geen rekening met margestortingen, personeelsbeloningen en de geboekte winsten (verliezen) op de mark-to-marketwaarde van strategische afdekkingsinstrumenten.
Voor meer begrippen zoals gedefinieerd in de European Sustainability Reporting Standards (ESRS), zie Tabel 2, Bijlage II van de gecombineerde ESRS.
Gewone algemene vergadering van aandeelhouders (financieel jaar 2024)
Halfjaarresultaten
Investor Relations | Umicore
Euronext Brussels
natalia.agueros@eu.umicore.com
Dit rapport is beschikbaar in Engels en Nederlands
Download het rapport op annualreport.umicore.com
Dimitri Lowette
Wout Hendrickx
Voor vragen en aanvullende informatie, neem contact op met:
T +32 2 227 70 68
investorrelations@eu.umicore.com
T +32 2 227 71 47
media@umicore.com
Société anonyme - Naamloze Vennootschap
Rue du Marais 31 Broekstraat
B-1000 Brussels
Belgium
T +32 2 227 71 11
Company Number: 0401574852
VAT No: BE 0401 574 852
umicore.com
umicore.com/en/contact